(OlSStlll
coctni.
1850.
DONDERDAG 4 APRIL.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandags en Donderdags avonds. De PvifS per Kwartaal is f 1 ranoo per Post f J,90.
Gewone Advertentien worden d SO ets. de regel geplaatst. Geboorte-, Huwedijhsen Daodberigten
J6 regels a f J.20 behalve het Zegelregt.
van
GOES den 4 April.
Dezer dagen las men in de Staats-Courant eene
aankondiging (ter voldoening aan art. 64 B. VV), dat
Dina N. N. (zonder geslachtnaam) dienstbode te
's Gravenhage, 's koning vergunning had verzocht om
den geslachtsnaam van Nenning aan te nemen.
Die aankondiging, schijnbaar weinig beduidend,
heeft echter, op het eerste aanzien reeds, iets vreemds.
Veel vreemder wordt de zaak, indien men er meer
van weet, Onder die schijnbaar onbeduidende aan
kondiging schuilt welligt een belangrijke drama.
Hetgeen van de geschiedenis dier Dina, welke geen
geslachtnaam bezit, aan haar zelve bekend is, komt,
korteliik en zeer prosaïsch verhaald hierop neder
Dina N.N. weet van hare vroegste jeugd niets an
ders dan dit, dat zij te Amsterdam bij eene vrouw
is verpleegd. Zij veronderstelt eene vondelinge te zijn
geweest. Wie haar het eerste Dina noemde, is haar
onbekend.
Zij gist 5 of 6 jaar ond te zijn geweest toen zij
te Amsterdam van de straat is weggenomen, geroofd
door een man die de kermissen rondreisde.
Deze mari heeft haar medegenomen naar de Medem-
bliksche kermis. Op zekeren dag had zij het ongeluk
zijnen wrevel op te wekken. Van daar dierlijke mis
handeling van het ongelukkige kind.
De bewoner van een hnisin welks nabijheid de
slagen vielen, schoot toe op het angstgeschrei van het
ongelukkige kind, en nam hel met zich in zijne woning.
Hij en zijne vrouw vroegen uit belangstelling het
meisje, wat zij toch misdreven had, waardoor zij zulk
eene straf van haren vader had beloopen.
Natuurlijk was het antwoord, dat die man haar vader
niet was, maar haar te Amsterdam van de straat had
opgenomen en met zich gevoerd.
De medelijdende vrager gaf aan de policie van dit
voorval kennis, doch de roover van het kind schijnt
daarvan de lucht hekomen immers vrees of achter
docht bekomen te hebben ten minste hij heeft zich
uit de voeten gemaakt, vóór dat men gereed was hem
te ondervragen, en later is die man nergens te vinden
geweest.
Het kinderlooze echtpaar, dat zich het mishandelde
kind aanvankelijk had aangetrokken (zekere heer en
mevrouw van Geen), heeft dat kind toen in huis ge
nomen en verzorgd, en later meermalen hel voorne
men te kennen gegeven om het meisje als kind aan
te nemen. De bij de Code Nap. bekende oihcieuse
voogdij is echter niet aangenomen.
I\u hel overlijden van den heer van Geen en ge
durende eene ernstige ziekte zijner weduwe (geboren
JU ray schotis het meisje door de omgevingen van
mevrouw van Geen uil haar huis verwijderd, en, zij
weel niel hoe, geplaatst in een wees- of bestedelings-
huis te 's Gravenhage.
Zij is echter daar niet zeer lang gebleven dewijl
mevr. van Geen, weidia van hare ziekte hersteld,
haar spoedig uit dat gesticht en weder bij zich heeft
genomen.
Dilmoet, naar de herinnering van het meisje, ge
schied zijn door tusschenkomst van zekeren lieer Kok
of de Kok, die diaken of arrnmeester moei zijn ge
weest.
In tegenwoordigheid van het kind heeft mevr van
Geen een langdurig gesprek met dien heer gehouden,
en daarin van haar stellig voornemen gewaagd om,
op grond der vruchteloosheid van alle te Amsterdam
in het werk gestelde nasporingen omtrent de jonge
Dina haar als kind aan te nemen en te verzorgen.
Dit laatste heeft dan ook plaats gehad tot aan den
dood der dame, doch er schijnen geene testamentaire
beschikkingen ten voordeele Tan het meisje te zijn
gevonden.
ImmersDina is na den dood van mevr. van
Geen andermaal onder toezigt van het armbestuur
van 's Gravenhage gekomen, en doordat bestuur naar
Veenhuizen opgezonden waar zij op den 21 Junij
1833 in het kindergesticht No. 1 is opgenomen op
den 24 Dec. 1836 belijdenis heeft gedaan der Neder-
duitsche Hervormde kerkleer en van waar zij op
den 15 Julij 1837, naar gissing omtrent 20 jaren
oud is ontslagen.
Sedert heeft Dina N. N, als dienstbode op eene
eerlijke wijze een bestaan gevonden.
Waartoe dit verhaal waartoe in dit blad vraagt
welligt menig lezer.
De inzender geloof' dat de openbaarmakiug der
geschiedenis dezer anonyms aanleiding zou kunnen
geven lot belangrijke ontdekkingen en dut de mo
gelijkheid daarvan meer dan genoegzame regtvaar-
diging voor die openbaarmaking bevat
(fPeekbl. v. V liegt.)
Men vcfzekertdat het koninklijk gezin zich
tegen den 10 April naar Amsterdam zal begeven.,
eri dat Z. K. II. de Kroonprins van Zweden alsdan
verwacht wordt, ten einde met HH. MM. de hoofd
stad te bezoeken.
In dezelfde week in welke de maskerade, de
reünie van oud-studenten en het landhuishoudkundig
congres te Leijden zullen worden gehoudenz.al door
het iri die stad gevestigde handhoogschuttersgez.elscliap
JPillem Teil een wedstrijd worden gegeven, tol
deelneming waaraan onderscheiden hoogsehutteriion
zullen worden uitgenoodigd.
- Het vermaard standbeeld van den beroemden
Desiderius Erasmus, op de Grootemarkt te Bot
terdam vertoont zich sedert eergisterenna liet
wegnemen eener schuttingweder ten volle aan
het oog des beschouwers, Door de zorg van het
stedelijk bestuur is het geheel schoon gemaaktzijn
de opschriften op het voetstuk op nieuw verguld
en is het beeld door een geheel nieuw en sierlijk
ijzeren hek omringd geworden dat ruimeren om
vang heeft dan het vorige waardoor beeld en voet
stuk beter uitkomen. Dit hek is aan de bovenzijde
ook van scherpe punten voorzien, hetwelk, nevens
den verderen afstand, hoop geeft, dat dit sieraad
dier stad minder dan tot hiertoe van de baldadig
heid der straatjeugd te lijden zal hebben.
Uit 's Gravenhage wordt aan de Amslerdam-
sche Courant gemeld, dat aldaar door personen, die
doorgaans wel onderrigt zijn wordt verzekerd dat
Z. M. de Koning, welligt binnen kort, gevolg zal
geven aan een reeds,voor lang opgevat voornemen,
om, vergezeld van II. M. de Koningin en de heide
koninklijke prinsen eenige provinciën van het rijk,
vooral de noordelijke, te gaan bezoeken. Dit voor
nemen schijnt vroeger te zijn uitgesteld omuat men
van gevoelen was, dat eene dusdanige reizebinnen
het jaar na het overlijden van 'skonings onvergelelij-
ken vader minder voegzaam, kon worden geacht.
- Dezer dagen waande zich te Spijk de vrouw
van P, beheksten werd een aldaar wonende
fP. N. verdacht gehouden van haar betooverd te
hebben. De vrouw verbeeldde zich bestendig van
graauwe katten omgeven te zijn die gedurig tegen
haar wilden opklauteren. Een landlouper, die juist
te Spijk kwain beweerde de hekserij te kunnen
bezweren, en.de vrouw te genezen. Hij haalde sier
lijke kransen uit de beddekussens der betooverdezij
moesten met doodsbeenderen en versche aarde in een
pot over het vuur gehangen worden, alsdan zou de
behekser de behekste bezoeken en men kon zich van
hemmeester maken. De raad van den heksenmeester
werd opgevolgd en de toovenaar kwam naar het
zeggen van den duiveisbannér de patiënt; met een
bezoek vereeren doch ontvlugtte door den schoor
steen in het belendende huis. Om hem magtig te
worden zou dat huis worden omvergehaald wat-
echter door gepaste voorzorgen van het plaatselijk be
stuur van Bierum belet werd. Dat men te Spijk in
vroegeren tijd den boozen in een kommetje op het:
kabinet had gevangen was ons we) eens verhaald
doch geenszins vermoedden wij, dat het volk er thans
nog zoo bijgeloovig was, Z
Het volgend meldt men uit Maastricht dd. 20
MaartDat de militairen van alle natiën een bij
zondere voorliefde voor kinderen en honden hebben,
is ai dikwijls opgemerktwij zagen er dezer dagen
weder een bewijs van. Bij het Nederlandsch leger is
het niet onbekend, dat het 5de regiment infanterie
nu hier in garnizoen, een hond bezat, (want aan
een bepaald persoon hehoorde hij sinds lang niet meer),
die, waar dit corps ook heen toog, het altijd volgde,
Zoo nam hij deel aan den tiendaagschen veldtogt en
woonde hij de belegering der citadel van Antwerpen
bij, alwaar een granaat item een poot wegnam. Hier
nu in bezetting zijnde werd hij door allen doch
bijzonder door het Iste 'oatailion waarbij hij zich
in zijne laatste levensdagen ophield geëerd en be
schermd zoo zelfsdat eenige maanden geleden
een rekruut, die zich had durven vermeten hem een
schop te geven, dit met vier dagen policie-kamer
moest boeten. Maar heiaas! Zondag den 17 dezer,
bezweek deze Nestor der regimentshonden zat van
roem en dagen in den hoogen ouderdom van 24
jaren. Onmiddelijk na zijnen dood werd hij hij
wijze van paradebed, op eene tafel, overdekt mot
een witten doek, neergelegd vervolgens plaatste men
hem in een kistje van binnen met wit papier be
plakt en droeg de getrouwe vier- of liever drie-pooler,
met zes man op eene berrie naar het graf, op den
stadswal gegraven terwijl de oudste regimentshoml,
in diepen rouw gehuld en tweehonderd fuseliers
hunnen beschermeling volgden. Bij het graf hieven
allen een opzettelijk vervaardigden lijkzang aan en
werd hem, bij wijze van militair salut door het.
afsteken van acht percussie-dopjes, de laatste eer
aangedaan des Maandags deed men al de militaire
honden de rouw aannemen door middel van een
zwarten hand met witte rosetten.
Hel hier nog in garnizoen zijnde bataillon van het
7de regiment infanterie bezit een mededinger van den
overledene, die van niemand iets aanneemt en niemand
vriendschap bewijst dan den militairen welke het
nommer van zijn corps dragen daar door de hooge
jaren zijn gezigt verzwakt ishebben de militairen
hem thans van een bril voorzien, waarmede hij deftig
rondom de kazerne Joopt.
ENGELAND. - Londen, 30 Maart.
Maandag 1.1. ishier een feest gevierd dat
door de Times met de benaming van Kermis onder