1850. tmsoii IIUIIUÏ. MAANDAG 4 FEBRUARIJ. M ;Wlli ttllIWMTIIIo PUBLICATIE. nationale militie. WAARSCHUWING. lilfTOWMMISo r. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandags en Donderdags avonds. De Prijs per Kwartaal is f ƒ,75 franco per Post f Gewone Advertentien worden a 20 ets. de regel geplaatst. Geboorte-, Huwelijks* eu Doodberigten van d6 regels ct,.f d,20 behalve het Zegelregt. d,90. BURGEMEESTER bn WETHOUDERS oer Stad GOES, roepen een iegelijk op, welke van die Slad, over het afgeloopen jaar 1849, iets te vorderen heeft, wegens gedane WERKZAAMHEDEN, LE- VERANTIEN en dergelijke om zijne Declaratie daarvan in den loop dezer maand bij Hun Edel Achtb. in te dienen; zullen de gene, welke verzuimen mogt hieraan te voldoen zich zei ven de onaangenaamheden te wijten hebben daaruit voortvloeiende. Gedaan ten Stadhuizé van GoeS den 2 Februarij J 850. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. C. van oer MEER MOHR Ter ordonnantie van dezelven De Stads-Secretaris L. de FOUW, Jz. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad GOES, brengen bij deze ter kennisse van allen die het aangaat, dat de Militie-Raad, krachtens art. 126 der Wet op de Nationale Militie, van den 8 Januarij 1817, (Staatsblad No. 1) over dezen jare hare Eerste Zittingtot Onderzoek der Lotelingen voor een jaar vrijgesteld volgens art. 37 der wet van 27 April 1820, (Staatsblad No. 11), welke vermeenen mogten regt op vrijstelling te hebben, zal houden te Middelburg, Hoofdplaats dezer Provincie, op Maan dag den 11 Februarij aanslaande, des morgens ten half 10 ure, in de Abtdij aldaar, Wordende een iegelijk indachtig gemaakt aan de bepalingen vervat in art. 127 der wet op de Natio nale Militie houdende Al wie zonder wettige verhinderingop den dag, wanneer hij daartoe is «opgeroepen, voor den Militie-Raad niet verschijnt, zal desvvegens verbeuren eene boete van zes gulden, en zal tot het aanvoeren zijner redenen van ver- schooning niet worden geadmitteerd dan op ver- toon van eene kwitantie van de betaalde boete. De redenen ongegrond bevonden zijndeof zich tot dat einde aangemeld hebbende en er in het geheel geene kunnende allegueren zal hij nader jy vervallen in eene boete van zes tot twintig gul st den. Van deze verpligting zijn echter uitgesloten zoo danige Lotelingen, welke geenerhande reden tot vrij stelling hebben, daar dezulken voor den Militie-Raad niet behoeven te verschijnen, en finaal voor de dienst gedesigneerd zullen zijn. Terwijl bij deze alle Ouders Voogden Curators of Gemagtigden worden herinnerd dat zij reclames hebbende, voor hunne absente Zonen of Pupillen zich zullen moeten sisteren ten dage, ure en plaatse voor meld. Zullende de Commissie voor de werkzaamhe den der Nationale Militie tot de afgifte der benoodigde attesten, vaceren ten Stadhuizé alhier Zaturdag den 0 dezer maand des voormiddag ten 11 ure, ter op making van welken, men vooraf ter Stads-Griffiede nomlige opgaven gelieve te doen. En opdat niemand hiervan opkundig blijvezal deze worden gepubliceerd en geaffigeerdmitsgaders geplaatst in dezer Stads-Courant. f.eitaan ten Stadhuizé van Goes, den 4 Februarij lY,(i. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. C. van der MEER MOHR, Ter ordonnantie van dezelven, De Stads-Secretaris, L. de FOUW, Jz. DIAKENEN bij do Hervormde Gemeente te Goes, betuigen bij deze aan den edelen gever of geefster hunnen hartelijken dank voor eene gift van f ÏO gevonden in de Collecte bij de Bijbel-oefening op Vrijdag II. Goes, den 4 Februarij 1850. Namens Diakenen H. BODDINGIUS Presses. P. J. A. van DAM, Secret. GOES den 4 February. Volgens de te 's Gravenhage ontvangen rivier-be- rigten zat het ijs op de boven-rivieren meerendeels nog vast. Van de punten af, waar het vroeger was losgeraak en benedenwaarts wederom was gaan zit ten was het geweldig op elkander gehoopt. Op de Waal had boven de ijsverstoppingen een aanmerke lijke aandrang van water plaats, terwijl beneden die ijsstoppingen weinig water meer doordrong en het peil gedaald was. De gesteldheid der rivieren scheen dus voor het oogenblik weder zorgelijker te worden. Van Nijmegen af tot aan den Zandberg ongeveer 1000 ellen boven het Gentsche veer, was de Waal, vrij van ijs. Van daar bestond sterk in elkander geschoven ijsdat zich langs GentHuihuizen en Pannerden uitstrekte. Het Pannerdensche kanaal was daarmede opgepropt. Te Huihuizen was het water ruim 50 duim gevallenzoodat daarin bo ven en beneden de ijsverstopping een verschil van nagenoeg 1 el 50 dm. scheen aanwezig te zijn. Ge lijk verschil van I el wasten gevolge eener ijsver stopping onder Driel, tusscben dat punt en Heteren, in den waterspiegel waargenomen. De meeste bui tenpolders iri Gelderland waren met water bezet, dat door de verstopping in het Pannerdensche kanaal hier en daar slechts kort van .de dijkkruinen verwij derd was. Op de meest bedreigde punten waren door opkisting der walerkeeringen voorzorgen geno men tegen de mogelijke gevaren bij het losgaan der bovenrivieren. Op den IJssel was nog geene verandering in den staat van het ijs het water bleef er wassende. Het zelfde was het geval op de Lek bovenwaartsbene denwaarts had de waterstand daling ondergaan. Op de Maas was het ijs te Grave in beweging ge komen en sterk doorgedreven. Later heeft het zich met vallend water weder gezet. Op de verder be nedenwaarts gelegen gedeelten van de Maas en Mer- weöe wasbij doorgaand rijzenden waterstand hel ijs nog vastzittende. Ook langs de benedenrivieren waren alle middelen voorbereid om tegen mogelijke gevaren gewapend te zijn. (St. Cour.) Uit Zierikzee schrijft men! Naar men verneemt, is, in het laatst der afgeloo- pen week, aan den Noord-Bevelandschen wal, bij liet dorp Colijnsplaat, aangedreven eene Schevening- scbe visscherspink, toebehoorende aan den beer Var- kevisser, van welke de bemanning, door honger en koudein eenen bewusteloozen toestand verkeerde en dien ten gevolge niet in stoat was cenige werk zaamheden te vërrigten. Deze ménschen moeten reeds sedert verscheidene dagen' in zee, door het ijs ingesloten, hetwelk zoo men verneemt, zich in eene zeer groote massa iangs de kust bevindt, - hebben rondgezwalkt, tot dat zij bij het veranderen van den winddit zeegat zijn ingedreven. Na door de inwoners van genoemd dorp zeer liefderijk be handeld en vah het noodige voorzien te zijn, hebben zij allen in goeden welstand Zondag jl. hunne reis vervolgd. Bij voortduring verzekert men dat de komst der beide aanzienlijke Russen, de heer Bassine Professor Je Petersburg en den luitenant der garde Liaaknickijin de residentiegeene andere strek king zou hebben dan te onderhandelen over den aankoop van het kabinet van schilderijen van wijlen Z. M. KoningIVillem TI, dat zich inde gothische zaal van het paleis alhier bevindt. Men voegt er bij dat de heeren Pieneman en de Keyzer belast zouden zijn om de onderhandelingen over dien verkoop met die heeren te voeren. (n. R. Ct Zaturdag laatstleden had te Oldehove een voor val plaats, dat vreeseiijke gevolgen had kunnen na zich slepen. Dien dag woei er zoo als men weet een sterke wind uit het noordoosten. Voor dien wind nu dreigde het huis van zekeren P. A. Bienewer/, kleermaker, nabjj Oldehove, te bezwijken. De man, dit bemerkendesnelt naar het dorpom een tim merman te halen, zijne vrouw en vijf nog jonge kin deren in de bouwvallige woning achterlatende. Ter wijl hij zoo zich rept, om het dorp te bereiken, ziet hjj nogtans van tijd tot tijd eens om naar zijn huis; en juist, als hij dit weder doet, staat hij eensklaps als aan den grond genageld want hij ziet zijne wo ning instorten boven de zijnen. De schrik, die voor een oogenblik zijne voeten als in boegen sloeg, geeft ze in het volgende oogenblik vleugels en hij vliegt ijlings naar den puinhoop waaronder hij zijne hoog zwangere vrouw en vijf onnoozele kinderen begraven waant; doch wie schetst zijne verwondering en dankbare blijdschaptoen hij vrouw en kroost be houden en wel naast zijn omgevallen huis zag staan. Aan de vlugheid en beradenheid der moeder, schoon zelve door een steen reeds deerlijk aan het hoofd ge kwetst, was het gelukt, met de kindeien, waarvan het eene in de wieg lag en een ander in een kinder stoel zatnog even in tijds het neerstortend dak, en een anders maar al te waarsehijnlijken dood te ontkomen. Omstreeks het einde der maand December, was de koude in Kamschatka zoo geweldig, dat de gou verneur dier provincie zich genoodzaakt zagzijne, gewone residentie Patropawlosck te verwisselen met zijn onderaardsch paleis Thchewskoï. Deze woning, omstreeks twintig ellen beneden den grond daargesteld, dient den gouverneur en zijn gevolg, uit meer dan 200 personen bestaande, tot verblijfplaats. Zij bevat zoowel alles wat hem nuttig als aangenaam kan zijn; de temperatuur is er matig en gezond; het daglicht dringt er nimmer door, maar talrijke lichten versprei den er bestendig een helder schijnsel. Het is zeer zeldzaam, dat de koude zoo hevig woedt, dat zij den gouverneur noodzaakt Thchewskoï te betrekken, maar gebeurt dit, dan brengt hij er gewoonlijk twee ja somwijlen drie maanden doorzonder uit te gaan. De overige bewoners nemen insgelijks de vlugt naar dergelijke woningen. Onze hoogbegaafde dichter, de grijze Tollens, heeft dezer dagen weder een bewijs gegeven, dat hij steeds bereid is met zijne talenten te woekeren, wan-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1850 | | pagina 1