GOESSCHE C O IJ IIA N T. N\ 28. Maandag 6 April. en Clbmiiii§U*ft<icn. j 'rö De uitgave dezer Courant geschiedt Maandags en Donderdags avonds. De Prijs per Kwartaal is f .1,75; Franco per Post f 5,90. P Gewone Advertentièn worden a 20 ets. de regel I geplaatst. Geboorte-, Hu welijks- en Doodbgpjgt.cn \van 5 6 regels a f 5,20, behalve het Zegelrègti JVIEU WSTIJDI NG EN. v Sttifscftïaitb. Keulen, den 2 April. Volgens de Tricrschc Cou rant, moer dep 27 's morgens, niet ver van Saarlouis, een vreeselijk ongeluk gebeurd zijn. De veer-pont, welke bij Ensdorf de gemeenschap tusschen de beide oevers der Saar onderhoudt en die met meer dan 50 menschen, meest vrouwen en twee boerenwagens met 5 paarden beladen was, is plotseling gezonken. Slechts weinigen zijn gered en reeds meer dan 20 lijken waren des anderendaags opgevischt. Posen den 26 Maart. In de vergadering van gisteren van den stedelijken raad is besloten, dat de Israëlieten in bet vervolg dezelfde voorregten als de Christenen zullen genieten. Honderd Israëlieten heb ben het burgerregt verkregen. Wezel, den 27 Maart. Eene in het jaar 1841 gepleegde vergiftiging, is dezer dagen door de misda digster bekend geworden. Luitenant von Gagern huwde namelijk, in 1839, eene rijke Hollandsche vrouw, die van de Hollandsche koloniën eene Mulatte als slavin medegebragt had. Deze was zeer tegen het huwelijk barer meesteres, en gaf dit ook meermalen te kennen dit gevoel steeg echter tor wraakzucht, toen zij van haren nieuwen gebieder teregtwijzingen en srrafoefe ningen doormiddel van oorvegen ontving. Kort daarop werd luitenant von Gagern.ziek: zijne maag kon de gewone spijzen niet meer verdragen en hij stierf in Februari) 1841 eenen scbrikkelijken, zwaren dood. Na verloop vanvijf jaren is eindelijk de eigenlijke roe» dragt der zaak bekend geworden want de Mulatte heeft op haar sterfbed bekend, dat zij den luitenant^von Gagern vergiftigd heeft. (JGrortCour.) Jfvnnlivvlu Parijs den 19 Maart. De aarts-bisschop van Parijs heeft aan de geestelijken in zijne diocese een' berde.ljjken brief geschreven, waarbij hij hen vermaant, om in hunne openbare gebeden de Polen te herdenken, en den zegen des Hemels af te smeeken over een land, in den lioogsten graad belangwekkend, eensdeels door de onheilen, welke hetzelve hebben getroffen, en voorts door de menigvuldige gevaren, waaraan het R -Katho- lijk geloof is blootgesteld. flcÖcrÏAubclt. 'sGravenhage den 3 April. In de zitting van de Tweede Kamer der Staten Generaal' van heden is ingekomen eene koninklijke boodschap van den isten dezer, ten geleide van een ontwerp van wet, tot het toekennen van voordeelen aan den Franschen handel. Verzending naar de afdeelingen. Aan de Orde van den dag zijn de beraadslagingen over de voordragten nopens de opheffing van het fonds voor den landbouw enz. Daar zij een geheel uit maken worden eerst de algemeene beraadslagingen geopend. De heer van Ileloma 0. a. acht steeds de belasting, welke alleen op den veehouder uitsluitend drukte, onge past en onregtvaardigja hij vindt die strijdig met art. 162 der Grondwet. Het moge eene waarheid zijnin andere landen dat de handel en de fabrijken aldaar de voornaamste bronnen van volksbestaan uitmaken en alzoo meer bescherming genieten dan de landbouw, welke op den achtergrond wordt geschoven in ons Vaderland be hoort dit evenwel geen plaats re hebben. Het is ge past dat alle takken van ons volksbestaan hier gelijke bescherming genieten. Zij hebben zulks noodig. ten einde met vereende krachten te kunnen medewerken tot bevestiging van het heil des staatswelkege drukt door een hoog cijfer van uitgaven, de hulp zij ner ingezetenenzonder onderscheid, telkens inroept om door drukkende belas-innen in alle behoeften te voorzien. Gelijke bescherming moet dus voor allen op den voorgrond staan cn is dit waar, zegt Spr. dan mag ik het ongepast en oiiregtmatig noemen, dat, terwijl eer vrijgeviger tarief onlangs door deze verga dering is aangenomen, om den kwijnenden handel op te beuren; dat, terwijl sommige fabrijken zoo aatt- zit-nhjk worden bevoordeeld, waarvan het bewijs inde onlangs aangenomene wet nopens den accijns op de suiker te vinden is, er eene klasse van menschen in den staat wordt gevonden, de veehouders, name lijk aan wien eene buitengewone belasting wordt opgelegd niet om de middelen van bun bestaan te verbeteren, maar om zich, zoo mogelijk, te vrijwa ren tegen eene ramp, die, het is waar, hen zeiven in de eerste plaats treft, maar ook allemadeeligst op het algemeen belang van den Staat moet terugwerken. De Staat toch heeft belang daarbijdat alle takken van ons volksbestaan bloeijen; hij is niet geholpen met den ondergang van sommigeal is het slechts ook van één eenigen. Alle takken van bestaan moeten hier gelijke bescher ming genieten. Terwijl men nu onlangs een vrijge viger tarief voor den handel heeft aangenomen, terwijl men ook eene bevoordeeling van sommige fabrijken b. v. bij de suikerwet, heeft toegestemd, komt het niet te pas aan eene bijzondere klasse in den Staar de veehouderseene buitengewone belasting op te leggen. Dit strijdt met hunne regrenmet de belan gen van den Staat. Het is niet genoeg te zéggen dat de belasiingten voordeele van de veehouders zeiven Stïekthet beginsel acht Spreker niet aannemelijk. Ook is die belasting, immers doorgaanti, zoo gering niet. Groningen den 2 April. Ten gevolge van het vermelde in ons vorig nommer, niet betrekking tot den hoog en ouderdom en de» langdurige dienstvervulling van ds. TV. N. Sinninghere Niehove. wordt ons medegedeeld, dat nij dezen predikant als dienstmeid woonachtig is Elizabeth Iheksumdie nu in haar drieenzeventigste jaar is, en reeds 61 achtereenvolgende jaren bij genoemden heer heeft gediend, zijnde zij als meisje van 12 jaren bij dezèn als kinder- of kleine meid aangenomen. 'GronCour.) Goes den 6 April. In het laatst der voorledene week is het detachement Dragonders't welk dezen wit ter in deze stad en het eiland gekantonneerd was en goede diensten bewezen heeft, naar deszelfs garnizoen weergekeerd. De Ilooge Raad der Nederlanden heeft dezer dagenten aanzien der Tiendheffing in het algemeen een hoogst gewigtig punt beslist in zake van den Ad ministrateur van de Particuliere Domeinen des Konings, tegen J. Blocmendaalonder Barne veld en D, Lokhorst te Scherpenzeel. Het Provinciaal Hof van Gelderland, bad, namelijk, bij arrest van December 1844aan den Koning, voor dB tiendheffing naar den afstand van Augustus 1822, de regten betwist van den voormaligen Heer van der. lande. De Hooge Raad heeft dat arrestop de plei- dooïjcn van Mr. D. Donker Curtius en de conclusien van den Procureur-Generaaltenietgedaan, opgrond, dat die regten begrepen zijn in iederen tiend-afstand voor een' bepaalden kreits of cirkel en waarin dien ten gevolge als decimator universalis wordt opgetreden; weshalve dan ook niet de aanspraak moet worden bewe zen, maar de vrijheid, wanneer men die wil doen gelden. Publicatie. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der stad GOES, brengen ter kennis van een ieder die het aangaat Dat door den Stedelijken Raad, bij deliberatie van den 11 Augustus 1S45, is eearresreerd, eene ampliatie en alteratie van lier TARIEF, van ARBEIDSLOO NEN voor de VEREENIGING van BEëEDIG- DE STEDELIJKE WERKLIEDEN, van den 6 Oc- tob er 1827. Dat afschrift van deze verordening aan Hun Edel Groot Achtbare Hceren Gedeputeerde Staten dezer Provijcie toegezonden zijnde, Hun Edel Groot Acht bare, bij resolutie van den 19 September 1845, No. 15, hebben te kennen gegeven, dat tegen het ter uit voer leggen van dezelve, geene bedenkingen bestaan. Dat her voorzeide Tarief, met in achtneming der vastgestelde veranderingen, alsnu geheel herdrukt zijnde alzoo, van heden af aan, ter Stads Griffie, op den gewonen tijd dat dezelve geop nd is, voor ieder ter inzage zal liggen, en tevens tegen betaling van dertig cent bij de Stads Drukkers F. Kleeuwens Zoon, verkrijgbaar zal zijn. Dat het geamph'eefde en gealtereerde Tarief van den 1 JVlei 1846, in werking zal worden gebragt, en mits dien zal moeten worden nageleefd. E11 opdat niemand onwetenlieid zoude kunnen voor wenden, zal deze worden gepubliceerd, geaffigeerd en geplaatst in de Stads-Courant. Aldus gedaan ten Stadhuize van Goes den 4 April 1846. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. C. van der MEER MÜUR, Ter ordonnantie van dezelven, De Stads Secretaris, L. de FOUW, Jz. Pitfrltcatic- BURGEMEESTER en WETHOUDERS der stad GOES, ontvangen hebbende, het Provinciaal Blad, No. 35, bevattende eene circulaire van Zijne Excellentie den Staatsraad Gouverneur dezer Provincie, van den 25 Maart 1846, A No. 1937 tste Afdceling, bij welke, Zijn Hoog Edel Gestrenge heeft te kennen gegeven, dat het aanvangen van den veldarbeid en van andere werkzaamheden, bij den ingang der Lente, de bekommering vermindert voor het bestaan der volks klasse, en voor de verstoring van orde en rust, welke het misgewas der Aardappelen, hij het verminderen van Arbeid in den Herfst van het afgeloopen jaar deed ontstaan. Dat zijn Hoog Edel Gestrenge uit dien hoofde, de verordende buitengewone maatregelen, opheffende, het zich tot een genoegen stelt, om zijnen dank te betui gen, voor de veel al doelmatige beschikkingen, welke zijn in het werk gesteld, om de volksklasse bij den nood, welke haar drukte, aan werk en brood te hel pen, de algemeene veiligheid te bevorderen en orde en rust te handhavenen tevens verlangd, dat dte dank worde overgebragt, aan alle onderhoorige Administra- tien, Instellingen van Weldadigheid, Veieenigingen, Maatschappijen, Polderbesturen, Grondbezitters, Land bouwers, Werkbazen en bijzondere Personen, die daar toe de overheid in hare inzigten of bedoelingen met woord of daad hebben ondersteund. Burgemeester en Wethouders, daaraan, voor zoo veel deze Stad betreft, volgaarne gevolg gevende, bren gen, onder mededeeling van het vorenstaande, dezen dank van bet Hooggeëerd Hoofd dezer Provincie bij de tegenwoordige algemeene en openhafe Bekendmaking over, aan alle de Stedelijke Admmistratien en zoo gewone als buitengewone en tijdelijke Instellingen van Weldadigheid, en aan alle bijzondere vereenigingen en Personen in deze Gemeente en voegen daarbij, ook de welmeenende betuiging van hunne erkentelijk- beid, voor de aanhoudende en krachtige bewijzen van medewerking, welke in de nióeijelijke omstandigheden van den afgeloopen Winter ondervonden en met groote belangstelling en nienschlievenden ijver toegebragt en verleend zijn. En opdat deze algemeen bekend worde, zal daarvan Publicatie affixie en insertie in de Stads-Gourant ge- schieden, Gedaan ten Stadhuize van Goes den 4 April 1846. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. C. van der MEER MOIJR, Ter orcionn'antie van dezelven, De Stads-Secretaris, L. de F O U W, Jz; t

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1846 | | pagina 1