Maandag II i\". 47. 1849. G O E S S CIIE CO II KA NT. Aan Zijne Excellentie den Minister van Justitie. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandags en Donderdags avonds. De Prijs per kwartaal is f J,75: Franco per Post f .f.90. f Gewone Advertentie» worden aMO ets. de regel I geplaatst.. Geboorte-, Huwelijks- en Doodherigtèn y van A 6 regels a f J,20, behalve het Zegeh eg/. Jan hl Behactje der Goessciie Courant. In uw dagblad uit het Weekblad van het Regt opgenomen zijnde mijne Schels en Beschouwingen omtrent eene algemeene meer eenvoudige en minder kostbare regeling van het Hegtswezen in ons Rijk is het misschien nu ook niet ondienstig mede te deelen, de insgelijks door mij in December jl.aan het Mi nisterie van Justitie ingezondene Overwegingen om- trenl de vestiging der eventuele Bcgts-Collegien cv onze Provincie, leidende tot beloog: I. Dat liet behoud van de drie thans bestaande Rcgibanken of der Regterlijke Collegien die dezelve zullen vervangen, in Zeeland, te Mid delburg Goes en Zierikzee uithoofde der insulaire positie en zeer exceptionele toestand van Zeelandnoodzakelijk en wenschelijk is. II. Dat, ingevalle van suppressie van ééne derzelve, die te Middelburg en te Goes gevestigd, aldaar behooren gevestigd te blijven, en III. Dat ingevalle er slechts ééne voor geheel Zee land mogt worden daargesleld dezeive in het midden dier Provincie en dus in de Stad Goes zoude behooren te worden gevestigd. UEd. ontvangt dezelve hiernevens tot dat einde terwijl de Staat van Berekeningen daarin vermeld, als te omslagtig en alleen in cijfeis bestaande, voor eene plaatsing minder geschikt, doch bij mij op aan vrage ter inzage te bekomen is. Goes, den 7 Junij 1849. J. J. van DEI NS E. De ondergeteekende Mr Joannes Jacoijus van .üeinse, Lid der Arrondissemenls-Iiegtbank te Goes, Provincie Zeeland heeft de eer aan uwe Excellen tiemet den meest verschuldigden eerbied voor te dragen Dat de ondergeteekende geboren en opgevoed te Middelburg, Hoofdplaats dezer Provincie, na ruim vijfentwintig jaren te Goes als ad'-okaat gepract.iseerd te hebben nu sedert tien jaren is Lid der Arron- dissements-Regtbank aldaar, gedurende welken lijd hij de betrekking van Regter-Cómmissaris, belast met de Instructie der Strafzaken vele jaren heeft waar genomen en thans nog waarneemten alzoo mag geacht worden, met de Justitiële aangelegenheden zijner Provincie bekend te zijn: Dat hij van harten is toegedaan het beginsel van vereenvoudiging en bezuinigingdoor uwe Excel lentie bij deszelfs Programma van den 13 Mei 1848, op den voorgrond gesteld en als zoodanig ook in stemt met de beginselen, aan den dag gelegd bij het veislag van den Raad der lijdelijke Ministers van den 13 November 1848, ten aanzien der regeling van de Justitiële aangelegenheden van ons Rijk. Dat hij in deze omstandigheden mag hopen, Uwe Excellentie het niet onvoegzaam zal oordeelen, indien hij zich verpligt acht, aan Uwes Excellenties oordeel te onderwerpen zijn personeel gevoelen gegrond op eene veeljarige ondervinding en locale kennis ten aanzien der regeling van het Justitie wezen in deze zijne Provincie. I. Dat uithoofde der insulaire positie van Zee land, als uit vele eilanden, door de armen der Schelde en tnsschen stroomen, van eikanderen afgescheiden, te zamen gesteld deze Provincie in een zeer exccp- tionelen toestand verkeerten de vestiging van drie Regtbanken te Middelburg, Goes en Zierikzee waarvan ééne op elk der drie voornaamste eilanden zoodanig als die thans zijn in&erigt, bij de vroegere Regterlijke Organisatie in 1811 (en dus op een oogenblik, dat de uiterste bezuiniging van Frankrijk ten aanzien van deze ingelijfde Provincie plaats greep, en Slaats-VJaanderen met eene bevolking van 54193 inwoners, onder Zeeland, noch niet, gelijk thans ressorteerdedoor besef der noodzakelijkheid was voorgeschreven en de nuttigheid en doelmatigheid daarvan nu ook gedurende de 37 jaren, dat dezelve aldaar hebben bestaan js bewezen geworden. Dat alzoo het behoud van die drie Regtbanken aldaardoor de insulaire positie van Zeeland als van eene onvermijdelijke noodzakelijkheid te zijn moet worden geiicht, en het voortdurend bestaan van die drie Regtbanken aldaar moet doen verlangen en aan bevelen. 11. Dat bij aldien onverhoopt, ook des niette genstaande ten aanzien vari Zeeland uithoofde van gehodene bezuiniging, en in het sijsthema van Uwe Excellentie ten aanzien der Inrigting van die Regts- Oollegien de Suppressie eeneii van dezelve mogt wor den voorgeschreven het behoud alsdan der Regt banken te Middelburg en Goes, de laatste als in het middenpunt van Zuid-Beveland Schouwen Duiveland, Tholen en de kantons Hulst en Axel ge legen allezints als auunemeluk door noodzaak en behoefte geboden mag worden beschouwd gelijk dan ook reeds bij de wet van den 18 April 1827 op de zamenstelling van de Regterlijke magt en van het beleid der Justitie, de noodzaak lot het behoud van die beide Regtbanken te Middelburg en te Goes was erkend. Ifl. Dat wanneer echter, (bij opdragt aarr den Kanton-Regter der zaken van mindere aangelegenheid, thans nog bij de Arrondissemcnts-Regtbankeri beregt wordende)op den voet als bij gemeld verslag door den Raad van Ministers bedoeld tot de vestiging van slechts ééne Begtbank of Justitie Baad in Zeeland mogt worden besloten alsdan naar het bescheiden personeel gevoelen van den ondergeteeken- deu en alle onzijdige deskundigen, die vestiging in het hidden van die Provincie, en alzoo in de. Stad Goes zoude behooren te geschieden wil dezelve geheel en volkomen voldoen aar, alle de plaatselijke belangen en gelegenheid van Zeeland aan het gemak en voordeel der Justitiabelen aan de behoef ten en vereischten van eene goede en prointe Regts- hedeeling in het geheele Ressort dezer Provincie en het w elbegrepen belang en voordeel van 's Rijks- Srhntkist lot het evident bewijs waarvan, men eer biedig vermeent, het navolgende beloog zal strekken. Dat Goes, eene gezonde, ruime, welgelegene stad gelegenheid aanbiedende tot de noodige localen, waar bereids tot de vestiging eener cellulaire gevan genis. de noodige grond aan het Rijk is aangewezen en in liet van 's Rijkswegen daartoe opgemaakt bestek is aangenomen volkomen in het midden van alle de eilanden steden en dorpen dezer Provincie ge legen zich als het ware van-zelve aanwijst als de meest geschikte plaats, tot de vestiging van zooda nig Coliegie Dal de één eenige schijnbare tegenbedenking welke daartegen door óevooröordeelden naar het gevoelen van den oridergeteekendenzou kunnen worden gemaakt, zich daartoe zoude bepalen, dat niet Goes, maar Middelburgis de zich noe mende Hoofdstad dezer Provincie gelijk zulks ook dezei zijds erkend wordt thans het geval te zijn, in zooverre aldaar thans nog is gevestigd het adminis tratief Hoofdbestuur, vertegenwoordigd door Zijne Excellentie den Heer Staatsraad Gouverneur van Zeeland. Dat evenwel deze bedenking geheel vervalt bij de overweging dat de Regterlijke magt, daarvan geheel onafhankelijk is daarmede in geen verband hoege naamd, middelijk of onmiddelijk staat, en het dus 'ten dezen aanzien, ook geheel onverschillig is en blij ven moat, in welke plaats, dot Administratief Gezag, thans feitelijk gevestigd is, of later gevestigd worden zal; dat dos die omstandigheid, evenmin als de titel van Hoofdstad, geen regt of geldende aanspraak kan geven om ook dat Régts-Collegie over de geheele Provincie aldaar gevestigd te zien evenmin als het aan een bijzonder persoon, de bevoegdheid zou kun nen schenken om daarbij benoemd te worden al léén op grond van adel of patrice geboorte, of omdat met andere voordeeien bereids begiftigd ware. Dat, konden hier redenen van conveniëntie gelden, des geensints, die alsdan veel sterker in voordeel van Goes, dan van Middelburg zouden pleiten dat men echter oordeelt, geene derzelve alhier te mogen opnoemen daar toch de beantwoording van het on derwerp hier in geschil, van geene redenen van coti- venientie mag of zal afhangen. Dat men alzoo mag vertrouwen dat in dezen stand van zaken, waar het alléén geldt vereenvoudi ging en bezuiniging, gelijkheid van reg/enhet meeste gerief en het minste ongerief der Justitia belen en den meest gerrgelden en onkostbaarsten loop en bediening van het regtook alléén daar van zal worden afhankelijk gemaakt de beantwooi- dingder vraag. In welke plaats liet Rcgts-Oollegie »voor de Provincie Zeeland zal worden gevestigd? Dat van de drie steden Middelburg Goes en Zierikzee, waar thans de Arrondissements-Regtbari- ken voor Zeeland gevestigd zijn, alléén Middelburg en Goes in aanmerking komen kunnen, alzoo hel, uil den ten dezen overgelegd wordende Slaat van Bevolking van Zeelanden «Ier Afstanden van die drie plaatsen tot de velschillende Gemeenten in Zee land, boven allen twijfelzonneklaar blijkt: «dat de afstanden van meest alle de Gt meen'en in Zee- land, tot Zierikzee, alle zoo énorm verre te boven «gaan de afstanden derzelve van Middelburg en »Goes en de afgelegenheid en kostbaarheid om die «stad, uit de meeste oorden dezer Provincie, en wederkeerigte bezoeken zoo evident isdat dezelve verre beneden Middelburg en Goes ten «dezen aanzien moet achterstaan zoodanig dat men «daarover in geene nadere vergelijking zal behoeven «te komen, en van de vestiging van het Regts- Coliegie voor Zeeland in die stad, geene sprake «kan zijn." Dat alzoo ter waardering en beantwoording der voorgestelde vraag, alléén maar overblijft na te .gaan, de verhouding tusschen Middelburg en Goes om te komen tot het besluitwelke van die beide plaatsen in Zeeland, het meest gelegen is, tot de vestiging van gedacht Regts-Collegie? Dat ten dezen aanzien uit voornoemden en hierbij overgelegden Staat, almede blijkt: 1°. Datde enkeldep) afstanden van alle de Gemeen ten in Zeeland, tot Middelburg, tezamen 739) uren bedragen terwijl die op Goes maar 679* bedragen en dus op Goes 60 uren zestig uren minder. Terwijl óe zamengesfelde(*) afstanden van die zelfde plaatsen tot Middelburg bedragen 903,883 men. en die op Goes maar874,671 en dus op Goes 29,205 uren. negen en twintig duizend twee honderd vijf uren min der. Welke getallen, bij de berekening van het belang, moeten woiden verdubbeldalzoo bij de betalingen der getuigen in strafzakenwelke deze afstanden moeten afleggen (volgens art, 91 van het decreet van 18 Junij 1811 en art. 2 van dat van 7 April 1813, houdende tarief dier kosten,) die afstanden Kukelde afstand is de afstand van een per soon za meng es led de afstand is die voor </Ue de personen in elke plaats te zamen genomen

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1849 | | pagina 1