mmwi
I
1850.
lV. 20.
MAANDAG n MAART.
BEKENDMAKING.
BEKENDMAKING.
BEKENDMAKING.
BEKENDMAKING.
V E E M A R K T K N
J n>
'b H
Xi
lie uitgave dezer Courant geschiedt Maandags en Donderdags avonds. De Prijs per Kwartaal is f J;75,- Franco per Post J,90.
Gewone Advertenticn worden h SO ets. de regel geplaatst. Geboorte-, Huwelijksen Doodberiglen
van J—6 regels a f J,20 behalve het Zegelregt.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad
GOES, brengen bij deze ter kennis, van de Ingeze
tenen dezer Stad en Gemeente
Dat de PATENTEN over het Dienstjaar 1849,
(loopende van t Mei 1849 tot ultimo April 1850)
aangevraagd gedurende het derde kwartaal van dat
jaar, ingevuld gereed liggen, en tot derzelver afgifte,
ter Stads-Griflie zal gevaceerd worden, van heden
af tot den 23 dezer maand, uitgenomen de Zondagen,
dagelijks van des voormiddags tien tot des namiddags
een ure.
Wordende de belanghebbenden vermaand, om die
afhaling in persoon te verrigten en zich den bepaal
den tijd ten nutte te maken, ten einde van alle kos
ten bevrijd te blijven, daar Hun Ed. Achtb. verpligt
zijn, volgens Art. 2 van Zijner Majesteits besluit van
den 17 October 1820, om de onafgehaalde Patenten
of de afschriften van dezelve, door eenen Deurwaar
der der Directe Belastingen onverwijld aan de Pa-
tentpiigtigen te doen uitreiken tegen betaling van
tien centwaartoe dan ook den 25 Maart eerstko
mende en volgende dagen zal worden overgegaan
uitgezonderd die voor Tappers eii Slijters van Dran
ken; dewelke niet kunnen afgegeven worden dan op
vertoon van kwitantie over het vorige jaar en van
minstens de helft van het verschuldigde Palentregt
over het loopende jaarwelke Patenten mitsdien bij
voortduring ter Stads-Griffie zullen blijven berusten,
tot de belanghebbenden dezelvemet vertoon van
kwitantien komen afhalen.
Gedaanten Stadhuizevan Goes, den 9 Maart 1830.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Bij afwezigheid van den Burgemeester
De Wethouder
J. W. van KERKWIJK
Ter ordonnantie van dezelven,
De Stads-Secretaris
L. de FOUW Jz.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad
GOES, brengen bij deze ter kennis vaneen ieder die
hel aangaatdat het Kohier van Stedelijke Belasting
op de HONDEN, over het loopende dienstjaar, ge
arresteerd den 2 Maart dezes jaars en door Zijne Ex
cellentie den Staatsraad, Gouverneur dezer Provin
cie executoir verklaard den 7 derzelfde maand aan
den Stedelijken Ontvanger ter invordering toegezon
den is; mitsdien ieder belastingschuldige vermanende,
om het deswegens verschuldigdeten Kantore van
voornoemden Ontvanger te voldoen.
En zal aan deze op de gebruikelijke wijze publi
citeit gegeven worden.
Gedaan ten Stadhuizevan Goes, den 9 Maart 1850.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Bij afwezigheid van den Burgemeester
De Wethouder
J. W. van KERKWIJK,
Ter ordonnantie van dezelven
De Stads Secretaris
L. de FOUW, Jz.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad
10ES, brengen ter kennis van de Ingezetenen dezer
.tad en Gemeente:
Dat, volgens deliberatiè van den Stedelijken Raad,
van den 19 Mei 1847, op grond van Zijner Majesteits
besluit van den 16 April deszelven jaars, No. 3, de
BEGROOTING dezer STAD voor het jaar 1850,
door Hun Edel Groot Achtbare Heeren Gedeputeerde
Staten dezer Provincie, den 22 Februarij dezes jaars
gearresteerd, gedurende den tijd van zes achtereen
volgende weken, te rekenen van den 11 dezer maand,
des Woensdags en Vrijdags van iedere week, in den
voormiddag van tien tot eén ure, ter Stedelijke Secre
tarie voor iederter visie zal liggen.
En zal deze worden afgekondigd en aangeplakt
mitsgaders geplaatst in de Stads-Courant.
Gedaan ten Stadhuize van Goes, den 9 Maart 1850.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Bij afwezigheid van den Burgemeester
De Wethouder
J. W. van KERKWIJK,
Ter ordonnantie van dezelven
De Stads-Secretaris
L. de FOUW, Jz.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad
GUES, brengen bij deze ter kennis van een ieder
die het aangaat
Dat volgens art. 1 van het Regie-
ment op het houden van openbare k
tot Handel in PAARDEN, RUNDEREN, SCHA
PEN en VARKENS binnen-dezelfde S,tad gearres
teerd den 7 April 1845 en gepubliceerd den 26 dier
maand op de Dingsdag in de vóórlaatste week
voor Pasehen, zijnde dit jaar den 19den dezer maand,
aldaar zoodanige Veemarkt zal gehouden worden, en
dat dezelve zal onderworpen zijn aan de bepalingen
in dat Reglement vervat.
En zal zulks door afkondiging en insertie in de
Stads-Courant worden bekend gemaakt.
Gedaan ten Stadhuize van Goes, den 9 Maart 1850.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Bij afwezigheid van den Burgemeester,
De Wethouder
J. W. vak KERKWIJK,
Ter ordonnantie van dezelven,
De Stads-Secretaris
L. de FOUW. Jz.
mmrwEZEw.
Het Kollegie van RADEN en GENERAAL-MEES
TER EN der Munt
Ontvangen hebbende, leri einde daarop het bij de
wet voorgeschreven onderzoek in te stellen, een stuk,
uitgegeven vooreenen Nederlandschen Gulden,
acht zich verpligtingevolge de wettelijke bepalin
gen de ingezetenen met de kenteekenen van valsch-
beid van zoodanige stukken bekend te maken.
Ia. Is het bedoelde valsche stuk iets ligter, doch
tevens dikker dan de echte stukken.
11°. Heeft de kleur eenige overeenkomst met die
van zilveren pasmunt van laag gehaltewelke lang
in de wandeling is geweestdoch is geenszins zoo
wit als de kleur der Nederlandsche standpenningen.
111°. Draagt het stuk, blijkens het omschrift, de
beeldtenis van Z. M. Willem II, doch vertoont te
vens het jaartal 1812 en het teeken van den tegen-
woordigen muntmeester.
IV°. Heeft het bovendien de volgende afwijkin
gen in het stempelwerk.
A. Aan de beeldzijde. De beeldtenis van Z. M.
Willem II is gemakkelijk van de echte stukken te
onderkennen, vertoonende onder anderen in het oog,
het haar, het oor en den baard zeer zigtbare afwij
kingen van de echte stukken.
De letters van het omschrift zijn slordig gegraveerd,
en grootendeels niet van het middenpunt van het
stuk uitgaande. De L (van Luxemburg) staat óirt-
B. Aan de wapenzijde. De kroon hooger dan
in de echte stukken, liet kruis te dun en de we
reldbal niet van banden voorzien. De fleurons tus-
schen de banden van de kroon en het wapenschild
te groot. De horizontale strepen op het wapenschild
onzuiver en niet overal evenwijdig. De leeuw zeer
onnaauwkeurig nagebootst. De vierkante blokjes niet
alle aanwezig, noch voorzien van de stipjes, het
goud aanduidende.
De teekens van den muntmeester en de Munt te
Utrecht onnaauwkeurig.
De aanduiding 100 C, onder het wapen, ont
breekt geheel.
Het omschrift slordig. De letters niet tusschen
twee concentrische cirkelsnoch van het middenpunt
uitgaande.
C. Aan den rand. Op dezen bevinden zich eenige
onzamenhangende letters, die geenszins het randschrift
GOD ZIJ MET ONS teruggeven.
Een ieder wordt in het algemeen belang aangemaand
zoodanige stukken niet aan te nemen op de perso
nen acht te slaan die deze valsche stukKen mogtep
aanbiedenen dezelve met opgave van alle tot in
lichting dienende omstandigheden, zonder uitstel aan
de ambtenaren der Justitie of Politie bekend te ma
ken terwijl zoodanige ingezetenen welke vermeè-
nen dat zij valsche of verminkte stukken die zij
van anderen ontvangen hebben ook weder mogen
uitgeven bij deze herinnerd worden aan art. 135
van het Wetboek van Strafregt,
Utrecht den 25 Februarij 1850.
Ter ordonnantie van het Koliegie,
C. van der VOORT, Secret.
GOES den dj Maart.
LI. Maandag morgen werd den kastelein Spring-
veldbuiten de Broekerpoort te Monnickendam, zeer
toevallig een logeergast bezorgd zekere Vollendam
mer meid dienende bij eenen boer in de Broeker-
meer, werd, na eerst te koeijen te hebben behandeld,
ongesteld waarop de boer eenen boerenwagen met
kap gereed maakte en met haar weg reed, om baai-
naar Edain te brengenonderweg werd de ongesteld
heid erger, zoodat tusschen Bröek en Monnickendarn
al hotsende een gezond kind geboren werd. De boer
kon zijne reis niet vervolgen en moest kraamvrouw
en kind bier laten beide bevinden zich in goeden
welstand. In dit geval is de goede vooruitgang op te
merken wijl het eene ongekende zaak is, om met 2
personen op eenen wagen te gaan en na een uur
gereden te hebben er met 3 af te komen.
Het Handelsblad deelt een extract mede uit
een brief gedagteekend Jeruzalem, 31 Januarij 1850,
geschreven door iemand behoorende tot het gevolg
van H. K. H. Mevrouw de Prinses Marianne der
Nederlanden. Den 7 December 1849 zette ik voet
aan wal in een ander werelddeelden Europeschen
grond bad ik verlaten; op den Afrikaanschen stond
ik. Den 12 Dec. vertrokken wij van Aiexandrie,
den volgenden dag kwamen wij te Cairo aan; in
Aiexandrie en Cairo maakten wij allen uitstapjes per