1850. GO 1 SS CHI (llllilf. üsik isiiwif imimm t* DONDERDAG ra DECEMBER De uitgave dezer Courant geschiedt Maandags en Donderdags avonds. De Prijs per li wartaal- it f J,7» franco per Post JflO. Gewone Hdvertenlien worden a 10 cis. de regel geplaatst. Geboorte-, Huwelijks- en Doodberigten van J6 regels a f -1.10 behalve het Zegetregl. GOES, den d2\ December. De volgende beslissingen door den Minister van Finantien gegeven, ter uitlegging van sommige pun ten der wet op bet Brievenvervoer meencn wij te belangrijk te zijn voor bet algemeen om die niet in ons blad over te nemen. De Minister van Finantien: Gelet op onderscheidene bij dit Departement in- gekomene stukken waarbij nadere bepaalde voor schriften door de ambtenaren of ook inlichtingen van de zijde der belanghebbenden gevraagd worden omtrent verschillende punten tot de uitvoering der postwet ten aanzien der handhaving van bat regt Tan den Staat, omtrent het uitsluitend brieven» ervoer iri betrekking staande. Heeft bij resolutie van 9 November jl.no. 64 aan den iloofd-Inspecteur en de inspecteurs dor pos terijen benevens de directeurs der posterijenhet navolgende te kennen te geven ten einde voor ben en de onder hunne orders gestelde ambtenaren bij de toepassing der wet, van hunne zijde, tot rigt- jnoer te dienen 1. Of het voor de adressen en facturen ver ss meld in art. 26 der wet een vereischte is dal zij onverzegeld zijn om in de termen der uitzon- dering te vallen; alsmede of die adressen of factu- rerj al dan niet aan de goederen, waarbij zij worden gezegd te behooren moeten zijn vastgeberbt?" Wanneer de adressen of facturen, oin bet even of zij verzegeld dan wel onverzegeld zijn aan de goe deren zijn vastgehecht op eene wijs dat er geen redelijke twijfel kan bestaan omtrent de goede trouw van den vet voerder, en bet alzoo blijkt, dat zij wer kelijk bij de goederen behooren behoort, volgens bet gevoelen van den Ministerbet in beslag nemen ton zoodanige voorwerpen te worden nagelaten, en kan de uitzondering van art. 26 der wet worden geacht daarop van toepassing te zijn. Indien echter de voorwerpen, die men voor adres sen of facturen wil doen doorgaan, los en afgeschei den van de goederen vervoerd worden en dezelve ajzoo geheel den uiterlijfeen vorm van een brief heb ben, tonder dat. er. ten gevolge der verzegeling gelegenheid is, om bij hel doen der aanhaling i an den inhoud kennis te nemen, dan bestaat er geert voldoende grond om zoodanige voorwerpen niet ais brieven te beschouwen daar het opschrift alléén 'geen genoegzamen waarborg oplevertom dergelijke verzendingen van gewone brieven te onderscheiden. 2. Of de bepaling omtrent het gewigt van vijf oneen in art. 26 der wet voorkomende, in dier «voege te verstaart is, dat het vervoer buiten de post Van een brief, die le zamen meteen pakje, kistje, doos of ander dergelijk voorwerp meer dan vijf oneen «weegt geoorloofd is-, dat wel of de brief in zoo- danig geval op zich zeiven, en zonder bet daaraan «terbonden voorwerp, een gewigt van ten minste 5 oneen moet hebben om buiten de termen der wet te vallen Volgens bet gevoelen van den Minister, is bel voldoende, dat het een met liet ander te zomen ge nomen ten minsten vijf oneen wege, om geene over treding der wet daar le stellen doch zijn daarbij twee zaken in acht te nemen: 1°. Dat bet in allen deele en op eene voldoende wijs moet blijken, dat bet eene werkelijk bij bet,an dere behóórt tri dut het pakje of ander tooi werp aan den brief vastgehecht zij op eene wijs dat bet te zanten een geheel uitmaakt zoodat het er voor kan worden gehouden, dat het aldus door den belang hebbende verzonden is. 2°. Dat het aangehechte voorwerp niet van dien aard zij, om kennelijk alleen bij den briefte zijn ge voegd ten einde eene overtreding van de postwet te dekken; zoo ais moet worden verondersteld bet geval le zijn wanneet men een stuk bout steen ijzer of ander dergelijk voorwerp van geene of eene uiterst geringe waaide, aan een afzonderlijk gesloten brief is vastgemaakt met bet blijkbaar doel daaraan het gewigt van vijf oneen te geven. 3. >i Of het vervoer van allerhande voorwerpen, «die minder dan vijf oneen wegen door middelen buiten de post bij de wet verboden is Deze vraag kan niet anders dart ontkennend wor den beantwoord. De wet is alleen van toepassing op brieven en op pakeiten met papieren, die in zoo verre met brieven gelijk gesteld worden. Wat niet daaronder kan gerekend worden is niet verboden maar het ligt in don aard der zaak dat er aan de ambtenaren gelegenheid moet gegeven worden om zich, bij het ontstaan van twijfel daaromtrent, op eene gepaste wijs te verzekeren dat dergelijke voor werpen wanneer zij minder dan a oneen wegen geene brieven in zich bevatten'. 4. «Of boekwerken en nieuwspapieren, in pak- jes var. minder dan vijf oneen gewigt buiten de «post mogen verzonden worden?" Het niet uitdrukkelijk opnoemen van deze voor werpen in sommige artikelen der wet kan genoeg zame aanleiding geven, om liet verbod als zijnde daarop van geene toepassing te beschouwen, maar die verzendingen veeleer als voorwerpen van handel aan te merken. Tevens echter geeft de uitdrukking van paketten papieren bevattendeals welke bij de wet met brieven gelijk gesteld worden, een genoeg zaam middel aan de hand om misbruiken voor le komen. Met het oog op deze laatste bcpaiing, inoet als een onmisbaar vereischte voor het toepassen der uitzonde- ving beschouwd worden, dat de pakjes, waarvan hier de rede is, onverzegeld zijn Opdat men zich verze- kere, dat daarin geenerhande brieven, of andere pa pieren, o'ie in de termen der wet rallen gesloten zijn. Bepaaldelijk mag tie uitzondering niet op circulaires, bestellijsten, rekeningen, en wat meer van dien aard kan geacht worden de plaats van een brief le vervan gen toegepast worden 5. »0f de arrondissements-brieven, die uit eene gemeente, van waar geeite gelegenheiddot verzending «met de post bestaat, worden aangebragt in eene andere gemeente waar een post- of hulpkantoor gevestigd is aldaar buiten lusschenliomst van het postkantoor kunnen worden besteld door de perso- tien die de brieven hebben aangebragt, dan wel, of al die brieven bij uitsluiting op het postkantoor «kunnen worden bezorgd?" Ofschoon alle bljeenverzantelthg of bestelling van brieven in gemeenten waar eene poslinrigting be staat door personen, die niet in dienst der admi nistratie zijn bij art 25 der wet verboden is, kan men naglans, bij eene vrijgevige toepassing, aannemen, dal dp bevoegdheid, om in sommige gevallen brieven le vervoeren of mede te nemen, ook de vrijheid om dezelve onmiddellijk aan bet adres te kunnen bezorgen, in zich sluit, Nogtans behoort de stipte letter der wet te worden ingetoepen, wanneer dit noodig is, om werkelijke misbruiken tegen te gaan. Volgens het gevoelen van den Minister, kan er in dien geest eeriige uitzondering worden toegelaten ten aanzien der arrondissements-brieven, welke door wettig aan gestelde en als zoodanig bij het postkantoor erkende gemeente-boden of daarmede gelijkgestelde personen':, zoo als schippers enz. uit de omliggende gemeen ten worden aangebragt of derwaarts medegenomen zoolang het niet blijktdat die personen zich in laten met het bestellen of bijeenverzamelen van brie ven, komende van of bestemd voor andere plaatsen, maar zij zich bepalen tot de dienst der gemeenten waarvoor zij zijn aangesteld en mits zij do brieven die voor andere plaatsen bestemd of daarvan afkom stig zijnbij uitsluiting op het postkantoor bezor gen of aldaar in ontvang nemen. Ten aanzien der briefwisseling echter van en naar gemeenten tusschen welke door de administratie op eenigerhande wijs in de dienst voorzien wordt, behoort, de wet stipteiijk te worden gehandhaafd; terwijl, om in dit opzigt zooveel doenlijk alle misbruik of mis vatting voor te komen door de ambtenaren, die het toezigt voeren van de gemeente-boden of andere daarmede gelijk gestelde personen, dierrioglen beweren met de dienst, ten behoeve eener gemeente, waarop geen post loopt, belast te zijn, de vertooning hunner acte van aanstelling of quaiificatie kan worden ver langd zuiiende voorts de directeurs niet weigeren die stukken, zoo zij daarop geene aanmerking hebben, van hun visa te voorzien, ten biijke dat de houders daarvan op het postkantoor bekend zijn. De kerkeraad der Christelijke Afgescheiden gemeente te Amsterdam meldt in liet Handelsblad, dat het berigt iri de Nederlanderais zou de af scheiding van haar oorspronkelijk standpunt zijn af gegaan, en van haar aangenomen seclarisch voorkomen ontdaan worden, geheel bezijden de waarheid i» ook verklaren de onderteekenaars van dit stuk, de heeren Ds. S. van F eisen en A. Mulder, geheel vreemd te zijn aan het voornemen lot oprigting eener Theologische Schooi. DUITSCHLAND. - Frankfort, den 7 December. liet gerucht betredende een opstand in Freiburg heeft zich niet bevestigd. Tot het belangrijkste wat men tot dusverre over den uitslag der bijeenkomst te Oirnutz verneemt behoort het besluit, dat de Duitsche bond op geheel nieuwe grondslagen zai gevestigd worden en men in geeneu gevalle den vroegeren staat van zaken in Duitschland zal zoeken te herstellen. Dit schijnt on« toe ook het eeriige middel te zijn, om de rust en den vrede aldaar duurzaam te vestigen. Oil Frankfort schrijft men van den 8 dezer: TJit Hersteld wordt van den 6 dezer medege deeld dat na het ontvangen eener offieieeie mede- deeling betreffende de gemaakte schikkingen voor Keurhessen de generaal Groben aan de Pruissische troepen bevei heeft gegeven zicli terug te trekken en den aanruk kenden bondslroepen den vrijen door- togt naar Kassei toe te laten. Ten gevolge der to Olmutz lot stand gekomen overeenkomst, zat de nieuw* liqling van 80,000 man in Oostenrijk geen Toort» gang hebben. Uit Hamborg wordt van den 8 dezer gemeld; In, den nacht van 6 op 7 dezer beeft bij Fiekkee bye eene schermutseling tusschen Hectische en Hol_ steinsche voorposten plaats gevonden bij welke ge«

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1850 | | pagina 1