fiOISSCHI
1850.
IV. 4S.
MAANDAG 27 MEL
•y>!;
JMItlICTMill.
ADVERTENTIE.
BEKENDMAKING.
BEKENDMAKING.
lliKIL SIIWCTillIiai.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandags en Donderdags avonds. De Prijs per Kwartaal is f ƒ,7.5 Franco per Post f J ,90.
Gewone Advertentie», worden a 20 ets. de regel geplaatst. Geboorte-, Huwelijks- en DaoRberigten
van .16 regels it f J ,20 behalve het Zegelregt.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad
GOES, verwittigen, ingevolge Publicatie van de Ed.
Groot Achtb. Heeren Gedeputeerde Staten dezer Pro
vincie van den 13 October 1820, alle Gebruikers
van Landen Boomgaarden Plantagien Tuinen,
Huizen enz. het zij dezelve EigenaarsPachters
Baanders of Huurders dier goederen zijn, alsmede alle
Directien over Kerken Torens en andere dergelijke
Gebouwen dat zij in de laatste tien dagen van de
maanden April, Mei, Junij en Julij van elk jaar,
alle de in dezelve aanwezige vogelnesten van Reigers,
Eksters, Kraaijen, Kaauwen, Flaamsche Gaai-
jen Woud- of Falduiven en Musschenmoeten
verstoren en uithalen en zulks of dezelve gevonden
worden in Hoornen, Hagen, Struiken en dergelijken,
of wel onder de Daken der Gebouwen.
Hebbende Hun Ed. Achtb. deswegens gelegd Schou
wing op Woensdag, den 5 Jnnij 1850; zullende
iedere overtreding worden gestraft ingevolge de Wet,
Goes, den 25 Mei 1850.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
J. C. van dkit MEER MOUR
Ter ordonnantie van dezelven,
De Stads-Secretaris
L. de EO UW Jz.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad
GOES, brengen bij deze ter kennis, van de Ingeze
tenen dezer Stad en Gemeente
Dat de PATENTEN over het Dienstjaar 1849,
(loopende van 1 Mei 1849 tot ultimo April 1850),
aangevraagd gedurende het vierde kwartaal van dat
jaar, ingevuld gereed liggen en tot derzelver afgifte,
ter Stads-Griffie zal gevaceerd wordenvan heden
af tot den 8 Junij 1850 uitgenomen de Zondagen
dagelijks van des voormiddags tien tot des namiddags
een ure.
Wordende de belanghebbenden vermaand, om die
afhaling in persoon te verrigten en zich den bepaalden
tijd ten nntte te makeuten einde van, alle kosten
bevrijd te blijven, daar Hun Ed. Achtb. verpligt zijn,
volgens Art. 2 van Zijner Majesteits besluit van den
17 October 1820, om de onafgehaalde Patenten of
de afschriften van dezelvedoor eenen Deurwaarder
der Directe Belastingen onverwijld aan de Patenl-
pligtigen te doen uitreiken tegen betaling van tien
centwaartoe dan ook den 10 Junij eerstkomende
en volgende dagen zal worden overgegaan; uitgezon
derd die voor Tappers en Slijters van Dranken
dewelke niet kunnen afgegeven worden dan op vertoon
van kwitantie over het vorige jaar, en van minstens
de helft van het verschuldigde Patentregt over het
loopende jaar; welke Patenten mitsdien bij voortdu
ring ter Stads-Griffie zullen blijven berusten, tot de
belanghebbenden dezelve, met vertoon van kwitantien,
komen afhalen.
Gedaanten Stadhuizevan Goes, den 25 Mei 1850.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
J. C. van der MEER MOIIR
Ter ordonnantie van dezelven
De Stads-Secretaris
L. de FOUW Jz.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad
GOESontvangen hebbende het besluit van de Ed,
Groot Achtb. Heeren Gedeputeerde Staten dezer
Provincie, van den 10 Mei 1850, N°. 16, [Pro
vinciaal BladN°. 73,) met bijgevoegden Staat, hou
dende opgave van de Stierenhouders en van den uitslag
der in de maand Februarij te voren plaats gehad
hebbende Keuring der Springstieren in deze Provincie,
brengen ter kennis van eenieder die het aangaat: dat
de personen van J. KRIEKHARDT, P, GEENSE
en A. de DREU, in deze Gemeente, houders zijn,
ieder van eenen Stier, de eerste van eenen Zwart
bonten van twee en een half jaren, de tweede van
eenen Zwartbonten van twee jaren en de derde
van eenen Faalbonten van twee jaren zijnde bij
de keuring de eerste als zeer goed en de twee laatsten
als tamelijk goed erkend.
Wordende voorts de belanghebbenden vermaand
tot de getrouwe naleving der bepalingen van het
Provinciaal Reglement op de Springstieren goedge
keurd bij Zijner Majesleits besluit van den 13 Augus
tus 1835, No. 87, Provinciaal Blad N°. 87.)
En zal hieraan op de gebruikelijke wijze publiciteit
gegeven worden.
Gedaan ten Stadhuize van Goes, den 25 Mei 1S5(),
Burgemeester en Wethouders voornoemd
J. G. van der MEER MOIIR
Ter ordonnantie van dezelven
De Stads-Secretaris
L. de FOUW, Jz.
Diakenen bij de Hervormde Gemeente te Goes,
maken bij deze melding, van eene in de Collecte, bij
de namiddag-godsdienst van gisteren, gevondene giit
van ÏOin Goud waarvoor den edelen gever of
geefster welmeenenden dank wordt loegebragt.
Namens Diakenen
B. ean ASPEREN VERVENNE, Prceses.
P. J. A. van DAM Secretaris.
GOESden 2.7 Mei.
Naar men verneemtzullen HH. KK. IIH. prins
en prinses Frederik. met de vorstelijke bruid. H.
K. H. prinses Louisa, in het begin van Junij naar
Stokholm reizen tot voltrekking van het huwelijk
der prinses met den Kroonprins van Zweden en
Noorwegen,
Uit Vlisaingen meldt men aan Het Zondags
blad. 23 Mei
Alhier heeft gisteren eene droevige ontdekking plaats
gehad, welke zieb volgender wijze heeft toegedragen:
Het privaat van het door den heer inspecteur van
het Belgische Loodswezen bewoond wordend huis
verstopt zijndewerd daarbij de metselaar ontboden,
om hetzelve te onderzoeken en de oorzaak daarvan
weg te nemen. Van dit privaat, hetwelk uit een
doorloopend kanaal bestond moesten aehtervolgens
eenige deksteenen worden geligt, en de opeenhoopin-
gen worden weg geruimd terwijl de knechts
daarmede bezig waren en aan de monding van een
boven den grond uitstekend luchtgat genaderd waren,
haalden zij een ligchamehjk doch onkenbaar voor
werp op hetwelk bij nadere beschouwing bleek te
zijn het lijkje van een pas geboren kind» De heer
des huizes welke zich in de nabijheid bevond, daar
kennis van bekomen hebbende, heelt daarvan dade
lijk aangifte bij de politie gedaandie zich onmid-
delijk daar ter plaatse heeft begeven de zaak zelve
gezien en de huisgenooten ondervraagd met dat
gevolg dat de dienstmaagd van dat huisoogenblik-
kelijk bekendedat dit kind van haar was geweest
en zij hetzelve in het meer gezegde luchtgat had
geworpen.
Van achteren beschouwd had deze dienstmaagd,
reeds bij den aanvang dier werkzaamheden groole
angst en verlegenheid aan den dag gelegddoor
dien zij ieder oogenblik met eene bevreesde hou
ding kwam zien of de werklieden nog niet aan de
monding van het luchtgat genaakten en heeft ze
kerlijk hare vrees dan ook veel loegebragt tot de on-
middelijke bekentenis. De daderesse is onmiddehjk
in de stadsgevangenis gebragten heden morgen
in verhoor genomen door den VVelKdelen Gestrengen
Heer officier van justite bij de regtbank te Middel
burg heeft zij aldaar ook hare bekentenis geconsta
teerd en is daarna heden middag ten vijf ure door
de geregtsdienaars geboeid naar de Arrondissements-
Regtbank te Middelburg overgebragt.
De kleine Prins Maurits'sKonings tweede
zoontje verkeert in vrij zorgelijke omstandigheden
hij lijdt aan zenuwzinkingkoortsen met aandoening
van de ingewanden. Gedurig hebben er brakingen
plaats. Hij wordt behandeld door 'sKonings genees
heer Everardterwijl eergisteren de geneesheer
graaf van Bijlandt in consult is geroepenook de
heeren Finkhuijzen en Terwinckel worden geraad
pleegd. De Koningin is ontroostbaar. Heden mor
gen, 25 Mei is 'sPrinsen toestand niet beter en
men is ten hoogste bezorgd voor den verderen loop
der ziekte.
Wij kunnen met zekerheid melden dat op Don
derdag j. 1. door Jhr B. A. van Andringa de
Kempenaer zijn gedagvaard voor den Hoogen Raad,
de erfgenamen van wijlen Z. M. Koning IFillem II,
om gestand te doen de belofte van uitkeering, levens
lang, van 300 's maands, door Z. M. Willem IT
aan den eischer gedaan. Het esploit is geschied door
den deurwaarder Pauwels, en verder zal de eischer
worden bijgestaan door den advokaat van Raalte en
den procureur Martinus Eijssel. De hooge erf
genamen zijn eerst tegen den 4 October gedagvaard,
uithoofde van den verren afstand van het domiciiie
van Prinses Sophie, te Eisenach.
Den 21 dezer in Zwolle ontvangene brieven,
die loopen tot aan den 12 dezer, berigten dat H.
K. H. de Prinses Marianne der Nederlanden den
19 April jongstleden Damascus heeft verlatenen
reizende over Zabdani en Baalbekden 25 daar
aanvolgende na eene zeer moegelijke betgreiste
Beyruth in góeden welstand is aangekomen.
Het verblijf in die stad duurde tot den vijfden Mei
j.l.terwijl onder verschillende uitstapjes van daar,
den vorst van Libanon een bezoek gebragt, en in
het paleis van den Patriach der Maroniten vertoefd
werd. Met het Fransche stoomschip le Caire werd
Beyruth verlaten binnen zes-en-dertig uren ar
riveerde hetzelve voor de haven van Aiezandrieal
waar het tot den achtsten bleef ankeren den 12
Mei j.l. bragt hetzelve de Prinses met Hoogstderzel-
ver gevolg in goeden welstand te Malta aan vijf
dagen moesten aldaar in het Quarantaine gebouw-
worden doorgebragt. Het voornemen was om met
de eerstvarende stoomboot den 22 dezer naar Napels
te vertrekken en vervolgens Rome aan te doen. -
Op de verdere terugreis naar het vaderland was H.
K. H. voornemens eenige dagen te vertoeven op de,