Besturen en Administration. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad GOESbrengen bij deze ter kennis van de be langhebbenden Koninklijke Nederlandsche Loterij. J. KWAST, ge, dat het omwerp jqt opiigting vaneen nieuw stand, beeld voor Kou er geen algemeenen bij va! vindt; dit Z. M. de prins van Oranjeeenige ministers met Hunne niinisterienen zeer vele kundige en aanzien lijke personen in de residentiedaartoe niet willen bijdragen; dat de inschrijvingen te 's tlage slechts om streeks t6oo bedragen, en dar een ander plan tot oprig» 'ing vaneen gcdenktecken aan de uitvinding der boek» drukkunst in 't algemeen gewijdde hoogste goedkeu ring en zells aanmoediging heeft gevonden. Dit plan is: 'tonsierlijke monument in den Haarlemmer Hout, in 1823 opgeriat, te vervangen door een sierlijk gedenk- teeken van rood zweedsch graniet, in godiischenstijl der 15de eeuw (die der uitvinding) met 4 nissen in elk van welke een gedenksteen, dragende den naam van Coster als uitvindervan Gutenberg als mede uitvindervan Schoeffer als volmakeren van den Keulschen kronijkschvijver Zeiwiens onwraakbaar getuigenis Haarlems aanspraken staaft. DrCour.} Op ieder mensch rust dé verpligting, liefderijk én waaidig zijne gestorvene natuurgenooten te behandelen, en vooral zorg te dragen dat dezelve niet, ijssrlijk denk beeld! levend begraven worden. Hoe schandeli k wordt er helaas over her algemeen met gestorvenen gehandeld Nsauweüjks houdt men den stervende voor dood, of her Hjk wordt, nog eer het koud is, omkleed, in het doodsgewaad gewikkeld en veelal ineen of ander hoek var. het vertrek op stroo neergelegd, en dan denzelfden or oen volgenden dag in eene kist gesloten; dat nu door de koude, vooral des winters, de wezenlijke dood bij den in schijn gestorvene zeer verhaast moet wor den, zal we! geen betoog behoeven en waarlijk, kon den allen, dien dit vreesselijk lot te beurt viel, het ons van uit de graven toeroepen, God alleen weet, hoe groot dit aantal, sederr de doodigeheerschr heef', wezen zoude. Het eenige onbedriegelijke kenteeken des doods ts de ontbinding. Deze onderkent men, ais.de onder buik opgezwollen en miskleurig, de geheele oppervlakte min of meer gezwollen en met blaauwe. groene en bruinachtige vlekken bedekt is, de zelfstandigheid der spieren week en deegachtig en derhalve bij de minste drukking plat wordt, uit den mond en neus een stitt ketid vocht loopt, de vliezen van het oog gedrukt wor dende, kuilen achterlaten, en het een wezenlijk rotach tigen reuk verspreidt. Deze onbedriegelijke teekenen kunnen zich vroeger of later, dikwijls eerst na -3, 4, ja zelfs 6 dagen openbaren. De overige kerteekenen als: de verdwijning van den pols, koude en stijfheid des ligciiaams, ontbrekende ademhaling, op.nstaande mond, glazige oogeu. blaauwe kleur en vlekken der huid, ongevoeligheid derdeden, verslapping der spieren van den anus, stollend bloed, lijkenreuk en dergelijke, zijn te gader ontoereikende teekenen, om de zekerheid van den dood te bewijzen, en voorzeker zijn velen de slagtoffers van dié vermeende onfeilbare teekenen des doods geweest, en, zonder waarlijk dood te zijn, in de aarde bedolven. In de Allg. Med. Cetitr. Zeitg. 1847 XVI S. 609, eti overgenomen in het Geneeskundig Repertorium Madz. 198, geeft ons Dr. Hofman het volgende een voudige middel op, ter voorkoming van het levend begraven. Ter voorkoming van het begraven van schijndooden zijn voor eenige jaren in onderscheidene plaatsen niet groote onkosten lijkenhuizen opgerigt. In geen der zelve is echter nog tot lieden een schijnbaar doode in het leven teruggeroepen. Hieruit blijkt volgens II. dat Óf de schijndood niet zoo menigvuldig voorkomt als men zulks we) gemeend heeft, óf dat de iorigting der lijkenhuizen ondoelmatig is.. Het eerste moge niet onwaarschijnlijk zijn, maar bet laatste is stellig waar. De gewoonte toch om de lijken te ontkléeden en eenige dagen in huis in eene koude kanier te houden, 01» ze vervolgens in het lijkenhuis, in eene doodkist of op eene plank aan den invloed eener temperatuur van dik wills beneden O, te laten blootgesteld, is voorzeker eerder geschikt om de laatste levensvonk uit :e b'us scheh dan op te «o kkén. Juist op de tegenover.gestrlde wijze behóórt men volgens H. te werk te gaan, en in de aanwending der warmte vindt men het eenige mid del, om, voor zooverre niet sommige asphyxiën eene bijzondere handelwijs vorderen, het leven bij den schijn dooide ïe onderhouden, en ook, indien daartoe moge lijkheid b<siaat, her weder op te wekken. Bovendien maakt de aanwending van dit middel het onderzoek naar of tig andere kenreeirenen van den wezenlijken dood nmreloós. Immers het intreden van ontbinding is het eenige onbedriegelijke teeken van werkelijken dood, en door de aanwending der warmte bij wezenliik gestorvenen bevordert men het ontstaan derzelve zoo spoedig, dat kinderlijkjes, in het bed met warme fl,s scben- verwarmd, dikwijls reeds na verloop van 5 uren, en de lijken van volwassenen na in ió uren in ont binding overgaan. Daar echter de verwarming van de Mjken in bed, oogbal kostbaar is, en het bed daardoor dikwijls bedorven, althans voor eenigen tijd onbruik baar wordt, redenen, waarom deze handelwijze dus minder goed bij den minderen stand in het werk zoude kunnen gesteld worden, slaat H. voor. om 111 alle gemeenten, ten behoeve van den behoeftigen stand, eenen nier wol of watten sterk gevoelden mantel in gereedheid te houden, De lijken behoorden dan, zon der ontkleed te worden, eerst in eenen mantel van was doek te worden gewikk"ld, en dan met warme krui ken rondom het ligchaam, met den lijkenmantel tewor- den omgeven, en konden dan des noods, zoodanig in gewikkeld, in de kist worden geplaatst. De tegenwer ping, die men tegen deze handelwijze zou kunnen aan voeren, dat het kwetsend voor het gevoel is. lijders zoodanig te behandelen, en, als het ware op chemische wijze, het ontbindings proces te bespoedigen, is niet opwegende tegen de vrees, voor het blootstellen van misschien nog levenden aan eenen gruwzauun en on verniijdelijken dood." (Overgenomen uit de Utrtchtschc Courant BEKENDMAKING. Achtervolgens artikel 3 van Z'jner Majesreits besluit van den 6 Januarij 1831 No. 68 (Staatsblad No. a), heeft zijne Excellence den heer Minister van Financien bij resolutie van den 16 December 1847, bepaald de prijzen het opgeld daaronder begrepen waarvoor de collecteurs, splitters endebiianten der Koninklijke Ne derlandsche Loterijde loten en gedeelten van dien voor de vierde week der trekking van de laais'e klasse der 203de loterij, zulten mogen uitgeven te weten BIJ VERKOOP: Geheele Loten 100,00. Halve - 50,00. Vijfde - 20,00. Tiende - 10.00. Twintigste - 5,00. Wordende de belanghebbenden bij deze herinnerd dat bij voornoemd artikel van Zijner Majesreits besluit, uitdrukkelijk is vastgesteld, dat de Collecteurs, Splitters en debitanten gehouden zijn, om zich naar die prijsbe paling te regelen en dezelve gedurig ter inzage voor het publiek beschikbaar te hebben. Goes, den 22 December «847. De Staatsraad Gouverneur van de Provincie Zeelaud Bii delegatie van denzei ven De Burgemeester der Stad G<">es J. C. van oen MEEll MOHR. BEKENDMAKING. Dat het Suppletoir Kohier, wegens het PATENT- REGT, over het jaar 1847 op 184S. voor deze stad, over het tweede kwartaal van dat jaardoor Zijne Excel lentie den Staatsraad, Gouverneur dezer Provincie exe curoir verklaard, den 7 dezer maand, aan den Ontvanger van 's Rijks Belastingen, ter invordering volgens de wet toegezonden is. Wordende ieder belastingschuldige mitsdien vermaand en gelast, om, na bekomene kennisgeving van gemelde» Ontvangerzijn verschuldigde overeenkomstig de be palingen der wette voldoenop straffe van daartoe anderzints te zullen worden gedwongen. Terwijl diegenen, welke hun Aanslag Biljet niet zul len ontvangen of verloren hebben, zich van een dubbeld van hetzelve, ten Kantore van deu Ontvanger zullen kunnen voorzien, en zij die zonden vermeenendat hun Aanslag te hoog of nier overeenkomstig is met hunne opgave, zich deswegens, met in achtneming van de voorschriften ten dien aanzienwegens de Di recte Belastingen in het algemeen bestaandedoor tus- schenkomst van den Controleur der Divisiekunnen beklagen. En opdat niemand hieromtrent onwetendheid voor wendezal deze worden afgekondigd en in de Stads courant geplaatst. Gedaan te Goes, den 23 December 1847. Burgemeester en Wethouders voornoemt! J. C van der MEER MOHR. Ter ordonnantie van dezelven De Stads-Secreraris L. DE FOIJW, BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der stad GOES, maken bij deze aan de Ingezetenen de z;,r Gemeente bekend j Dat het Kohier der PERSONELE BELASTING, 1 litr. A. No. 4, over het dienstjaar 1847, op den 13 dezer maand door Zijne Excellentie den Staatsraad, Gouverneur dezer Provincie executoir verklaard, op heden ter invordering aan den Ontvanger van 's Rijks Belastingen gezonden is. Zullende dus een iegelijk, na bekomene kennisgeving van zijnen aanslag, verpligt zijn, dien overeenkomstig de bepalingen der wet te voldoen, op straffe van au derzins daartoe te zullen worden gedwongen. Terwijl die genen welke hun Aanslag-Biljet niet zul len ontvangen hebben, zich van een dubbeld van het zelve, ten Kantore des Ontvangers zullen kunn n voor zien en zij die zouden vermeenen dat de Aanslag niet overeenkomstig is met hunne opgave of met de plaats gehad hebbem'e tauxatie, opneming en telling, zich deswegens schriftelijk, met in achtneming der voor schriften ten dien aanzien, wegens de Directe Belastin gen in het algemeen bestaande, door tusschenkomst van den Controleur der Divisie, kunnen beklagen- En opdat niemand hierotprrent onwetendheid voor wende, zal deze worden afgekondigd op de gebruike lijke wijze. Gedaan te Goes, den 23 December 1847. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. C. van der MEER MOHR, Ter ordonnantie van dezelve», De Stads Secretaris, L. de FO UW, Jz. PUBLIEKE VERPACHTING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad GOES, zullen, naar aanleiding van een op den 21 dezer genomen besluit van den Raad der gemelde Stad, op Vrijdag den 31 December 1847, des middags ten een ure, ten Stadhuize derzelve Stad, andermaal, doch thans op de tegenwoordig nog in werking zijnde oude Pacht- Conditiën gearresteerd door den Edel Achtb. Raad dezer Stad, in dato den 17 Augustus 1844 behoorlijk geregistreerd, publiek en aan den meestbiedende trachten te verpachten Den Afslag van den Visch op de Visch- marht dezer Stadover hel jaar J800 acht en veertig. Welke Conditiën ter Stads-Griffie ter lezing lig gen tot het uur der verpachting. Gedaan te Goes, den 22 December 1847. Burgemeester en Wethouders voornoemd J. C. van der MEER MOHR Ter ordonnantie van dezelveo De Stads-Secretaris L. de FOUW, Jz. prijzen van f iooc en daar hoven. Trekking der Vijfde Klasse. en 1105, ieder een Prijs van 1000. 15de Lijst. N°. 16331 4037 en 6449 ieder een Prijs van f 1000. ADV ERTENTIEN Heden overleed, in den ouderdom van 44 jaren, mijne dierbare Echtgenoot, Vrouwe LOUISA FR ANGINA VERSCHOOR. Goes, G. II. KAKEBEEKE. 21 December 1847. «KDe ondergeteekende wil gaarne eenige Trbe uren besteden aan de MUZIJKALE OPLEIDING van zulke Jonge Lieden, die lust en aanleg voor Muzijk bezitten maar wier ouders onvermogend zijn om hunne opleiding te be kostigen. Hij noodigt mitsdien dezulken uit, om zich tot het geven en ontvangen van nadere informatie, bij hem aan zijne woning te vervoegen van 27 tol 31 December aanstaande, dagelijks van 'smiddags twaalf tot een uur. Een vereischle isde ouderdom van tien tot twaalf jaren. Organist fy Muzijk-Onder wijzer. Wordt geadverteerd, dat de Verkoc- ping der OLMEN- en ESSCHEJN- BOOMEN, staande in het Haventje van Biezelinge is uitgesteld tot op Maandag den 3 Janna» ij d8'/8des morgens ten 10 ure bij A. Lokersf, te Biezelinge. Te Goes, bii F. Klekowens Zoon.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1847 | | pagina 2