Mortierde kanselier en de heer Delasertwelke zich buiten de kamer bevonden en dit gesprek hoordi n, waren verstijfd van schrikeen enkel woord, eene beweging kon de volvoering van het voornemen des graven ver haastenen dit tooneel duurde ongeveer drie uien. Eindelijk, nadat men dezen tijd met onderhandelingen, met wachten, stilzwijgen, enz, had doorgebragt, slaagde men er in, de kamer binnen te dringen, door eene deur, welke buiten gebruik was, en die men zonder geraas opende, De kanselier van de kamer der pairs eti de prefect van politie traden binnen en waren zoo geluk kig de arme kinderen buiten de kamer te voeren en ze aan hunne moeder weder te geven. Maar de heer Mortier hield nog altijd zijn scheermes in de hand en niets kon hem doen besluiten het los te laten. Van tijd tot tijd maakte hij gebaren, als of hij zich den hals wilde afsnijdendit tooneel duurde nog drie vierendeel uurs. Daarna beklaagde hij zich op eenen hevigen toon over de vervolgingen aan welke hij volgens zijne bewering, ten doel stond, b schtildigdc den prefect van politie zijn huis te zijn binnengedron gen den kanselier van een aanslag op zijne vrijheid re hebben gesmeed en verklaarde, dat hij zich bij den groot zegelbewaarder hierover zoude beklagen. De prefect van politie, de heer Delessertspoorde hem aan, ont den grootzegelbewaarder ie schriiven en zeide tevens, dat hij zich wilde belasten dien heer den brief te doen toekomenhet was eene poging om het scheermes uit zijne handen te krijgen want het zou gevaarlijk zijn geweest hem dit mes met geweld te willen ontnemen. IIij zeide dezen brief wel re willen schrijven, mits de prefect van politie zich naar het uiteinde der kanier begaf. De grootzegelbewaarder, welke men in dien tusschentijd verwittigd had, deed den heer Mor tier uitnoodigen bij hem ts komen, ten einde zich met hem te onderhouden over de zaken, waarover lvj meen de zich te beklagen te hebben. Eindelijk besloot de graaf Mortier het hotel te verlaten op den trap maakte hij het scheermes toe en stak het in zijn zaken op de binnenplaats van bet hótelmaakte men zich in tegenwoordigheid van den kanselier van het hof der pairs, van zijnen persoon meester van waar hij ontnid delijk naar een krankzinnigengesticht werd vervoerd. Parijs, den u November. Eene telegraphische depêche door den zaakgelastigde van Frankrijk bij liet napelsche hof, aan den president van den raad gezon den laar geen twijfel meer bestaan over de oorzaak van den dood van den graaf de BressonVolgens deze depêche zou de graaf in den nacht van den aden No vember, in een aanval van ijlende koorts overleden zijn, en zou de gravin zich met het Stoffelijk overschot van haren echtgenoot, aan boord van de stoomboot Ma gellan inschepenwelke den 6den November Napels moet verlaten hebben. Uit de volgende uittreksels der correspondentie van den graaf de Bresson blijkt, dat hij zich sedert eenige dagen door de kwaal voelde aangetast, waarvan hij zoo ongelukkig het slagtoffer is geworden. Den 25Sten October schreef de graaf aan den president van den raad: Ik ben eergisteren alhier aangekomen. Ik weet niet of het door de veimoeijenis of door de Pontijnsche Moerassen komt, maar ik heb eenige aanvallen van koorts gehad en heb nog niet kunnen slapen. Het is gelukkig, dat mijne vrouw en mijn zoon zich welvarend bevinden." Den 28 schreef hij in eenen brief, waarin hij met eene buitengewone hel ierheid van geest over eene me nigte onderwerpen handeldelk ben nog niet regt gezond geweest, zoo lang ik mij in het zuiden van Italië bevind. Sedert ik Florence verlaten heb, slaap of eet ik niet meer; dit ontstaat uit eene zenuwachtige overprikkeling; die noodzakelijk door eene groote uit putting zal gevolgd worden. Thans zie ik eerst, hoe onregivaardig ik handelde om mij over het klimaat van Madrid te b klagen." De brief door den fvanschen zaakgelastigde, de» heer de Montcssuij aan den president van den raad geschreven meldt ook, dat de graaf sedert zijne komst te Napels ernstig ongesteld was, maar nimmer een ge neesheer had willen raadplegen. Het Journal de Dóbats deelt nog mede, dat de graaf de Bresson reeds voor eenige jaren bijna aan ijfmde koortsen was bezweken en dat hij uit deze ziekte, sus schenpoozende ongesteldheden had overgehouden, welke van tijd tot tijd opstijgingen naar de hersenen veroor zaakten. In een der laatste brieven door den graaf aan zijnen vader, raadsheer bij liet hol van cassatie, geschreven, zegt hij: „Ik gevoel dar ik meer in het noorden dan in het zuiden te huis behoor. Dit schoone klimaat overprikkelt ntijne zenuwen." Den 31 October werd de graaf de Bresson plegtig door den koning van Napels, welke Item met bijzon dere onderscheiding ontving, ter audiëntie toegelaten. Den volgenden dag bragt bij in zijn kabinet door met bet opstellen der depêche, welke van zijne ontvangst bij den koning verslag gaf, begaf zich dien avond naar den schouwburg San Carlowas van daar omstreeks middernacht naar zijn hötel weêrgekeerd en had zich naar bed begeven. Het schijnt dat de graaf, in den na-nacht een aanval van ijlende koorts heeft gehad, ver volgens is opgestaan, een scheermes heeft genomen en zich bij den schoorsteen, den hals heeft afgesneden. Het gerucht door zijnen val op den vloer veroorzaakt, deed de gravin ontwaken, welke naar boven snelde en haren echtgenoot in zijn bloed badende vond, Ver scheidene geneeskundigen werden dadelijk ontboden, doch het was te laatde graaf de Bresson was reeds dood. De Gazette des Tribunaux deelt nog eenige nadere bijzonderheden mede over den aanval van krank zinnigheid van den graaf de Mortier. Volgens dit blad, zouden zich reeds vroeger verschijnselen hebhen opgedaan, welke van eene buitengewone zenuw-over prikkeling bij den graaf getuigden. Tijdens zijn ver blijf re Brugge moet hij zich op zekeren xiaclit met een scheermes in de hand, voor het bed van zijne ge. malin begeven hebben, onder het uiten der hevigste bedreigingen. Telken male a's men dei', naam zijner vrouw uitsprak, werd de graaf buitengewoon driftig, zoodat de gravin, om alle gevaarte vermijden, naar de hoofdstad vertrok. Acht dagen daarna verliet de graat Brugge, door zijne beide kinderen vergezeld en huurde in de hoofdstad eenige kamers in het hótel Cbatam. Hoewel de graaf Mortier geheel hersteld scheen, weigerde hij nog altijd de brieven zijner vrouw te ont vangen, en zond ze haar ongeopend terug eenmaal slechts gaf hij zijne toestemming, dat men haar de kinderen zoude zenden, aan welke hij overigens zeer gehecht scheen te zijn. LI. zondag ontving de gravin van haren echtgenoot eenen brief van verscheidene bladzijden, welke aldus aanvingWanneer gij dezen brief ontvangt, ben ik en mijne beide kinderen reeds dood.Oogen h'.ikkelijk snelde zij door den advokaat Chaix ePEst Angc, den kanselier Pasquicr er. den prefect van po ticie vergezeld, naar het hótel Chatam, doch de graaf had zich met de beide kinderen opgesloten en weigerde de deur van het vertrek te openen. Eindelijk nadat er meer dan een uur vetjoopeo was, opende de graaf zelf eene tweede deur, welke zich in het vertrek be vond en 1111 traden de kanselier, de prefect en de heer Chaix ad Est Ange zeer voorzigtig naar binnen, liet gelukte hen de kinderen uit de kamer te krijgen en aan hunne bedroefde moeder weder te geven. Ook maakte men zich van den graaf meester, op her oogerb'ik dat hijeenen brief, welken hij aan den grootzegelb waar der had geschreven, aan een bediende wilde overhan digen. De arme kinderen verhaalden, dat hun vader hen teeder omhelsd en gevraagd had, of zij niet gelukkig zouden zijn met hem te stervenzijn zoon had h un slechts met tranen en smeekingen geantwoord, maar zijn dochrerje, ongeveer acht jaren oud, verhaal ie la ter, dat zij haren vader niet boos wilde maken, en dus maar gezegd had, dat zij wel niet hem sterven wilde. Verscheidene malen moet de vader ze aangegrepen en hen het scheermes op de keel hebben gezet. De krankzinnigheid van den graaf de Mortier wordt gedeeltelijk aan staatkundige, gedeeltelijk aan par ticuliere en persoonlijke oorzaken toegeschreven, Eeni- beweren, dat hij met zijne familie in oneenigheid leefde; anderen, dat de laatste concessiendoor den Koning van Sardinië aan de liberale pattij toegestaan, alleen eene dergelijke verandering in den geest van den graaf de Mortier hebben te weeg gebragt. De toestand van den graaf was dezen morgen nog niets verbeterd. De graaf Mortieris niet, zoo als men gez gd had, de zoon van den maarschalk, hertog vanTreviso. welke door de helsclie machine van Fie'chi is omgekomen maar wel een zijner neven. Hij was gehuwd uier de dochter van den beroemden ineenier, den baron Cor diertitans directeur van tien spoorweg van Ciinrl roy naar Erquelinnes. De graaf had een gedeelte van den herfst re Ostende en te Brugge dom-gebragt en wachtte slechts, dat zijne gezondheid zou hersteld zijn, 0111 naar Turin weder te keeren. Wij laten hier eene opgave der velschillende lig. tingen volgen, welke sedert het j.iar 1477 voor de ver schillende staten van Europa in Zwitserland zijn ge daan Voor Frankrijk van M77 tor 1830 750.000 man n Oostenrijk v> 1496 11 1803 50 000 11 Pniissen 1502 11 1812 3-5°° m 11 dm Kerkel. Staat Al 1505 11 1843 39.100 n Venetië 11 1573 11 1709 36.300 M Snanje 11 '574 11 1830 126.000 11 Engeland 11 '59' 11 1816 6.950 11 Zweden 11 1632 11 1634 3.600 Voor de Nederlanden van 1676 tot 1829 79.700 man Savooije 1682 1816 51.800 Napels 1731 1829 79.700 Het is bijna overbodig er bij te voegen, dat de meeste dezer overeenkomstenkrachtens welke deze ligtingen hebben plaats gehadopgehouden hebben te bestaan. NEDERLANDEN. Groningen, den 11 November. Den aden No- vmbir is aan het Museum van Natuurlijke Historie alhier ten geschenke omvangen van den heer dr. IV. Swart, te Kollum, een witte reiger KArdea Garzetta, Linnaei)geschoten door den heer G. Siccama landbouwer onder Engwierum (provincie Vriesland). Deze fraaiie, sneeuwwitje, hier uiterst zeldzaam voor komende vogel behoort in Perzië te huis, alwaar des- zelfs lange, zilverwitte, zijdeaclrige rugvederen duur betaald en op de tulbanden gedragen worden. Tot dusverre was van dezen vogel in het Museum alhier geen exemplaar in dat kleed voorhanden. Assen, den 11 November. Met leedwezen voor- zeker zullen alle oudheidkundigen in ons vaderland ver- nemen, dat in eene den 5 dezer gehouden vergadering der Marktgenooten van Roldeondanks het prou-st van eetiigen hunner, :net meerderheid van stemmen is hestoren de beide aldaar op den esch gelegene Hun nebedclen met den daarbij behoorenden grond public aan den meestbiedende te verknopen; en zulks uit hoofde men zich over de waarde dier reusachtige stee- nen bij de voar'genomene scheiding en verdec-iing dei- bedoelde Markte niet heeft kunnen vereenigen. Onmogelijk toch zal het zijndaarna deze Hunn. beddenwelke tot dus verre het massaal eigendom ware der gezamentlijke Marktgenooten, voor slooping te be hoeden, tenzij dezelve door '1 provinciaal of plaatse! |i. Bestuur worden aangekocht, waarvoor echter wemi. hoop schijnt te bestaan. Zoo zullen wij dan misschien deze grijze gedenkte kenen zien vernietigen welke zelfs het Vandalismus der middeleeuwen heeft gespaard en waarop te ver geefs de vernielende tand des tijJs zijne kracht h.cfr beproefd ADVERT ENTI EN Ondertrouwd B. v. ASPEREN VER TONE Goes en 13 November 1847. S. A. VISSER. Algemeene kennisgeving. Langs dezen weg betuig ik mijnen hartelijken dank aan alle mijne Vrienden en Bekenden in de Stad en in dit Eilandvoor de menigvuldige blij ken van achting en deelneming, bij gelegenheid der viering van mijne Vijftigjarige vervulde Evan geliedienst mij verder in hunne hooggeachte Vriendschap aanbevelende. Nisse 5 November 1847. D. A- BtllJT, PUBLIEKE VERKOOPING, op Maandag den 22 November 1847 'smorgens ten 10 ure, te beginnen te Kapelle aan den postwegvan het K4PIIOUT op STRONK, staande aan de Postweg van Kapelle naar Ycrseke, in Perceelen tot ieders gerief. OPENBARE VERKOOPING van Vrucht- bare, zoo XtAA E~ als WEILANDEN, gelegen in liet Kanton Tholen Provincie Zeelanden van een achsle gedeelte in den Eigendom van eene M.ELSTOOF aldaar, ten overstaan van den No taris IV. tVas residerende te St. Maartensdijk, te welen 26 B. 04 R. 61 E. zoo ZAAI- als WEILAND, gelegen in de Gemeente St. Maartensdijk. 6 B. 61 R. 90 E. DITO, gelegen in de Gemeente Seherpenisse. 15 B. 90 R. 50 E. DITO gelegen in de Ge meente Poortvliet. En een achtste gedeelte in den eigendom van de Oude MEESTOOF staande en gelegen in de Gemeente St. Maartensdijkaankomende de Erfgenamen van wijlen den lieer J. S. S. SSALLOT en mede-eigenaren. De 1ste veiling, tot den inzet, zal plaats hehlien op Maandag den 22 November JS47in de Herberg den Gouden Leeuw en de 2de veilingtot deu finalen verkoopop Maandag den 20 December daaraanvolgende, in de Herberg het Hof van Hol land beide dagen des avonds ten zes urete St. Maartensdijk. Te Goes, bij F. Keeeuwens Zoon.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1847 | | pagina 2