«OESSCHE
1851.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandags en Donderdags avonds. De Prijs per Kwartaal is f J5 Franco per Post f J,90.
Ge wone Jdvertentien worden a SO ets. de regel geplaatst. Gehoorle-, Huwelijks- en Doodberigten
van J6 regels d f J.20', behalve het Zegetregt.-
D0."VDEROA(i 8 JANUARI J.
De ondergeteekende heeft, sedert zijne laatste op
gave, roor de Dochters vaneenen overleden' Predikant
weder met blijdschap ontvangen en dit alles uit Goes:
1 Muntbiljet N°. 31246 10,.—
In monlanti - 1,
En nog- 5,
Te zanten 16,
De edele gevers of geefsters ontvangen hierbij zij
nen dank met de verzekering dat deze gitten wel
zijn besteed.
Goes 3J December 3850.
W. L. VAN OOSTERZEE.
GOES, den J January.
Volgens openlijke aankondiging onder dagleekening
van den 1 Januorij 1850 in dezer Stads Courant, was
op ultimo December 1849 in den Spaarpot of gemee-
nen Schotel der Weeskinderen aanwezig f 278,65
Gedurende het jaar 1850 hebben de
Weezen, met hunnen wekelijkschen Cent
ingelegdƒ41.56
Aan giften is wederom ontvangen 14,75
Aan renten- 11,615
67,92'
Totaal ontvang. 346.57'
Aan kinderen die het buis in 1850
verlaten hebben is voor derzelver aan
deel uitgekeerd- 32,32
Zoodat op ultimo December 1850 in
den getneenen schotel is f 314 25»
Bestaande in
400 2| perccnts Nationale Schuld.
aangekocht voorf 218,24*
f 100 3 pCt. dito - 65,75
en in geldspecie - 30,26
Als voren 314,25
De Directie over het Weeshuis, gaat gaarne voort,
om den jaarlijkschen aangroei van dezen Spaarpot aan
hare stadgenoolen te vermelden. Zij verblijdt zich
in liet aangenaam vooruitzigt, dat dit fonds, hetwelk
in 1846 aangelegd, nu reeds, aan ieder uitgaande
Wees, bij liet gewoon uitzet, een aandeel of bui
tengewone uilkeering van ruim f 4 verzekert, in vol
gende tijden, bij hunne intrede in de Maatschappij,
van eenig belang worden kan: een uilzigt, wel ge
schikt, om ieder Kinder- en Menschenvrieiid te ver
heugen en met de Directie dankbaar te stemmen
ten einde de zigtbure en bijzondere bescherming van
den barmharligen God bij voortduring over dit ge
sticht af te bidden.
Bij besluit van den 28 December, heelt Z. M.
goedgevonden ter vervulling der wethouders-plaat
sen in de steden der onderscheiden provinciën die
ten gevolge van de gewone aftreding met 2 Januarij
1851 zullen openvallen bij continuatie lot Wet
houder te dezer stede te benoemen de Heer J. JVal-
raven van Kerkwijk.
Bij de behandeling van de begrootin.gs-wetten,
dezer dagen in de 2e. Kamer der Staten-Generaal
gehouden zijn in de Zitting van den 18 Dec. 11.
beraadslagingen gevoerd over eenige, bijzonder Zuid-
Beveland betreffende, punten, in betrekking tot de
nieuw ingevoerde Postwet (art. 51 van Hoofdstuk IX B.
Dep. van Finan-lien).
De heer Bachiene nam daarbij liet woord en zeide
Er is bij de behandeling van deze begrooting en
ook bij die der wet, strekkende tot verlenging van
den termijn der invoering van de postzegels, veel
geklaagd over de niel-uitvoering der nieuwe post
wet. De Begering heeft op die klagten geantwoord,
en naar mijn inzien voldoende aangetoond, dat zij,
na de uitvoering dier wet, omtrent die zaak niet wer
keloos is gebleven. Maar er bestaat een ander bezwaar,
waarop ik u wilde wijzen. Het betreft de niet altijd
doelmatige uitvoering dier wet, die de ingezetenen in
sommige steden des lands in een minder gunsligen
toestand plaatst dan vóór hare invoering.
Ik bedoel vooral eenige gemeenten ten platten lande
in liet westelijk gedeelte van Zuidbevelandwaar
vroeger vrij geregeld drie maal per week gelegenheid
bestond tot het vervoer van brieven en thans slechts
twee malen per week. Ik geloof, dat wanneer in
dergelijke bezwaren kon worden voorzien, veel onte
vredenheid, niet zoozeer op de aangeduide gemeenten,
maar die dan toch hier en daar bestaat, zou worden
weggenomen. Die ontevredenheid toch strekt gewis
niet in het belang van de Regeringen verzwakt
den goeden dunk, welken men anders van de nieuwe
postwet kon voeden.
In de tweede plaats is bij mij eenige twijfel gerezen,
ofwel bij de aanbesteding van postritten die (Econo
mische regelen worden in acht genomen die zoo
zeer in het belang van de schatkist wensclielijk schij
nen. Als reden van twijfel zal ik wijzen op eene
in ij bekende omstandigheid en die als ik wel on
derligt ben bereids aan liet departement van Finau-
tien is medegedeeld dat namelijk de aanbesteding
plaats heeft uit de hand, niet in het openbaar op
plaatsen waar genoegzame concurrentie bestaat om
eene vermindering in den aanbestedings prijs ten ge
volge te hebben. Het geval toch is mij bekend, dat
een postrit uit de hand is aanbesteed geworden voor
eene som van 1000, ofschoon daarvoor vroeger
slechts 700 werden gegeven en voor welke som
men nu nog, indien mijne informatien juist zijn,
bereid zoude zijn dezen postrit aan te nemen. Ik
heb gemeend, deze punten aan de aandacht van den
Minister van Finantien te moeten aanbevelen.
De heer Minister van Finantien zegt hierop in
antwoord
Aan de sprekers uit Zeeland die onderscheidene
bezwaren hebben geopperd legen, of liever die eenige
wenken hebben gegeven ten aanzien van de nieuwe
inrigting van de posterijen, inet het oog bepaaldelijk
op de Zeenwsche en Zuidliollandsche eilanden kan
ik de geruststellende verzekering geven dat aan die
bezwaren eerlang zal worden te gemoet gekomen.
Reeds bij de memorie Van beantwoording, en voorts
ook in het antwoord gegeven op liet verslag uilge-
bragt op de wet tot verlenging van den termijn tot
invoering der postzegels heb ik aangetoondhoe
onmogelijk liet is om bij eene zoo groote organi
satie, als de nieuwe inrigting van het postwezen ver-
eischtalles in eens tot stand te brengen. Maar
achtereenvolgens zijn er nu een aantal maatregelen
vastgesteld, die op 1-Januarij 1851 inwerking zullen
treden. Ik herinner mij al die maatregelen niet zoo
juist, maar ik weet wei dat er ook maatregelen on
der waren die moesten strekken tot opheffing van de
bezwaren, door de geachte sprekers ten aanzien van du
Zeenwsche eilanden geopperd maatregelen daartoe
strekkende zijn, ik herinner mij dit zeer goed, uati
mijne goedkeuring onderworpen geweest bet gebrek
alleen aan gelden over het Jooperide jaar beschikbaar,
heeft belet die nieuwe organisatie vroeger dan met
1 Januaiij aanstaande in werking te brengen.
De lieer Bachiene heelt nog gewag gemaakt, van
verkeerdheden, welke bij de aanbestedingen van post
ritten zouden plaats hebben. Het voorbeeld door
dien spreker aangehaald is mij onbekend maar om
mij bepaaldelijk te verbinden om die aanbestedingen
voortaan alleen in liet openbaar te doen plaats heb
ben dit zou ik thans niet durven beloven, lief is
toch bekend dat zich meermalen personen hebben
voorgedaan om dit voor de helft der som te doen die
anders besteed werd maar dikwijls waren dit per
sonen wier soliditeit ceel te wenschen overliet.
Nu zal men toch wel toegeven, dat het vervoeren
eau de post-paketten eene zaak is, die men niet aan
iedereen kan toevertrouwen. Ilt weet niet welk ge
val die spreker heeft gestald en wil dus door deze
verklaring niet. geacht vvarden.ten nadeele van iemand
te hebben gesproken, fk heb er alleen dit mede
willen zéggen, dat er inij gevallen bekend zijn van per
sonen die zich aanboden om dit werk voor de helft
te verrigten maar die ik om bijzondere redenen,
èn in liet belang van de schatkist èu in bet belang
van liet algemeen, gemeend heb te moeten afwijzen.
iu den avond van zondag 22 December heeft
het ook te Leeuwarden zoo sterk gemist, als de oud
ste lieden zich niet herinnerden dit te hebben beleefd.
Ongelukken hebben daar voor zoo veel bekend is
bij die gelegenheid niet plaats gehad.
Men schrijft uit den Heider dd. 30 December
het volgende:
Heden middag ten vier ure is de nieuw benoemde
Gouverneur-Generaal van Neêrlandsch Indië, de heer
Bruce aan boord san Zr. Ms. korvet Sumatra
overleden. Reeds sedert eenige dagen werd deze
treurige gebeurtenis te gemoet gezien en hadden de
geneesbeeien| alle hoop opgegeven.
Een ieder te dezer plaatse neemt een levendig deel
in dit zoo treffende verlies hetwelk voorzeker door
het geheele vaderland een diepen indruk zal maken,
vermits in den overledene een kundig, regtschapen
en geacht burger is ten grave gedaald, vanwienmesi
voor onze overzeesclie bezittingen de schoonste ver
wachtingen koesterde.
Heden morgen vroegtijdig is overigens de heer
Tengnagel1ste luitenant der marine benoemd
adjudant van wijlen den heer Bruce, te 's liage
aangekomen overbrengende de treurige lijding bij
het ministerie van marine.
Git Rotterdam meldt men
ij et blijkt dat nog voortdurend valsche munt
stukken binnen deze stad in omloop zijn. Heden is
wederom door een handelhuis alhier een valsch vijf-
en-Twintig centstuk ontvangen het stukje is blijk
baar gegoten en wegens kleur en grootendeels mis
lukte uitvoering gemakkelijk van de echte te onder
scheiden eten als meest al dc tegenwoordige in
omloop zijnde valsche mum is het stukje op het
gevoel glad en als het ware vetuclilig, in tegen over-
stelliiig van de echte tnuiil die hard en scherp is.
Volgens de te Utrecht uitkomende Jcademische
Courant liep te 's Hnge hel gerucht, dat het denk
beeld zou geopperd zijn om den Iloogen Raad der