GOESSCHE
N". 54. Maandag 1846.
De uitgave dezer Courant, geschiedt Maandags\
en Donderdags avonds. De Prijs per Kwartaal j
is f .i,75; Franco per Post f J.90.
F Gewone Advertenti'én worden a 20 ets. de
geplaatst. Geboorte-Ilmvelijlis- en
van J 6 regels a f J ,20, behalve hel
NIËU W&TIJ mNG EJV.
Stokh^lm den 16 Junij. De Zweedsche oorlogs
korvet de. Carlscrona .van 18 stukken, gekommandeerd
door den kapitein Klint en voerende een ek'wipaadje van
331 man, is onder zeer buitengewone oms'andigheden
bij eene;,schipbreuk vergaan.
De korvet had de haven van Havannah den 30 April
11.des morgens ten 7 ure, met een zeer gunsiige
wind verlaren om naar Carlscrona in Zweden terug te
keeren. Dien eigen dag, tusschen 3 en 4 ure des na
middags, op 25 gr. 11 m. breedte en 79 gr. 12 m.
lengte van Greenwich, werd de korvet door volkomen
windstilte overvallen en werden de zeilen ingehaald.Te
gen 5 ure begon er zich in liet Oosten een zwaar
onweder zaam te pakken. Kapitein Klint deed de
geheele ekwipaadje op het dek bijeenroepen en naait*
welijks was aan dit bevel voldaan, of de storm barstte
ten Noordwesten los en wierp het schip' over kant.
Deze plotselinge beweging deed de ketens der kanon
nen van stuurboord, van welke zijde de wind kwam,
knappen en die kanonnen met hunne zware affuiten
rolden over naar bakboordhetgene de kanteling van
het schip zoo volkomen voltooide dat de kiel zich
naar boven en de masten en het want zich in zee be
vonden.
Gedurende dit kantelen van bet schip, hetwelk in
minder dan vijf minuten tijds gebeurde, trachtte de
ekwipaadje, tot bare redding, de beide s'oepen los te
maken, maar hierin niet kunnende slagen, liepen allen
gelijktijdig naar de boot, sneden er de touwen, die
haar op het dek vastbonden, van los, lieten haar ie
wateren wierpen zich erin; maar dit ranke vaartuigje
kon niet meerder opnemen dan 17 man en nog deed
dit gewigt het tot onder water zinken, zoo dat het
water de manschap, ofschoon staande, tor aan de beu
pen kwam; weinige oogenblikken later zag men eerst
den achtersteven der korvet en voorts het geheele schip
in zee verzinken en voor het oog verdwijnen.
De zeventien ongelukkigen, die zich tot halver lijve
in het water in de boot bevonden, zonder het minste
voedsel en zonder eenig drinkbaar water, dobberden
ten prooi gegeven aan den stroom. Tegen elf ure des
avonds zagen zij op eenigen afstand negen der andere
schipbreukelingen, die de banden aan eenig houtwerk
van het vergane schip geklemd, zich nog altijd zwem
mende hielden. Zij deden al 'het mogelijke om hen
nader bij te komen, maar tevergeefs eti moesten hen
een voor een zien Verzinken.
Den volgenden morgen zagen zij in de verte een
schip, hetwelk van Hollandsch maaksel scheen te we
zen zij zetten het bit al hunne magt op een schreeu
wen, om liet ter hulpe te roepen, maar waarschijnlijk
is hun noodgeschreeuw niet gehoord geworden, want
zij zagen het zich verwijderen en verloren het weldra
uit het oog.
Na vier dagen in zulk eenen toestind gezwalkt
te hebben, vergaande van honger en van dorst, ge
roosterd door de zon en afgemat van verrhoeijenis,
want zij dorsten zelfs geen oogenblik gaan zitten, uit
vreeze van het schuitje te doen zinken, besloten zij,
een einde aan hun lijden te maken, en zich in 's hemels
naam te verdrinkenmaar op het oogenblik van rot
die wanhopige daad te zullen overgaan (den 4 Mei
tegen den avor.d) kwam er op kleinen afstand een
koopvaardij-brjk van de Vereenigde Staten opdagen
deze zond hare sloep, op welke de schipbreukelingen
overgingenzij werden verpleegd met al die zorgen,
die hun droeve toestand zoo zeer behoefde. De
kapitein Klint was aan boord der korvet verbleven en
is ongetwijfeld met dezelve vergaan.
ÜSuitecïtlAttb.
Frankfort, den 27 Junij. Het aantal badgasten
te Wiesbaden op St. Jansdag, waarmede bet eigenlijk
saisoen ddar begint, wordt op 3383 personen berekend.
Bad Homburg schijnt dit jaar een rendez-vons voor
avonturiers te wezen. Één dezer heeren vyerd. benevens
ziinedame, dezer dagen gevat op verzoek van bet huis
Rothschild en hier binnenaeSuagr. Men wil dat hij
een bankiershuis te Warschau voor eene belangrijke som
zou opgeligt hebben.
In de provincie Opper Hessen is in het dorp W.
op den St. Jansdag, eene gruwelijke daad van dweeperij
bedreven. Zekere vrouwwelke tot de sekte der her-
doopers was overgegaan hieuw zich met eene bijl op
zetteliik de regrerhand af (op grond van het Evang.
van Markus IX: 45?)
Van den Nederrijn den 27 Junij. Eene voor
onze stnombooten zeer aanbevelenswaardige verbetering
hadden wij onlangs de gelegenheid op te merken aan
eene Russische stoomboot te Riel, waarvoor men, daar
zij de middelen aan de hand geeft tot redding, bij voor
komende ongelukken der passagietsden uitvinder dank
schuldig is. In plaats van de gewone ronde raderkasr,
is eene omgekeerde boot aan iedere zijde op het rad
aangebragt, welke, in geval van rood, door middel
van een zeer eenvoudig mec'nanisnutsgemakkelijk en
spoedig tot redding der passagiers te water kan wor
den gelaten.
(Smgdrtuïs.
Londen, den 1 July. Men leest in het dagblad
the Standard het volgende
Dezer dagen liep te Liverpool bet gesprek algemeen
over twee jonge dienstmeisjes, die zich als matrozen
verkleed ludden en niet herkend wer len dan (op het
oogenblik,. waarop zij door den geneeskundige zouden
worden geïnspecteerd; een onderzoek, waaraan een
ieder zich moet onderwerpen alvorens bij de Konink
lijke marine te worden aangenomen. Het eene meisje.
Har riet Palmerwas 18. eiv het andere, Carolina
Sara Abbey17 jaren'oud. Beide zien zij er zeer
aardig uit, zijn vlug en bevattelijk en van middelma
tige gestalte. Zij waren woonachtig te Huil, waar zij
zich in de herberg de Blaatnve Druif ais dienstbo
den verhuurd hadden. Carolina schijnt het eerst het
plan gevormd te hebben om zich re Liverpool te gaan
inschepen, zonder dat zij omtrent schip, land van be
stemming of de betrekking, die z\j bekleeden wilde,
zich iets bepaalds had voorgenomen. Harriet was
met dit denkbeeld ook al spoedig ingenomen. Beider
beminden waren matrozen, en deze zonden aan de
schoonen van tijd tor tijd opgesmukte verhalen van de
vreemde dingen die zij zagen en de roemrijke daden
die zij verrigtten. De twee vriendinnen besloten om
denzelfder. weg te volgen en voedden misschien wel
de stille hoop van te eeniger tijd, op reis, de bemin
den liaier harten te zuilen ontmoeten. Het matrozen
pak werd aangetrokken en de weg naar Liverpool in
geslagen. Te Manchester waren de financiën al niet
tneer toereikend 0111 van den spoorweg gebruik te
maken, en moesten de heldinnen de reis te voet ver
volgen. Sedert zij te Liverpool aankwamen, waren
2ij altijd in gezelschap van matrozen, met wie zij aten,
dronken en zelfs in een en dezelfde kamer sliepen.
Bij verschillende kantoren deden zij pogingen om ge
plaatst te worden; een koopvaardij-kapitein was bereid
om Carolina als matroos aan te nemenmaar van
eene scheiding van Harriet wilde zij niets weten, en
liet aanbod werd geweigerd. Op raad eindelijk van
een jong mensen, dat zij ontmoet hadden, zouden zij
op een oorlogsschip dienst nemen, en met dit doel
meldden zij zich aan het zeekaniocr aan, waar beiden
dadelijk werden aangenomen, behoudens de goedkeu
ring van den}chirurgijn. I11 diens kabinet toegelaten,
ontdeden zij zich van boezeroen, hoed en schoenen,
en verklaarden toentot groore verbazing van den
heelkundige, dat zij niet waren waar men ze voor
aanzag. Zij verlangden dat men over dit bezwaar
zou heen stappenmaar het verzoekmet hoeveel
Uracilr van woorden ook gedaan, werd niet verhoord.
Men zond de twee gelukzoeksters naar het polititie-
bureau, voorzag ze daar weder van de Weeding liarei
sekse en, nadat zii den nacht in goeden huize hadden
doorgebragt, vertrokken zij weder naar Huil.
Een dagblad van Tipperary zear. dat het be
ruchte Nieuw-Zeel'andsche Opperhoofd Ilóhi, de schrik
der Engelschë volkplanters, en de eenige, die zich niet
aan het B'itsche gezag heeft onderworpen, niemand
anders is dan een Ier, geboortig uit hei graafschap Tip
perary die 11 ie key heer. Voor eenige jaren zijn va
derland verlaten hebbende, leed hij schipbreuk op de
kust van Nietiw-Zeeland, werd door een hoop inboor
lingen gevangengenomen, en als slaafaan een'hunner
opperhoofden verkocht. Eenigen tijd later huwde hij
de dochter des opperhoofdsen bij den dool zijns
schoon vaders deden zijn moed en zijne bekwaamheid
als krijgsman hem tot zijnen opvolger kiezen. Alvo
rens tot deze waardigheid te zijn verhevenhad hij
zijnen naam in dien van Héhi veranderd.
jfvvmfirwl».
Parijs den 27 Junij. De Courier d'Alsace meldt
„Terwijl de jttiy bij het hot' van assises te Colmar
beraads'aagde over liet al of niet schuldig zijn van ze
keren- Xavicr Grobctwist deze de waakzaamheid der
gendarmes te ontsnappen en uit een venster ie springen,
dat meer dan twintig voeten boven de oppervlakte van
den grond verheven was; de vrees, ter dooi veroor
deeld te zullen wordenwas oorzaak van deze wan
hopige daad. De ongelukkige werd bijna stervende in
de geregtszaul terug gebragt, Weinige oogenblikken
later sprak de jury liet niet schuldig uit. Ofschoon nog
niet aan de gevolgen van zijn val overledenbesraat
er weinig hoop hem in het leven te behouden.
Op liet oogenblikdat de Koning gisteren van
Fontain. bleau terug reed, wierp zich eene vrouw, met
gevaar van overreden te worden, tusschen de ruiters,
die liet geleide uitmaakten, en naderde met vasten tred
de koets waarin de Koning en de Koningin waren ge
zeten.
De Koning gaf beveldat men de vrouw zoude laten
naderen en omving uit handen van den omferprelect de
Cullon een klein stuk papier, waarop de arme vrouw
een verzoek had gekrabbeld, inhoudende, dat zij, op
reis zijnde, in eene herberg 8 francs schuldig was,
en die niet kunnende betalen, men haren hond, haar
eenigen vriend sedert vele jaren, als onderpand wilde
houden. De Koning reed verder, doch zond spoedig
een zijner adjudanten terug met de petitie, waarin ver
scheidene g.oudsMikken waren gewikkeld. Later bleek
het, dat zii 18 francs schuldig was, docli, dewijl zij
tien francs bezathad zij den koning niet meer willen
vragendan zij behoefde om hare schulden te betalen.
Parijs, den 29 Junij. De Courtier dc la Loiit-
siane van den i^den Mei, bevat liet volgende relaas
van eene schrikkelijke verwoesting in de stad Grenada,
in Noord Amerikadoor eene hoos aangengr.
Onze correspondentie van den Mississippi meldt
onsdat Donderdag den 7<len Meiomstreeks twee
ure des namiddags, zich te Grenada een verschrikke
lijke wolk van rook en van stofde gewone voor
bode van eene boos, heeft doen ontwaren. Het voor
teeken was ook ditmaal maar al te waar, en weinige
oogenblikken later doorwoelde de boos de stad. Eene
der kerken, een der fraaiste gebouwen, is niets meer
dan een hoop puin. Al de huizen die zich op den
weg der hoos bevonden, zijnvooi den grond geworpen,
en dit alles is nog niets in vergelijking van meer be
treurenswaardige onheilenwant sommigen der ach
tingswaardigste ingezetenen van Grenada zijn met hun
geheel gezin omgekomen. Het aantal menschen dat
er het leven bij heeft ingeschoten is groot, en dat der
gekwetsten nier minder, te midden van de algemeetie
verwarring, hoorde men het gekerm der stervenden
en de klaagtoonen van hen die voor zich hetzelfde
lot voorzagen. Na de stad zoo geducht geteisterd te
hebben, is de boos hare verwoestingen in den omtrek
gaan voortzetten. Voor zoo veel wij op dit oogen
blik hebben kunnen vernemen telt men 29 dooden
en 2o gekwetsten; maar het getal slagtoffcrs moet
veel grwter zijn.