1840.
GOESSC II E
C O R AIV T.
jn a is u wst i j s> i c; is n
Maandag 6 Augustus.
#J?o
mmfcl
De uitgave tiener Courant geschiedt Maandags
en Donderdags avonds. De Prijs per k wartaal
isf J,75; Franco per Post f .1.90.
f x."
y Gewone Adverlenli'én worden n 20 ets. de rege/\
'en I r".f ;',V
I geplaatstGeboorte-, Huwelijks- en Doodberiglen
y»B« J 6 regels a f J,20, behalve hel Zegelregt
F»V
".;v/
ITALIË.
De moeïjélijklieden welke voorspeld zijn zoodra
Rome d-oor de Fransciien zou zijn in bezit genomen,
beginnen zicli nu maar al re zeer re verwezenlijken.
De Pausgeheel omringd door de Camarilla, weigert
alle gehoor aan de Fransche voorstellen. Men zegt zelfs
dat de Fransche afgevaardigde, de heer d* Harcourt,
de meest ontmoedigende berigten te dien opzigte te
parijs heeft medegebragt. De Fransche regering schijnt
alits te hebben uitgeput, om den tegenstand van den
Paus te overwinnen.
Het is waar, dat de HH. Oudinoi en de Corcelles
niet geheel doordrongen schijnen van de rolwelke
Frankrijk in deze zaak heeft re vervullen en dat de heer
tP Harcourt, hoewel in een minderen graad, evenzeer
regen hen te strijden heeft gehad, als de heer de Les-
seps vroeger zich moest verzetten tegen tien generaal
en chef alleen. Men spreekt er op nieuw van, dat
generaal Bedeau met eene buitengewone zending naar
Rome zal beiast worden.
Intusschen blijft de toestand van Rome. in weerwil
van de wijdsche verhalen van het officieels dagblad
zeer treurig. Indien dezelve lang duurde, dan zou de
Fransche regering aldaar spoedig even drukkend worden,
als het juk van Mazzini en Garribaldi was. Het
krediet vermindert van dag to: dag en de vreesdat
d° oude staat van zaken zal hersteld worden, boezemt
niet minder vrees in, dan de despotieke handelingen van
het driemanschap.
DLTJTSC1ILAND.
Frankfort, den 31 Julij. Men ziet hier met
gespannen verwachting de houding te gemoetwelke
Pruissen ten aanzien van Zwitserland zal aannemen.
In wel onderrigte kringen meent men, dat het geens
zins de bedoeling van het Pruissische kabinet is, om
tegen het Zwirsersche Eedgenootschap aanvallender
wijze te werk te gaai. Wel schijnt Pruissen vast
besloten te hebbenom alle pogingen tot omverwer
ping der orde in Duitsehland welke in Zwitserland
haren oorsprong mogten hebben en van daar worden
bestuurd, met kracht te onderdrukken, maar men koes
tert de hoop, dat het Eedgenootschap zich niet onge
liegen zal tooiu-n, 0111 ook van zijne zijde alles te
vermijdenwat tot eene vredebreuk aanleiding zou
kunnen geven. De pruissische regering moet liet
voorgevallene met de naar Busingen opgerukte Hessi
sche Rijkstroepen geheel hebben afgekeurd, zondai er
geen de minste grond bestaat, om te verwachten, dat
hieruit later nieuwe botsingen tusschen Pruissen en
liet Eedgenootschap ontstaan zullen.
Frankfort, den 1 Augustus. Volgens de jongste
mededeelingen nit Hessen Kassei zijn door Oostenrijk
en Beiieren aan den keurvorst ernstige voorstellen ge
daan, betreffende het door denzelveu opgevatte voor
nemen, om tot de Pruissische geoctrojjeerde constitutie
toe te treden. Deze pogingen der beide mogendheden
zullen hoogst waaischijnlijk zonder gevolg blijven,
daar de geogrnphische ligging van zijn landalsmede
de bijstand, dien hij in geval van nood, voornamelijk
van Pruissen kan verwachten, dezen vorst geene andere
keuze ovetlateiidan zich in de armen van Pruissen
te werpen. De kleine Duitsche vorsten bevinden zich
thans in dezelfde positie als ten tijde van Napoleon;
zii vreezen de steeds aangroeijende magt van Pruissen
en missen de kracht en den moed om zich tegen
dezelve te verzetten. Ook Hessen Darmstadt schijnt
op het punt te staan tot de Pruissische constitutie toe
te treden men weet althans dat de regering reeds in
Berlijn stappen in dien zin heeft gedaan. In allen
gevalle, zal zij de toestemming der kamer vragen, die
dezelve hoogst waarschijnlijk zal geven, daar ook hier
geene andere keuze overig blijft.
Berlijn, den 1 Augustus. In verscheidene Deen-
sche bladen is dezer dagen gesproken van geheime
artikelen der tusschen Pruissen en Denemarken betrek
Lelijk den wapenstilstand geslotene overeenkomst, welke
eenige voor Denematken gunstige bepalingen zouden
inhouden. De Berlijnsche Constiturionnele Correspon
denrie, die geacht wordt medfdeelingen van het minis»
terie te ontvangen, laat zich daaromtrent aldus uit:
In Kopenhagen is men over de vóorwaarden van den
wapenstilstand algemeen ontevreden bewijs genoeg
dat de overeenkomst voorde Hertogdommen en Duitseh
land niet zoo ongunstig is als de jegens Pruissen
vijandig gezinde dagbladen het alle willen doen voor
komen. Maar indien de Deensche bladen hunne
lezers willen troosten, door hen te verwijzen naar de
geheime artikelen der overeenkomstdan kunnen wij
dit slechts toelaten zoolang het alleen strekt om de op
gewonden gemoederen te Kopenhagen tot bedaren te
brengen. Wil men echter in Duitsehland aan deze
voorstellingen geloof hechten en er redenen tot beducht
heid voor de Duitsche belangen uit ontleenen dan
moeten wij daartegen opkomen. Wij weten niet of er
geheime artikelen bestaan zijn zij aanwezig, dan zijn
zij juist bestemd om vooreerst nog niet openbaar te
worden. Maar zooveel kunr.en wij ten stelligste ver
zekeren, dat er gectie geheime artikelen bestaan, welke
eenigerhande beperking der overeenkomst nopens den
wapenstilstand of der voorloopige vredesvoorwaarden,
ten nadeeie der Hertogdommen inhouden. Met name
is de vrees ongegrond dat zulke artikelen beperkende
bepalingen ten aanzien van het stadhouderschap in Hol-
stein of het voortdurend bestaan van het Sleeswijk
Holsteinsche leger zouden inhouden. Veeleer zouden
wij veronderstellen, dat nog op eene meer stellige wijze
aan de Deensche regering te kennen gegeven isdat
Pruissenuit hoofde van zijné stelling tegenover de
Hertogdommen, in geen geval zijne wapenen tegen
die gewesten zou kunnen gebruiken, ten einde ze tot
het handhaven van den wapenstilstand te noodzaken.''4
Blijkens eene den 27Sten aan den Mecklenbtirgschen
landdag gedane officiële mededeeling, hebben de beide
Meclrienburgsche regeringen, op uirnoodiging van Pruis
sen, den tusschen dien Staat en Denemarken gesloten
wapenstilstand geratificeerd
Berlijn, den 2 Augustus Eene ministeriele cor
respondentie van den isten dezer meldt, dat den vo
rigen dag een afgevaardigde van het Sleeswijk-Hol-
steinsche stadhouderschap uit Kiel aldaar is aangekomen,
met de kennisgeving dat de Hertogdommen zich aan
de voorwaarden van den wapenstilstand onderwerpen,
en dat de regering dier landschappen de goede ver
standhouding met Pruissen in alle opzigten zou trach
ten te handhaven.
Jutland is thans reeds geheel door de Duitsche troe
pen ontruimd.
Uit Baden omvangt men hoogst treurige berigten.
Na de demping van den opstand had men zich gevleid,
dat de toestand der bevolking zich eenigermate verbe
teren zoude. Dit is echter in geenen deele het geval;
overal hebben talrijke arresiarien plaats, zelfs van per
sonen die weinig of geen deel aan denzelven hebben
genomen. Behalve dien is er, tengevolge van de strenge
militaire maarregelen aan de grenzen, geenerlei handel
of vertier. Weinigen zijn meer in -staat te betalen,
en velen, zeer velen, ja zelfs gansche gemeenten zouden
gaarne het land verlaten, indien hun de middelen daartoe
niet ontbraken. Bij het gebrek aan geldwordt het
zelfs den gegoeden onmogelijk, hunne bezittingen te
verkoopen. De regering, die slechts in naam bestaat,
doei bijna niets ter verbetering van het lot der ingeze
tenen, dat inderdaad hoogst beklagenswaardig is.
FB AJNRRTJlv.
Parijs, den 31 Juhj. Men verzekert, dat de
Voorzitter voornemers is geweest, om op den 15 Mei,
den verjaardag des Keizers, zijn oom, eene groote
wapenschouwing te houden over de te Parijs in be
zetting liggende troepenen de natjonale garde; dat dit
denkbeeld echter eene heftige tegenkanting heeft ont
moet in den raad van de ministers; dat de Voorzitter
het daarop heeft laten varen. Vermoedelijk staan de
geruchten, nopens cenen aanstaanden coup d'état
hiermede in verband. Het verdient inmiddels ver
melding, dat die geruchten nog altijd stand houden.
Ook blijft men verzekerendat Koning Lodewijk
Philips heeft verlangdom Frankrijk te bezoeken.
Hij zou naar men thans verzekert, onder den naam
van den graaf van Ponthieu herwaarts komen en zich
verbinden om slechts twee dagen bier te lande te
verblijven, ten einde de graftombe te Dreux te be
zoeken, in welke de lijken van zijnen zoon, den hertog
van Orleansen van zijne zuster, prinses Adelaide
zijn bijgezet.
Dezer dagen stond zekere Antoine Bteregt
voor de correctioneele regtbank, als beschuldigd van
bedelarij. Hoe oud zijt gij vroeg de president.
„Negen en zeventig en een,half jaar," was liet ant
woord. „llebt gij geen beroep?" „11; had er
een, en een goed ook ik verkocht liedjes; maar
tegenwoordig doet iedereen dat en het geeft geen droog
brood meerDaarom heb ik er van afgezien." Be
kent gij gebedeld te hebben?" „Wel zeker, want
ik heb het voorbedachteltjk gedaan, om naar de gevat"-
getiis gebragt te worden." „Gij zijt reeds herhaalde
lijk wegens hetzelfde vergriip veroordeeld Reeds
zes malen, president! niet meer en niet minder; juist
zooveel keeren als ik rovolutien gezien hebdaarom
houd ik er niet van."„Wat wilt gij zeggen?"
„Wanneer eene revolutie begint, dan gaat het goed:
men ruimt den ouden boel uit het magazijn op, zoo
als de Marseillaisede Chant du Départde Car
magnole, enz.; men verbroedert zich met de burgers,
die dan heel beleefd zijnen goed drinkgeld geven
is de revolutie tot s'and gebragt, dat voedt ons het
nieuwe gouvernement gedurende eenigen tijd; maar als de
zaken wederbaren ouden loop hernemen en gendarmerie
en policie georganiseerd zijn dan is het ook uit mer
het verkoopen van liedjes en met liet goede leven niets
schiet dan over als de hand op te houden, en zoo ben
ik zes malen veroordeeld."
Bij onderzoek bleek, dat de beschuldigde zijne ver-
oordeelineen ondergaan had in de jaren 1789, 1793,
1814. 1815, 1830 en 184S.
Thans is hij weder veroordeeld tot eene maand ge
vangenisstrafwaarna hij in een bedelaarsgesticht zal
geplaatst worden.
De president is heden avond te half zes ure
weder in deze stad gearriveerd. Hij is overal ontvan
gen met den kreet: leve de republiek!
Te Nantes is de president der republiek met de
grootste geestdrift ontvangen. Eene onafzienbare
menigte was Ir-iti in weerwil van de ontzettende
stortregens aan de landingsplaats te gemoet gegaan
waar de munic:paliteit hem opwachtte. Herhaalde
kreten van leve de president leve Napoleonwer
den van alle kanten aangeheven. In het hótel der
prefectuur hetfr de president eene officieeie receptie
gehouden en bij die gelegenheid onderscheidene kruisen
van het legioen van eer uitgedeeld. Na den afloop
der receptie nam de president deel aan een diner, hem
door de stad aangeboden. De buizen rondom de pre
fectuur waren fraai versierd en bezet met een groot
getal aanschouwers. De maire van Nantes, een toast
ter eere van den president uitgebragt hebbendegaf
deze ongeveer het volgende antwoord
De reis naar Nantes was rijk aan roemvolle herin
neringen. Niet zonder aandoening zie ik voor mij de
groote rivier, waarachter de laatste dappere bataillons
van net groote leger eene wijkplaats zochtenheden,
mij in uw midden bevindende, beschouw ik met ge
voel het standbeeld van Cambrone. Die herinneringen,
door u zoo hoog geschat, overtuigen mij, dat wij,
zoo liet lot dit wilde, andermaal door de wapens, te
regt den naam van groote natie zouden dragen.
Dan er is nu een nog grooter roem te behalen
wij behnoren ons te verzetten tegen binnen- en buiten»
landschen oorlog. Wij moeten groot worden door den
vooruitgang van onze nijverheid en van onzen handel.
BELGIE.
Brussel, den Augustus. Zeer velen koesterden