GOESSCIIE
COURANT
IV. 00.
Maandag 11 December
I I—mmmmm
1818.
De uitgave deter Courant geschiedt Maandags\
en Donderdags avonds. De Pi'ijs per Kwartaal I
is f J,75; Franco per Post f d,90. J
f Gewone Advertentiën worden a SO ets. de regel
I geplaatst. Geboorte-, Huwelijks- en Doodberig/en I
\van J 6 regels a f d ,20, behalve het Zegelregt.
JNIEUWSTIJDIISGEK.
DUITSCHL A ND.
Berlijn, den 6 December. Van vele kanten wordt
verzekerd, dat de staat van beleg binnen eepige dagen
zal opgeheven worden en Z. M. de koning zijn ver
blijf weder in deze stad nemen zal. Hoewel veel ge.
sproken wordt van eene geregtelijke vervolging der al
gevaardigden, die aan de besluiten van 9 tot 15 Novemb.
deelgenomen hebben zoo schijnt dit gerucht toch van
allen grond ontbloot te zijn.
ENGELAND.
Londen den 6 December. LI. Zondag morgen
kwam de stoomboot tusschen Sligo en Liverpool va
rende te Londonderry aan hebbende een aantal doo
den aan boord. Onmiddelijk daarop begaven zich de
autoriteiter. daarheen er. vonden op de boot 73 lijken
opeengestapeld. I)e reden daarvan bleek de volgende
te zijn. Toen de boot vrijdag avond Liverpool verliet,
had zij, behalve veel vee, ook 150 passagiers aan boord,
van welke hei grootste aantal naar Amerika zoude ver
trekken. Des avonds werden de passagiers zoo woelig
en onstuimig, dat de kapitein beval, dat zij zich naar
beneden moestén begeven. Daar, waren zij in eene
betrekkelijk kleine ruimte, znndtr de noodige versche
lucht, opetng' pakt. en zouden misschien allen gestikt
zijn, indien het niet et 11 der passagiers gelukt ware.
liet dek te bereiken en de bemanning te waarschuwen;
men opende onmiddelijk de luikenmaar het was te-
laar reeds 73 personen hadden het leven verloren.
Dublin, den 5 December. Men blijft alhier voort
durend zeer ongunstige tijdingen uit verscheidene stre
ken van het zuidelijk gedeelte van Ierland ontvangen,
bepaaldelijk uit de districten Limerick. Clare en Kerry,
alwaar de armoede en het zedenbederf onder de inwo
ners dagelijks toenam. Overal heerschte eene groote
moedeloosheid, en bezorgdheid voor hetgeen de toe
komst zou opleveren. De landen lagen voor het groot
ste gedeelte woest en ongt ploegduit gebrek aan
arbeidslieden, daar de pachters geene middelen meer
bezaten om deze te betalen. Vele huisgezinnen waren
reeds buiten hunne schuld, en alleen ten gevolge van
.de omstandigheden tot den bedelstaf gebragr. De
p'attelandbewoners waren grootendeels naar de steden
geweken, ten einde aldaar hulp te zoeken en deroo
verbenden te ontvlugten die in grooten getale rondzwier
ven. Verscheidene dorpen waren bijna geheel ontvolkt,
en de meeste huizen geslecht. In de werk- en arm
huizen konden geene personen meer opgenomen wor
den, daar zij reeds meer dan driemaal zooveel behoef
tigen als gewoonlijk werden verpleegd bevatreden
Vele gegoede lieder. hadden hunne bezittingen te gelde
gemaakt en met hunne huisgezinnen naar andereplaat
sen de wijk genomen. In de s'ad Limerick heerschte
onafgebroken groote drukteten gevolge van de aan
komst van eene menigte landbewoners, die aldaar eene
scheepsgelegenheid zochten om naar Amerika over te
steken. Verscheidene grondeigenaars hadden getracht
hunne pachters over te halen naar Australië te vertrek
ken en aldaar koloniën te stichten. A!s een voorbeeld
van den ellendigen toestand, waarin de inwoners ver
keeren. wordt vermeld, dat op eene stoomboot, welke
van Sligo naar Liverpool voer, en waarop zich meer
dan honderd arme passagiers bevonden, waarvan een
gedeelte naar Liverpool bestemd wasen een ander
deel verder naar Amerika zou vertrekken, een woedend
gevecht had plaats gehad. De eersten hadden getracht
de laarsten van de weinige goederen en levensmidde
len, die zij met zich voerden, te berooven. Ondanks
alle pogingen van het scheepsvolk had men de vech
renden een tijd lang niet kunnen scheiden en had de
strijd meer dan een uur geduurden toen men er
eindelijk in geslaagd was, daaraan een einde te maken,
had men bevonden dat veertig personen bij die gelegen
heid omgekomen waren. Omtrent deze zaak was een
eeregtelijk onderzoek ingesteld.
FRANRRTJK.
Parijs, den 6 December. Een brief uit Turyn,
re dezer srede ontvangen meldr als stellig dat men
Karei Albert had pogen te vergiftigen dat zijne toe
stand zorgwekkend isen dar de geneesheeren die
hem hopen re redden, vreezen, dat het vergif her gestel
van dien vorst ondermijnen zal.
Volgens geruchten, heden in de nationale ver
gadering in omloopzou er een gevecht tusschen de
Romeinsche troepen, die den paus vervolgden, en de
Napelsche soldaten, die zijne vlugr beschermden, heb
ben plaats gehad. Dit gerucht verdient echter nadere
bevestiging.
Volgen het Journal des Dóbats onderstelt men
omtrent de toekomstige verblijfplaats van den Paus het
volgende:
De Paus zou zich te Gaëta.in eene zeer ongunstige
stelling bevinden, en er niet lang kunnen vertoeven;
de stad Beneventa die in het Napelsch grondgebied
ingesloten, tot de pauselijke Staten behoort, zou eenige
voordeelen aanbieden, onder anderen, dat hij daar on
afhankelijk en op eigen terrein zou zijn; maar die
verblijfplaats levert tevens her gewigtige nadeel op, dat
het verblijf aldaar, wat gemak als anderzins betreft,
hoogst ongunstig zou wezen. Het klooster van Monte-
Cassino, waaraan men ook zou kunnen denken, vormt
eene soort van ontoegankelijke woestenijen zou bo
vendien het gevaar opleveren, dat de persoon des Pausen
aldaar niet in veiligheid zou zijn voor een op de na
buiige Romeinsche grenzen gevorinden aanslag. Er
zou dus ten laatste de koninklijke residentie Caserta
nabij Napels, overblijven, als waardig om het hoofd
der christenheid te ontvangen op een uur afstands
van de stad gelegen waarmede zij door eenen spoor
weg gemeenschap heeft. Ook legen die plaats zouden
echter bedenkingen zijn te maken. Eindelijk zouden
Malta, Spanje en Frankrijk in aanmerking kunnen komen.
De aankomst van den Paus veroorzaakt te Napels
eene onuitsprekelijke blijdschap, zoo bij de vrienden van
de godsdienst als bij die der regering, aan welke daardoor
groote kracht en steun in Europa wordt gegeven. Men
is hoog ingenomen met de lieeren von Spaur, d,Har-
court en Martinez de la Rosadie beschouwd wor
den als den Paus zeer veel steun te hebben gegeven
en krachtig tot zijne ontvlugting te hebben bijgedragen.
Wij laten hier eenige bijzonderheden omtrent die ont
vlugting zelve volgendie algemeen verhaald worden.
„De Paus werd sedert verscheiden dagen naauw-
keurig bewaakt en niet uit het oog verloren. De heer
von &paur kwam aan het paleis en gaf levendig zijn
verlangen te kennen om Zijne Heiligheid te zienen
zich met hem te onderhouden omtrent een verzoek om
dispensatie wegens een voorgewend huwelijk tusschen
eene Beijersche prinses en den graaf van Trapani.
Hij werd in het kabinet binnengeleid, maar de deur
bleef open en verscheidene met de bewaking belaste
personen bleven in de voorzaal wandelen en praten.
Het bezoek van den heer van Spaur duurde voort;
na eenigen tijd kwam ook de heer d'llarcourt en ver
zocht om toegelaten te worden hij knoopte intnsschen
met de aanwezigen een gesprek aanhield hen bezig,
trok hunne aandacht van hetgeen in het kabinet voor
viel af, en wist hen langzamerhand in eenen hoek der
zaal te lokken, van waar zij niet Ironden zien wat in
het kabinet geschiedde. Na eenige minuten onderhouds
wierp men met ongerustheid eenen blik door de deur,
trad binnen, en het kabinet was ledig. De Paus was
door eene tegenoverliggende deur verdwenen gekleed
in een eenvoudigen priesterrok en ging voor den ka
pellaan van den graaf von Spaur door. Bij het over
schrijden der Napelsche grens deed zich eene oogen
schijnlijke zwarigheid voorde kommandant der plaats,
een streng man, wilde, na den pas van den Beijerschen
gezant te hebben onderzocht, volstrekt die van den
kapellaan zien de heer von Spaur beet hem eenige
woorden in liet oor; terstond viel de kommandant op
tie knitën en gaf de» Paus den voetkus, waardoor de
aanwezigen zijne tegenwoordigheid vernamen. De Ko
ning heeft gisteren een gedeelte van zijne hofhouding
en al liet imodige met zich genomen om in de beho f-
ten van den Pans te voorzien, die volkomen van alles
ontbloot is.
De lieer d*ilarcourt is eerst gisteren, dt-n 26ste:!,
met den Ttpnare, die te Civita Vecchia lag, te Gaëta
aangekomen. Men heeft hier geene tijding van den
Spaansciien gezant, den heer Martinez de la Rosa.
De berigten uit Rome zijn vrij verward; her gerucht
loopt echter dat de Beijersche legatie giplunderd en
verbrand zou zijn, uit verbittering over de medewerking
tot des Pausen vlugt, van den Beijerschen gezant, wiens
plan, hoewel het geheim was gebleven, echter vooraf
gevormd moet zijn geweest. De maatregelen van aller,
lei aard waren met eene bewonderenswaaadige bedaard
heid door de verschillende leden van her corps diplo
matique genomen, De kardinaal Antonellidies-dnt
den i6den alleen bij den Paus gebleven was, was 24
uren vóór hem te Gaëta aangekomen."
NEDERLANDEN.
Goes den JJ December. Wij zijn van goeder-
hand in staat gesteld, als resultaat der stemming te
dezer stede op den 9 dezer op te geven dat de
Heer PHILIPPUS JOHANNES BACHIENE tot Lid
der Tweede Kamer is verkozen met 324 stemmen
hebbende de Heer Mr. Joannes Jacobus van Deinse
226 stemmen op zich vereenigden de Heeren
IMAN GUALTHERUS JACOB van den BOSCH,
met 324 stemmen en Mr. FRANQOIS NICOLA AS
van der BILT, met 278 stemmen, tot Candidaten
voor het Lidmaatschap van de Eerste Kamer dei-
Sta ten-Genei aal.
""7" IM6SZ0NDEN.
Aangezien er verschil van gevoelen bestaat, over de
Van waarde verklaring der Stembiljetten voor de beide
Candidaten der Eerste-Kamer, zoo kunnen de volgende
aanteekeningen het bewijs leveren, dat, welk gevoelen
men op dat punt voorstaat, de uitslag der jongste
stemming altijd dezelfde blijft ten opzigie der heeren
1. G. J. van den Bosch als ie Candidaat en F. N.
van der Bilt als 2e Candidaat.
Er zijn namelijk voorgelezen
a 101 bilj. iste J.G.J.v.d.Bosch. ade F.N. van der Bilt.
b 174 j» C. L. dc Maere.
ts 3^ A. Kakebeeke.
i m n w „Blanco.
e 164 A. Kakebeeke. F. N. van der Bilt.
f 33 m n j) j, C. L. de Maere.
8 6 it r> Blanco.
h c -fGJv.d. Bosch
i 3 y,F. N. v. d. Bilt. C. L. de Maere.
j 10 Blanco.
k 11 „C. L. de Maere. F. N. van der Bilt.
I 1 Blanco.
m 8 Blanco. „Blanco.
56a biljetten.
Volgens liet gevoelen van het bestuur der kiezers
vergadering waren de biljetten
c en d alléén geldig voor den heer I.G. J. van den Bosch,
g en h A. Kakebeeke.
i en rN. van der Bilt.
k en C. L. de JMaere
En was de uitslag der stemming:
I. G. J. van den Bosch 324.
F. N, van der Bilt 278.
A. Kakebeeke zip.
C. L. de Maere 205.
Terwijl me», de biljetten c% d, gA, k en als geheel
van onwaarde verklarende, tot resultaat ontvangen zoude:
I. G. J. van den Bosch 275.
F. N. van der Bilt 265.
C. L. de Maere 207.
A. Kakebeeke 197.
Om deze reden het ft men geoordeeld, in het ge
voelen van het bestuur te mogen berusten,
o. Verhagen.