N°. 47.
Maandag 14
(De uitg
en Dcndei
isf .1,75;
GOESSCIIE
uitgave dezer Courant geschiedt Maandags
Donderdags avonds. De 'Prijs per Kwartaal
Franco per Post f J,90.
COURANT»
°20 ets. de regel
en Doodberiglen
behalve het Zegelregt
HET PLACET.
(ingezonden.)
Het antwoord van Regeringswege gegeven op de
bij de Tweede Kamer gemaakte bedenkingen over het
weglaten uit liet ontwerp van 't strafwetboekvan
een titel van straffen tegen misdaden en wanbedrijven,
begaan door bedienaren van de Godsdienstin of
ter gelegenheid van de uitvoering hunner bediening,
zal voorzeker zoo wel de leden dier kamer, als hen,
die derzelver bezorgdheid op dit punt deelen, weinig
bevredigd hebben; maar integendeel zal de onbestemde
inhoud van dat antwoord, die bezorgdheid nog moe
ten vermeerderen.
Dat door die weglatinghet Placet zelve niet kwam
te vervallen behoefde geen betoogen was ook wel
niet bij het maken der aanmerkingen opgekomen. Maar
dat er geene strafbepalingen op de overtreding tegen
het Placet voorgedragen warendit was het, waar
lijk ook niet ongegronde, bezwaar. Of zoude de hand
having van het Piacet genoegzaam zijn gewaarborgd
door algemeene regeringsbeginselen, en door zekere
oude wet van 18 Germinal Jaar X, om dat zulks
ook in Frankrijk alzoo wordt beschouwd Zoude de
onbestemde uitdrukking van algemeene regerings
beginselen genoegzaam wezen in een tijd, waarin men
zich weinig meer om usantien noch betamelijkheid
bekommertmaar, ter beregting van quaestien, naar
geschrevene wetten vraagt? Terwijl ook de aangehaal
de oude wet uit het duistere tuighuis van verordenin
gen uit den tijd der republiek en het keizerrijk en
welker al of niet geldigheid van onderscheidene zijden
vaak wordt betwisteen zwakken steun schijnt aan
te bieden.
Yoorts wordt omtrent de weglating zelve aangevoerd,
dat wij, betrekkelijk deze zaak, steeds in gelijk geval
blijven verkeeren als sedert 1811 en alweder op
Frankrijk gewezen. Maar men mag vragen of dit
genoegzaam zij. En waarom dit punt, terwijl er nu
toch een strafwetboek wordt voorgedragenzoo wei
nig verzekerd moet blijven.
Wijders wordt er gezegddat de ondervinding de
behoefte naar de bedoelde strafbepalingen nog niet
heelt doen gevoelenen dat het ook verkieselijker
wasom het teedere punt van speciale strafbedrei
ging te vermijden. Maar men zoude mogen vragen,
Waarom moet het volstrekt als speciaal beschouwd
worden, en waarom niet universeelen alzoo tegen
misbruiken van alle de wettig beslaan hebbende
gezindten Het moge den schijn hebben dat eene
strafbepaling speciaal iswanneer zij genoegzaam al
tijd maar door een en dezelfde gezindte wordt geïn-
curreerd edoch dit neemt toch niets van derzelver
algemeene toepasselijkheid weg.
Maar nu Mogt de ondervinding» zegt men «de
noodzakelijkheid van strafbepalingen ten dien opzigte
doen gevoelen dan zoude men niet aarzelen dezelve
voor te dragen.» Even als of, wanneer eene
bittere ondervinding de behoefte aan strafwetten op
dat punt deed gevoelen het dan nog bij opge
wondenheid van gemoederen, de tijd daartoe ware!
Wijders zegt men dat zoodanige strafbepalingen
toch geen doel treffen zouden aangezien het feit dan
toch reeds begaan en het kwaad verspreid is. Men
vraagtis dit niet eveneens het geval met diefstal en
moord? die evenmin door de wet kunnen worden
voorgekomen, maar toch wel vervolgd. Maar zal het
vooraf bestaan en bekend zijn van strafbepalingen niet
zeer zeker de uitvoering van menig plan tot misdaad
tegenhouden
Ten laatste wordt nogmaals gezegd, dat de regering
altoos bij magie is, om, des noodig, strafbepalingen
voor te dragen. Even als of het, hij alsdan ook ze
kerlijk heerschende spanning en gisting, dan nog tijd
ware om zoodanige bepalingen tot stand te brengen
Wanneer de algemeene regerings-beginselen, en de
wet van Germinalgenoegzaam zijn, om het Placet
te handhavendan behoefde er ook niet subordinaat
te worden gezegd, dat men des noodig wordende,
altijd nog gelegenheid zon hebben oin strafbepalingen
ten dien aanzien voor te dragen.
Er schijnt dus in dit antwoord iets wankelends,
dat le meer in het oog valt, daar overigens de toe
lichtingen van regeringswege, meestal eene afdoende
duidelijkheid hebben.
Provideant Consules
V.
JNIlilJ WST1J D A G IS N.
ITALIË.
Rome den 28 Mei. Het is bekend, dat de Paus
alhier eene commissie benoemd heeftbelast met het
onderzoek naar den toestand der in Rome aanwezige
Jodendien naar bevinden te verbeteren en hen zoo
mogelijk uit hun afschuwelijk Chetto (Jodenbuurt te
Rome) te verlossen. Iniusschen zal Z. H. bij dit
philantropisch voornemeneven als bij de meeste
maatregelen tot wezentlijk welzijn zijner onderdanen
op onverwachte hindernissen stuiten. Vele Joden toch
leven in de vaste overtuiging dat geluk en zegen in
handel en wandel van hun verblijf in het Chetto af
hankelijk, is en dat hunne vermenging met de Chris*
tenen hun geluk niet aileen zoude verminderen, maar
ook het geloof in liet Talmud zoude doen verflaau*
wen en ketterüjke godsdienstbegrippen onder de zonen
Jacobs in zwang brengen. Het jongere geslacht schijnt
er zich echter beter mede te vereenigen. Ja er zijn
zelfsdie hem eenen grooten propheet noemen en
Jesaias of Koning David gelijk stellen.
DUITSCHLAND.
Stutgard den i Junij. Wederom is het getal
der treurige voorvallentot welke de gestrengheid der
meeste Duiische jagtwetten aanleiding geeftmet eene
vreesselijke gebeurtenis hier te lande vermeerderd. De
jagersgezel Kramervan Strasberg had 11. Zondag
avond eenige stroopers ontmoet er. eenen derzelven
een' burger uit Wititcrlingen, met een schot zoo zwaar
gekwetstdat hij daaraan heden nacht overleden is.
Gisteren heeft men den jagerdie het schot gedaan
hadniet verre van de grenzen, met vreesselijke won
den in het hoofd en aan de knie, vermoord gevonden.
Men rekent, dat te Berlijn door den hagel, op
den 25 der vorige maand, niet minder dan circa elf
duizend glasruiten verbrijzeld zijn. De glazenmakers
in die stad konden niet spoedig genoeg in de behoefte
van nieuwe glazen voorzien en moesten hulp uit
Maagdenburg laten komen.
Emden, den 8 Junij. De toestand der aardappe
len alhier is als volgtde aardappel is goed opgeko
men heeft een krachtig en gezond aanzien, de sten
gels zijn door het sap gezwollen en het loof is donker
groen.
De vroege aardappelen staan in vollen bloei en over
14 dagen kunnen wij een' gezonden meligen aardap
pel verwachten. Aardappelen uit zaad hebben onge-
veer 30 tot 40 kleine knollen, de geplante vroegrijpe
aardappelen hebben er tot 60 ii 70 vertoond,
ENGELAND*
Londen den 7 Junij. Dezer dagen wedde een
sterk jongeling 0111 1000 dat hij aan de regterhand
een gewigt van 1200 ponden zoude dragen en dan
nog met rood krijt zijn' naam en voornaam voluit op
den muur zoude schrijven. Reeds had hij negen let
ters (van de 25, die zijne namen uitmaakten"^ geschre
ven toen hij ineen zonk en weinige minuten later
stierf. De ongelukkige had verscheidene aders itl het
lijf geborsten. Een gezelschap van' 53 personen woon
de dit ontzettende schouwspel bij.
Het is nog onzeker wat van de repeal*associatie
in Ierland worden zal. Maandag hield zij hare eerste
openbare vergadering sedert O^Connells dood. Er wa
ren motiën om eenen zijner zoons a's zijnen opvolger
aan haar hoofd testellen. Geen hunier heeft echtec
zich daartoe bereid verklaard.
Londen den 9 Junij. De Times van lieden be
helst, ter gelegenheid der aftreding van den Maarschalk
Bugeaud uit den post van gouverneur-generaal der
Fransche bezittingen in Noord-Afrika, een ailerscherpst
artikel omtrent de willekeurige en harde wijs, waarop
die bevelhebber zijne magt aldaar geoefend heeft, of
schoon hij hem overigens het regt doet, daardoor het
land tot volkomene onderwerping gebragt te hebben.
Maarschalk Bugeaud (dus heft dit artikel aan)
heeft zijn pro consulaat van zes jaren duur, in Afrik*
besloten met eenen woesten aanval op het digst bew
volkte en rustigste gedeelte van het aan de Fransche
heerschappij onderworpen gebied, en zulks in spijt
der herhaalde bevelen der regering en der wetgeving.
De expeditie naar Kabylia was eene daad van trotse-
ring van den kant des gouverneurs generaal van Algerie,
die bezwaarlijk het aanlokkelijke, om eenige honderd
Arabieren meer over de kling te jagen zoo onweérstaan-
baar sterk gevonden zou hebben, ware het niet dat
het verhoogd geworden ware door het bijkomend ver
maak, om aan het ministerie en de kamer eenen nieu»
wen hoon toe te voegen. Spijt den koning, de minis
ters en de afgevaardigden heeft de invalwelken de
Heer Guizot aan de kamer als eene vreedzame militaire
wandeling van 5000 it 6000 mau beschreef, plaats ge
grepen. Eenige weinige dorpen meer zijn vernield
geworden eenige weinige stammen van bergbewoners
zijn door schrik tot nominale onderwerping gebragt.
Des maarschalks loopbaan in Afrika zou met geenea
voegzamen luister geëindigd zijn, zoo dit eind niet
me: brand, bloedstorting en [ongehoorzaamheid geken
merkt geworden ware."
FRANKRIJK.
Parijs den 5 Junij. Men leest in hst dagblad
van Agenvan den 29sten Mei
Eergisteren heeft er een droevig ongeluk in onze
omstrekenin liet dorpje Dolmayracplaats gehad.:
Een landbouwer en zijne vrouw waren bezig een"
ouden muur af te breken, toen plotseling het ijzerea
werktuig, waarmede, zij dit verrigtten, op eenige stuk
ken geld stiet. Op de aangename verwondering, wel
ke eene dergelijke vondst bij de echtgenooten te wee£
bragt, volgde het natuurlijk verlangen, om den gehee-
len schat uit den muur te halen. Zij vuurden elkander
wederkeerig aan 0111 te werkende eene schok volgde
op. den anderen; weldra zou het doel bereikt zijn, doefi
de oude muur, tot in zijne grondvesten geschokt, stortte
in en begroef in zijnen val den landbouwer en zijne
vrouw. De buren beijverden zich, om de beide onge-
lukkigen van onder het puin weg te halende mant
had zijn been gebroken, de vrouw was reeds dood.
Het geld, dat men op den grond verspreid zag,,
bedroeg wel 600 francs, geheel in oude muntspeciën.
BELGIE.
Brussel den 11 Junij. Het Journal de Bruges
hangt een somber tafereel op van den staat van verval,
waarin die stad verkeert en dat van dag tot dag toeneemt.
Er zijn straten waarin men twintig en meer onbe.
woonde huizen aantreft. Eenige tijd geleden telde men
in de rue Anglaise slechts drie huizen welke bewoond
waren. Een jaar geleden telde men negen honderd onge»
bruikte woningenen zoo lieden eene hertelling ge»
schiedde, zou dit getal stellig met een derde vermeet»
derd zijn.
NEDERLANDEN.
'sGravenhage den 10 Junij. Naar men ver»'
neemt heelt liet Z. K. H. Prins Frederik behaagd t
eene som van 50aan de in deze residentie be
staande vereeniging tor verbetering van den werken
den en dienstbaren stand aliiier te schenken en heeft