8C)8s'e Plaats-Loterij.
Het oivwerp van gemeentewet behelst verdei ook
de volgende bepaljngen
In enkele gevallen kan om gewigtigc redenen door
Z. M. worden vergund dat de betrekking van bnr
gemeester en secretaris door denzelfden persoon worden
bekleed.
Wanneer daartoe noodzakelijkheid bestaat, kan Z. M
iemand tot Burgemees'er benoemendie nog geen
ingezeten der gemeente is. mits hij de overige vereischten
bezitte, om in die gemeente kiezer te zijn. Zoo noodig,
kan Z. M. hem tevens vergunnen, in eene naburige
gemeente zijne woonplaats te houden. Ook kan Z.
M. denzelfden persoon tot Burgemeester over meer
dan ëéne gemeente benoemen.
De raadsleden worden verkozen voor den tijd van,
acht jaren; telken vier jaren treedt de helft af.
Burgemeester en Wethouders worden ook voor acht
jaren benoemd; telken vier jaren treedt de hel ft van
dat collegie af. De Wethouders verliezen deze be
trekking, zoodra zij ophouden raadsleden te ztir.
De Burgemeester, geen raadslid zijnde, heeft alleen
eene raadgevende stem.
De raadsvergaderingen moeten in het openbaar ge
houden worden.
Goes den 28 Juntj.
Overwinning op de Balinezen Inneming
van Djagaraga.
Batavia, den25 April. Het geschut van de citadel
te Weltevreden en van Zr. Ms. korvet Nehalennia
heeft op lieden de zege verkondigd, door de Nedei-
landsche wapenen op Balie behaald, door het stormen
derhand innemen van Djagaraga.
De berigten dienaangaande luiden hoofdzakelijk aldus:
Nadat de onderhandelingen door de vorsten va:i
Karang Assam en Beltling, met den opperbevelhebber
der expeditie aangeknoopthet vermoedelijk hadden
doen worden, dat de oorlog op eene meer of min min
11 el ijk e wijze zoude worden,beslecht, dom de vrijwillige
overgave van de versterkingen van Djagaraga, welke
bepaald was op den 15 April, werden op d, n 13 de
kapitein-adjudant van Cappellenbenevens de luitenant
kolonel, chef van den staf der expeditie, de Brauw
de luitenant kolonel kommandanr der artillerie. Mets
en de majoor der genie Steinmetznaar Djagaraga ge
zonden, om op te nemen, welk begin, volgens de ge
troffene voorwaarden, met het opmen en slechten der
vijandelijke liniën en redoutes gemaakt was.
Deze officieren werden vyèl ontvangen, doch slechts
in eene der voorste redoutes toegelaten, welker ingang
geopend was, terwijl ook de geheele weg van Sanysir
tot Djagaraga door de Balinezen in orde was gemaakt;
van werkelijke slechting van versterkingen konden zij
niets bespeuren; hun werd ecluer de plaats aangewezen,
waar de beide Radja's het voornemen hadden den op
perbevelliebber af te wachten.
De opperbevelhebber zond den volgenden morgen
den 14, dezelfde officieren, en gelastte den kapitein-
adjudant van Cappellenom met ronde woo:den ken
nelijk te maken aan den Gaestie Djilanritk, met wien
hij volgens afspraak handelen zoude dat lie' niet met
het voornemen van den opperbevelhebber strookte, den
schijn aan te nemen van een bezoek bii de vors-en af
te leggen of zelfs door het hijschen van de Neder
jandsche vlag op een of ander gedeelte van de werken
te Djagaraga, slechts een vertoon van bezirname te
maken; maar dat eene degelijke onvoorwaardelijke
overgave werd geëischtzoodat de gezondene officieren
van Ae genie en artillerie de punten zouden doen aan
wijzen waar voorloopig bres zonde moeten worden
geopend; terwij! de opperbevelhebber wijders nier ver
koos bij zijne komst de Radja's te ontmoeten met
bunnen zoogenoemden stoet, noch eenig gewapend volk
meer te zien."
Het verzoek om tijd tot beraadslaging, bevestigde
het vermoeden, dat de Balinezen trachtten, door eene
schijnbare onderwerping, voldoening te geven, ten einde
zich in hunnen trots niet voor hun eigen volk of andere
inlandsche volkeren re vernederen ook hadden zij wel -
ligt de inschikkelijkheid van den opperbevelhebber jegens
hen als zwakheid aangemerkt; zij beproefden, wel is
waar. de aangevangene misleiding vierder voort te zetten;
aan hunne verdere ontwijkende boodschappen werd
echter geen gehoor gegeven.
De versterkingen van Djagaraga waren intusschen
gebleken op een sterk rijzend terrein te zijn aangelegd,
ten oosten en ten westen afgesneden door ravijnen
welke tot bedding van twee bergstroomen strekken
van welke de westelijkste uoor Sangsit Dalam loopt.
Vroeg inden morgen van den 15 werd het 7de bataljon
.infanterie, onder bevel van den luitenant-kolonel le Bron
de Vexcla,, en geleid door den chef van den staf, den
.luit.-kolone! dc lira uw, langs den linkeroever van dezen
stroom afgezond.»om de vijandelijke positie» van
dié zjjde tè -Verkennen, en zooveel doenlijk om te trek
.kaoizijdudden sro «appears en 2 handmortieren bij zich.
De opperbevelhebber zeif rukte met twee andere ba
taljons, het 13de en 5de, en met de veldbatierij, in het
front der vijandelijke versterkingen op, en nam voor
loopig positie op ongeveer 800 passen van dezelve
meer of min gedefileerd door eene verlatene lunette
vóór welke de weg afgesneden was door eene zeer zware
coupure, van het eene naar het andere ravijn loopende.
Men maakte evenwel terstond werk om over dezelve
eene brug te werpen.
Omstreeks half elf werd het vuur vernomen van de
omtrekkende kolom van hel 7de bataljon en liet de
opperbevelhebber van zijne zijde het geschut nog drie
honderd passen voorwaarts rukken en insgelijk bet vuur
openen, alleen echter met werpgeschut en holle pro
jectielen, door vier houwitsers en eeneit mortier van 20
duim, ais overtuigd dat kernschoten tegen de zware
kleiwallen niets zouden bateh.
Op het berigtdat het ji\é bataljon itï min of meer
hagchclijken toestand verkeerde, werd het 5de linker
iiali bataljon, onder hevel van den majoor Roq-ué
derwaarts gezonden, t Ier vuur werd onderhonden tot
over zes uur in den avond, nadat de vijand eenen uitval
had gedaan en beproefd 0111 onzen linkervleugel om te
trekken, alwaar hij met verlies werd teruggeslagen; aan
het in front bestormen van de vijandelijke sterkten kon
niet worden gedacht; een tot dat einde gedaan vertoon
had ten doel afleiding te bewerkstelligen ten gunste van
de overtrekkende kolom.
De troepen, onbeweeglijk onder het vijandelijk vuur
gesteld gaven een schoon blijk van moed en volhar
ding reeds vroeg was de luit.-kolonel Meis, kommand,
der a till. rie. getroffen; spoedig daarna de majoor van het
13de bataljon infanterie Sorg en de kapiteinen l'forsten
bosReiger en Crenade iste luitenant-adjudant van
Rouvernoy de iste luitenant Munter en de 2de luite-
nants Eritzen en Donlebenalle van dit bataljon, van
hetwelk de jste luitenant Swieten en de 2de luit.
Vrager en 18 onderofficieren en manschappen sneuvel
den rerwijl nog 85 man werden gewond.
Inmiddels waren nog drie konipagniën van het te
Sangsit in observatie gelaten 3de bataljon op het slagveld
gekomen; doch het invallen van den nacht deed het vuur
van alle zijden stalmn en werd er op de plaats gebi
vouacqeerd, zonder dat nog regtstreeksche berigten
waren verkregen van den uitslag der beweging, aan
den linkeroever van den bergstroom van uit Sangsit
door het 7de bataljon gemaakt; evenmin als van het ter
ondersteuning gezonden 5de linkerhalf bataljon.
Het bleek echter later, dat de omtrekkende beweging
door die troepen, op den westelijken flank der vijandelijke
lioiën gemaakt, niet den gunstigsten uitslag bekroond
was, zoodat zij reeds in den avond van onderscheidene
vijandelijke redoutes aan die zijde meester waren, niet.
tegenstaande eenige sterke uitvallen van den vijand.
Vóór het aanbreken van den dag vervolgden zij hun
voordeel ditmaal regtstreeks ondersteund door troepen
in het front, welke den regtervleugel der vijandelijke
linie en forten binnenrukten, onder aanvoering van den
iuit. kolonel van SwietenBij het 7de bataljon en net
bijgevoegde gedeelte van het 5de bataljon sneuvelden
de 2de luitenant Derens en 8 onderofficieren en man
schappen gekwetst werden de luitenant kolonel, chef
van den staf, de Brauwde kapitein Happé en 40
onderofficieren en manschappen.
Na aftrek van den nachtkan het gevecht geacht
worden 11 uren te hebben aangehouden met het aan
breken var. den dag wapperde de Nederlandsche vlag
van alle versterkingen van Djagaraga.
Officieren en manschappen hebben zichvolgens
getuigenis van den opperbevelhebber, uitmuntend ge
kweten.
De kampong zelf en de kraton zijn verlaten gevon
den en de vorsten, zoo men verneemt, ir. de rigting
van Karang Assem gevlttgr.
Het 3de bataljon is als bezetting gelaten in de
voornaamste redoute van Djagaraga, met het nooiiige
veldgeschutde overige troepen hebben hunne kwar
tieren te Sangsit Dn lam weder betrokken, ais gevende
die plaats, door de nabijheid der zee, meer gemak voor
toevoer van levensmiddelen als anderzins.
Onder de gesneuvelde onderofficieren bij bet 7de
bataljon is b grepen de zich weder door buirenge
vvone stoutheid onderscheiden hebbende serjant Voetoe
Soeranga, Balinees van geboorte, doch sedert lang in
Nederlandsche dienst, en onlangs door het gouvernement,
voor uitstekenden moed, bij de tweede expeditie tegen
Balie ten toon gespreid met eenen eere klewang be
giftigd.
De gekwetsten en zieken zijn grootendeels aan boord
van een transportvaartuig, op sleep genomen door Zr.
Ms. stoomschip Phoenixonder bevel van den luite
nar.» ter zee eerste klasse May, naar Soeraba.ya over»
gebragr. De luitenant kolonels Meis, de Brauw, de
majoor Sorg, de kapiteins Happé en Reiger en de
tweede luitenant Donleben zijn overgevoerd naar Bata
via met ditzelfde stoomschip, hetwelk herwaarts ste.
vende om de tijding van deze overwinning ten spoe
digste over te brengen.-
Door noociloirig toeval in het bivouac, heeft de iste
luitenant der infanterie E. C, K. lp, van Schimmel-
man het leven verloren.
Naamlijsten van de gesneuvelden en gewonden zijn
nog nier ontvangen.
Ziine doorluchtige hoogheid, de luitenant-generaal
hertog Bernard van Saxen IVeim ar Eisenach bij
's Konings simt van tien 5 December 1848, no- j,
benoemd tot kommaedant van het leger in Nederlandsch-
Indië, is op den 14 April,langs den overlandweg.
alhier aangekomen. -
i£en postscriptum eenerEngelsche corresponden
tie aan het Dondentclje bad de Express meldt nog
omtrent de expeditie van Bali, net volgende, als heb
bende plaats gehad na de inneming van Djagaraga.
Wij vernemen nog, dat de Radja's van Bejilintr
en Karang Assam d- wapens hebben neergelegd zonder
weerstand te bieden, en zich onvoorwaardelijk aan de
Hollanders hebben overgegeven. De Hollandsche vlas
waait nu op Bahdit nieuw grondgebied zal in vijf
residentiën verdeeld worden, en de havens zullen vrij
zijn. Generaal Michtcls keert naar Padang terug, daal
de oorlog geëii-dtyd is. Door Bali Beliiing is herhaal
de'ijk de bescherming der Engelsclien ingeroepen, maai
de Gouverneurs Gen raai van Indie hebben die alliantie
niet willen aannemen. Nu zijn de Hollanders in her
onbetwist bezit van een eiland, dar sedert lang ais de
graanschuur van den Oosterschen archipel werd be
schouwd."
(Dit berigt gaat verder dan de per Landmail hier
te lande omvang, n V; igtcn het zou niettemin waar
heid kunnen bevattenen afkomstig kunnen zón uit,
Singapore vaar ve 7 Lande! op Bali gedreven wordt,
en waar men 1 egt <111 cks latere berigten uit Bali kon
hebben dan die men hier te lande over Soerabayn
Batavia cn SB/ga/o/e ontvangen heelt. Nederl
prijzen van iooc rn daarboven.
Trekking der Tweede Klasse.
lste Lijst. No. 7027, een Prijs van f 1250. IV
19343 een Prijs ran 25,000. No. 10371, 16881.
15441 en 11421 ieder een Prijs van f 1000.
2de Lijst. 17288, een Prijs van f 5000. No. 17454,
een Prijs van 1250. No, 17997, ieder een Prijs
van 1000.
3de Lijst. No. 10585, een Prijs van f 2500. No.
4147 15524 4860 en 19870, ieder een Prijs van
f 1000.
AJ)V ER TENTIEN
lieden beviel zeer voorspoedig van eenen
ZOON, E. SNOEP, geliefde Echtgenoot van
28 JunijS[849 K" BR0,£S B0RT-
Op Zaturdag den 7 Julij 1849 des voormiddags
ten 1 1 ure in liet Logement de Korenbeurs bij
den Heer Brekeü, te Goes, zal de ondergeteekende
RENTMEESTER trachten aan te besteden:
IIet AFBREKEN eener Bouwmanswoning
Bahkeet, enz., benevens het. OPBOUWEN
van een zoodanig GEHEEL NIEUW
WOONHUIS met AANHOORIGHKDEN
en de Leverantie van al de daartoe bc-
noodigde Materialen zulks op de
Hofstede bewoond door den Pachter
IV ill e bi i)e Jonge, in Yerseke-Soute
onder de Gemeente Yerseke.
Het bestek en de voorwaarden zullen van stonden
aan ter lezing liggen ten Kantore van voorscbreven
RENTMEESTER te Goes, informatien bij den-
zelven en bij den Heer Architect L. Ph. de Lannée
de BétraNOOURT aldaar te bekomen zijn, en de
aanwijzing in Loco plaats hebben op Woensdag den
4 Julij bevorens.
Goes, 27 Junif 1849.
,5.' FitAlVS.Ki\ TAA DE PUTTE.
Een KNECHT, het Timmeren en Metse
len verstaande, benoodigd bij W. van Loo, Tim
merman te Nisse.
Te Goes bi 1
Kleeuwens Zoon.