zal op de tentoonstelling een {jelui van liomler.il vijftig bijbels leveren in even zoo vele talen gedrukt. De criminele reglbanfc beeft uitspraak gedaan in de zaak der echtgenooten Sloane. Zij zijn beiden veroordeeld geworden lot twee jaren gevangenisstraf, welke uitspraak door bet talrijk opgekomen publiek onder luide toejuichingen vernomen werd. FRANKRIJK Parijs 5 February. Op den Boulevard du Temple is thans eene me nagerie gevestigd die tot de merkwaardigste be- boort welke ooit in Europa ter bezigliging gesteld werden en die dan ook de algetneene belangstelling in ruime mate wekt. De voornaamste bladen hebben in hunne kolommen uitgebreide beschrijvingen over ;deze menagerie opgenomen; het is aan een derzelve, dat wij het volgende on lleenen Reeds herhaaldelijk had men het Parijsche publiek, .steeds juk., op alles, wat hevige gemoedsbeweging' veroorzaken kan vergast, op theatrale voorstellingen 'niet wilde dieren. Panters en Leeuwen, door kunst middelen nog vreeswekkender gemaakt, verschenen 'op liet tooneel te midden van prachtige decoratien 'èri eene schitterende verlichting terwijl eene im posante muziek, den indruk van bet geheel verhoogde. Het publiek, alhoewel overtuigd, dat geen redelijke ''grond voor vrees aanwezig nas, zat rillende van angst iii 'bet parterre wanneer hel ondier langs het voetlicht loopende, de toeschouwers, met wijdge- ependen rnuil grimmig aanstaardeen toch kwam 'datzelfde publiek een volgenden avond de voorstelling weder bijwonen, omdat,bet juist die angst, die ont zetting was waarin het ditmaal een genot meende te vinden. 'J'huns geldt bet echter een geheel ander schouwspel. Jlet geldt eene gewone kermistent, inet peti beschilderd doek prijkende, waaronder een paar klarinettisten met een cornet a piston, eene barbnar- iehe muziek uitvoeren' Maar eene Wijd magtigêreen meer indrukwekkender muziek verheft zich in de tent. De acteurs voeren zeiven hunne symphonie uil waarbij het beesche geluiu van den tijger het diepe gebrul van den leeuw en hel verschrikkelijke gehuil der hyena, boven alles domineert. Wij tre den de tent binnen. Welk een tafereel! Eene lange rij van veertig hokken, bevat al, wat de hand des Scheppers als toonbeelden van kracht schoonheid kleur en leven vormde. Indië Afrika, Brazilië Java de Poolzeeën en alle onbezochte streken en woestijnen der wereld hebben hunne bijdrage ge leverd tot opluistering van bel geheel. Zie hier rosachtige leeuwen witte heeren die been en weer schommelen als dreven zij nog op limine schotsen in de IJszee hyenas, wier oogen bloedrood worden, wanneer men ze slechts dut ft aanzien; jakhalzen, schoon en wreed als jonge Caraïben; luipaarden mét een vacht als gemoireerde zijde en met oogen vonkelende als diamanten; groote wolven, onbekend in onze luchtstreek gazellen, die u den kop vriendelijk toesteken twee jonge grijze en een reusachtige zwarte olifant, de kunstenmakers der troep; een monsterachtige rhinoceros dien men voor een over blijfsel der voorwereld zoude houden drie leeuwen, uil de woestijn van Sahara, vader, moeder en zoon, «ene geheele dynastie in ééne kooi tereenigd een koninklijke tijgerzoo als Hengalen er wel geen tweeden kan opleveren; een vervaarlijk gioole leeuw, hoog gelijk een slier en wiens gelijkenis men alleen op de schilderijen van Rubens kan vinden. Dit is aïii ioo te zeggen het programma der uitvoering maar nu de uitvoering zelve Men hoort drie slagen tegen den buitenslen wand eéudr kooi en eene bijna doodsche stille hèerscht 011- mfddeiijk in de- tent alleen afgebroken door hel gebrni of hel gehuil van het dierdal zijne kooi «.jet 'openenEene onziglhnre deur heeft den toe- enig in een link verleend aan een man, en drie hyenas met flik kerende oogen en rookenden muil springen op hem toeloe.h wijken weder krui pende achteruit, voor zijnen vasten blik en uitge- streklcn arm; zijn eenig wapen is eene kleine zweep; zijne eciiige kleCding een linnen broek en een hemd. De hyenas springen en huilen, hij werpt zich in haar 'midden rolt met dezelve over den grond vertrapt ze onder zijne voeten, werpt ze de eene na den andere op zijne schouders, wringt ze zijne gebalde vuist in den muil, slaat en tergt ze, brengt ze tot een graad van woede en op elke vlaag derzelve antwoord hij door ze op nieuw Ie tergen, hetwelk alles met dïen ijskouden meedopgenlozen blik verge zeld gaat, die den wilden dieren het bloed in de aderen doet stollen. Dan neemt hij eene plank plaatst dezelre op twee drievoeten, légt er ten groot stuk mauw vleesch op en begint een maaltijd aan te rigten. I'lat op den grónd in het hok gezeten, met eene hyena op de knieën, de tweede op zijne schou ders en de derde op de plank voor hem su jjdt hij het vleesch langzaam aan stukken en belet (ie die-s ren er aan te komen. l)an geelt hij hen ieder ecu stuk doch naauwelijks hebben zij het bloedigs vleesch geproefd of hij ontrukt het hun weder, zijne hand ol zijn gelaat daarvoor in de plaats biedende. Vree- selijk zijn dan de sprongen, is liet gehuil, de woede, de razernij der hyenas, waartegen li ij het hoofd blijft bieden tot dat zij, uitgeput van vermoeijanis, over wonnen door den ijzeren wil die met hare woéde den spot drijften rillende van vrees en begeerte voor de voeten van haren meesier kruipen en de zelve likken tot dal hij haar eindelijk het vleesch prijs geeft. Ziedaar hem thans opgesloten iri het hok eens pan ters. Daar is liet een strijd op leven en dood. Hard nekkige, onwederstaaribare oteiheersching aan de eene zijde: wanhopige tegenstand aan tie andere en de menscli toont zich daarbij zóó onverbiddelijk, dat men 't het dier bijna vergeven zoude wanneer het naar zijn bloeddorsligen aurd handelde. Het dier,voelt echter' te zeer de meerderheid zijns meesters, om zich te durven verzetten en draagt hem ten slot te - daardoor zel's genegenheid toe. Hijgende en huilende kromt het zich onder zijne roetten met een oubesclnitl'rlijk geweld beantwoordt het, aan zijnen uoep; doch hetzij de panter roet eene woedende vreugde, tegen hem. op springt hetzij hij stil naar hem toekruipt, zich.op zijne horst uitstrekt en hem hel aangezigt likt, altijd blinkt uit de oogen, waarmede het dier naar zijnen meester staart iiefde en vrees. Deze dierentemmer, JJvguet genaamd, is een zon derling personaadje: jong, groot, stevig gebouwd en begaafd met eene onvergelijkelijke vlugheid kracht en tegenwoordigheid van geest. Men zoude geloo- veu dat hij het aan de toeschouwers overlaat om voor zijn leven te heven en zieli bedwelmt in de reeks zijner overwinningen indien de strakheid tie mag netische kracht van zijnen blik niet bewees, in welke male bij van zich zeiven en zijne geduchte makkers meester is. In deze duellen op leven en dood, welke hij lederen dag twintig malen levert, vindt men niets dat voorbereid is; alles is onverwacht, zoowel voor den temmer, als voor den toesebouwer en- dit i" het juist, hetwelk hel schouwspel zoo aantrekkelijk maakt. Na de tooneelen met den panter en de hyenas, vol gen die in het hok der drie leeuwen, van de tijgers, en van den monster leeuw. Het is onmogelijk dat alles te beschrijven. Dat gebrul van inensch en diei die vreest;]ijke worstelingen dat hoofd van den tem mer, gestoken in den gupenden muil van den getuig den leeuw, dat half naakte ligchaam vnn een men «oh, straffeloos in het bereik Tan drie tot woede gebr.igte leeuwen, of, als gold liet een schoothondje, spelende met een zes voet hoogen tijger of reusachtig ondier uil de woestijnen van Sahara, dat alles moei men tnel eigen oogen zien om zich er een juist denkbeeld van te kunnen vormen; gezwegen dan nog, van de onbegrijpelijke dressuur der olifanten. Men verneemt nog de volgende bijzonderheden betreffende de inhechtenisneming van den moordenaar des heeren Desfontnines. Het heeft der poiicie bijzonder veel moeite gekost om den schuldige op het spoor te komen. Men wist, dat hij genaamd was Louts-Eugene F ion vaneen en twiutigjarigen ouderdom vroeger tuinmansbe- diende en in de laatste acht of veertien dagen bij den heer Desfontnines in dienst. Denzelfden wei; volgende» dien men wist dat hij ingeslagen was. slaagde men er in hem op liet spoor te komen en dee i ten slotte huiszoeking bij zijne grootmoeder, te Heaulién bij Loclies men dacht hem daar te vinden vloch vond alleen eenige voorwerpen, die aan den lieer Desfontaines hadden toebehoord. Ftou zelf was haar Parijs teruggekeerd. Na hem nu binnen deze hoofdstad lang gezoeht te hebben, slaagde dc poiicie er eindelijk in zijn verblijf te ontdekken het werd omsingeld en toen hij zich in zijne woning wilde begeven werd hij in hechtenis genomen. T tou bleef daarbij zeer kalm. Hij bekende van' den moord geweten te hebben doch desniettemin' onschuldig te zijn. Twee heeren moesten zoo ver haalde hij naar den heer Desfontaines gevraagd hebben en door hem naar diens kamer geleid zijn; daarop werd bij naar boven geroepen en toen hij im de kamer kwam zag hij dat zijn meester vermoord was een der vreemdelingen greep hein daarop Sari en zeide, dat ook hij vermoord zoude worden, wan neer hij hel stilzwijgen niet bewaarde, doch dat zij hem 1500 francs zoude geven, wanneer hij zweeg. Hij koos toen de laatste partij, ontving 1500 francs, nam toen nog de andere voorwerpen mededie gelijk reeds gemeld is, bij hem gevonden zijri en vlugtte. Men schonk echter niet hét minste geloof aan dit verhaal en wel hoofdzakelijk omdat de kist waarin het in stukken gesneden lijk van den vermoorde ge vonden waa, reeds lang te voren door Fiou was aange kocht, zonder dal hij de reden kan opgeven, waarom hij dit destijds deed, almede: dewijl onder in die kist een linnen kiel van F tou gevonden werd vermoe delijk door hem daarin gelegd om het doorzijpelen -an het bloed to beletten. fiou heeft naar men verneemt tjaarnu dan ook eene volledige bekentenis zijner schuld afgelegd,. Met Mei aanslaande, een liUJS en ERVEj staan de en gelegen aan de Kleine Kaai alhier. Te be vragen hij den Eigenaar F. Pljklü. VERBoéPmoEN van allerhande MANUFACTUREN, Nieuwe REDDEN enz, op Vrijdag den J-i- Fe bruary J85Jte Rruinittgen en Maandag den J7 daarna, te 's Graven-pottierheide 's morgens ten 10 ure; breeder hij biljetten vermeld, ten over staan van j. MULDER Deum Op FF oensdag den 26. February J8!).t des voormiddags ten 11 ure, zuilen de Erfgenamen van AOBIAASI TRAAS, aan bet Sterfhuis te Ileinkenssand, Wijk B, N°. 10, ten oveistaan van den Notaris G. RissEsoir, residerende te Goes, presenteren te verkoopen Eene partij best gewonnen HOOI, BLADRIET, WATERRAK en GOOT. STALGEREEDSCHAP- PENMELKGEREI, MUTSAARD, één VAR KEN enz. En ten zeiven dage, onmiddeiijk daarna, in de Herberg bewoond door Job Warhout op den Dorpe IIeinkenssand: 2 perceeltjes Vruchtbare BOOMGAARD, in de Ooslerguile ouder Heinkens- zandals lste Perceel Kadastraal Sectie B. No. 331 332, uit No 189 groot. 1 B. 09 R. 66 E. 2de Perceel Kadastraal Seotie B. No. 332a, groot0 71 50 1 B. 81 B. 16 K. Informatien te bekomen bij gemelden Notaris. OPENBARE FERSOOPSTC. Op Donderdag den 27 Febru- |gj| arij J85Jdes morgens ten 10 esSei ure. ral E. A. EMAKCHhaan zijn Woonhuis te Kapetlc, publiek en aan de meest biedenden presenteren te verkoopen 2 MELKKOEIJEN 2 RUiYDERS1 GEIT, 1 Kap-, 1 Nieuwe Huif- en 1 dito MENWAGEN een groote partij MELKERS en BOUWGEREED SCHAPPEN WEI-, KANT- en KLAVERHOOI TA RW-, ERWT- éh BOONSTROO. Een zeer ZÏNDELIJKEN INBOEDEL waaronder goede BED DEN en toebehooren, SLAC.TERSGEBKEpSCfiAP- PEN. Eene aanzienlijke partij MANUFACTUREN KATOENEN-en WOLLEN-DEKENS, LAKENS, BAAIJE.N en andere goedeien ineer. Eu des avonds ten 6 ure, in de Herberg bij M. va» Ma- kis. te hapelle, van zes Per- ceelen 110UW-en WEILAND in h'apelleen Kattendijl'te gelegen, zoo als bij alom aangeplakte billenen in het breede is omschreven. Diegenen welke iets te vorderen hebben van of verschuldigd zijn aan genoemden ËMASCKli, wor den verzocht, vermits zijn vertrek naar Tiet, daarvan ten zpoedigsten opgaaf en betaling te doen, ten zijnen woonhuize te Eapelle. Informatien zijn (e bekomen ten Kantore vnu den Notaris a. Smallegakgf. te Goes. Te Goes, bij F. Klbeüwe»s Zoo».

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1851 | | pagina 2