00MRVAT1S Dl» OOGEi. verstaan wat liet iscarrousel te rijdenop alle ma» nieren, in allerlei wendingenbogtendraaijenven slingeringen, naar de maar van Stümpffs voortref!ijk orchest; sn toen nu bet opgetogen publiek, en die breede daraesrijen, zich in ondubbelzinnige toejuichiugs - blijken dankbaar hadden betuigd voor het hier verschaft genot, toen en dit is al wederom zeer natuurlijk toen werd het feest beslotengelijk alle ordentelijke zaken in deze materiële eeuw eindigenmet vork en met mes, met flesch en met glas; en zij, die zich in de renbaan als echte ridders gedroegen, toonden ook innig doordrongen te wezen van de wetten Aer'table ronde. Toen de dageraad de gazvlam kwam doven ging de feestkring vriendelijk uiteen; - maar de her innering aan dezen avond wordt niet uitgedoofd, zoo laag één der feestvierders nog over zal zijn. Dr. W. ds Polen tn Frankrijk. De beer de Larochejaquelein, heeft in de ka mer der afgevaardigden van Frankrijk betoogd, dat, zoowel onder de voormalige Monarcbij als onder het Keizerrijk, Polen steeds naasr Frankrijk gestreden heeft. Sedert 14 jaren hebben zich voor de Poolsche nationa liteit wenschen in de kamers doen hooren, welke ech ter tot niets hebben geleid. Men heeft de ongelukkige ipolen aangezet, doch hen sedert verlaten. De rede naar verlangde, dat het Fransch bewind tusschen bei den zou komen, om een einde te maken aan de wreed heden, welke begaan zijn. en opdat in Gailicië niet langer eene exceptionele regtsbedeeling- moge oestaan. De minister van buitenlandscbe zaken, de heer Gui- zot, heeft den redenaar beantwoord. Hij betwistte de daadzaken in Gailicië, zoo als die door den heer Larochejaquelein waren voorgedragen. Wat Po len betreft, zeide de minister, dat, door telkenmale de stem ten behoeve van dat ongelukkige land te ver» heffen, men aart een' nationalen wensch voldaan heeft. Thans nog heeft men jegens hetzelve twee pligten te vervullen. De eerste bestaat hierin, om het niet met hersenschimmen in slaap te wiegen. Een tweede pligt vordert, aan de ballingen al die hulp te verkenen, welke met het volkenregt overeen te brengen.is. Daar toe zullen nieuwe opofferingen moeren gedaan worden. Men zal tiet ongeluk, maar niet den opstand te hulp komen. Wat zou men zeggen, indien mén vernam, dat eene buitenlandscbe Mogendheid aan Abd el-[$a der krijgsvoorraad, aanmoediging en geld zond Frankrijk moet steeds eene wijkplaats voor ongelukki gen, geen verblijf van zamenzweerders zijn. BORNEO. II. ïTet scheen dus dat de Engelschen sedert iang van alle vestiging op Borneo, en zelfs op de Sooloo-eilanden, voor goed hadden afgezien. Doch in 1843 verscheen een ÈngelschmanÈrskine Murray met twee ge wapende schepen te Koetie op de oostkust, om eene factorij te stichten (1). Hij |laagde evenwel niet, maar bekwam strijd met de inboorlingen zoodat hij bene vens eenige zijner landslieden omkwamen, terwijl de overigen zich met de vlugt redden. Dit voorval ver wekte in Nederland gegronde bekommering en de dagbladen maakten opmerkzaam op het gevaar, dat onze koloniale belangen bedreigde indien de Engel schen zich op dat punt vestigden (2). Intusschen had zich een ander Engelschman, james srooke reeds in 1839 in bet distrikt Scrawak (3) op de noordwestkust gevestigd. Hij gaf in 1842 een stukje uit, waarin hij het belang voor Engeland be toogde om een der eilanden bij Borneo proper te be zitten terwijl hij verlangde dat zïitie kleine vestiging sloor de Engelsche regering wierd in bescherming ge» nomen, om de kern te worden van eene nieuwe kolo nie op het vaste land van Borneo. De plannen van Brooke schenen in Engeland veel bijval te vinden de tijdschriften hielden er zich herhaaldelijk mede be zig en in Julij van het vorige' jaar lazen wij in onze dagbladen uit die van Singapoer overgenomen het berigt, dat de Engeische regering besloten zoude heb ben een etablissement op een der eilanden nabij Bor neo aan te leggen. Vokerrs dat berigt, zoude de En gelsche kapitein betbuné die belast was met het in Odgensciiouw nemen der plaatsen zich verklaavd hebben ter gltnste van. bet eiland Laboan, waar, zoo als wij hierboven zagen, de Engelschen in de vorige (1) Zijne onderneming itiordt inde Staats Courant Van 14 Mei 1R44 vermeld; hij ging van Honkong met gewapende schepen naar eene Nederlan'dsche Kolonie. (2.) Hij zonder deed dit het. Rotterdamsche Handels blad van, 19 Augustus 1844. (3) Zit over Scrawak dc Indische Bj te stuk bl. 142—146. eeuw reeds een' korten tijd gevestigd waren geweest. Omtrent het etablissement van broojck zeiven ver melden de dagbladenook de Staats Courant van 20 November 11.het volgende Volgens berigt van Sambas, heeft de Engelsche reiziger james brooke zich in het begin van dit jaar, vergezeld van den Pangerang moeda hassiem van Sera wak naar Borneo pioper begeven en is aldaar vriendelijk ontvangen geworden. Het resultaat van dien togt zou zijn geweest, dat hem vrijheid is gegeven om aldaar handel te drijven, en dat zijne vestiging te Sera wak door den Vorst van Borneo proper erkend en gewettigd is geworden waar tegen aan genoemden Vorst de bescherming van het Britsch gouvernement zou zijn toegezegd. Zoo als door geloofwaardige inlanders verzekerd wordt, bevinden er zich s'echts vijf Europeanen, van welke drie met den handel, een met natuur-ondérzoe- kingen en een met de goud- en diamantgroeven zich onledig houden. Het gcheele etablissement bestaar uit vijf woningen en een pakhuis, zonder eenige versterking. De bevolking van Sera wak wordt geschat 00 7000 zielen, waaronder 300 Maleijèrs en aoo Chinezen; de overigen zijn Daiukkers. De Heer èrooke bepaalt zich alleen tot her drijven van eenen ruilhandelzonder éenig gezag uit te oe fenennoch opbrengsten te varderen. De door hem aangebragte goederen warden veelal tegen antimonium en stofgoud afgestaan." Het zijn deze punten, welke in de vergadering der Staten Generaal van 4 December II., bij gelegenheid der beraadslaging over de wer betrekkelijk de koloni ale geldmiddelen, zijn vo va -komen. De Heer van rijckevorsel beeft vooral opmerkzaam gemaakt op het nadeel, dat uit die vestiging vanJïngelsche facto- rijen voor onzen kolonialen handel te duchten staat en tevens de onbevoegdheid der Engelsche regering, om zich van die punten meestér re maken, betoogd. De opheldering, door den Minister van koloniën gegeven omtrent het eerste puntnamelijk de onder neming van erskine jiurray te Koetie, zijnallezins geruststellend. Het kabinet van Londen" zegt hij, „verklaarde de aanranding van ersiune murrAy voor de daad van eenen bijzonderen perso n; ontkende bet voor- nemen te hebben om eene militaire expeditie naar Koetie te zenden en betuigde zijnen eerbied voor de erkende en gevestigde reg'ten van Nederland." Wat betreft de vestiging van brooke '111 bet dis trikt Sera wakverklaarde de Minister, dat onze re gering zich die niet had aangetrokken: „Want," zegt Z. E. „de plaats waar hij zich vestigde lag bui- „ten hare onraiddeUike souvereiniteiten zijne daad „had geenerhande officieel karakter." Van de vrees, dat die vestiging in eene werkelijke koloniedoor de Engelsche regering daar te stellen zoude overgaanen dat deze ook een etablissement op Laboan zoude aanleggen spreekt Z. E. als van „geruchten van allerlei aard." Doch voegt hij et- bij Hoe onbestemd die ook zijn s heeft zij (de Regering) er echter aanleiding uit genomen 0111 zich andermaal te wenden tot het kabinet van Lon den." En hij verklaart ten slotte, „dat zij de Ne- derlandscbe regten steeds met klem en waardigheid zal" handhaven." Zie daar-den tegenwoordigen staat van dit onder werp. De kust van Borneo proper en de Sooloo-eilanden zijn de verblijfplaatsen van de stoutste en gevaarlijkste^ zeeroovers, welke in den laatsten tijd meermalen ook Engelsche schepen hebben aangevallen. Hun bedrijf wordt des te ondragelijker, naarmate de handel op China zich meer uitbreidten hieraan is het gewis toe ie schrijven, dat de Engelsche zeemagt zulke krach tige ondernemingen gedaan heeft om de zeeroovers van Borneo-proper te straffen. Wij hebben in een vorig nummer (4) de bijzonderheden medegedeeld van den togt, die in Augustus 1844 plaats gehad heeft, toen de Engelsche vaartuigen de rivier Batang Lupar zijn opgevaren. Onlangs lazen wij in de dagbladen, dat de Admiraal Cochrane, die de Britsche zeemagt in China kommaodeert, niet een eskader, uit niet min der dan een linieschip, twee korvetten, eene brik en drie sroombooten bestaande, eene expeditie volbragt heeft tegen' de zeeroovers in de Maloedöe baai, de noordelijkste' op die zelfde kust (5); waarbij men weder tot diep in het land is doorgedrongen, en groo» ten wederstand te overwinnen heeft gehad. Het vermoeden, dat de Engelschen dezen zeeroof wenschen te beteugelen, eti tevens handelsbetrekkingen ■;-> (4) Z. bl. 236 van dezen Jaargang. (5) Zit; onder anderen Arnh. Cour. 29 Novcmb. en Amsterd. tlandelbl. 2 Dcccmb, 1845. daar te stellen met her uitgestrekte en vruchtbare land van Borneo-proper is dus volkomen gegrond. En indien men de beiigten in dc dagbladen gelooven moesr, zouden ook de geruchten, waarvan de Minister spreekt, niet meer zoo onbestemd zijn. Immers wordt stellig van een' tweeden togt van kapitein Bethune gespro ken, waarbij zich James Brooke zoude bevonden hebben, met oogmerk om met den sultan van Borneo, proper een verdrag aan te gaan omtrent den afstand van Laboan en liet verlof om zich te vestigen op de vaste kust. Men verhaalt zelfs bijzonderheden welke bij het voltrekken van dat verdrag zooden hebben plaats gehad (6). JVervolg en Slot hierna (6) Zie onder anderen Rott. tlandelbl. 10 De* ccmh. 1845; Amsterd. tlandelbl. 12 Novcmb. 22 Decernb. 1845. Mëiimklnke ^tbcviinï&sthc £atcvg. prijzen van iooo en daarboven. Trekking der Derde Klasse. 5de Lijst. No. 18667, een van f 25.000. No. 1350 en 5314, ieder een Prijs van 1000. 6de Lijst. No. 7439, een P/ij's van f 2500. No. 7353 9 ee" Pi'Üs van 1000. 7de Lijst. Geene. Qfeöesttfimis-sn., L* Heden beviel voorspoedig van eenen ZOON L. J. P. VADER, veel geliefde Echtgenoot van J. P. KAKEBEEKE. Goes, 22 Maart 1846. DeOndergetekendenDIRECTEU- REN df.r ONDERLINGE BRAND WAARBORG-MAATSCHAPPIJ, gevestigd te Am* sterdamberigten door dezedat ook de Heer J. KOOMAM AZ.als hunnen ©OlïjRES- jPffiSISSSSKI' te Goes en omstreken is aangesteld, en bij ZEd. alle verlangd wordende inlichtingen boven genoemde Maatschappij betreffendete bekomen zijn. Zij maken gaarne van deze gelegenheid gebruik om meergenoemde Maatschappij, aan de voortdurende belangstelling en het vertrouwen dat'haar in zoo ruime mate ten deele valt, bij vernieuwing aan te bevelen. Amsterdam 23 Maart 1846. DE JONG Comp. De Voorjaars PAARDEN IRüflSjÉf N en VEEMARKT, zal voor» éèstAAns -aat) te Middelburg in Zetland gehouden worden op den laatsten Donderdag der ■maand Aprils en alzoo in dit jaar op den 30Stendier maand. Jiögju UIT de HAND te KOOP, TWEE pj!?H en EiRVEN5 het eene in izlit&Si (je Range Kerkstraat, Wijk C. No. 28, en liet andere buiten de BleékveldSClie Poort, Wijk E. No. 7. Te bevragen bij W. HERPUS in de Lange Kerkstraat, te Goes |g> Wordt te KOOP AANGEBODENeen By zoo goed ais' Nieuwzeer ligt en modern ÏWBKBASkS-WACElïïJE op Veren, bijzonder geschikt voor één Paard. Te bevragen'bij den Wagenmaker J. BAL, in de Nieuw» straatte Goes. De Gezigtkundige J, GUDENDAGvan Dus seldorfberigt bij deze, dat'hij alhier gearriveerd is niet een fraai assortiment ©P'B'ESCKE ISTSTRïT- MEKTBW in het bijzonder beveelt hij zijne nieuw uitgevondene AVOSTSJ-BlinLiEjEBr van Bergkristal; zal gedurende eenige dagen te spreken of te ontbieden zijn bij den Heer Breker, Korenbeurs. Van de LEERRIJKE BESCHOUWING over den moord in 1840 te hoedekenskerkè gepleegd, bij de Uitgevers dezer Courant in'tlicht verschenen, nog eenige exemplaren voor handen zijn ie, wordt dezelvezoo lang de voorraad strektvoor den verminderden prijs van 50 eenten verkrijgbaar gesteld. De opbrengst is, gelijk vroeger geschieddeg Trice- lijk tot een weldadig einde bestemd. Te Goes, bij F. Kleeuvvens Zoon.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1846 | | pagina 2