JV\ 50. Maandag 13 De uitgave dezer Courant geschiedt Maandags en Donderdags avonds. De Prijs per Kwartaal is f .1,75; Franco per Post f J,90. v F Gewone Advertent iën worden d °20 ets. de regel\ I geplaatst. GeboorteHuwelijks- en Doodberiglen 1 \van J 6 regels a f J',20, behalve het Zegelregt. J GOESSCIIE C N IE U ffST IJ DING EN - .«raag^aewii- ftakn. Krakau den.ii Jumj. In een vensterof eigen lijk in een venster-opening van liet Slot-bastionliet bastion van Sandomir geheeten vertoonen zich twee figurende eene stelt Christus aan het kruis voor, de andere eene vrouwelijke gestalte in eenen witten tuniek, met losse, blonde haren. Het hoofd van den gekruisigde is met een' straalkrans omgeven. Duizenden personen stroömen dagelijks daarheen, om dezelve te zien. Reeds onderzoekt men het bastion ten strengste, en toen een inspecteur van policie uit het venster zag alwaar de verschijningen gezien werden, zag men deze achter hem staan. Men heeft het bastion met wachten omgeven, maar men kan immers .niet het geheele slot zoodanig met soldaten omringen dat de toegang tot hetzelve geheel verhinderd wordt; de verschijningen zijn zoo duidelijk, dat men ze reéds van verre ziet. Later, dacht men, dar de oude kalklaag van het inwendige des bas tior.s zich zoodanig gekristalleerd had dat het terug- - kaatsen van de zonnestralen deze figuren voortbragt. De kalk werd afgetikt en bovendien nog het venster rncr eene ijzeren deur gesloten snaar de verschijningen blijven niettemin zigtbaar. Bivngt men daarbij nog in verbindingdat de vrouwelijke gestalte, welke eenigen voor de moedermaagd Maria, anderen voor de Ko ningin ïledwig houden, zich dikwerf midden in den nacht onder de soldaten vertoonenen allen den hevigsren schrik aanjagen, zoodat zelfs officieren hunne kamers in het slot oinvltigten, dan kammen zich voorstellen welk eene sensatie deze verschijning verwekt. Op het volk werkt zij vooral sterk. In allen gevalle zijn hier de geheimen der optiek in het spel. Zühtitdcfalftttb. Beijeren den 24 j'umj. De te Leipzig verschij nende Ilerald verhaalt het volgende hetwelk hier niet weinig opzien baart. Eene deputatie der Protes- tantsche gemeente te Landshut vervoegde zich voor eenigen tijd bij den Koning, om hem te verzoeken, dat de hinderpalen, welke men hen bij de uitoefening hunner godsdienst in den weg stelde, verwijderd mog- ten worden. De deputatie werd goedgunstig ontvan gen, en eene der eerste vragen van den Monarch was, hoe groot het aantal Protestanten in Landshut dan wel ware? Toen hij zulks vernomen had, was hij zeer verrast, zoo zelfs, dat hij verscheidene malen zijne vraag herhaalde,-en toen uitriep: Hoe, zooveel? Dat wist ik niet. Breng mij uwe zaak op schrift, maar geef het mij zeiven. Hebt gij mij verstaan: aan mij zeiven, in mijn eigen zak." Deze anekdote gaat van mond tot mond, en het ontbreekt niet aan verkla ringen en gevolgtrekkingen. De praktische les, die er in ligt, is in allen gevalle op geenen dorren bodem gevallen. ÏScHgic. Brussel den 9 Julij. In den Commerce Beige vitnit men het volgende verhaal van een ongeluk op den Noorder-spoor«veg voorgevallen. Gisteren avond bevonden er zich aan het station du Midi alhier, vele menschen, die aldaar gekomen waren om vrienden of bloedverwanten af te wachten, die met den trein van Parijs op hier, moesten aanko men. Ten 10, ten 11, ja zelfs ten 1 ure in den nacht nog geen trein. De ongerustheid was algemeen, ieder oogenblik vermeerderende, werd zij op liet laatst on uitstaanbaar. Eerst tusschen drie en vier uren heeft men de vreeselijke waarheid vernomen. Een groot ongeluk, een droevig onheil was, nabij Arras, aan den trein overkomenzie hier vvat ons door een oogger tuige van de zaak is verhaald geworden: De trein, gisteren morgen ten 7 ure van Parijs ver trokken, werd door twee stoomslepers getrokken, en bestond uit eene menigte rijtuigen van alle klassen, alsmede uit een aantal ekwipaadjen. Mea zeide onder anderen dat de Prinses van Ligne, of iemand van haar gezin, alsmede de Generaal Oudinot. de f reer Lesti- boudois afgevaardigde, en ook de lieer Lagrende Fransch ambassadeur aan het hof van China, zich of we! in diligences van den trein, of wel in hunne eigen rijtuigen daarbij bevonden. Omstreeks 1 ure was de trein op het punt van Arras te bereiken. Het was zoo even een dorp, Roeux ge naamd, doorgereden. Op dat gedeelte loopt de weg over eene ophooging te midden van eene poelachtige vlakte aangebragt. Het is git deze vlakte dat de turf gestoken wordt, die den voomaamsten brandstof voor geheel Picardije levert. Aan wederzijde van den weg strekt het gezigt zich wijden zijd uit over weilanden, doorsneden door plas sen, met een dunnen groenen korst overdekt. Op deze grootere en kleinere en mei de vlakte zelve wa terpas gelegene plassen ziet men kleine vletjes ten dienste van de turfstekers; men weet dat de ingenieurs, die der, weg hebben aangelegen, grooie moeijelijkheden te overwinnen hebben gehad, om aan liet terrein, waarop de weg moest rusten, eenige vastheid bij te zetten. Het boven de vlakte uitsteken van den dijkweg ver schilt van zes tot zeven mè res. Deze beschrijving van de plaatselijke gelegenheid is voldoende om eenig denkbeeld te geven van den aard van het ongeluk, hetwelk wij gaan verhalen. De beide stoomslepers hebben zich eensklaps zien losrukken van de rijtuigen en waggons die zij voort trokken. De kettingen zijn gesprongen door eene oor- zaak, die men nog nier weet op te geven de beide stoomslepers zijn op de rïggels verbleven, maar de rij tuigen, door den schok daarvan afgesmeten, zijn over hoop gaan uederstorten inde poelen, die ettelijke mè- ters diepte tellen. Al de rijtuigen, die zich aan het hoofd van den trein bevonden (her getal er van is ons onbekend) zonken onder water en verdwenen. De rijtuigen die her achtergedeelte van den trein uitmaak ten ondervonden een geweldigen schok, maar hielden zich op' het spoor. Wij moeten er van afzien, om te trachten liet tooneel re beschrijven en even onmo gelijk is het ons te verhalen, wat er al gelijktijdig in de diepte en aan de randen van dien afgrond voorviel. Sommigen worstelden tegen den dood, anderen waren met verbijstering geslagen en schenen te vergeefs zich een denkbeeld te vormen van hergene zij voor hunne oogen zagennog anderen zette het al gillende op een vlugten en vermeerderden nog daardoor de reeds van zelf zoo groote verwarring. Het bekomen van eer.ige hulp was uiterst moeijelijk en weinige minuten moes ten evenwel over het lot en het leven van eene me nigte ongelukkigen beslissen. Die weinige minuten snelden voorbijwij zijn niet in staat te zeggen, of hoe vele personen het ontkomen zijn, of hoe het hun gelukt is, zich uit dien schrikkelrken afgrond te red den het meerendecl is er in verbleven. Ettelijke uren zijn aldus omgegaan. De weerbaren kwamen tot ziclt zelve tn herstelden zich, er begon hulp aan te komen; de eerste zorgen werden aan de verwonden gewijd daarna begon men ook onderzoek naar de slagtoffers te doen. Reeds had men er elf uit de plassen opgehaald en men zette de navorschin- gen voort, toen de beambten van den spoorweg, den trein weder reisvaardig maakten en aar, de behouden gebleven reizigers voorstelden, den togt tot aan de "bestemmingsplaats voort te zetten. Onder de passa giers, die .van dit aanbod gebruik hebben gemaakt, zijn slechts vijf of zes, wier bestemming naar Brussel was, dezen morgen hier aangekomen. Een hunner was ligtehjk verwond. Een dier reizigers verhaalde dat de Heeren La grende en Lestiboudois deerlijk bezeerd waren, dat de Generaal Oudinot geen letsel had bekomen, maar zijn aide de-camp verdronken was; eindelijk voegde hij er nog bij, dat de Prinses van Ligneof degene die men voor haar gehouden had (de Commerce Beige zegt in een nootdat. de Prinses zich sedert drie dagen op haar kasteel van Belocil bevindtgeen letsel van aanbelang bekomen hadofschoon haar rijtuig geheel verbrijzeld was. De gewonden hebben dezen morgen naar de meest belendende huizen overgebragt kunnen worden, en ont vangen ai de verpleging, die hun toestand vereischr. Heden morgen zijn verscheiden menschen uit Brus sel, met den trein van 7 ure, van hier vertrokken, - om de vrienden of bloedverwanten, die zij wachtende waren, te gemoet te gaan. De tijding heeft zich hier te Brussel met de snel heid des bliksems verspreid zij werd, zoo als veel tijds het geval is, nog schrikbarender gemaakt, dan wij dezelve hebben medegedeeldmen ging zoo verre, van te zeggen, dat de vijf of zes passagiers, met het konvooi van heden morgen aangekomen, de eenige ge redden waren. De verslagenheid is groot, diep, alge- meen. Een ander verhaalinsgelijks in den Commerce Beige te vinden, luidt aldus Ten half elf ure heeft de van Valenciennes komende trein eenige der Parijsclie passagiers, die zich bij het konvooi van den vorigen dag bevonden hadden, reeds alhier aangebragt. Een hunner heeft ons de volgende bijzonderheden medegedeeld: Acht rijtuigen zijn buiten het spoor geraakt, slechts vijf zijn geheel in de poelen gedompeld de rijtuigen, die het meest geléden hebben, zijn de waggons, die ongelukkig, zoo men zegt, zwaar met passagiers be zet waren. Het heeft lang aangehouden eer de* hulp behoorlijk heeft kunnen werken. (Dc reden daarvan heeft men hierboven gelezen Twee stoomslepers trokken dit konvooi; de eerste is niet van de riggels geraakt, de tweede welmaar is echter op den dijk verhieven, in welken hij diepe sporen gegtoefd heeft. De rijtuigen, die door dezen sleper getrokken werden, zijn in den afgrond gestort, zoodra de ketting, die hen aan den sleper gehecht hield, gesprongen was. De oorzaak van het ongeval is nog niet bekend. Is er een as gebroken, heeft er gedeeltelijk verzakking of knapping der riggels plaats gehad men weet het nog niet. De Heer Lestiboubois is niet zwaar gewond. De Heer Lagrende (het is niet de ambassadeur, maar moet iemand zijn van dienzelfden naanO is almede onver-, wond. Het getal der slagtoffers is nog niet bekend, maar, treurig om te zeggen, dat der omgekomenen is grooter dan dat der gewonden. Men kan begrijpen hoe gering het getal is geweest van diegenen uit die ongelukkigen, die in rijtuigen op. eengepakr, in een diep, modderig water gesmeten en waarschijnlijk reeds zwaar bezeerd, nog het geluk heb. ben gehad genoeg tegenwoordigheid van geesten kracht te behouden, 0111 zonder hulp, met vrucht tegen zoo vele doodsgevaren te hebben kunnen worstelen. Het getal slagtofFers wordt op omstreeks de vijftig begroot. Brussel, den 10 Julij. Sedert gisteren houdt men zich hier bijna met niets anders bezig, dan met de elk oogenblik vernomen wordende nadere bijzon derheden van het verschrikkelijke eergisteren avond op den noorder-spoorweg voorgevallen ongeluk. Ons: dagblad le Commerce Beige behelst, a's aanvulling van zijn gisteren gegeven voorloopig berigt heden» weder eene geheele reeks van rapporten welke het door de volgende regels doet voorafgaan De wensch om het publiek van geene der bijzonderheden betrek kelijk de ramp van 8 Julij onbewust te latenheeft ons genoopt om aan verscheidene onzer redacteuren de taak öp te dragen om zorgvuldig al de berigteti te verzamelendie omtrent deze gebeurtenis in onze stad ontvangen zijnen daarbij tot de meest regt- streeksche bronnen op te klimmen. Zie hier een relaas, dat, in eenige omstandigheden van ondergeschikten rang, afwijkt van hetgeen wij gisteren hebben medegedeeld, maar dat de hoofdomstandigheden bevestigd eh er ons nieuwe verschaft: Gisteren morgen, reeds vroeg, verspreidde zich met snelheid een allerakeligst nieuws door al de wijken onzer stad. Men zeide dat een geheele wagentrein op den Noorder-spoorwcg vermorzeld was geworden

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1846 | | pagina 1