PROVMMLMATM VM ZEELAND,
VERSLAG
op Maandag 2ê en Dingsdag 2® November 1850.
VAX HET VERHAXDELDE IX DE ZITTIXGEX DER
MAANDAG DEN 25 NOVEMBER.
Tegenwoordig 36' Leden. Absent de HH. Blaaubeenvan
der ManderePierssensvan BiggelenBuize en Steenkamp.
De Notulen worden gelezen.
De heer Paspoort maakt op nieuw aanmerking op de lang
dradigheid der notulen; wijst er op, dat de lezing over
het uur geduurd heeft en beschouwt dit in strijd met het
reglement van orde.
De Voorzitter geeft in bedenking, dit punt aan te hon
den tot de behandeling van de instructie voor den Griffier.
De heer van den Bosch verzoekt rectificatie van het aan-
geteekendeten opzigte van zijn gevoelen voor den werk
kring der commissie voor de verzoekschriften.
De Griffier neemt heL woord en verdedigt zijne notulen.
De heer Paspoort vraagt liet woord en wederlegt het
door den Griffier aangevoerde krachtens art 8 en 12 regl.
van orde.
De heer Kroejf doet eene motie van orde.
De Voorzitter deelt mede, dat hij kennis heeft gekregen
van de rapporteurs, dat zij gereed zijn verslag uit te bren
gen over de instructie van den Griffier en het voorstel van
den heer Hammacheren stelt voor, deze onderwerpen te
behandelen na dat de commissie voor de verzoekschriften
hare rapporten zai hebben uitgebragt-
De heer van den Bosch doet eene motie, om een in ban
den der commissie voor de verzoekschriften gesteld rekest
van 127 ingezetenen van het 4de district, ondersteunende
het voorstel van den beer Hennequinte verzenden naar
de afdeelingen. Aangenomen.
De Voorzitter stelt aan de orde de behandeling der ge
meente-wet, en vraagt het gevoelen der vergadering, of
art. 25 van het reglement van orde op de behandeling
dezer zaak van toepassing wordt geacht: luidende:
Bij ieder in beraadslaging gebragt onderwerp of voor
stel dat in onderdeelen of artikelen is verdeeldzal eerst
beraadslaagd worden over het onderwerp of voorstel in het
algemeenen vervolgens over de artikelen afzonderlijk."
De heer Kroeff vraagt het woord en zegt van gevoelen
ie zijn dat die vraag ontkennend moet beantwoord wor
den, en stelt voor, het centraal-rapportzoo als het is
liggendemet eene geleidende missive op te zenden, als
bevattende de aanmerkingen en gevoelens van ieder der leden.
De heer Hammacher verklaart als zijn gevoelendat dit
in strijd zoude zijn met art. 138 der grondwet, hetwelk
vordert, dat de statenen niet de leden afzonderlijk, zul
len worden gehoorddat eene" zoodanige handeling alle
openbaarheid zoude missen, en in het oogloopend de regten
zouden verkort worden van diegenen,- welke belet waren
iu de afdeelingen werkzaam te zijn.
De heer de Jonge vereenigt zich met den heer Kroeff in
zoo verredat hij eene enkele stemming verlangt over de
geheele wethetzij goed- of afkeurenden verklaart de
wet te zullen verwerpenal ware het enkel omtrent de
wijze waarop de belastingen geregeld zijn.
De heer Paspoort ondersteunt den heer de Jonge.
De héér Becius verklaart zich ongenegen om het voorstel
van den heef Kroeff te ondersteunenals vermeeuende het
in strijd te zijn met de verpligtingen, op de Staten gelegd.
De heer van den Bosch verklaart in zoo verre de meening
vaii dén heer Kroeff te deelen, als dit betreft de artikels
ge wij ze behandeling, doch stelt voor, de conclusiën door
de rapporteurs aan liet slot van het rapport gesteld, aan discus
sie te onderwerpen; betoogende de noodzakelijkheid daarvan-
De heeren van de Putte en Uiten hoven, ondersteunen het
gevoelen van den heer van den Bosch
De heer Verhagen verklaart de gevoelens van de heeren
van den Boschvan de Putte en Uitenhoven volkomen te dee
len doch stelt als amendement op het voorstel van den
heer van den Bosch voor, de discussiën te openen, van af
de algemeene beschouwingen, aan het slot van het rapport
voorkomende, na de vermelding der aanmerkingen op ieder
artikel gevallen, en voert gronden aan, ten bewijze hoe
noodzakelijk het is, dat het gevoelen der Vergadering ge
kend worde over iedere zinsnede aldaar vermeld.
De heer Mooijaart ondersteunt dit gevoelen.
De heer Kroeff neemt het woord, en beweert de prioriteit
van zijn voorstelverzoekende, hetzelve het eerst in rond
vraag te zien gebragt; voegt er hij, dat de noodige publi
citeit kan gegeven worden door het rapport in de couranten
te plaatsen en de Voorzitter stelt appel-nominaal in over dat
voorstel, terwijl van verschillende zijden het geroep van
AppuyAppuy! wordt vernomen.
De Voorzitter had bereids een nommer getrokken, om
met het appel-nominaal een aanvang te makentoen de heer
Verhagen nogmaals het woord vroeg, en dit, ten spijt van
het geroep van sommigen, dat de debatten gesloten waren,
vau den Voorzitter verkreeg; alsnu zeggende: M. H.! Ik
ontken, dat de debatten gesloten zijn. Met artikel 26 van
hel reglement van orde in de hand, zie ik mij verpligt, mij
te verzetten tegen het in rondvraag brengen van een voor
stel waarop door mij en anderen amendementen zijn voor-
oe.siebi- In art- 26 staat uitdrukkelijk: ct De leden hebben
hot regt wijzigingen en hijvoegingen open splitsing van
de'ter vergadering in beraadslaging gebragte voorstellen of
onderwerpen' voor te dragen.» en art 32 schrijft voor, dat
eerst over de amendementen moet worden gestemd. De
regten der minderheid in deze vergadering mogen op die
wijze, in mijn oog, niet worden verkort, en ik verzoek
•ion Voorzitter alzoo te willen zorgen dat deze geëerbiedigd
worden, door eerst de amendementen in rondvraag te
brengen.
De Voorzitter antwoordt, dat de voorschriften van het
reglement van orde op het onderhavig geval niét toepasselijk
waren: zet het appel-nominaal voort, over het voorstel van den
lieer Kroeffhetwelk als toen met 23 tegen 13 stemmen
werd aangenomen.
Als nu wordt, bij monde van den heer Hennequin, namens
de commissie voor de verzoekschriften, rapport uitgebragt
omtrent het adres van O. Verhagen en andere Zoutzieders
in Zeeland, en voorgesteld hetzelve, als van een wezenlijk
Provinciaal belang erkennendete verzenden naar de af
deelingen.
De heer van de Putte vraagt cfaarop het woord, en zegt
dat het hem leed deed, dat dit rekest was uitgegaan van,
en onderteekend door een lid dezer vergadering. Dit toch
achtte hij in strijd met beginselen, welke hij zoo gaarne zag
huldigen in eene vergadering als deze en wees er op, hoe
daardoor iemand als het ware aan zich zelve een verzoek
deed; komt verder terug op eene handeling van dat
zelfde lid in eene vorige zitting, omtrent een voorstel door
hem gedaan, en dat vooraf door 21 leden was onderteekend
hetwelk, in zijn oog, daardoor niet meer was een voorstel,
maar een besluit huiten de vergadering genomenont
wikkelt verder zijne denkbeelden over het onderhavig
verzoekschrift, en geeft een bewijs aan de vergadering,
hoe veel zorg" en moeite hij zich gegeven had om in dezen
een juist oordeel te kunnen vellen, over den aard en de strek
king van het verzoek, zoo met het oog op de belangen der
Provincie, als op dat der adressanten, en verklaart ten
slotte zich te hebben overtuigd, dat het verzoek der adres
santen was gegrond en op billijkheid steunende en alzoo
ten gunste van hetzelve te zullen adviserendoch, met
afwijking van de conclusie der Commissie voor de verzoek
schriften, om het rekest naar de afdeelingen te verzenden,
stelt hij voor, eene speciale commissie te benoemen om het
zelve nader te onderzoekenten eindena eene volledig
gevestigde overtuiging hij allen, het verzoek met kracht
te ondersteunen.
De heer Bomme vraagt het woord en zegt, dat, door
de uitreiking aan ieder lid van een exemplaar van het ver
zoekschrift, mag worden verondersteld, dat allen zich met
den aard en de strekking van hetzelve voldoende zullen
hebben bekend gemaaktwaarom hij voorstelt dat de
vergadering, erkennende het belang voor de Provincie Zee
land, om zoo mogelijk voor te komen het belasten van
het zeewater in zoutziederijen gebruikt wordendedadelijk
zal overgaan tot het benoemen eener commissie van 3 of
5 leden, om een adres te ontwerpen aan Z. M. den Koning
de vergadering besluit hiertoe met eenparige stemmen-
De heer Verhagen vraagt het woord wegens een persoon
lijk feit, door den eersten spreker hem te laste gelegd, en
zegt hoofdzakelijk het volgende:
Met genoegen zie 'ik mij de gelegenheid geopendde re
denen open te leggen, waarom het onderhavige rekest,
door niij ontworpen, ook door mij is geteekeinl geworden
en laat het gaarne aan de beslissing der vergadering over
of ik dwaaldetoen ik meende dat het beter ware met
open vizier in uw midden te komen, inet een verzoek, door
mijja wel voorgesteld als te zijn een Provinciaal belang,
maar hetwelk ik niet aarzelde tevens te erkennen als voor
mij ook te zijn een privaat belang. Het ware mij ligt
geweest, mijne Heerende gelegenheid voor te behouden,
om mij', van de. onderteekening onthoudende, gebruik te
maken van mijn regt om mede te stemmenwanneer eene
stemming noodig mogt zijn geweest; maar juist door mijne
onderteekening verklaarde ik mij reeds dadelijk door het
voorschrift der wet gebonden, en gaf een ieder regt om
mijne redeneringen te wantrouwen en te toetsen als kun
nende gegrond zijn op eigen belang. Ik wilde dit niet,
maar achte eene openlijke, ronde handeling in dezen verre
verkieslijker, en, in stede van in te stemmen mei den
eersten sprekerdat zoodanige handelingengeene goed
keuring zouden verdienen, beroep ik mij op allen, of mijne
handelwijze niet oneindig verkieslijker raag worden geacht,
in tegenstelling van 'anderen, die, onder het masker van
het algemeen belang, hun eigen helang trachten te verber
gen, en waag het «lus den wensch te uiten, dat mijn
voorbeeld in dezen door alle ledenwaar het pas geeft
zal worden gevolgd.
Van verschillende zijden worden bewijzen van goedkeu
ring gegeven.
De spreker vervolgt als nu ten aanzien van het tweede
punt, om namelijk een voorstel vooraf te doen onderteekenen
door 21 leden, en verklaart gaarne in te stemmen met hen,
die het nemen van besluiten buiten de vergadering ten hoog-
sten afkeuren doch wijst er opdat het hier moeijelijk te
bepalen iswie der onderteekenaren hét eerst de weivoe-
gelijkheid overtreedt; liet voorstel was ter onderteekening
gelegden werd terug gevonden verrijkt met de handtee-
kening van 21 ledenbovendien, het gold hier alleen eene
herinnering om uitvoering te geven aan een voorschrift der
weten een verlangen aan den Voorzitter om dit in die
zitting te doenwaarom hij meendedat ook hier geen
sprake kon ziin van eenige verkeerde handeling.
De Voorzitter stelt vóór, het benoemen van drie leden
voor de commissieen worden daartoe benoemdde HH.
van de Putte Bomme en Kroeff(de heer Wagtho was als
tweede lid benoemddoch verklaarde op morgen de stad te
moeten verlaten.)
Bij monde als voren wordt verder verslag uitgebragt
aangaande het adres van Gebr. Abrahamsmet advies, het
zelve te verzenden naar de afdeelingen.
De Voorzitter herinnert thans de ontvangene kennisgeving
der commissie van rapporteurs omtrent de instructie voor
den Griffier, dat zij met haren arbeid in gereedheid was.
Wordt rapport uitgebragtbij monde van den heer Beumer
Hardenbergen besloten dat het in overweging zal genomen
worden na 24 uren.
Desgelijks rapporteert de heei van der Bilt omtrent het
voorstel Hammachertot beraadslaging wordt besloten na
afloop der evengeinelde.
De "Voorzitter deelt verder mede eene missive van den
minister van binn. zaken, houdende eene nota van aanmer
kingen omtrent de provinciale begrooting; wordt besloten
tot verzending naar de afdeelingen met eene begeleidende
memorie van gedep. staten.
De eerstvolgende vergadering wordt hierop bepaald op
morgen avond ten 6 ure.
VERGADERING DINGSDAG AVOND DEN 26 NOVEMBER.
Tegenwoordig 36 Leden. Afwezig 6 Leden; zijnde de HH.
van der Mandere, Wagtho. Cats hoekPierssensvan
Diggelen en Blaaubeen.
Te heer Verhagen vraagt het woord, na het lezen der
notulen, tot het doen eener motie, en zegt woordelijk:
In de vergadering op gisteren, M. His een besluit geno
men door de meerderheid, op eene wijze, waardoor, in mijn
oogde regten dei* minderheid zijn verkort geworden.
Daarop is door een der leden in het openbaar terug gekomen,
op eene wijzewelke mijne goedkeuring niet wegdraagt
als zullende door mij steeds de besluiten der meerderheid
geëerbiedigd worden.
Art. 16 van ons reglement van orde, belette mij protest
aan te doen teekenen tegen dat besluiten de naauwkeu-
righeid waarmede de notulen door onzen Griffier worden
gehoudenwaarborgde mij voldoendedat mijn naam zoude
worden gevonden onder hen, die zich daar tegen hebben
verklaard. Maar ik mag den wensch niet onderdrukken
dat het voorgevallene in de jongste zitting, om amende
menten, welke op een voorstel worden gedaan, niet het
eerst in rondvraag te brengen, nimmer in deze vergadering
meer zal worden herhaald op de wijze waarop dit heeft
plaats gehad.
Ook de minderheid mijnheer de Voorzitterheeft hare
regten, en deze te eerbiedigen, geloof ik, dat de Vergade
ring gaarne als beginsel zal zien aangenomen. Éénheidin
het warevrijheidin het twijfelachtige maar in alles
verdraagzaam 1 Zie daar mijne leus. ik heb gezegd
De Voorzitter vermeent te moeten opmerken, dat in zijn
oog geene belangen der minderheid zijn geschonden.
Aan de orde wordt gesteld de instructie voor den Grif
fier. Verschitlende amendementen worden op onderscheidene
artikelen voorgesteld en verworpen of aangenomen, terwijl
onder de nieuwe artikelen door eene der afdeelingen was
voorgesteld, geene leges-gelden te heffen, dan die, welke
wettig konden worden geheven. De heer Verhagen zegt
het voornemen te hebben gehad Heeren Gedeput. Staten
te in terpeleren over de leges-gelden doch, aangezien door
dit voorstel deze als van zelve een onderwerp van beraad
slaging zijn gewordenzoo wenschte hij het gevoelen te
kennen vaii Heeren Gedeput. Staten op dat punten of er
geen middel kan gevonden wordenom de voortdurende
heffing derzelve af te schaffen. Hij wijst op het voorbeeld
van Zuid-Holland en andere Provinciën waar dezelve zijn
afgeschaft en door voorgestelde verhoogingen van tracte-
menten ten laste des Rijks gebragt, vermeenende daarin
een spoorslag te zien, om dit ook in deze provincie te doen,
als zullende anders op dat punt ongelijkheid bestaan voor
de ingezetenen: verklarende gaarne te zullen medewerken
tot daarstelling van middelen ter vervanging derzelvein
welk geval het voorgedragen artikel zoude kunnen vervallen.
De Voorzitter beantwoordt den spreker en zegtdat de
leges-gelden geheven worden krachten Koninklijk besluit en
dat de fondsen bestemd zijn voor pensioenen van weduwen
en weezen der ambtenaren, enz., terwijl hij verklaart, geen
geschikt middel te kennen om dezelve voor 1851 af te schaffen.
De heer van Citters geeft de datum op van het Koninklijk
besluit, zijnde 23 Januari} 1825, en dat, regelende het Pen
sioen-fonds, daaruit voortgevloeid zijnde, Januarij 1835;
vraagt verder aan den spreker of hij op dat punt een voor
stel wilde doen, hetgeen ontkennend beantwoord wordt,
en alsnu doet de heer Kroeff eerie motie van orde.
De heer Vogelvanger stelt voorom de Instructie alsnu
in haar geheel in stemming te brengenen dit gedaan
wordende, is dezelve vastgesteld-
De commissie, in wier handen het verzoekschrift van den
heer Thomaes is gebragt, bréngt, bij monde van den heer
van den Boschverslag uit, hetwelk wordt gedeponeerd,
om 24 uren later te worden behandeld-
De Voorzitter stelt aan de orde het voorstel van den heer
Hammacher
De heer Bomme vraagt het woord, en verzoekt den Voor
zitter om, voor en aleer het voorstel, door den heer Ham
macher gedaan in behandeling wordt, gebragt, de gelegen
heid te openen dat dien heer zicli verdedige en verant
woorde over een artikel, door hem onderteekend, heden
in de Zeeuwsehc Courant voorkomende, waardoor deze ver
gadering op eene in zijn oog onwaardige wijze is beleedigd.
De Voorzitter doet. krachtens art. 69 der provinciale wet,
het publiek verwijderen,]
Na verloop 'van een half uur worden de deuren weder
geopend en het voorstel van den heer Hammacher in be
handeling gesteld.
Na eenige discussiën wordt besloten, hetzelve, ten fine van
mogelijke uitvoering, te stellen in handen van Gedeputeerde
Staten met 'verzoek in de aanstaande Zomer-vergadering
deswegens, zoo mogelijk, een rapport uit te brengen, in
den zin van den voorsteller.
De Voorzitter geeft in bedenking de vergadering te ver
dagen tot Vrijdag; doch alsnog worden de verslagen gede
poneerd van de rapporteurs der afdeelingen, over de voor
stellen van de heeren Hennequin en de Jongeen daarna
als zoodanig besloten.
te GOES, bij F. KLEEUWENS in ZOON, Stadsdrukkers