toemei eomir. DONDERDAG 9.9 AUGUSTUS j iemand anders oordeelen. Ik matig rnii het oordeel over niemand aan, zal niemand in zijne eer, de waardij zijner bedoeling, of schatting zijner {bekwaamheid trachten te krenken, en heb en blijf mijne vrienden steeds dringend verzoeken op niets te antwoorden wat men naamloos in mijn nadeel zou mogen goedvinden te schrijven of af te dingen op den lof. die men aan anderen boven mij zal willen geven; daarmede toch zal het Vaderland niet geholpen, noch de goede zaak bevorderd worden, en ik beklaag hem, dié. zulke middelen tot bereiking van zijn doel oordeelt te moe ten aanwenden 1850. f 'V De nitgav» deter Courant geschiedt Maandags en Donderdags avonds. De Prijs per Kwartaal is f J,75 Franco per Post J ,90. Gewone Jdvertentien worden a '20 ets. de regel geplaatst. Geboorte-, Huwelijks- en Doodberigien ran d6 regels a -i.20 behalve het Zegelregt. INGEZONDEN STUKKEN. KIESDISTRICT GOES. Een woord aan mijne AIede(ciezkrs. Daar, gelijk ik verneem, sommigen, en ik mag denken. Ier goeder trouwvermeenen dat er eenige tegenstrijdigheid zonde gelegen zijn in mijne vroegere verklaring van te wenschen bij de aanstaande ver kiezingen niet in aanmerking te komen en mijne verkiesbaar stelling tot Lid van de Tweede Kamer; ben ik hen en mijzelven de verduidelijking daarvan verschuldigd. Ik zal niet zeggen dat dien wensch geuit is bij gelegenheid dat er over de verkiezing voor eene geheel andere betrekking (die van Lid der Provinciale Statenj gehandeld werd, daar er alstoen over deze nog geene sprake was of kon zijn; want ik wil toestemmen dat mijn wensch. algemeen kan worden opgevat en dat ik ter goeder trouw daarook mede bedoeld heb elke andere betrekking, waarover ook later eene keuze zoude moeten worden uitgebragt en dus in het algemeen voor mij ze/ven het wenschelijk geacht heb, buiten alle dergelijke betrekkingen te blijven. Dan het is eene andere vraag, of men daarom zijn wensch, hou en waar dan ook uitgedrukt, niet aan zijn pligt en den aan drang van velen mag en behoort ter zijde te stellen zelfs te verzaken? Ik heb dit reeds onbewimpeld, openlijk te kennen gegeven in de Kiezers-Vergadering te Goes, van den 16 dezer, toen een der aanwezige kiezers mijne ver klaring verlangde, of ik, daartoe gekozen, de betrekking van Lid voor de Prov. Staten zoude aanvaarden. Ik heb toeh in het algemeen mij beroepen op mijne 38jarige inwoning en gedrag in deze Stad hoe er bijna geene zoo kerkelijke als wereldlijke inrigting in dezelve is, welks waarneming zonder eenig daaraan verbonden voordeel als een lastpost kan beschouwd worden, of dezelve is door mij op zijn tijd, gedurende vele jaren, ik mag er bij voegen, met zorg en be-' langstelling waai genomen 'hoe ik nimmer of nooit, daartoe geroepen mij van eerie enkele derzelve ver schoond heb oordeeleride dal zij, wier maatschappelijke stand en kermis hen daartoe, soms boven andere», in staat stelt, zich daartoe, ook het eerst moeten laten vinden en bet zeer te misprijzen is, in eene Stad en in de maatschappij te willen leven, voorileelige'be trekkingen na te jagen en te willen waarnemen, of zijn bestaan in deze te willen vinden zonder te willen deelen in de waarneming der lastposten gelijk men gewoon is die te noemen. Ik heb alstoen daarbij tevens gezegd dat ofschoon het inijn wensch ware builen alle aanmerking te blijven, ik evenwelgelijk ik reeds bij eene vorige gelegenheid ter zelfder plaats gezegd had zoo zeer als iemand doordrongen was van het denkbeeld, dat hij, die tot vervulling ran eerie of andere betrekking in de Maatschappij geroepen worrit, ziclv daarvan niet mag laten terughouden door ondergeschikte bedenkingen; dat, thans meer dan ooit als staatsburger ieder verpligt is de roepstem zijner medeburgers te hooren en des noods zelfs rast, oenoegerf en wat dies meer zij op te ofïeren om elke moeijelijke taak naar zijn verinogen te vervul len, bijaldien geene redenen van overwegend belang hein zulks volstrekt beletten en zijne weigering wet tigen dat deze gevoelens mij ten allen tijde bezield hebben en ook voortaan zullen blijven bezielen en datofschoon dus mijn wensch mag wezen orn buiten aanmerking te blijven ik evenwel zonder kuiperij of misleiding, wettig geroepen, zoodanige keuze zoude eerbiedigen en overeenkomstig mijne ten allen tijde aan den dag gelegde en nu ook hier verklaarde beginselen handelen maar datzoo zeer als ik het pligt achte dit te doen en alsdan die betrekking en elk andere te aanvaarden, ik evenzeer aan ieder en ook aan mij zeiven het regt toekende om zijn wensch te openbaren Hieraan zij nu ook getoetst mijne verkieskaar stel ling tot Lid van de Tweede Kamer. Ofschoon voor mij zeiven wenschende buiten alle betrekking liever als eenvoudig burger in mijne woon plaats te blijven, dan mij, met eene zending belast te zien die, hoe eervol en gewigtig mij uit mijn huisselijk leven, uit mijnen dagelijkschen kring en be zigheden en studiën zou rukken, mij op mijne jaren, in dezen gewigtigen tijd zoude overplaatsen in eene vreemde plaats, onder onbekenden, in eene betrek king, irr welke men, overladen met werkzaamheden bij den besten wil en de ijverigste pogingen steeds sal tekort schieten aan den eenen te veelaan den anderen te weinig vrijzinnig zal toeschijnen en bij dat alles ieder oogenblik zal blootslaan aan hel oor deel van meerkundigen en de bedilzucht van betwe ters misverstand en kwade trouw Terwijl bet geldelijk voordeel zoo dit bier in aanmerking kon of mogt komen tegeri dit alles niets opweegt, integendeel nnauweiijk* toereikend te zijn mag worden geacht om aldaar in dien stand en betrekking voegzaam te verblijven, zoo heb ik evenwel, niettegenstaande dezen mijnen wensch en mijne beschouwing mij verkies baar gesteld Ik heb zulks gedaan op aandrang van velen om de redenen, daartoe door hun aangevoerd; uit overtuiging, dat het mijn pligt was, mijn bij zonder verlangen ter zijde te stellen en mij bereid te toonen mij niet aan de vervulling van mijn pligt zoo ik daartoe geroepen mogt worden te willen of te zullen onttrekken. Ik heb zulks gedaan bij het besef, dat het ook welligt nuttig kon zijn, bij eene te gernoet geziene Regferlijke organisatie, de resul taten eener ondervinding vafi bijna veertig jaren in veelzijdige betrekkingen in het vak der Reglkeónis te doen kennen, en het regt en de belangen van Zee- larids ingezetenen en de stad mijner inwoning te doen gelden lk heb zulks te meer gedaan, om éénmaal, wanneer de zwaai sic slag, die deze stad zoude kunnen treffen de verplaatsing dezer Regtbank naar elders, mogt daar zijn bel billijk verwijt te ontgaan dat ik mij onbereid verklaard of getoond had, werkzaam te zijn en te spreken voor bet regt en het belang eener plaats en gewest, waar ik zoo vele jaren zoo veel goeds genoten heb zoo vele ware vrienden tellen mag en die mij zoo dierbaar is en blijven zal. Mogt die vrees, die door sommigen te voorbarig of wel ge heel hersenschimmig geacht wordt nooit verwezen lijkt, rnaar ongegrond bevonden hunne hoop en ver wachting bij' de uilkomst geregtvaardigd worden Ik heb lot mijne vei kiesbaar stelling ook te meer vrijheid gevonden niet alleen dewijl de wet daartoe aan een ieder regt en vrijheid geeft, maar ook dewijl dit district in ueszelfs personeel eene aanmerkelijke wijziging had ondergaan en een zeer groot deel van deszelfs inwoners, nimmer deszelfs gevoelen omtrent, mij of een ander voor dit district had aan den dag Niet dat ik de waardij of verdiensten van iemand anders daardoor heb of zou willen verminderen of betwisten of mij zeken waardiger of geschikter dan Reeds is rle stemming afgeloopen eri de kiesbus zal morgen worden geopend. Hei zal dan nu weldra blijken op wien zich de meeste stemmen vereenigd hebben. Is het niet op mij: ik zal dien uitslag voor mij zei- ven met genoegen vernemen het zal mtj ontslaan vnu datgene wat ik mij tot een moeijelijke maar dme pligt gesteld had! - Zal ik dankbaar zijn voor den goeden dunk die zoo velen mijner Stad- err Lami- geiuioten, door hunne stern op mij te vestigen, ten mijnen aanzien, ongezocht en uit vrije verkiezing, heb ben aan den dag gelegd ik zal niet minder eerbie digen de keuze van hen die hunne stemmen op een ander hebben uitgebragt. Eere wie het zelfstan dig, na een gezet onoferzoek en rijp overleg, uit over tuiging zonder bij-oogmerken of langs verkeerde wegen daartoe aangezocht, gedaan heeft! Dat de uit slag aller keuze op wien dan ook uitgebragt met ruimen zegen bekroond worde en ook, bij verschil van gevoelen, eensgezindheid en vrede onderons be waard blijve! Wat mij betreft, ik zal wanneer die keuze op een ander dan mij zal zijn uitgebragt, Hem, wien uwe keuze roepen zal die eer die roeping waardig keuren. Hem gaarne, waar bet zal kunnen zijn, zoodanige inlichtingen mededeelen, als hem zouden kunnen te stade komen lot zijne hulp en dienst waar ik zal vermogen bereid zijn en onvermoeid ofschoon dan ook in enger kring blijven medewer ken tot heil van Vorst en Vaderland tot heil van dit gewest en van de stad mijner inwoning! Goes, 29 Aug. 1850. J. J. van DEINSE. Naar men verneemt zijn van do 94 Kiesbevoegden nit het onder-Kies-distrirt Heirikenszand door 37 personen stembriefjes voor eeri Lid van de Tweede Kamer der Stnten-Gerieraal irigebrngt. Zijn na de overige 57 Kiesbevoegden allen Voornilgangsmannen, zoo hebben zij voor hunne zaak niet zeer sterk geijverd; zijn het daarentegen behoudsmannen, don hebben zij hetzelfde ten hunnen laste, maar dan toch getoond, dat zij de tegenwoordige leus (vooruitgang) volstrekt niet hebben willen tegenwerken, hetzij openlijk of in het geheim, en blijkt het tevens uit het geringe getal opge- komene Kiesbevoegden, dat de meerderheid der Kie zers in het onder-Iües~district Heinkenszand waar schijnlijk het gevoelen zijn gedaan, dat alle Vooruitgang gemakkelijker toe te zeggen dan te verwezenlijken is, waarop het dan ook wel rneerendeels zal uitloopen; en neemt men nu aan dat de Vooruitgangsmannen ten minsten geen achteruitgang zullen tot stand bren gen, dan is het toch altijd nog eervoller als hehpuds- man van de baan geknikkerd te worden, dan, alleen om anderen van de baan te knikkeren vooruitgang slechts voor te spiegelen te beloven en te verzekeren en geen wezenlijke vooruitgang te bewerken,

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1850 | | pagina 1