«y «iiiigf mm
notificatie:.
j Een rood licht aan bakboordszijde op
het boord.
BEKENDMAKING.
De uitgave deter Courant geschiedt Maandags en Donderdags avonds. De Prijs per Kwartaal is f J,t 5 Franco per Post f J,90.
Gewone Advertentien worden it 20 ets. de regel geplaatst. Geboorte-, Huwelijksen Doodberiglen
van J—6 regels a f J,20 behalve hel Zegelregt.
De STAATSRAAD, GOUVERNEUR tab db
PROVINCIE ZEELAND:
Gelet op Zr. Ms. besluit van den 29 Januarij jl.
(Staatsblad N°. 3,) houdende nadere bepalingen op
het voeren van Seinlichten op Stoomschepen in
Zeeter verkenning van den koers bij nacht
tot wijzigingen aanvulling van het Koninklijk besluit
van den 9 December 1845 (Staatsblad N°. 68;)
zijnde dat besluit hoofdzakelijk van den navolgenden
inhoud
Met instandhouding der bepalingen vastgesteld
bij art. 2 en 10 van het Koninklijk besluit van den
9 December 1845, (Staatsblad N°. 68,) omtrent
het voeren van Seinlichten op Stoomvaartuigen voor
zoover zij varen op de Rivieren, Stroomen en Ka-
nalen van het Rijk, wordt alsnu weder bepaald en
o vastgesteld dat' de Stoomvaartuigen varende op
Zee te rekenen van de plaats van In- en Uitkla-
ring, in de Zeegaten en verder buitengaats in Zee,
in alle druk bezochte vaarwatersaltijd van Zons
ondergang tot Zons opgang zullen moeten voeren.
I Een helder wit licht aan den voortop.
Een groen licht aan stuurboordszijde op
varende k het boord,
ten anker; Een gewoon helder licht.
liet witte licht datvarende aan den top zal
gevoerd worden, zal van zoodanige kracht en hel-
derheid moeten zijn dat het op ten minste eerie
Duitsche mijl bij klaren donkeren nacht zigtbaar
zij en de lantaarns zoodanig ingerigt, dat een gelijk
onafgebroken licht in alle rigtingen rondsom gezien
worden.
De gekleurde lichten op de zijden znllen moeten
«zigtbaar zijn op ten minste eene halve Duitsche
mijl, bij klaren donkeren nacht; de lantaarns zóo-
danig ingerigt, dat een gelijk onverbroken licht
over 10 streken van het Kompas over de beide zeilen
van het schip van regt vooruit tot 2 streken ach-
wterlijker dan dwars gezien worde.
Deze gekleurde zijlichten zullen daarenboven
rakelings aan de binnenzijde der lantaarn moeten
voorzien zijn van een scherm van ten minste eene
Nederlandsche el lengte, regt lang-scheeps geplaatst,
ten einde volstrekt te beletten dat het licht over
den anderen boeg zigtbaar zij.
De lantaarn, die ten anker liggende wordt ge-
bruiktzal zoodanig moeten worden ingerigt dat
een helder licht rondsom over den geheelen zigt-
einder gezien worde.
De bepalingen van het Koninklijk besluit van
den 9 December 1845. (Staatsblad N°. 68) blij-
ven overigens van kracht en in verband hiermede
van toepassing."
Heeft goedgevonden:
De aandacht der zeevarenden te vestigen op het
voormelde besluit, hetwelk in zijn geheel mei de daarbij
behoorende toelichtende aanwijzing is opgenomen
in de publicatie van den Staatsraad, Gouverneur van
heden welke alom in deze provincie is aangeplakt
waar zulks te doen gebruikelijk is.
Middelburgden 6 Maart 1850.
De Staatsraad Gouverneur voornoemd
VAN VREDENBURCH.
BURGEMEESTER eb WETHOUDERS der Stad
GOESbrengen ter kennis van een ieder die het
aangaatdat de Heer Kapitein-Kommandant bij de
dienstdoende Schutterij te Goes, voornemens is, om,
bij gunstig weder, op Frijdag den J5 dezer maand,
en de vier daar op volgende F rij dag en, telkens
in den namiddag lusschen 2 en 5 urenop eene
Weide aan den 'sHeer Hendrikskinderen dijk, inden
Goesschen Polder tegenover de Hofstede bewoond
door Geerard Timmerman, de Leden van de Schut
terij te OEFENEN in bet SCHIETEN naar db
SCHIJF.
Geschiedende deze bekendmaking, ter voorkoming
van ongelukken en op dat ieder zieh voor schade
wacbte.
En zal deze worden gepubliceerd geaffigeerd en
opgenomen in de Goessche Courant.
Gedaan te Goes, den 13 Maart 1850.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Rij afwezigheid van den Burgemeester
De Wethouder
J. W. van KERKWIJK
Ter ordonnantie van dezelven
De Stads-Secretaris
L. db FOUW Jz.
GOES den J4 Maart.
In de bijeenkomst der Tweede-Kamer van 9 dezer
heeft de commissie van rapporteurs haar algemeen
verslag uilgebragt over het ontwerp van wet, betref
fende het toezigt over de zaken der Munt.
Bij de voordragt tot overbrengen van fondsen
voor het herstel van het muntwezen van de begroo
ting voor 1849 op die van 1850 wordt voorgesteld
om het cijfer van de alzoo overlebrengen fondsen te
bepalen op 575,000 als het bedrag, 't welk op
750,000, daartoe op de begrooting van T849 -ge
leden ongebruikt is gebleven-
Uit de memorie van toelichting van den minister
van Financien blijkt, dat al de oude generaliteits-
en provinciale munten zijn opgeruimd, en dat daar
voor in 1849 is uitgegeven een bedrag van f 113,201,
waaronder een verlies op de nominale waarde van
1 87,070,
Van de buiten koers gestelde standpenningen, naar
de wet van 1816 geslagen, is ingetrokken een bedrag
vari f 1,053,217. Daarvan is in 1849 geleverd een
bedrag van f 544,370, 't welk eene winst heeft aan-
gebragt van 9528.
Het bedrag der ingetrokken stnkken van 25 cents
heeft ruim f 7,286,000 beloopen. Deze intrekking
heeft eenige kostten veroorzaakt zoodat het buiten
koersstellen der muntstukken, naar de wet van 1816,
geslagen, ten slotte eene uitgave heeft gevorderd van
f 28,687.
Men is nu voornemensom in de eerste maanden
van het jaar 1850 de stukken van 10 cents; naar de
wet van 1816 geslagen, buiten koers te stellen en
inletrekken en het daarop te lijden verlies wordt
steeds op f 48,000 geraarnd. Van de intetrekken 5
cents stnkken is voor een bedrag van 150,000 ge
munt. Het verlies op deze muntsoort wordt niet
hooger gesteld dan op ƒ6500.
Voorliet ontnemen van de hoedanigheid van stand
penning aan de gonden muntstukken van 10 en 5 gul
den is hetgeen vereischt werd voorbereid. Volgens
de memorie van toelichting heeft een iederdie den
toestand der geldmarkt naauwkeurig heeft nagegaan
kunnen bespeuren, dat de omstandigheden, die een
gunstig vooruitzigt opleverden van te korten duur
zijn geweest, om dergelijken belangrijken maatregel
ten uitvoer te kunnen leggen, en laat het zich voor
's hands niet voorspellen in hoeverre deze omstan
digheden in den loop van het jaar 1850 daartoe gun
stig zullen worden.
Het munt-materiaal't welk de Regering op den
eersten Januarij 11. ter harer beschikking hadbe
droeg f 8,362,385. Aannemende, dat men met een
bedrag van vijf millioenen aan 25 cents stukken zal
kunnen volstaan en dat er voor anderhalf millioen
10 cents stukken ter inwisseling zullen worden aan
geboden zal er nog in 1850 voor een beloop van
f 1,418,582 aan nieuwe pasmunt moeten worden ge
slagen, en de Regering aan munt-materiaal beschik
baar houden een beloop van 6,843,802. Men re
kent het, naar gelang van den koopprijs van het
zilver voordeeliger dit bedrag te vermunten dan
het te verkoopen.
De kosten voor het herstel der zilveren munt wor
den alzoo voor 1850 op een maximum van f 142,000
geschat, weshalve het bestuur voor de inwisseling van
de gouden munt in dat jaar nog 433,000 beschik
baar zal hebben, behoudens de bevoegdheid, om voor
deze belangrijke onderneming nog zoodanige nadere
wettelijke bepalingen voor te stellen, als de omstan
digheden zouden mogen vorderen.
Volgens de Aviso de la Meuse, had te Maas
tricht op de 8 dezer een kluchtig voorval plaats. Twee
voorname regtsgeleerden uit die stad lieten het bij het
voeren hunner pleidooijen bij geen woorden blijven
maar vielen elkander aan en rukten elkander de haren
uit het hoofd. Beide heeren droegen brillen, die door
krachtige vuistslagen van beide zijden toegebragt
weldra in stukken vlogen. Het koste den president
van het geregtshof en aan de leden der balie niet
weinig moeiteom de strijdenden te scheiden.
In Belgie zijn thans reeds een aantal personen
op de volgende wijze bedrogen Er kwamen lieden
bij hen, die hen mededeelden, dat een hunner bloed
verwanten was overleden en hun een aanzienlijk ka
pitaal had nagelaten. Zij toonden daarbij de aan
kondigingen in dagbladen, enz. Het was de familie
naam, die daar werd genoemd en ofschoon men zich
niets van een dergelijken bloedverwant herinnerde,
geloofde men de verzekering der vreemdelingen, huis
veste en verzorgde hen en overlaadde hen bij hun ver
trek niet zelden met geschenken. Ging men daarna
echter aan het informeren dan vernam men dat
wèl een naamgenoot in deze of gene plaats was over
leden, doch dat die desniettemin tot eene geheel an
dere familie behoorde en dus aan eene erfenis volstrekt
niet te denken viel,
Aangaande de ongeregeldhedenvóór eenige
dagen te Oudewater voorgevallen, deelt de Utrecht-
sche Courant thans het volgende mede
Uit Oudewaler hebben wij, onder dagteekening van
den 10 Maarteen uitvoerig verslag ontvangen van
het gebeurde in die stad, waarvan wij vroeger mel
ding hebben gemaakt. Wij zien daaruitdat die
wanorde is ontstaan uit ontevredenheid van het volk
op een werkman in eene der lijnbanen die twee
meisjes zoude bedrogen hebben, beide ook werkzaam
in de baan. Daar deze meisjes gebrekkig zijn wer
den zijn algemeen door de mede-arbeiders beklaagd
enjhe verleider veracht, aan welk gevoel van min
achting werd lucht gegeven door het zingen van een
daarop betrekking hebbend liedje. Dit liedje het-