GOESSCHE COURANT. MAANDAG 27 JANUARI J. BEKKNDMAK i \G. BEKENDMAKING. 0aat: PUBLICATIE. BEKENDMAKING. - - - SjvWtf De uitgave de%er Courant geschiedt Maandags en Donderdags avonds. De Prijs pet Kwartaal is f j,~5 franco per Post j,90. Gewone Jdvcrientien worden a HO ets. de regel geplaatst. GeboorteHuwelijks- en Doodberigten van J6 regels a J .20 behalve het Zegelregt. ARMWEZEN. Onder dit opschrift treffen yrij twee stukken aan in de Nos. 5 en 7, van dit dagblad. Beide de schrijvers van die stukken loonen veel belang in de 7.aak te stellen en noodigen beurtelings anderen uil de eerste om ook hunne denkbeelden omtrent dat zoo gewigtig onderwerp te openbaren de laatste, al dadelijk, om een ontwerp van voorlob' jnge vereeniging in eene ter zake leidende bijeen komst uit gemagtigden der onderscheidene armbestu ren daar te stellen. Aan de uitnoodiging van den geëerden schrijver in No. 5 zagen wij door dien van het stuk in No. 7 al spoedig voldaan; maar wij mogen het in waar heid betwijfelen, of de aansporing van laalslgemelden wel even spoedig door eene zamepkomst pis de door hem beoogde zal achtervolgd worden. Het is voor dit oogenblik ons doel niet om het voorloopig ontwerp van vereeniging, door Mr. van Djïinsk aan de algemeene beöordeeling onderwor pen nader te toetsen en aan bestaande antecedenten in dien geest en aan de mogelijkheid van deszelfs verwezenlijking; en dat te minder, uithoofde van het reeds ter neergestelde in No. 7. waarbij dat ontwerp reeds zoo in het breede is overwogen als bestreden dat hét indedaad vreemd mag toeschijnendat de schrijver daarna nog met de straks vermelde oproe ping zijne tegenbeschouwingen besluit. Immers, wanneer wij naauwlettend gadeslaan, wat er in No- 7 zoo al wordt in het midden gebragt tegen bel bedoelde ontwerp bedenkingen die over bet algemeen, met veel oordeel gemaakt en op goede gronden gevestigd zijn dan blijft er, onzes beschei den eraohtens genoegzaam niets van over dat ons het uilzigt overlaat om het ontwerp van den heer van Deinsf. verwezenlijkt te kunnen zien. Men werpe ons niet tegen dat de schrijvers een en hetzelfde doel hebben, doch het verschil alleen in de .voorgestelde middelen bestaat, en uit de wrijving hunner denkbeelden de oplossing van het zoo moeije- lijke als behartigenswaardige onderwerp kan geboren worden want de schrijvers verschillen zoodanig in de gronddenkbeelden die het leven en het'aanzijn aan de zaak moeten schenken, dat men de naaste zekerheid erlangt, dot zij hoe betreurenswaardig ook, onbestaanbaar, of althans onuitvoerbaar schijnt te zijn. Zoo er evenwel nog iets zoude kunnen geacht worden van het ontwerp over te blijven dat eene levenssprank bevat, waaruit, naar het algemeene doel van beide schrijvers, de verwezenlijking van hetzelve zopfle kunnen ontstaan weiligt zoude die daarin te vinden zijn dat de beslaande ddminist ratien zich ronder/ing verstonden om in écnèn geest en naar onderling vastgestelde regelen over hunne fondsen te beschikken. Trouwens hoezeer dit dan het eenige punt van algemeenen uitgang mag gerekend worden te zijn mogen wij wederom daarbij de zeer juiste bedenking van den schrijver, in no. 7 o. a. voorkomende, niet voorbijzien namelijk dat het oogenblik voor zoo danige vereeniging niet gelukkig gekozen schijnt te zijn, dewijlzoowel op het staalkundig als op J het kerkelijk gebiedwetten op het armwezen worden voorbereid. Wetten die eerst als zij het licht zullen zien, het oordeel zullen kunnen be palen omtrent de mogelijkheid en de wijze van daar- stelling eener zoodanige vereeniging oin dat zij mogen geacht worden te zullen doen kennen, welke voorlaan de werkkring der verschillende arm-besturen en de bevoegdheid van deze met betrekking tot de beschikking over hunne fondsen zal zijn. Door de mededeeling van bovenstaande opmerkin gen, gelieve men ons echter geensints te beschouwen als of wij het hoofddoel van beide geachte schrijvers niet als zeer wenschelijk beschouwen integendeel en het zij hier, met terzijde stelling van alle zelfver heffing, bescheidenlijk vermeld dat al onze beschik bare tijd gedurende een reeks van jaren is toegewijd geweest aan het ontwerpen, daarsteilen of bevorderen, van hetgeen strekken kan tot opbeuring van den be- hoefligen stand, tot verbetering van bet lot der armen- klasse in on3 midden of ook elders en waaraan wij steeds gaarne behulpzaam zullen blijven doch ten gevolge der ervaring, die wij onder onze opvolgende bemoeijingen hebben verkregen, gevoelden wij ons te meer gedrongen om hier bepaaldelijk op de gewisselde gedachten te wijzen als, bij zoo groot verschil van inzigten entevens zooveel waarheid bevattende denk beelden geen voldoend lichtend punt overlatende als waaruit voorshands eene gewenschte uitkomst te voorzien is; en vermeenen alzoo dé zaak, dooi de tot dusverre gehoudene openbare discussienog gansch niet tot die rijpheid gebragt als waaruit iiet ontkiemen van een loot te verwachten is, genoeg zaam doorvoed om een stevig gewortelden boom uit op te kweeken, zonder het gevaar om die reeds in den eersten wasdom, onder het snoeimes, door de behoef ten van den tijd aan te brengen te zien bezwijken. Niets zal ons echter aangenamer zijn, dan dat ook hierover een nieuw en helder licht moge opgaan, dat tot de kennis der waarheid en alzoo tot heil der armen leiden kan. J. Fransen tan de Putte. BURGEMEESTER en VVE.THOÜDERS der Stad GOES brengen ter kennis van een ieder die bet aangaan mag, dat de Heer J. WALRAVEN van KERKWIJK bij Koninklijk Besluit van den 28 December 1850, No. 33, weder benoemd, als Wet houder dezer Stad, in welke betrekking, hij met den 2 Jannarij dezes jaars moest aftreden die be noeming heeft aanvaard, en in de Vergadering van den Sledélijken Raad van beden, op nieuw ais zoodanig is geïnstalleerd. Zullende hier van openlijke Bekendmaking ge schieden door.dezelve te publiceren, te afligeren en in de Stads-Courant te plaatsen, -Gedaan te Goes, den '2,3 Jonaiirij' 1851. Burgemeester énWethouders voornoemd J. C. van oer MEER MOHR, Ter ordonnantie van dezelren De Slads-Secretaris L. de FOUW Jz. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad GOES, brengen ter kennis van een ieder diehetaon- Dat de Stedelijke Raad, bij besluit van den 5 No vember 1850, het in deze Stad bestaan hebbende Reglement op het houden van Openbare Verkoopin- gen van MANUFACTUREN en andere nog onge bruikte Goederen, gearresteerd den 15 Maart 1818, heeft ingetrokken en buiten effect gesteld. En zal deze bekendmaking worden gepubliceerd geaffigeerd en opgenomen in de Stads-Courant. Aldus gedaan ten Stadhuize der Stad Goes den 25 Januarij 1851. Burgemeester en Wethouders voornoemd J. C. van der MEER MOHR Ter ordonnantie van dezelven De Stads-Secretaris L. de FOUW Jz. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad GOES, roepen een iegelijk op welke 7an die Stad, over het afgeloopen jaar 1850, iels te vorderen heeft, wegens gedane WERKZAAMHEDEN, LEVERAN- TIEN en dergelijke, om zijne Declaratie daarvan in den loop der volgende maand bij Hun Edel Achtb. in te dienen; zullende degene, welke verzuimen mogt hieraan te voldoen, zich zeiven de onaangenaamheden te wijten hebben daaruit voortvloeiende. Gedaan ten Stadhuize van Goes den 25 Januarij 1851. Burgemeester en Wethouders voornoemd J. C. van der MEER MOHR Ter ordonnantie van dezelven De Stadi-Secretaris L. de FOUW Jz. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad GOESbrengen ter kennis van een ieder die het Dat de Stedelijke Raad ter uitvoering van Art. 11 van Zijner Majesteits besluit van den 22 December 1849, Staatsblad N°. 64), omtrent het aanleggen van bevolkings-registers bij deliberatie van den 16 September 1850 heeft vastgesteld de volgende Plaatselijke verordening Art. 1. Bij het komen inwonen van eenen vreemdeling in deze Gemeente zal hij verpligt wezen zijn reis en verbhjfpas te vertoonen aan het hooid van het Plaat selijk Bestuur. Art. 2. Wanneer iemand, ingezeten van het Rijk zijnde, die zich in deze Gemeente met ter woon komt ves tigen, nalatig is in het overleggen van het, bij Art. 4 van het Koninklijk besluit van den 22 December 1849, Staatsblad N°. 641 gevorderde getuigschrift, afgegeveh door of van wege het Gemeente Bestuur zijner laatste woonplaats, zal dit getuigschrift ten zijnen koste van daar worden ontboden. Art. 3. De overtredingen tegen de voorschrevene bepalingen zullen gestraft worden met eene boete van twee Gulden of bij onvermogen met eene gevangenisstraf van éénen dag. Art. 4. Van die overtredingen zal Proces-Verbaal worden opgemaakt, en aan den Ambtenaar van het Openbaar Ministerie bij het Kantongeregt worden verzonden. Ij f t) yixfx

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1851 | | pagina 1