-m— vv^merKen bierbij op, dat een hoofdgeld ten op» zigte van sommige artikelen in ons land niet nieuw zou zijn, daar dit reeds in de vorige eeuw geheven isr terwijl vele bijzondere gemeenten,'en inrigtingen thans uit hoofdelijfcen omslag de benoodigde middelen vin den. Wij erkennen dat de regeling hiervan, de cen sus, in den beginne zeer moeilijk is, vooral om de bezittingen en inkomsten aller individu's te weten, eenen maatstaf te vinden, en wat in billijkheid en even» redigheid van iemands uitgaven en huishoudelijke, las ten, van zijne inkomsten behoort betaald te worden, doch het is niet ondoenlijk. Indien eenmaal zulk eene belasting geregeld is, moge men wel niet kunnen zeg gen, gelijk thans wel eens van het vigerend belas tingstelsel in sommige opzigten gezegd wordt men let aalt ongemerkt en ongehinderddoch dit geldt niet. Men zal ook aan de andere zijde niet meer kunnen zeggen, hetwelk lhans openlijk wordt gedaan, dat een land, 'twelk de commiezen plat loepen, geene vruch ten kan voortbrengen, men zal niet meer kunnen zeg gen, dat al wat de rijkste en armste tot levensonder» houd, tot voeding er. dekking, noodig heefr, belast is. De gegoeden mogen meenen, dat door hoofdueld alles ten hunnen laste komt, maar zou hierdoor het toenemen van het pauperisme niet worden voorko ttien, en alzoo een bezwaar gedeeltelijk worden weg genomen, dat nu de gegoeden met vele opofferingen dragen moeten, hoewel er nog geene algemeene armen- tax bij ons bestaat Bi) herinnering aan de le.ening van 6 Maart schijnt het ons tos, dat de Regering, (gelijk in het hierboven medegedeelde vermoed wordt) niet tegen het beginsel is. Dat was toch eigenlijk een hoofdgeld dat de meer gegoeden bragteuom 's lands crediet te bewaren. Het is de vloek van dergelijke volksliteratuur(als o. a. het magazijn tot verspreiding van nuttige kun- digheden) dat de kolommen gevuld worden met wat van regts of links zonder schifting of oordeel des on derscheids word: bijeengehaaid, zoodar lang erkende ca reeds verouderde dwalingen op nieuw als resultaten oer wetenschap worden opgedisclit en de heilzame art senij der ware kennis" vermengd wordt niet liet verder- lelijk vergif van den logen. (Gids.) Bij de tegenwoordige pogingen der matigheids en afschaffirtgs genootschappen, uitsluitend tegen het mis bniik en gebruik van sterken drank genat,, moge liet wel opgetneikt worden, dat men reeds vroeger tegen het misbruik niet alleen van sterken drank, maar van alle dranken ijverde. Men kan zich ook in wijn, bier, ja in koffij en thee te buiten gaan, tot schade van de beurs, het ligchaam, het gezin, hoewel misbruik van sterken drank schadelijker is. Wij willen eene proeve mededeelen uit een thans zeldzaam boekske, in 1628 geschreven door zekeren Dirk Adriaan'sz. Valckoogh Schoolmeester tc Barzingerhorn en getiteld Regel der Duitsche School- meesters. Hetzelve is nagenoeg geheel berijmd, ge lijk ook de bedoelde proeve, welks inhoud nog geldt l)e drinckpot is een heer van byslervelt De drinchpot is een vyant tegen ''tghelt, De drinckpot maechl menigen slimmen ganck, De drinckpot maechl menich syn memorie kretnek, De drinckpot doet menich kyven seer boos De drinckpot maechl er menich gheldeloos De drinchpot doet verderven menich syn natuer, De drinckpot maeckt druipende oogenen mage onpuer De drinckpot doet menich beven syn handen De drinckpot brengt menich tot, schanden De drinckpot doet menich syn buyk swellen De drinckpot brengt menigen ter hellen De dichter schijnt echter voornamelijk hier op bet misbruik van sterken drank re doelen, dewijl die oud tijds ook uit pottekens gedronken werd. „De groote belangrijkheid der jongste berigten uit onze Oost Indische bezittingen (schrijft de Amst. Cr.), heeft de aandacht des algemeens, naar men onderstellen mag, weder meer dan anders liet geval is, op onze koloniën ge vestigd, Het is te regt opgemerkt, dat de overwinning op Bali van veel grooier gewigt is door den zedelijken invloeddie van dit krijgsbedrijf moet uitgaandan door de dadelijke materiële voordeelenwelke er van te verwachten zijn. Die zedelijken invloed moet door alle geoorloofde middelen worden versterkt en uitge breid en hiertoe kan en moet zoowel de Natie door belangstelling «n deelnemingals de Regering door beleid en kracht medewerken. In onzen tegenwoor- digen roestand is het niet te veel gezegd, dat met het behoud onzer koloniën, onze handel, onze nij verheid onze welvaartja ons volksbestaan ten naauw» ste verbonden zijn. De koloniën zijn dus met volle regt eene nationale zaak te noemen, Tot heden ech ter heeft de mate van algemeene belangstelling nog niet de overtuigende bewijzen gegeven dat wij ze in de daad als eene nationale zaak beschouwen. Gedeel telijk is die laanwheid te verontschuldigen door het ge brek aan kennis nopens koloniale zaken, waarin wij verkeeren. Maar aan de andere zijde is zij zelve ook oorzaak, dat de pogingen om meer kennis te versprei den geene verdiende aanmoediging vinden. Zulke po gingen zijn in den jongsten tijd m t meer dan gewonen ijver aangewend. Om niet te spreken van afzonderlijke boekwerken, behoeven wij sleciits te wijzen op de ar i kelen, nu en dan voorkomen ie in her Staathuishoud kundig Tijdschrift van den Heer Slokt tot Qlo- Htris op den Monsieur des lndcs enz.; een maand schrift, ciat sedert eenigen tijdonder de auspices van Z- K. H. Prins Hendrik, te 'sH>g.' verschijnt, en vooral op tie Bijdragen tot da kennis der Neder duitsche en vreemde Koloniënbijzonder betrekkelijk de vrijlating der slavenwaarvan sedert drie jaren om de twee maanden eene aflevering te Utreclfbij C. van df.r Post, Jr. wordt uitgegeven door eene veveenigingaan wier hoofd eene kundige en ijverige redactie s?aat„ Wij zien uit de naamlijst der leden van die vereenigingvoor het laatste nommer (1846 Na. 5.) geplaatstmet genoegen dat hun getal allengs toeneemt, Het is er echter verre af, dat dit getal j reeds die hoogte zoude hebben bereiktdat men daar uit eene algemeene belangstelling zou kunnen afleiden. 1 Inzonderheid hebben wij met leedwezen moeten op merkendat de Handelsstand van Amsterdam zoo weinig namen onder hare leden telr. Zoo iemand be lang heeft bij de kennis van de koloniën, dan is het de Handel van Amsterdam en wederom is niemand beter in staat om tot de verspreiding dezer kennis mede te werken dan de Amsterdamsche reeders en kooplie' den. die, 6f door persoonlijk verblijf, óf door goede relatiënzei ven juiste en volledige kennis verkregen h bben. Onder de leden merkt men op den Burgemees ter der Hoofdstad, den President en een'Directeut der Nederlandsche Handelmaatschappij. Waarom wordt dit loffelijk voorbeeld niet door onze kooplieden gevolgd Wij beamen dit ten veile, en voegen er nog bij, dat ook het tijdschrift de Indische Bij veel toebrengt, om de kennis onzer koloniën te bevorderen, ais men namelijk hiervan kennis wil nemen. Maar vooral prij zen wij voor "t algemeen aan het hoogst nuitige en verdienstelijke werk door lier hoofdbestuur van de Maat- schappij tot Nut van 't Algemeen in 1843 bezorgd: getiteld Handleiding tot de Aardrijkskunde van Ne derlands Oost Indische bezittingen. Dit werk, als mede, een ander door de Maatschappij in 1836 uit gegeven, getiteld Geschiedenis van Neerlands Zee vaart en Handelmogten wel op de hoogste klassen onzer scholen gelezen worden vooral door dezulken, die in handel of zeevaart hunne toekomstige bestem ming zullen vinden. De geschiedenis onzer koloniën behoort tot die van ons vaderland, de kennis van der* zeiver toestand, voortbrengselen enz. zal onze nationale welvaart bevorderen. Een dergelijke handleiding voor onze West Indische bezittingen is zeer wenschelijk. Eerlang zal er bij den boekhandelaar C. Kruseman te Haarlem in 't licht verschijnen een werk getiteld Algemeene Statistiek voor Handel en Nijverheid een Hancibtek voor Kooplieden, Fabriekanten en Staats lieden, bearbeid door D. Buddingö leeraar aan de K"oninkli|ke Academie te Delft.. De schrijver gunstig bekend door zijne geschriften in het vak van onder- wijs is berekend voor deze taak en blijkens den pros pectus is hij op de hoogte van dat onderwerp, kent hij den omvang van hetzelve. Indien hij geeft, wat hij belooft, wordt er in eene toenemende behoefte voor zien. en zal hij eenen nuttigen arbeid verrigten. In 15 afleveringen tegen 50 cs. ieder, zal het werk com pleet zijn, Bij onze aanbeveling vermelden wij, wat wij aan het eind van den prospectus lezen: „Als eei;.e belangrijkegeheel oorspronkelijke bi'» drage ten algemeenen nutte meenen wij opmerkzaam te mogen maken op onze bibliographische aanteekc- ningen. Bij de belangrijkste handelsartikelen name lijk hebben wij eene opgave gevoegd van bijna alle ten minste de beste, werken, groot en klein, welke daarover in het Hollandsch FranschEngelsch en Duirsch geschreven zijn. De koopman dusdie over het eene of andere artikel meer wil wetenvindt in ons handboek een volledigen wegwijzer tot de schrif ten die er in vier talen over zijn verlangd onderwerp zijn uitgegeven. Tot eene proeve verwijzen wij naar onze tweede aflevering, die reeds het 1 du ziet. Onze Statistiek zal op de hoogte staan van onze dagen. Om evenwel het werk eene blijvende bruik baarheid te geven, zal, aan hen die zulks verkiezen, elk jaar eéne supplement aflevering worden geleverd, waarin van alle artikelen de veranderde cijfers en sta tistieke opgaven van dat jaar zijn opgenomen, bene vens alle die verbeteringen en bijvoegingen die de tijd in ons werk noodig maakt. Het blijft alzoo steeds op de hoogteen wordt daardoor tevens tot eene be langrijke bijdrage voor de geschiedenis des handels. Een uitgebreid REGISTER zal het werk des te ge makkelijker ten gebruike n aken. Twee afleveringen van ons Handboek zijn aan alle sohede Boekhandelaren verzonden door den Uitgever A, C. Kruseman te Haadem. bij wien de uitgave verder geivee'b zal worden voortgezet. Wij verwij. zen alle belangstellenden naar die afleveringen tot na dere kennis van onze onderneming." Ten blijke der goedkeuring en aanmoedigingflis de kritiek aan zijnen arbeid heeft toegekend eindriten wij dit B.rigt met de aanhaling van eene recensie der reeds uitgegevene stukken, uit de Korist en Letter- bode van 27 Februrij 1846. Wij zien uit de vermelding alleen van deze on- werper, waarvan zoowel de productielandende productie, en comsumtiebenevens het handelsverkeer worden opgegevenwelken veel omvaltenden en rijken inhoud het werk bevat, en van hoeveel belang het is, dat koopliedenif abriekanten en staatslieden daarop hunne aandacht vestigen. Niemand hunner toch-kan op den trap der wetenschappelijke bescha ving, die ook Nederland bereikt heeft, onverschillig meer wezenom te weten water opzigteljk alle voor werpen, waarbij blijkens hei cijfer de Nederland- sche handel en het fabriekwezeneven als de staat het levendigst belang hebbenomgaat. De hoeveel heid grancn en andere voorwerpen van den handel, die overal elders verbouwduit in- en doorgevoerd wordenvinden wij hierzoo leert de koopman a'cn blik vestigen op landen, waar winst is te behalen terwijl de staatsman wel nimmer zonder deze kennis en wetenschap de staatskrachtcn van naijverige na buren of het binnenland zelfzal kunnen bereke nen. Niet weinig moeite moet het den bewerker den heer budding 11 gekost hebbenbij bovengemelde ar- tikelen een overzigt der belangrijkste literatuur t& voegendat zekerlijk menigeen nuttig zal kunnen zijnd" Staatslieden, leden der provinciale: sta ten commiss1en van landbouw regtbanken en kamers van koophandel benevens leden der. maatschappij van nijverheid en landbouw kundige vere enigingen, kooi lieden el] fabrie kanten en allen die met handelen nijver heid in eenige betrekking staan, bevelen wij dezen arbeid met gepiste bescheidenheid aan. (Men zie verder de aankondiging en aanprijzing van dit'werk in de Middclburgsche Courant van heden.) Qkuertentmn Voor liet Huwelijk Aangeteekend: MARTINUS JOHANNES SCHEFFER, en Gors ANTHOINETTA ZANDIJK. den 3 October 1846. Eenige Kennisgeving. c--y^-K.v- Op Dingsdag den 20 October 1846, sÊ',des voormiddags ten elf uren, in het Logement genaamd de Korenbeurs binnen de Stad Goeszullen de Erfgenamen van wij len den Wel Edelen Geboren Heer W- F. V 4. M DER BURCHT VAN LICHTEN- BURCxe-i, ten overstaan van den Notaris E. P. LENSHOEK, residerende te Wolphaarsdjkpu- bliek presenteren te verkoopeneen Welgelegene Flo» risar.teHecht Sterk en Welbebouwde ©IS©C!«ï» MI0 FASSISIJM en WISTD- FEIAS4Di,EY genaamd de Grenadier, met aanhoorige Hechte, Sterke en Welingerigte PAKHUIZEN, benevens daarbij' staand fraai en zeer Logeabel WOONHUISTUI NEN en BEPLANTINGEN, groot circa 69 Roe- den, alsmede nog een Arbeiders WOONHUIS, graande en gelegen op het Ravelijn aan den Stadswal bij de Koepoort binnen de Stad Goes. Informatien zijn te bikomen ren Kantore van voor melden Notaris LENSHOEK tê Wolphaars- dijk. Brieven Franco. Te Goe*, bi) F. Kleeüvvens Zoon.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1846 | | pagina 2