GOESSCHE COÜRAMT.(fl Maandag 19 Si'. 23. De uitgave tiener Courant geschiedt Maandags en Donderdags avonds. De Prijs per Kwartaal is f J,75; Ft anno per Post f .1.90. Gewone Adverlentièn worden a HO ets. de geplaatst. Geboorte-, Huwelijks-en Doodberiglèh 1 van J6 regels >t f J,20, behalve het Zegelregt1 's GRAVËNHAGEden J5 Maart J849. Bij de Regering zijn ontvangen tie.twee navol gende bulletins I. Tilbcrg J.5 Maart 1849. In tien nacht van den 13den op den I 4den Maart, heeft Zijne Majesteit de Koning eene zware bezet ting op de borst gehad die eene aderlating aan den arm noodzakelijk maakte. Deze bloedontlas ting beeft eene groote verligting te weeg gebragt. Echter vorderde eene tweede aandoening des ayonds nog eene aderlatingwelke insgelijks groote ver ligting te weeg bragt. Op heden den 15 Maart, ten 2 ure des mor gens bevindt Zijne Majesteit zich onder eene al- gemeene huiduitwaseming, waardoor eene meer vrije ademhaling is gevolgd. IJTilburg, J5 Maartten 9 ure des morgens. Gedurende het overige van den nacht heeft de Koning niet geslapenen is de koorts tegen 5 ure vermeerderd maar langzamerhand is de aandoe ning verminderd de ademhaling ruimer dan gis terenen de transpiratie, die gedurende de ver- helling had opgehouden, sedert dezen morgen ten 7 ure terugkeerende. Zijne Majesteit heeft verscheiden malen eenige oogenblikken geslapen. 's Gravenhagk den J6 Maart 1849. des morgens ten 10 ure. Heden morgen is bij de Regering ontvangen het navolgende bulletin Tilburg, J5 Maart, ten 6 ure des avonds. De dag is zeer vermoeijende geweest; de koorts en de bezetting waren veel sterker, vooral tegen het midden des dags; ten twee ure vertoonde zich eene ruime transpiratie die nog is voortdurende. 's Gravenhage den 16 Maart 1849, des avonds ten 6 ure. Zoo even is bij de Regering ontvangen het na volgende bulletin Tilburg, den 16 Maart. De nacht is niet beter dan de dag geweest de koorts, die onder de huiduitwaseming verminderde, is omtrent 10 ure 'savonds met vernieuwde kracht teruggekeerd en heeft tot dezen morgen uangehou- t'en' Ten 8 ure des morgens. Met de verheffing der koorts is de moeijelijkheid in de ademhaling toegenomen. 's GRAVENHAGE den 17 Maart. AAW HET WEDER LAW DSC HE VOLK Het heeft den Almagtige behaagd onzen bemin den Koning, AVILI.U9I BESi TWEEDElot Zich te roepen. Na eene flikkering, welke aan eene bedriegelijke hoop voedsel gaf, bezweek Zijne Majesteit heden morgen ten half drie ure. Diepe rouw overdekke het Vaderland bij het afsterven van eenen Vorstdie Zijn Volk boven alles lief had Zijn beminde Zoon WILLEM ALEXANDER PAUL FREDËRIK LODEWI.JK beklimtnaar artikel 13 der Grondwet, den Troon. WILLEM DE DERDE is Koning der Neder landen. De geheele Natie is Hem trouw verschuldigd In Zijnen naam blijven allen werkzaam tot hand having van welorde en rust. Reeds zijn de noodige bevelen gegeven, om aan Koning Willem III de treurige tijding over te brengen, welke Hem tot de gewigtige taak roept, waarop Zijne geboorte en de Grondwet Hem een onschendbaar regl geven. Wij verwachten dat een ieder in zijne betrek king doordrongen van liefde voor het Huis van Oranje, met kalmte en met warme vaderlandsliefde zal medewerken om door eene rustige houding onder den Zegen Godshet welzijn des Vaderlands te bevorderen. Wij zullen, in afwachting van "sKonings komst, onvermoeid tol hetzelfde doel werkzaam zijn. De Minister van Marine J. G. Rijk. De Minister van Justitie D. Donker Curtius. De Minister van Binnenlandsche Zaken J. M. de Kempenaer. De Minister van Oorlog, Voet. De Minister van Finantien van bosse. De Minister voor de Zaken der Hervormde en andere Eerediensten S. van Heemstra. De Minister van Koloniën G L. Baud. De Minister voor de Zaken der Roomsch- Katholijke Eerediensl J. A. Mutsaers. TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL. 'sGravenhageden 17 Maart. In de zitting van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van he den, waarin de gezamenlijke Ministers tegenwoor dig waren, heeft Zijne Excellentie de Minister van Marine als tijdelijk Voorzitter van den Minister raad de navolgende mededeeling gedaan Mijne Heeren De noodlotligste ^lag, die Nederland kon tref fen is ons zoo even berigt. Koning Willem de Tweede is niet meer! Nadat de dag van gisteren de hoop op herstel had zien verlevendigen* heeft in den laatsten nacht eene vernieuwde bennauwheid een einde gemaakt aan Zijner Majesteits dierbaar en voor het Vader land zoo hoogst weldadig leven. Omstreeks half drie ure van dezen morgen gaf Hoogstdezelve den geest. Diepe droefheid overstelpt onze harten en wordt door geheel het Nederlandsche Volk dat dezen uilmuntenden Vorst wist te waarderen gedeeld. De allereerste kennisgeving van dit smartvolle verlies meenen wij aan de aanwezige Vergadering van 's Volks Vertegenwoordigers verschuldigd te zijn. Van dien treurigen pligt komen wij ons kwijlen. Koning Willem III bestijgt den Troon der Nederlanden. De Minister van Buitenlandsche Zaken vertrok gisteren namiddag naar Engeland om Hoogstden- zelve de berigten van den zorgelijken toestand waarin Zijn Koninklijke Vader verkeerde, over te brengen en tot de overkomst herwaarts uit te noodigen. Andere afgevaardigden vertrekken heden, oin het berigt van het overlijden over te brengen. In afwachting van de overkomst van dezen on zen geëerbiedigden Koning bevlijtigen wij ons den geregelden gang van zaken eii de behartiging der meest dringende belangen te beverderen, en reke nen daarbij op de ordelievendheid der Nederland sche Natie, op hareneerbied voor den ontslapen Vorst en op hare gehechtheid aan haren Koning." Daarop is door den Voorzitter geantwoord in de navolgende bewoordingen De Vergadering ontvangt met een diep gevoel van smart de kennisgeving, welke door de ÏSege- ring aan haar is gedaan.' Het verlies van den Vorst, die zoo hoog in de achting en de genegenheid der ingezetenen stond aangeschreven is eene ramp welke algemeen door de Natie gevoeld zal worden. Meer dan immtr beseffen wij allen hoe de een stemmige zamenwerking van Regeringen Vertegen woordiging, te midden van deze beproevende om standigheden, vereischt wordt. Wij zullen daarin gewis niet achterlijk willen bjijven en gaarne de hand leenen tot die maatregelen, welke in het al gemeen belang gevorderd worden; Hoe diep wij ook getroffen zijn door de tijding, welke ons me degedeeld werd, zoo gevoelen wij tevens, dal wij een vast steunpunt vinden in de Grondwet, welke wij allen bezworen hebben, en aan welke wij allen de hand willen houden. Zij rigt onze blikken op den Vorst, die thans de teugels van het bestuur in handen heeft, en zij noemt in Willem III den Opvolger van Willem II. Trouw aan de Grondwet en gehechtheid aan den Koning dien zij ons schenkt, wone dus in aller harten, en steeds blijve ons streven om met alle krachten voor het heil van het Vaderland te waken." Vervolgens is besloten om de door de Regering gedane mededeeling voor kennisgeving aan te nemen en tevens om eene commissie te benoemen tot het ontwerpen van een adres aan Z. M. Wi/lem ter zake van de ontvangen mededeeling. De leden dier commissie zullen Maandag in de afdeelingen benoemd worden. Eindelijk is bepaald om de beraadslagingen over het gewijzigd Reglement van Orde der Kamer, die tegen Jlaandag 19 dezer waren vastgesteld, tot nader te verdagen. Rotterdam, den 18 Maart. Nopens het over» lilden van Z M. den Koning schrijft men ons uit Tilburg bet volgende: De dag van den 16 dezer beloofde eene gunstige verandering in de ziekte van Z. M. De Koning lag op liet einde van dien dag in een schijnbaar ver- kwikkenden slaap. Dannaauwelijks ontwaakt verhieven zich de asthinansche aandoeningen; da delijke hulp werd verleend door de drie heeren doe torendoch binnen een halfuur tijds bad de Vor9t opgehouden te leven. H. M. de koningin en Z. K. H. prins Hendrik werden intusschen geroepen, doch mogten Z. M. niet meer levend aanschouwen. Allertreffendst was bet, de droefheid dezer vorste lijke personen te zien. Niettegenstaande liet nachtelijk uur waren spoe dig de gouverneur en de procureur generaal der pro vincie, en andere autoriteiten aanwezig, en vertrok de heer Merkes, adjudant des Koningsdadelijk naar *s Hage met de treurige tijding later de beer van der Capellcn naar Engelandom Z. K. H. den prins van Orante te ontmoeten. Heden middag (17 dezer) om twaalf uur hebben zich H. M. de koningin en Z. K. H. prins Hen drik en gevolg naar het paleis begeven ten einde het lijk van den overleden koning te zien. In het vertrek waarin liet stoffelijk omhulsel zich bevond, was op verlangen van Hare Majesteit Ds. Schotel. predikant alhier, aanwezig, die, zóodra H. M. bij het lijk was nedergeknieldeen roerend gebed uit sprak, dat diepen indruk op de aanwezigen maakte. Op verlangen van Z. M. ligt het lijk in Hoogst deszelfs gewone tenue gekleed en er zal geene balseming plaats hebben; van eenige beschikking is nog niets bekend.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1849 | | pagina 1