N". 53. 1849. GOESSC II E C O 1' 11A N T. Maandag 2 Julij. IS' IlilU WSTIJ I) IS (i K i\ De uitgave deter Courant geschiedt Maandags\ en Donderdags avonds. De Prijs per Kwartaal l is/' J,75: Franco per Post f .1,90. J 0 Gewone Advertenti'èn worden a HO els. de rtégetjjr geplaatst. Geboorte-Jln welijks- en Doodberiglen 1 van J 6 regels a f J .20, behalve het Zegelre^t Jj, -:t 'K) j Vorstin naar het door woelingen en armoede zoo lang en hevig geteisterde Ierland verbonden zijn, in dsjHaad ais een belangrijk nieuws te beschouwen. ti. Mi- zal, naar men verneemtomstreeks den 4 Augustus van Bristol naar Cork oversteken, van daar over Kil - larney zich naar Dublin begeven, aldaar eene groote receptie houden en vervolgens in Schotland de jagt- districten van haren geniaalprins Albert, bpzoeken. „Er kan geen twijfel zijn (voegt liet ministeriële be rigt er bij) of onze beminde Koningin zal op het zuster-eiiand met geestdrift ontvangen worden, en wij vertrouwen, dat dit bezoek de heilrijkste vruchten zal dragen." NEDERLANDEN. 's Gravenhage den 28 JunijEenige dagen geleden heeft er in liet naburig dorp Leidschendam een zonderling voorval plaats gehad, en dat, hadtle men geene volkomene zekerheid van liet feit, schier ongeloofeliik minstens overdreven zou kunnen voor komen. Erlieefi eeneplegtige begrafenis plaats gehad, met al hetgeen bij dergelijke treurige gelegenheden ge bruikelijk is; eene zaak echter ontbrak en daarom kou liet ook minder eigenaardig eene liikstatie lieten, het ontbrekende was liet lijkMen had zich ver genoegd met de kist ter aarde ie bestellen, en den overledene te huis te laten. Alles was behoorlijk af gedaanen aan het sterfhuis was lietals altijd bij dergelijke omstandigheden, naar en treurig. Maar liet toeval wilde dat een kind des overledene bij het vader lijke bedleger kwam en toen in de onschuldige eenvoud der jeugd zeidevader slaapt nog! En inderdaad, liét bleek maar ai te zeer, dat men, door welke aan leiding dan ookliet lijk had vergeten te kisten en alleen het houten omhulsel ter stille rustplaats had gebragt. Zoodia was niet die onbegrijpelijke begrafeniswijze ontdekt of de feil werd hersteld, ennaar men ver. neemt, moeten er zelfs door liet plaatselijk bestuur, maatregelen genomen zijn tegen diegene wien men te regt of te onvegtin die zutuerlinge nalatigheid het grootste aandeel gaf. Vlaardinggn den 30 Junij. Gisteren avond te» gen 7 ure airiveeute alhier 's Riiksstoomschip Cerberus als ïsie jager uit de haringvloot, aan boord hebbende 5S3 tonnen haring. Dj gewone geschenken zijn daarvan aan Z. M. den Koning, liet Vorstelijk Huis, enz., afgezonden terwijl de eersie verkoop lieden nacht il 700,00 per ton, voor zekere hoeveelheid plaats had. Genoemd stoomschip had de haringvloot den 26 dezer op de hoogte van Hitland verlaten. De aanhou dende noordelijke winden, komi en ruw weder, hadden de vloot verspreid en de visscherij tot dusverre 2eer belemmerdwaardoor men zich had moeten bepalen, om slechts eene geringe kwantiteit af te zenden. De jager werd aan het havenhoofd, door eene groote menigte met belangstelling begroetdankbaar dat dit aloude bedrijf onzer vaderen nog gedurende de wisse ling en mededinging van tijden en volken is kunnen behouden worden en met den vurigen wenscli, dat deze belangrijke onderneming door 's Hemels zegen verder moge bekroond worden. De gezondheid der vlotelingen (ruim 1600 personen) was zeer voldoende. De Hollandsche haringvloot bestaar alsnog uit 110 schepen, als: 67 van Vlaardingen, 13 van Maassluis, 6 van Zwartewaal, 4 van Middel harnis1 van Delfs- haven7 van Enkhuizen, 7 van Amsterdam, 4 van de Rijp en 1 van Wormerveer. Goes den 2 Julij. Bij Koninklijk besluit van den 26 Junij 1849, No. 58, zijn, tot vereenvoudiging in het beheer van 's Rijks directe belastingen, in- en uitgaande regten en accijnsen te rekenen van den 1 Augnsius 1849, opgeheven: (onder meerderen) de betrekking van controleur voor de binnendienst te 's Gravenpolder en te Tliolen in de provincie Zeeland. "ITALIË. De Fransche regering heeft nog altijd geen nadere berigien uit Rome bekend gemaakt, dan die van den 22 dezerwaarin de aanvankelijke uitslag van den .storm en de vermeestering van twee bastions gemeld werd. Dit stilzwijgen begon te Parijs eenige onge rusihsid te verwekken, en had het in omloop geraken van ongunstige geruchten ten gevolge, als bijv. dat de Romeinen de bij den storm van den 21 door de Fran- schen vermeesterde bastions later weder hernomen zou» hen hebben. Intussclien acht men liet steeds waar schijnlijk, dat.er 11a den 22 nieuwe onderhandelingen geopend zijn', waarvan de regering den uitslag wil af- wachten, alvorens deswege iets bekend te maken. De langs den gewonen weg uit het leger voor Rome ontvangen berigien loopen tot den 19. Aan een der- zelve ontleenen wij de volgende bijzonderheden: De strijd neemt ongelukkig meer er. meer eer. karakter van verbitteringen woesrln i;l aan, dat weinig in overeenstemming is met den roem van beschaving der beide oorlogvoerende partijen. In den aanvang was men overeengekomen dat na elk gevecht een vva penstilstand van twee uren zou plaats hebben, ten einde men aan weérszijden voor hei weghalen der gekwetsren zou kunnen zorgen. Daar men echter ontwaarde dat de Romeinen van die schorsingen der vijandelijkheden gebruik maakten om hunne beschadigde werken te herstellen, heeft men er van moeten afzien. Wij ziin thans meester van bijna al de instellingen in den omtrek van Rome, te welen de Villa Vascello, de Villa Pamfili, de Villa Corsini, liet Casino S. Antonio, den Monto Mario. Ook de Villa Poniatowski bij de Porta del Popoio, is thans ingenomen, waardoor wij gelegenheid hebben om andere belangrijke punten, zoo als de Villa Borgheseen de Piazza del Popoio, te bestoken. Overi gens hebben de Romeinen allerwege alles vernield alvorens terug te trekken. Geen standbeeld, geen spiegel is geheel gebleven zelfs tot de kelders heeft zich de verwoesting uitgestrekt; et waren er waarin men tot aan de knieën in den wijn baadde. „De Romeinen h-bben drie bruggen over den Tiber in de lucht doen springen. Onze pontonniers hebben daarentegen 111 zeer korten tijd eene nieuwe brug >v<r die rivier geslagen. Eene poging van den vijand mn dezelve door biundschepen te vernielen is virijdeli geworden. „De belegerden hebber, eene nieuwe versterking van geschut ontvangen, en we], zoo als men in ons leger beweert, uil Ancona, van waar de Oostenrijkers, die zich niet weinig over den langzame» voongang onzer wapei en verheugden, hetzelve vrijelijk zouden hebben laten vertrekken. Zeker is liet dat een gedeelte van dat geschut in onze handen gevallen is. De ge meenschap, tiie nog tusschen Rome en net overige gebied van den Pauselijken Staat bestond, is afgebro ken sedert het vernielen van den Tonto Salaro. De bewoners van het omliggende platte land en van plaatsen als CeriA'banoViterbo enz. hebben gebrek aan allerlei benoodigdhedenwaarvan zij zich te Rome voorzagen, en die zij nu in het 18 uren verder afge legen Civiia Vecchia moeten gaan halen. Daar ter plaatse zijn zij echter aan een zeer gestreng en lastig onderzoek onderworpen, sedert men eene zamenspan- jiing tot het overrompelen der Fransche bezetting van die haven ontdekt heeft. Tot overmaat van ongeluk voorde landbewoners wordt het platte land afgeloopen door troepen slecht volkdie voorgeven soldaten van Garribaldi te zijnoveral schattingen eischengeen Romeinsch papieren geld maar alleen klinkende munt willen aannemen, en bij weigering daarvan de grofsie buitensporigheden plegen. „Allerwege hoort men den wenscli uiten, dat op de eene of ar.dere wijze een eind aan den tegenwoordige» staat van zaken moge komen." DU 1TSCHL AND Berlijn, den 27 Junij,. Met liet bevorderen van de vestiging eener Dubsche Constitutie is men nog weinig gevorderdniettegenstaande de opstand van Baden reeds groorendeels door Pruissische wapenen is bedwongen, en men nog slechts meester van de Rijks vesting Rastadt behoeft te worden, 0111 dien opstand als gefnuikt te kunnen aanmerken. Als of her niet genoeg ware, dar Beijeren met Oostenrijk tegen Pruis sen zamenspant, ooi; van de zijde van Hanover schij nen zich weder zwarigheden op te doen, en moet de wenscli zijn geopenbaard, om, ingeval Oostenrijk zijne Constitutie wilde wijzigen de leiding der Duitsche buitenlandsche aangelegenheden aan dien Staat en aan Pruissen op te dra a enmet een verantwoordelijk di rectorium waarvan Oostenrijk Pruissen en Beijeren elk éën lid, de koninklijke Staten een vierde'en de niet koninklijke een vijfde lid zouden benoemen. Dit alh-s kan alleen strekken, om de beslaande verwarring en onzekerheid te doen voortduren. Met een derge hik directorium zotuienien, indien Oostenrijk en Pruis sen zich niet nier elkander konden verstaan niei ver komen. In ieder geval is Oostenrijk nog verre van eene wijziging zijner Constitutie, en aan een afwis selend hoog bewind tusschen beide die Staten zal tocli wel niet in ernst kunnen gedacht worden. Frankfort, den 27 Junij. Van eene doorgaans wel onderrigte zijde wordt verzekerd, dal de bezetting Rastadt de poorten dier vesting voor de vlugtende op standelingen heeft gesloten doch zich daarentegen bereid heeft verklaard, om de Pi nissen ie ontvangen. Deze iaatsten moeren aar. die bezetting zeer aannemelijke voorwaarden voor de overgaaf lubben gesteld. Verder wordt nog verhaald, dat de generaal uit het Oosten rijksc'ne leger in Italië, welke gisteren avond bij den Rijks bestuurder is aangekomen, (ie tijding heeft mede gebragt, dat een corps van 10 000 man Oostenrijkers op heden te Constanz moest aankomen, om in Baden binnen te rukken't welk een grooten invloed zou kunnen hebben op het spoedig bedwingen van de thans in het zuiden van dat groothertogdom vereenigde op standelingen. Een en ander berigt schijnt echter be* vestiging te behoeven. Van den Rijn, den 28 Junij. Den 26 dezer stonden de vooiposten der opstandelingen nog te Ett- lingen op twee uren van Karlsruhe. Men meende, d.ir her bedwingen van den opstand in het zuiden van Badenwegens het bergachtige van den grond nog nioeijelijkheden zou kunnen opleveren. Frankfort, den 28 Junij. Er zijn hier brieven ontvangen, welke melding maken van twee nederlagen, die door de insurgenten moeren geleden zijn en ten gevolge waarvan de Pi llissen zich meester gemaakt heb beu van de srerke vesting R'astadr. De insurgenten die aanvankelijk voornemens waren zich nog in het zwarte woud te verdedigen, hebben afgezien van allen wederstand en zich in alle rigringen verspreid. Berlijn, den 28 Junij. D- heer Simons, minister van justitie, heeft aan de verschillende rijksprocureurs eene aanschrijving gezmideH, om tegen die Pruissische leden der Duitsche nationale vergadering, die aan de beraadslagingen te Stuttgartt hebben deelgenomen, eene instructie wegens hoog verraad aan te vangen. ENGELAND. Londen den 27 Junij. Een onzer ministèriële bladen verkondigt liedendat 11. M. de Koningin voornemens is dit jaar Ierland te bezoeken. Reeds dikwijls was daarvan gesproken maar nooit schijnt in ernst aan zoodanige reis te zijn gedacht; althans, zoo dikwijls delersche bladen daarvan gewag maakten, werd het gerucht hier spoedig tegengesproken, en nim mer is het ontwerp, indien het wezenlijk bestaan mogt hebbenten uitvoer gebragt. De bedoelde aankondi ging baart mitsdien groot opzien en is, uithoofde van de staatkundige overwegingen die aan eene reis der

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1849 | | pagina 1