soumin 1850 V. 39. DONDERDAG 16 MET. prögr hmmk YÏÏFBE LAHDÏÏÜ1SHQÏÏDIÏÏHD1& CONfiïffiS, VEETEELT EN ZUIVELBEREIDING. HOUTTEELT. TUINBOUW. Dn uitgave dezer Courant geschiedt. Maandags en Donderdags avonds. De Prijs per B'wuHhnf is f d,7Franco per Post f d,99. Gewone Advèrtentien worden a 20 ets. de regel geplaatst. Geboorte-, fluuielij/is- en Doodbërig/en van .16 regels a .1,20 behalve het Zegelregt, Uithoofde van het Pinkster-Feest, zal de Maan- I dagsche Courant, in plaats van des avonds, des morgens worden uitgegeven. VAN HET TE IiEIDEN 1850. (vervolg van ons vorig No.) gfe SECTIE. Punten van behandeling. 1. «In sommige Provinciën begint inen meer en meer knolraben in het groot ais veevoeder te verbou wen. In hoeverre zoude dit knolgewas boven de Man- gelvvorteien de voorkeur verdienen en kan men dien verbouw ook op de klei met voordeel aanwenden 2. «Welke grassoorten verdienen de voorkeur, om met de klaver te worden uitgezaaid tot het daar- slellen eenev twee- of driejarige kunstweide en in welke verhouding moeten die uitgezaaid worden 3. «In hoeverre verdient het zouten van hooi in ons land eene meer algemeene invoering 4. Verdient de nieuwe Engelsche wijze van snel vetmesten met lijnzaad bij ons algemeen ingevoerd te worden, en hoedanig zijn de proeven geslaagd, hiermede in ons land genomen Is het voordeelig de beesten des winters in stede van lijn- of raapkoeken, lijnzaad te geven, en welke hoeveelheid zoude voldoende zijn, 5. Verdient de invoer van Ëngelsch rundvee te worden aangemoedigd zoowel wat aangaat het zui vel als de vetweijerij 6. W elke zijn de omstandigheden, die het Ter- schil der prijzen van onze JNederlandsche botersoor- ten bepalen Is dit toe te schrijven aan den grond aan de behandeling of aan het vaatwerk Leveren de botervaten, met het middel van den Heer van MeERTKN te Delft gezuiverd, betere uit komsten op dan die gezuiverd zijn op de gewone wijze in Zuid-Hol landt 7. «Welke uitkomsten zijn in ons land verkregen van de verschillende rassen van varkens, thans uit Engeland ingevoerd? 8. In hoe verre hebben de Borculosche hengsten eenen gunsligen invloed op de verbetering van het paardenras, met betrekking tot den landbouw en de kavailerie- of remont-paarden geoefend Wat zou er, bij eene onverhoopte opheffing der stoeterij al daar te doen zijn hetzij door particulieren hetzij provinciaal of anderzins. om dergelijke Hengsten ten dienste der Paardenfokkerij te behouden 9. «Wat zou er kunnen en behooren gedaan te worden ter bevordering der Vee-artsenijkunde en de toepassing daarvan op den Landbouw in Nederland?" 3ie SECTIE. Punten van behandeling. J. Men ziet somtijds boomeii om het even of zij jong of oud zijnop zeer velschillende wijzen snoeijen ol beitelen a. Hier hakt men de stammen kaal tot boven aan toe b. Elders laat men aan de stammen niets over dan stompen of sporen van de takken c. Sommigen hakken hier en daar willekeurig zware armen af; hetzij bij den stam, hetzij met armen stompen of sporen d. Anderendie niet in de voorgaande bezwaren vervallen maar regelmatiger snoeijen of bei telen laten toch ook soms sporen of stompen zitten en zoo zij al heeten af te snoeijen kaal aan de stammen laten zij toch nog dik ten of pnnten zitten waarover de bast zeer bezwaarlijk heen groeit Men stelt voordeze en andere wijzen van be handeling, waardoor veel opgaand hout wezenlijk be dorven wordtna te gaan en te bespreken en te onderzoeken met welk doelof in welke gevallen men opgaande boomen moet snoeijen of beitelen naar welke regelen men daarbij moet te werk gaan, en welke beknopte boeken daarover te raadplegen zijn? 1. In sommige Provinciën, zoo als in Zuid-en Noord-Holland plant men algemeen het eikenhout en ook doorgaans de opgaande eikenboomen voluit, zoo als zij zijn gegroeid na inkorting alleen van de overtollige zijtakken en toch kent men er zeer wel het knotten van ijpenboomen en van wilgenpoolen welke er bijna algemeen met zoodanige afknotting worden geplant. In andere provinciën daarentegen bepaaldelijk in Gelderland, snijdt men, bij den aan leg van bnssohen of lanen het eikenhakhout op I of 2 palmen; en knot men de eikenboomen op 2 of 3 el lengte af. Welke redenen zijner aan te voeren voor of tegen die beide zoo verschillende wijzen Hangen zij van gewoonte alleen af, of hebben zij bekende nuttige uitkomsten Indien er goede redenen zijn voor dit afsnijden of alknotten, waarom doet men het niet meer alge meen met andere houtsoorten 3. In het Niederwald, tegenover Bingen, zijn uitgestrekte vakken Béukënhakhoul; elders, in lucht streken met de onze weinig verschillende, heeft men veel hakhout van tamme kastanjes, welke soort zich onderscheidt door weligen groei, sierlijk blad en buig zaamheid van hout voor vlecht- en scheerwerk. Hier en daar schijnt de ondervinding te leeren, dat beide in ons land gelukken. Het kastanjehout laat zich ook gemakkelijk zaaijen men behoeft slechts de kastan jes in den winter tegen vorst te beveiligen, om ze in bet voorjaar even als akers te zaaijen. re. Watweet mén van een en ander meer bepaaldelijk? b. Zou men genegen zijn daaromtrent proeven te nemen en dc uilkomst later mede te deelen?" 4de SECTIE. Punten van behandeling. 1, «In vorige tijden hadden de bloemisterijen in Nederland eenen grooten bloei en den voorrang bóven die bij de meeste andere natiën. Die bloei is allengs afgenomen en komt hij nog heden in een of andei opzigt zijnen voormaligen luister nabij dan schijnt hij zicli vooral te bepalen bij de kuituur en den han del in bolgewassen, Bij de, hier en daar, in ons land, weder gebleken zucht, om dezen tak van han del te doen herleven schijnt de overweging belang rijk, welke de tegenwoordige staat der bloemisterijen en van den handel in vreemde gewassen hipr te lande is, in vergelijking met dien bij onze naburen welke de oorzaken van verval zijn zoo die bestaat; welke middelen ter opbeuring voorbanden zouden zijn, en boe die op de doelmatigste wijze aan te wenden?" Mén: heeft zich in vroegere tijden, bij ons te landemet goed gevolg toegelegd op het verede len van vruchtboomen en het aankweeken van fijne vruchtsoorten. Dit blijkt onder anderen mede uit onderscheidene geschriften, zelfs prachtige plaatwer ken waarin de schoonste en beste variëteiten zijn beschreven en afgebeeld. Elders, in FrankrijkBel gië Duilschlandwordt dié tak van kuituur met de meeste belangstelling en met goed gevolg voortge zet. Onderscheidene omstandigheden schijnen de over weging vati de belangen van die soort van kuituur en handel in betrekking tot Nederland niet overbodig te makenen bepaaldelijk wenscht men de vraag te opperen: of men bij ons in dit opzigt stilstaat en ach terlijk is, dan wel of daarin gelijkelijk met andere natiën wordt voortgegaan 3. Meermalen schijnen de boomkweekers som mige boom- en vruehtsoorten onder verschillende na men te kennen ieder naar zijn begrip of gewoonte. Sommige soorten zijn er zoo men meentzeer be- zwanilijk te verkrijgen, zoodat men, bij het ontbie den er van, niet bekomt, wat men verlangt. Zoo beeft men onderscheiden soorten van abeelen of popel; zoo noemt men onverschillig dezelfde boomen olm en ijp, haag-, kartel- of kurk-ijpen zoo kent men vele vruehtsoorten, in de bekende Pomologie van Ksinir afgebeeld en beschreven, reeds niet ineer zoo zijn «ie goede, groote, kaJe perzikken en de mus kaatdruiven door velen niet te leveren en men be zorgt soms geheel iets anders dan er gevraagd is, het geen de hooper pas na eenige jaren tot zijne bittere teleurstelling ontwaart, wanneer de vruchten niet zijn, wal zij moesten re. Welke ondervinding heeft men van die bezwaren? b Waaraan zijn dezelve toe te schrijven c. Welke middelen zijn er tot herstel? d. Zijn er beknopte geschriften bekend, of te ver vaardigen, met behulp van welke dit wezenlijk Ongerief zou te vermijden zijn Fervolg en Slot hierna GOES den do Mei. Gisteren avond had te Amsterdam in de Nieuwe Kerk de bevestiging plaats van den WËw. Heer E. B. Swaluetheol, doet. en Predikant bij de Ned. Herv. Gemeente. De bevestiger, de WËw. Heer II. J. G. Brumundhad bij deze plegtigheid tot tekst gekozen uit den 2den zendbrief van Paulus aan de Corinthen hoofdstuk I, het middenste gedeelte van vs. 24, luidende: FFanl wij zijn méde-arbei ders uwer blijdschapEene talrijk opgekomen schaar van toehoorders zette deze godsdienstoefening Yeel_jjléjgf;tjgl>eid bij, De" N. Holt. Cour. deelt, volgens berigt uit Numansdorp het volgende mede In deii avond van 9 dezer deed de heer Furnée, kommies der 2de klasse chef der dienst met nog twee ambtenaren, eene aanhaling van een os; de be keuring geschiedde te Klaaswaal en de kommies be gaf zich met den bekeurde naar hierom den os onder borgstellingbij den ontvanger te doen ontslaan, terwijl de beide andere ambtenaren bij het aange haalde achter bleven. In dien tusschentijd hebben de smokkelaars het volk zoodanig tegen den kommies opgeruid dat het ongeveer 200 man sterk hem op den weg te gemoet rukte die lieden hadden zich bataillonsgewijs verdeeld en stonden onder drie aan voerder^ welke drie den commies aangrepen en hem

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1850 | | pagina 1