IV. 95. Maandag 26 November. GOES SCI1 E 1849. C O IIR A IV T. AFDAMMING VAN DE OOSTEE- SGHELDE. Londen, den 21 November. Jl. Zaun-dag had in de stad Louth iu Lincolnshire een mifetid ongeluk plaats. De heer Armiiageuitvinder van een stelsel van lichtsignalen voor de spoorwegenten gebruike bij mistig weder, was bezig met in een oven eene aanzienlijke hoevee'lieid van liet ontvlambare deeg te droogendat hij daarvoor noodig had. Zijne dienst- maagd vreezendedat de hitte te groot zou worden, opende onvoorzigtiglijk den oven plotseling ontplofte het deeg, met een gedruiscligelijk aan kanongebul der. De uitwerking was vreeselijk, De heer Armim tage en zijne dienstmaagd werden op siaanden voet gedood; een gedeelie van het huis storte in, en de vader van den heer Armiiageeen zijner kinderen en nog eene andere dienstmaagd werden onder de puin hoopen verpletterd Parijs, den 21 November. De zitting der Wet. gevende Vergadering is heden nog veel ontstuimiger dan die van gisteren geweest, ja onstuimiger dan ooit te voren. Nadat de lieer Crémieux de ministers verzocht hadom even als ten behoeve van de ge kwetsten bij den opstand van Junij j.l.zoo oolc ten behoeve van de gekwetsten in de dagen van February, en voorde weduwen en kinderen dersenen, welke toen iu den strijd voor de vrijheid liet leven hebben ver loren, onderstands-geiden aan ie Vragen, heeft de heer de Ségur d' Aguesscaubehoorende tot de partij der Legitimisten ook onderstand gevraagd voor de manschappen der municipale garde, welke in den 'oe- wusten strijd zijn gewonden voor de weduwen en kinderen der m inschappen van dat corps, welke toen zijn gesneuvtj i. Hii voegde er bij, dat zij alleen aauspuik ha Mi 11 op onderstand, omdat zij verdedigers der wettenen orm geweest waren. Op deze woorden is dadelijk aan den kant der hevige republikeinen een kreet van verontwaardiging en afkeuring aangeheven; I tie uitgave dezer Courant geschiedt Maandags en Donderdags avonds. De Prijs per Kwartaal is f d.~5; Franco per Post f .1,90. F Gewone Advert entten worden a 20 ets. I geplaatst. Geboorte-IJ u wei ij ks- en Doodbe \t<an J 6 regels a f J,20, behalve het Ze Onderstaande regelen worden op verzoek door ons overgenomen uit de Stoompost van Zondag 25 Nov. Even als het vorige ingezonden artikel over dit onderwerp, plaatsen wij ook dit aan het hoofd onzer Courantten einde de algemeens aandacht er te beter op te vestigen. De Uitgevers. 's Gravenhage 24 November J849. Er zijn wel nimmer groolsche en voor den Staat heilrijke ondernemingen ontworpen en tot stand ge komen, die niet in meerdere of mindere mate nadeelig voor bijzondere belangen konden geaehl worden. Van daar, dat zich ten allen tijde vijandige stemmen, door verschillende drijfveeren aangeheven maar naaf een doel, de verijdeling dier ontwerpen strevende, heb ben opgedaan. Gelukkig intnsschen de Staten, waar mannen aan het hoofd stonden, die vicli hoven klein» geestige stemmen wisten te vei hellen en voor wi.n de aloude spreuk steeds heilig was: dat de beron.e- ring van hel algemeen belang in den Staal als hoogste wet gelden moet. Wanneer wij het bovengezegde op de onderneming, die in Zeeland wordt voorbereid, toepassen, dan zien wij ook hier de ondervinding van alle tijden en plaat sen bevestigd. Sinds jaren is het naar waarheid en bij herhaling gezegd en geschreven, dat in ons Vaderland vele door het water bedekte gronden, in vruchtbare akkers kun nen herschapen wordenwaarop onze arbeidzame landgenooten in slede van den Oceaan op eene onzekere toekomst, over te trekken werk en biood kunnen vinden en door hunne, nu naar buitenlands geveerd wordende kapitalen, het Vaderland ten zegen verstrekken. Naanwelijks echter doet onze regering eene gewig- tioe schrede op dien algemeen gewenschten weg. of reeds slaat men gereed, om, ware het mogelijk, haar in haren gang te belemmeren. Het ligt in de strekking van ons blad om de po gingen welke ten algemeenen nutte worden aange wend, naar ons vermogen te helpen schragen en aan te moedigen alsmede de bezwaren welke aan die pogingen in den weg gesteld worden, te onderzoeken en te beoordeelen. Wij ineeuen derhalve een artikel in de Goes.se/ie Courant Mm 12 Nov. 11. niet onopgemerkt te kunnen laten als bevattende eenige aanmerkingen welke tegen de Afdamming der Ooster-Srhelde en ineer bepaald tegen den loop van het ontworpen kanaal door Zuid-Beveland worden gemaakt. Voorshands zullen wij ons bij de aangevoerde bezwa ren tegen de Afdamming der Oostei-Schelde bepalen. Wat het kanaal betreft dit onderwerp hopen wij later te behandelen, nademaal het hier eene zaak geldt, waaromtrent wij ons nadere inlichtingen zullen ver schaffen, ten einde haar met een rijp oordeel te kunnen overwegen. De bezwaren tegen de afdamming worden door den Schrijver in de volgende woorden omschreven Of de geconcedeerde afdamming, waardoor Zuid- Beveland aan het vaste land, (en zóó ha aan llc/gien) zal worden gehecht, eenen heilrijken invloed op dat eiland zal te weeg brengen, inag men zeer betwijfelen. de radicale regerings-hervormingen ook in hel buitenland waaronder meerdere onrustomwente lingen en verarmingen te wachten zijn, bij bet voor- uitzigtom van velerlei landloupers uit gindsche streken bezocht te worden, in een tijd, waarin iedere provincie, ieder eiland zich zoo veel mogelijk tegen het indringen van vreemdelingen tracht te vrijwaren, bij de toenemende pogingen der Belgen, om een groot deel van Zeelandniet door het zwaard te veroveren, maar door hun goud zich toe te eigenen kan de bedoelde vasthechting voor Zuid-Beveland geène wenschelijke zaak schijnen. Tegen over eenige onge- rieven, heeft de Insulaire toestand ook zijne voordee- len, De Schrijver dezer woorden zegt aan het einde van zijn artikel, dat hij geen Zuid-Bevelander is, en geen belang heeft bij de onderwerpelijke zaak. Het laatste gelooven wij gereedelijk, omdat, indien hij er belang bij had, die zaak door hein beter zou onderzocht zijn, en hij dan met een geheel ander ge voelen zou zijn voor den dag gekomen. Dat hij echter geen Zuid-Bevelander zijn zou, konden wij nanuwelijks gelooven inlusschei/ zullen wij gaarne op zijne vérzekering ook dit voor waarheid aannemen. Maar dan veroorloven wij ons tevens, openlijk te vei klaren, dat wij zelden vreesachtige!' menscli dan den Schrijver ontmoet hei,hen Want iedere zinsnede van zijn geschrijf drukt eene kinderachtige vrees uit voorBelg ie. liet is, alsof hij de Belgische landloupers te fF'oens- drer/it reeds geschaard ziet om hij drommen den dam over te 'loopen, welke door de Ooster-Schelde zal gelegd wórden. Ja, zóó groot is zijne vrees, dat hij niet eens de vruchtbare akkers bemerktdie zich op onafzienbaren afstand voordoen, en waar zoo vele zijner nijvere medemenschen onderhoud en le vensgenot vinden zullen. Maar zoo na aan Be/gie (wees toch bedaard vriend! daar wonen geen kannibalen; en dal in een tijd waarin iedeie provincie, ieder eiland zich zoo veel mogelijk tegen het indringen van vreemde- »lingen tracht te vrijwaren." Men ziet het, de vrees des Schrijvers klimt tot verwarring van denk beelden en hem ontvalt daardoor alle gave van on derscheiding. Hij schijnt tusschen vreemdelingen en vreemdelin gen geen onderscheid te kunnen vinden, anders zou hij deze woorden wel niet geschreven hebben. Maar die Belgische landloopeis slaan .steeds dreigend voor zijn geest, en hij vergeet daarbij, dat, van de grond vestiging van onzen Staat af aan een goed deel van des/.i'lfs voorspoed het werk van vreemdelingen ge weest is. De vrees van onzen Schrijver strekt zich nog ver der uit. De toenemende pogingen (zegt hij) der Belgen, om een groot deel van Zeelandniet door hel zwaard te veroveren, maar door hun goud zich toe te ei'genen kan de bedoelde vasthechting voor Zuid-Beveland geene wenschelijke zaak doen schij- neb." Wij willen die pogingen der Belgen, om het zoo vruchtbaar land in Zeeland aan te koopen niet ont kennen. Maar in welk verband staan die pogingen met de afdamming der Ooster-Schelde Wel zijn die pogingen het bewijs, dat die naburen beter hunne belanden kennen dan vele inwoners van Zeeland. De Belgen tocli stellen hoogen prijs op zoo bij uit nemendheid vruchtbare akkers, terwijl vele Zeeuwen zicli liever aan stuals-bankroeten willen blootgeven door geldbelegging in bnitenlandsche staats-papieren, waardoor zij of hunne voorvaders zooveel schats ver loren hebben. De gelegenheid om deel te nemen aan de winsten welke eenmaal de aan de zee ont woekerde gronden zullen afwerpen zou niet aan F.kgelschk kapitalisten (de vrees voor de Belgen heeft deze er geheel buiten gehouden) verstrekt zijn, zoo er eenig voorutzigt had kunnen bestaande ka pitalen in Zeeland te verkrijgen. Of zou welligt de Schrijver meencri dat zo< lang de begeerte tot aan koop van binderijen riiet algemeener geworden is, het beter ware voor liet Vaderland, de duizende bunders grond door de zee te laten blijven-bespoelen gelijk zulks eeuwen lang tot op onzen tijd heelt plaats ge had f Wij hopen, dat des Schrijvers vrees op zulke dwaasheid niet zal uitloopen. Wij zijn echter hieromtrent niet volkomen gerust, gesteld wanneer wij het slot van zijn volzin over wegen. Hij eindigt namelijk, gelijk wij zagen met deze woorden tegenover eenige ongerieven heeft it de Insulaire toestand ook zijne voordeelen. Dut men in den tegenwoordige!! toestand der Euro- pesche handels- en nijverheids-beweging, en bepaal delijk in Ze iand.zuike woorden op het papier durft zetten is ons onbegrijpelijk. Het is te minder te hegrijpen van een inwoner eener provincie, die toch wel niet onbekend zal zijn gebleven met de verslagen der Gedeputeerde Staten van Zeeland, in de laatste jaren openbaar gemaakt. Wij sporen hem dus drin gend aan deze nog eens zonder vrees te herlezen, en indien hij dan nog bij zijne onbekookte stelling blijft volharden, uari geven wij hem den welmeenenden raad, om uit Zee/and te verhuizen en naar de Zuider zee te trekken ten einde op het eiland l/rk of op Marken in hel volle genot van een Insulairen toe stand zijne overige levensdagen te slijten. i\ I I VV8TIJ I>I JVO Ki\. DUlTSCHLAND. Hamburg, den 20 November. Naar luid van be- rigten uit Kopenhagen v.m den 17 dezer, was men daar ernstig bevreesd, dat liet welligt spoedig in Slees wijk weder ior vijandelijkheden 7.011 komen. Naar luid van berigten uit het Noordelijk ge deelte van Sleeswijk, is men in den laatsieii tijd weder begonnen met het opwtrpen van verschansingen en batterijen in de nabyheij van Sonderburg. ENGELAND. FRANKRIJK.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1849 | | pagina 1