N% 18. Donderdag I Maart. GOESSCIIE C O P» A N T. Dc uitgave de%er Courant geschiedt Maandags en Donderdags avonds. De Prijs per R wartaal is f J,75Franco per Post f .1,90. J ir> /*T"X t&ia T" regels f Gewone Advertentiën worden a geplaatst. Geboorte-, Huwelijks- trFJjoodbqrigtën \van J 6 t egels a f J ,20 ,behaltfe hétZegelregt, JX IK U VVST IJ DIIX G K JV DUÏTSCHLAND. Mamburg den 23 Februarij. In de Algem. Ztg. komt een artikel voorwaarin gemeld wordtdat het Knpenhaagsche kabinet voor het ©ogenblik weinig of geen uitzigt koestert op het sluiten van den vrede. Er is een Deensch commissaris met instrttctien dien be treffende naar Londen vertrokken en er worden toebe reidselen voor het hervatten van den oorlog gemaakt. In Kopenhagen is men nog altijd zeer tegen de Duit- sellers verbitterd. Ook schijnt men op Russische hulp te rekenen; in 1773 moet een geheim familietractaat tusschen het Russische en het Deensche vorstenhuis gesloten zijn, waarin beiden zich tor wederkeerige hulp verleening verpligten. Op grond van dit rractaat heeft Rus'and reeds in het vorige jaar zijne hulp aangeboden; en is toen slechts wederhouden door eene zeer bepaalde verklaring van Engeland. NEDER LAIN DEN. 's Gravenhage. den 26 Februarij. Eene Com missie van leden der Eerste Kamer van de Staten-Ge- neraal heeft jl. Zatnruagden 24sten dezer, het na. volgende, door die Kamer vastgestelde, adres van ant woord op de troonrede bij de opening der tegenwoordige zitting, aan Zijne Majesteit den Koning aangeboden: Sire I Als leden van de Eeiste Kamer der Staten Generaal, bij tiet nieuwe tijdperk dat wij thans intreden voor de eerste maal tot Uwe Majesteit sprekende, ge vu lm wij terstond de behoefte aan U de verzekering te ge- ven, dat wij geen ander doel hebben dan 0111 met warme belangstelling, zonder vku ingenomenheidin beraden overleg met Uwe Majesteit en den anderen tak der wétgevende mngr, voor liet heil des Vaderlands werkzaam te zijn, en onze hooge loeping onder alle omstandigheden te vervullen. Het gewigt onzer taak voor oogen houdende, wor den wij bemoedigd door de gedachte Vertegen woordig-rs te zim van een Volk, dat bij de afueloopeue verkie zingen beeft getoond, niet alleen zijne regten op prijs te siellen. maar ook die te willen uitoefenen net kalmte, in ordelievende» zin. Hei deed ons genoegen te vernemen dat de goede verstandhouding met andere Staten is bewaard gebleven. Bij den onrustigen toestand van Europa mag dit vooral eene weldaad worden genoemd. Wij weiisclien mei Uwe Majesteit, dat, op grond der tractaten de moeijeliiklieden welke de betrek ktngen van het Hertogdom Limburg tot den Duitschen Bond hebben opgeleverd, zullen mogen worden uit den weg geruimd. Het verheugt ons dat rust en Orde, waar die op enkele plaatsen in dat Henoüdom werden bedreigd, oadr, zoowel als elders, met medewerking der landmagt, op prijzenswaardige wijze zijn gehandhaafd. Wn hebben het onaangeroerd laten vaneen gedeelte der geldsommen, met welke de begrooting van Oorlog voor den jaie 1848 werd verhoogd, liet voornemen tot vermindering van die begrooting voor dit jaar. en het aannemen van een gewijzigd minder kostbaar stelsel van verdediging, met bijzonder welgevallen ver nomen. In onze dagen vooral mag in Nederland 1 iet worden vertierendat de toestand der geldmiddelen de meest mogelijke spaarzaamheid en eenvoudigheid vor derr. Verblijdend was voor ons de betuiging van Uwe Majesteit, dat dc zeetnagt door hare diensten alleredel! van tevredenheid blijft geven. Doelmatig itigerigt, is zij voor Nederland van het hoogste belang. Wij wetischen dat die zeemagt tot eene krachtige bescherming voor onze buitenlandsche bezittingen en handelsvloot zal mogen strekken, en dat de aanmer kelijke versterking van oorlogsbodems het beoogde doel zal tl effen. Wanneer wij het oog vestigenSireop het over wegend belang dat er voor Nederland gelegen is in het bezit onzer Oost- en West-Indische koloniën, dan kan het heerschen eener gewenschte rust aldaar niet op te Imogen prijs gesteld worden. Die rust te bestendigen, den bloet dier koloniën te b^yórderen door een wijs bestuur, door de ontwikkeling van alle takken van nijverheid, zij steeds het streven der Nederlandsche Regering. Den tegenspoed betreurende, welken onze wapenen, in weerwil der dapperheid van het ieger, op Bali hebben ondervormenhopen wijdat de beraamde maatregelen tot herstel met den gewenschten uitslag zullen worden bekroond. Ook het gunstigedat zich volgens Uwer Majes teits betuiging in de inwendige gesteldheid des Rijks opdoet, vernamen wij roet her meeste genoegen. Ons verlatende op den rustigen en bedaarden zin onzer latntgenooren, mogen wij verwachten, dat zij zich bij vooi tduring zullen blijven onderscheiden door gehecht beid aati orde en door eerbied voor wet en gezag die gfmuislagen vóór welvaart en ware vrijheid. De lu-roeringen in Europa hebben voorzeker rn ons Rijk eenen nadeeligen invloed op de bedrijvigheid van handel en nijverheid uitgeoefend. Moge herstelde rust beide wederom verlevendigen, en de toekomst betere dagen opleveren. Dankbaar erkennen wijde sparende hand der Voor zieciigheidwelke ons voor groot ere rampen bij de laatste watervloeden heeft behoed. Met hooge belanstelling hebben wij Uwe Majesteit lioorea verkondigen, dat Hoogstdezelve 11a de herzie ning der Grondwet de aandacht heeft gevestigd op de wijze, waarop 'sRjjks uitgaven kunnen worden ver minderd. -• U we Majesteit dank zeggende voor deze bemoeijin- gen, betuigen wij, dat naar onze meening vereenvou diging iu het bestuur en besparing van staats uitgaven, zoo verre de belangen van liet Rijk dit gedoogen, voor ons eene dringende behoefte, ja schier eene voorwaarde van bestaan is te achten. Sire! Wij juichen het denkbeeld toe, dat de wetten ter uitvoering onzer gewijzigde"staatsregeling in milden zin worden ontworpen, en zijn bereid tot de daarstel- ling daarvan getrouwelijk mede te werken. Wij er kennen datook bij vrijzinnige staatsinstellingen, eene krachtige Regering eene eerste vereischte is. Met leedwezen vernamen wij dat de stremming, door de gebeurtenissen der laatste tijden in het onderling verkeer der volken te weeg gebragt, ock nadeelig op de schatkist heeft teruggewerkt, en dat er middelen zullen moeten worden voorgedragen om in de daardoor ontstane tekorten te voorzien. Vordert nu het belang en het crediet des Lands dat de lasten van bet «ogenblik niet op de toekomst worden geschovenzoo hopen wij niettemin dat die middelen zullen kunnen worden gevonden, welke op de meeste doelmatige en voor de natie minst drukkende wijze in de bestaande behoeften kunnen voorzien. Tevens vermeenen wij dat eene ruimere ontwikke ling onzer natuurlijke bronnen van welvaart, door goede maatregelen bevorderd, een volstrekt vereischte is, om duurzaam de lasten der ingezetenen dragelijker te maken, De leus onzer vaderen wasEendragt maakt magt. Levendig gevoelende dat, zoo immer, in onze tijden eendragt behoefte is, zullen ook onze beste pogingen om deze te bevorderen zich met de Uwe, Sire, ver- eeniaen. Moge het Opperwezen onzen arbeid zegenen, tot bestendig geluk des Volks van Nederland en tot heil var. Uwe Majesteit en Zijn doorluchtig Geslacht» zoo naauw aan dat Volk verbonden. Door Zijne Majesteit den Koning is op dit adres het volgende geantwoord Mijne Heeren Ik ontvang met veel genoegen dit antwoord der Eerste Kamer op Mjine toespraak bij de opening van de tegenwoordige zitting der Staten Generaal. Haar adres boezemt Mij een levendig vertrouwen inr da: de Kamer bare'pogingen met de Mijtte en die van den anderen tak der Wetgevende Magt zal ver- eenigen tot bevordering van eendragt, van rust en orde, en van den voorspoed van het dierbaar Vaderland. Zeer gevoelig'ben Ik voor de gezindheden, welke dit adres uitdrukt voor Mij en Mijn Huis. Heden is door eene Commissie van leden der Tweede Kamer het navolgende door die Kamer vastgestelde adres van antwoord op de troonrede bij de opening der tegenwoordige zitting, aan Zijne Majesteit den Koning aangeboden Sire j De Tweede Kamer der Staten Generaal heeft met warme belangstelling de niededeelitigen vernomen, welke zij bij de opening der tegenwoordige zitting van Uwe Majesteit mogt ontvangen, betreffende de belangen en den toestand des Vaderlands. Levend beseffen wit het gewtgt der p'igrenwelke de Grondwet aan de Volksvertegenwoordiging oplegt. Wij vvensclientot vervuiling der groote, veelomvattende taak, waartoe zij den wetgever roept, mede te werken met het doel, dat tusschen de natie en hare regering die innige overeen stemming, welke de kracht der regering is, meer dan immer worde gevestigd. Dit heeft Uwe Majesteit gewild, toen Uw Koninklijk woord de hervorming be sliste; en hieraan moet, in ons oog, de onverwijlde ontwikkeling der vrijheden et! regten, welke de Grond wet aan liet nederlandsche volk waarborgt, hieraan moet de regeling van bestuur, die zij verlangt, dierbaar wezen. Wij gelooven, Sire, dat, wanneer aldus de regering nationale kracht wordt, de moeijelijkheden, welke onze fiiantiiile toestand aanbiedt, kunnen worden te boven gekomen. Die moeijelijkheden zijn vermeerderd door een tekortdoch zullen met dekking van dat tekort niet verdwijnen. Zij eischen vooral, dat en ons stelsel van uitgaven, e?i dat onzer belastingen worden herzien en verbeterd. De natie zal des te gewilliger zijn, naar mate zij meer overtuigd is, dat de offers, die men van haar vergt, te regt worden gevraagd, naar behooren verdeelden doeltreffend besteed. Aan den wil zal het vermogen zich parenzoo de nijverheid haar leerbeginsel, vrije beweging, door wet geving en bestuur ziet eerbiedigen en bij beide een juist begrip harer belangen ontmoet. De koloniën en bezittingen van het Rijk in andere werelddeelen hebben hooge aanspraak op nationale be langstelling. Wij zullen liet onzen pligt achtenvan het huishouden dier gewesten zorgvuldig kennis te nemen, en de maatregelen, welke tot bevordering van hunnen voorspoed noodig zijn, ijverig te ondersteunen. De natie, Sirekan niet vergeten, dat Gij het ziji, die haar riept tot uitoefening van het regt, waaruit wij onzen oorsprong ontleenen. Wij schatten ons ge lukkig, U hiervoor de hulde haver erkentelijkheid te mogen brengen. Koning en Volk zijn tot elkander genaderd; en in deze overtuiging sluiten wij ons aan Uwe Majesteit, om het nieuwe tijdperk, dat Gij open- det, moedig, met vertrouwen op den goddelijken zegen, in te treden. Zijne Majesteit de Koning heeft op dit adres het volgende geantwoord Mijne Heeren! Ik verzoek U aan de Tweede Kamer Mijnen dank te betuigen voor de hulde, welke zij Mij bij haar adres van antwoord heeft gebragt. Ik merk in dit adres tevens met genoegen op, dat de Tweede Kamer het meer dan immer vestigen van eene innige overeens'emmirig tusschen de Regering en de natieals een doel beschouwtnaar hetwelk de Volksvertegenwoordiging bij het vervullen harer gewig- tige pligten moet streven. Ook Ik wensch Mijnerzijds tot het bereiken van dit doel mede te werken. Van zijne goede gezindheid heeft Mij de andere tak der Wetgevende Magt mede de verzekering gegeven. Aldus aaneengesloten, Mijne Heeren! kunnen wij de moeijelijkheden van het oogenblik met minder schroom té gemoet gaanen mogen wij eerbiedig den Godde.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1849 | | pagina 1