JV". '37. Maandag 7 Mei. GOESSCIIE COUR De uitgave dezer Courant geschiedt Maandags en Donderdags avonds. De Prys per Kwartaal 1 is f J,75; Franco per Post f d,90. J i iktë> i, ij-1 'i s Gewone Jdvertentiën worden a 20 cis. dc'^reget\ I geplaatst. Geboorte-, Huwelijks- en Doodberig/èh 1 van J 6 regels a f J,20, behalve het Zegelregt. J ■üqs»' 11 K1U WSTIJ 1>I t>' ITALIË. De Framche troepen zijn in Rome, Men verze kert ten minste stellig, dat de Fransclie regering het berigt van deze gebeurtenis heeft ontvangen. De in bezitneming der hoofdstad heeft zonder eenigen tegen stand plaats gehad. Intusschen staat het driemanschap nog altijd aan het hoofd der republiek Reeds had het Fransclie gouvernement, eenige dagen ge'eden, de tijding bekomen, dat géneraal Oudinol aan het hoofd van 6ooo man naar Rome in aantogt wasde overige troepen te Civita Vecchia achterlatende, welke hij echelonsge- wijze geplaatst heeftzoodat zij hem in geval van nood kunnen te hulp komen. Ten opzigte van de aanleiding to* deze onverwachte beweging, deelt de Indépcndance Beige een brief mede van een officier bij de Fransclie expedi ie. Volgens dezen zou men nier tevreden zijn over den loop, dien de zaken sedert eenigen tijd te Gaërn genomen hebben. De Paus, die nog kort geleden zeer geneigd scheen om gehoor te geven aan de raadgevingen van Frankrijk moet op dit oogenblik tot eene gein-. 1 andere zijde over* hellen. Ook was de Fransclie reg< ring reeds voor dat het eskader Toulor. verlietdoor haren afgevaardigde onderligt, dat indien de expeditie te Civita Vecchia werkeloos bleef, de Paus welligt op eene wijze te Rome zou terugkomen, die minder be voi lerlijl; was voorde vrijheid dan wel voor de orde. DUÏTSC11L A IN D Stuttgart den 30 IprilDe Koninklijke Fa milie blijft steeds te Ludvvigsburg en de gewone maat regelen voorspellen dat zij er lang za! vertoeven, en dit verwekt onder de inwoners der residentie ongenoe gen want de hoofdstad (zegt een correspondent der Keulsche Courant uit Stuttgart) is en blijft het hart wier slagen en aandoeningen door het gansche o^ga nismus van den Staat worden gevoeld. Onderscheidene familien maken aanstalte, om deze stad te verlaten, ten einde zich in zekerheid te stellen, tegen alle mogelijke staatkundige gevaren. Prins Frederik heeft nog het kommando der YVur- tembergsche troepen, tegen liet besluit der Kamer, en de Regering schijnt ook geenszins geneigdom hem dat te ontnemen. Zeer ligt geeft zulks nog aanleiding, tot aanmerkingen van het Souvereine Vo'k. Hamburg, den 1 Md. Het terugvinden te Smck holm der kroon juweelen, welke Lodewjk de XVI op zijne vlugt naar Varennes wilde medenemenwordt weder tegengesproken. Berlijn, den 1 Mei. liet straattumnlt is nog niet geheel bedaard, maar verplaatste zich van de Dön hofs plaats naar de Alexanders plaats. Inde Wasmanns en Frankforter straat, heeft men zelfs barricades op- gerigt en is de menigte uit eikanderen gejaagd door (le bajonr.et. Een der oproermakers is gtwotuf, en 32 werden gearresteerd. De Const. Zeitung zegt: „Gisteren liep hier het gerucht, dat er een oproer van Republikeinsch gehalte broeide en dit zou des avonds (p de belagchelijkste wfjze uitbreken 15 gewapende mannen, niet eene roode vlag, beproefden het, de Re publiek voor Duitschland te proclameeren. Te acht uur kwamen zij de Frankforter póórt binnen en hadden al dadelijk een langen sleep van nieuwsgierigen achter zich. In de Weberstrasse wierp men een paar barri cades op. De bedaarde aanmaning van een officier 0111 uit elkander te gaanbaatte nietmaar toen de militaire magt verscheen, en er voor de derde maal getrommeld was, vlugtte alles. Op de roode vlag zag men het portret van Robert Blum en de woordenRepubliekOverwinning of Dood. Die haar droeg, en vergeefs gesommeerd was haar neder te leggen, zou doorstoken zijn. Anderen zeg gen dat hij drieniet doodelijkewonden bekwam. Om 11 uur was dit Republikeinsch oproertje waarbij nog al gestolen is, afgeloopen. Frankfort, den a Mei. De vrees voor eene ge welddadige ontbinding der Nationale Vergadering is merkelijk geweken. Men hoopt hef Ministerie te be houden met Gagern aan *t hoofd. Berlijn, den 3 Mei. De ongeregeldheden, welke sedert eenige avonden in de omstreek der Landsberger straat plaats haddenhebben zich gisteren avond her haald. Op verschillende plaktsen werden barricaden op geworpen zonder dat men echter pogingen aanwendde 0111 ze te verdedigen, daar'de schuldigen grootendeels knapen warendie bij de nadering der militaire magt, onder een luid gejoel, zich uit de voeten maften, om na het vertrek der soldaten, hetzelfde spel op nieuw te beginnen. Men vermoedt, dat het doel' van deze manoeuvres is, de militairen en de constabels af te matten. NEDERLANDEN. Rotterdam den 3 Mei. In de Bredasche Cou rant leest men het volgende: Het vaderland en bijzonder het leger zal met deelneming vernemendat een der voortreffelijkste krijgsoversten van onzen tijd, die den roem der Neder latidsche wapenen, zoo onder de Fransche heerschappij, als ten behoeve van het vaderland, door groote dap perheid en beleid, luisterrijk gehandhaafd heeft, over leden is. De baron David Hendrik Chassé is niet meer. Hij is na eene ongesteldheid van weinige dagen, in den nacht tusschen den 1 en a Mei, in den hoo- gen ouderdom van 84 jaren, te Breda bezweken. De generaal Chassé werd den 18 Maart 1765 te Tiel geboren j reeds op den ouderdom van tien jaren trad bij als kadet in de krijgsdienst. In 1781 ver wierf hij den rang van luitenant, in 1787 dien van kapitein, in 1793 werd hij kolonel en nam in 1796 deel aan den veldtogt in Duitschland onderden generaal Daendels. Bij de landing der Engelschen en Pruissen in Noord Holland, in 1799, ontwikkelde hij veel krijgs talent en betoonde eene bijzondere üapperheid; ver volgens nam hij deel aan den veldtogt in Duitschland en was bij bet beleg van Würzburg in 1800. Even zeer onderscheidde hij zich in de veldtogten van 1805 en 1806 tegen Oostenrijk èn Pruissen in Duitschland. Maar vooral heeft de generaal'CAtff/^ zich een grooten naam verworven in den oorlog in Spanje, alwaar hij als generaal majoor de Nederlandsche brigade komman deerde, en vele blijken gaf Van de grootste stoutmoe digheid vooral in de gevechten te DurangoMissa d'lbor, Talavera de la ReynaOcana en bij de Col de Maja, waar hij het legerkorps van den gntid'Erlon redde. Koning Lodcwijk Verhief hem tot baron, Kei Ster Napoleon benoemde hem tot officier van, het legioen van eer. In 1814 uit Spanje naar Frankrijk-ontboden, onderscheid le hij zich weder uitstekend te Bar sur Aube* en werd aldaar gekwetst. Na der. val van Napoleon in het vaderland teruggekeerd, werd hij in 1814 door Koning Willem 1 tot luitenant generaal bevorderd. Bekend is het roemrijk'aandeel dat generaal Chassé aan deii slag van Waterloo ham toen htjop het einde van den slag, in liet hagcheljjksr ©Ogenblikzijne di visie deed voorwaarts rukken en de Fransche garde van de hoögtë afdreef; bekëhd en nog' versch in hét geheugen is zijne kloeke houding te Antwerpen, tijdens den Belgischen opstand in het jaar 1830, toen hij door zijne krachtige handeling den voortgang van den opstand stuitte; wereldkundig vooral de bewaringen de verde diging van Antwerpens kasteel, bü der Franschen aan val in 183a, die den roem van zijn'naam door geheel Europa verbreidde. Reeds in Julij 1831, tot generaal der infanterie bevorderd, werd hij dóór Z. M. Koning Willem I, voor de roemvolle verdediging'dier sterkte,' met liet grootkruis der militaire Willemsorde vereerd, en na den--terugkeef. uit Frankrijk, in 1834, hem het opperbevel over dé vesting Breda opgedragenwelke betrekking hij tot in het jaar 1839 bekleedde; ook was de generaal Chassé door den Koning tot lid der Eerste Kanier benoemd. De laatste dagen van zijn aan krijgs daden zoo rijk én roemvol leven heeft de generaal Chassé in stille fust te Breda doorgebragt." 'sGravenhage, den 4 Mei. In de zittihg van de Tweede Kamer der Staten Generaal van gistérèii nam de. Heervan Dam van Isselt zijn afscheid van de Kamer, met nagenoeg de volgende woorden: Mijne Ileeren Ik heb voor eenige ©ogenblikken het woord gevraagd, niet 0111 te spreken over de wet* welke thans in beraadslaging is, maar om, bij deze gelegenheid, aanleiding:teemden, een enkel woord te vigten tot deze vergadering. Voor rojj is dit een ernstig en plegtig oogenblik omdat het de laatste maal zal zijn dat ik tot u het woord zal voeren. (Spreker wordt hier in zijne rede afgebroken door overstelping van gevoel. Hij is zoo sterk aangedaan, dat hij beurtelings het woord opvat, 0111 het even daarna weder af te breken. Eindelijk zich vermannende., vervolgt hij.) Zoo als ik zei.de, het zal heden de laatste maal zijn, dat ik tot dez4 Vergadering spreek. Ik verzoek dan ook den lleér Voorzitter, dat hij mij niet tot de orde onzer beraadslagingen terug roepe. Het is nu onge veer twintig jaren geledendat ik voor het eerst zi1- tjngin deze Kamer nam. Ik kan met gerustheid terug zien op mijne afgelegde baan als Volksvertegenwoordiger. Ik draag liet bewustzijn in mij om, dat ik steeds met alle mijne krachten getracht heb, het welzijn van hei volk. dat mij zoi» dierbaar is, en van het sramhnis van Oranje, waaraaii ik steeds met trouw verbonden was, te bevorderenik heb steeds mijne beste pogin gen aangewend om aan de Natie die regten en vrijheden te bezorgen, waarop zij-billijke aanspraak had; ik heb me; vele van mijne geachte ambrgenooten steeds geijverd 0111 te geraken tot die herziening der Grondwet, welke strekken moest.0111 der Natie die regten en vrijheden te verzekeren. Dat is gelukt, en wij verheugen ons thans in eene gewijzigde Grondwet, die, mijns eracb- tens, niets meer vordert dan getrouwe nakoming en milde uitlegging, om dienstbaar te zijn aan de bevor dering van het welzijn des Vaderlands. Ik heb gemeend, ciat daar mijne Staatkundige loop - baan gesloten moet worden; doch de reden,die mij heden nopen om 11 daarvan kennis te gevenstaan in verband met oorzakenwelke ik liever hier niet zal opsommen. Laat ik alléén dit zeggen Er bestaan hier te lande twee partijende een van vooruitgang die te ver wil gaantie ancie(é ijje men te regt met de benaming van die van achteruitgang kan bestempelen. Geen dier twee partijen. Mijne Heeren. kan ik hier vertegenwoordigen. Ik hoop, dat God geve, dat geen van beiden hier oöit de bovenhand bekome; want-, zoo dit ooit liet geval ware, geen twijfel, naar mijn inzien, of het zou uitlöopen op het onheil des geliefden Vaderlands Deze Vergadering en de Regering, dit is mijn hart- grondige wensch ga voort, met bedaarden en vastbe raden tred op de baan van constitutionele ontwikkeling, en 'zoo zal zij datgene betrachtenwat strekken kan tot. heil van Volk en Vaderland. Het zij mii nu nog vergund een woord van erken* telijkhejd te rigten aan lien, die mjj, door een schier algemeen? keuze, naar hier hebben gezondenmij daardoor schenkende èVi't groot bewijs van achting et» vertrouwen. Aan u. mijne ambrgenooten! die zoo lange met mij werkzaam waart, zeg ik hartelijk dank voor de vriendschap elisie achtingdie ik steeds van heb mogen ondervinden. De herinnering daaraan zal steeds levendig blijven in mijn hart, en ook mijne nieuwe ambtgenooten zeg ik dank voor hunne belang, stellende welwillendheid en het mij geschonken ver trouwen. Ik zal in de rust, die mij wacht, met be langstelling uwe handelingen en beraadslagingen volgen en ik zal mij hoogst gelukkig rekenen, als ik daaruit zal ontwaren, dat uwe gezamenlijke pogingen strekken zijllen tot hei) des lands Ten tot bevestiging der Con stitutionele Monarchie f\y (Deze toespraak maakte een zeer diepen indruk op de vergadering en op alle hoorders, en schier alle leden gingen naar den Heer van Dam om hem hunne deelneming en leedgevoel te betuigen.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1849 | | pagina 1