N\
184
GOESSCHE
C O U R A T.
Donderdag IS Februari'j.
De uitgave dezer Courant, geschiedt Maandags\
en Donderdags avonds. De Prijs per Kwartaal j
is f ,1,75; Franco per Post f J,90.
r Gewone j4dvertenliën worden a 20 ets. de re.
geplaatst. Geboorte-, Hiiwelijhs- en Doodberigten
van J 6 regels a f d ,20, behalve het Zegelregt
NIEUWSTIJDINGEN.
%tn lis.
Rome, den i February. De Vicaris-Generaal heeft
aan de bevolking van onze stad bekend gemaaktdat
er eene godsdienstoefening van 9 dagen in eene dei-
kerken zal gehouden worden om God re bi lden voor
de uitbreiding van het Katholicisnius in Engeland. Die
slechts eens de kerk bezoekt krijgt een aflaat van 300
dagen, maat die het ten minste vijfmaal doet, een
vollen aflaatmits den biechtstoel bezoekende en de
communie gebriïikende.
Berlijn den 6 February. Uit Petersburg schrijft
mep van den 30 Jan., dat de Keizer aan den Bayer-
schen schilder Hes sede St. Anna orde, 2de klasse,
heeft geschonkenten bewijze van hoogstdeszelfs te
vredenheid over de door Z. M. bestelde schilderij
voorstellende den overtogt der Fransche troepen over
de Beresina.
Uit Opper-Silezie wordt gemeld, dal prins Al
bert van Pruissen de groote heerlijkheid Tost voor
de som van 700,000 thr. heeft aangekocht.
Men heeft den voorslag gedaan, 0111 op 1 Mei van
het aanstaande jaar, op den zoogenaamden Biocksberg
een nationaal feest te vieren, aangezien dan juist hon
derd jaren geleden de laatste licks in Duitschiand zou
verbrand zijn.
0ti0cl«mb.
Londen, den 7 February. Dingsdag heeft sir
Robert Peel zijn 58ste jaar bereikt.
Het cijfer der gestorte sommen in de Bank van
Engeland tot depót der genootschappen der ijzeren
spoorwegen, beloopt 11.492,000 pond st. (bij de 138
millioenen gulden.)
33cÏ0?c.
Brussel den 2 February. Mejufvrouw Sacré,
heeft alhier eene Gyhuiastieke school voor meisjes op-
gerigt, en is, zoo als de Vlaamsch-Belgische dagbla
den zich uitdrukken benoemd tot Professores in
f raatje houding der Prinses Charlotte.
ÜicbcvlAubcu.
Utrecht, den 9 February. Op den 24 Januarij
jl.is bij een winkelier alhiereen valsclv bankbriefje
van 25 aangeboden en is daarop geld gegeven zon
der argwaan. Het valt echter niet moeijelijk hetzelve
met dé minste oplettendheid, te onderscheiden, er is
geen watermerk in, en de plaatsing van namen en
woorden is in vele opzigten faiirief.„ De versierselen
op den kant zijn niet eens nagemaakt. De gedrukte
woorden aldaar ontbreken even als de woorden de
Directie der Nedtrlandsche Bank boven de naamtee-
kening; de naam Croockewit is geschreven met rooden
inkt enz. Alles is kennelijk met de hand getrokken,
niet gedruktalleen de eerste indruk is bedriegelijk
door de uitvoering in haar geheel genomen. Een
ieder wachte zich voor schade
De heer Reindrebuiten de VVaarJbarrière al
hierhad in het afgeloopen najaar een stuk land
met aardappelen, welke aardvruchten, even als overal,
door de ziekte waren aangetast en als onbruikbaar
werden weggeworpen. Hij had echtereen gedeelte in
den grond gelaten en ook deze als verloren beschouwd;
doch hoe gio't was zijne verwondering dezer dagen,
toen hij de in den grond gelaten aardappelen niet al
leen zuiver en goed.' maar ook uitmuntend van smaak
bevond. Hij beeft dezelve gedeeltelijk voor eigen ge
bruik behouden gedeeltelijk voor poters gebruikt en
weder aan den vruchtbaren grond toevertrouwd. Te
bejammeren is het, dat men niet meer de zieke aard
appelen in den grond heeft gelaten» (Utr. Cour.
(Wie had kunnen berekenen dat wij zulk eenen
zacliten winter hebben zouden en was dail nog wel
die uitkomst te voorzien?)
Bcslurcw cu Qïmünislrftticu.
Publicatie.
(Vervolg en Slot van ons vorig Nommcr.'
d. Alle minder belangrijke veranderingen dan die bij
lid c genoemd cn alle verbeteringen (ameliorate)
of verval der gebouwen niet in de jaarlijksche
opneming begrepen zullen in aanmerking ko
men bij de eventuele algemeene herziening van
het Kadaster der gebouwde eigendommen, wel
ke volgens de wet van 3 Primaire 7de jaar,
art. 102, om de tien jaren geschieden moet.
Hiervan zijn echter uitgezonderd de gevallen,
dat het verbeteren van het inwendige plaats heeft,
tevens met eene vergrooting of uitbreiding des
gebouwsals in welke gevallen de bedoelde ver
beten ingen ook bij de jaarlijksche opneming in
aanmerking moeten worden genomen.
Bij vertimmeringendie volgens de wet van
den 28 Maart 1828, (Staatsblad N°. 8.) in
den driejarigen vrijdom vallen zai het geheele
gebouw bij nieuw klassementin zoodanige
hoogere klasse worden gebragtals het geheel
der verbetering zal bevonden worden mede te
brenger..
e. Bij de bepaling der belastbare opbrengst zal voor
al moeten gezorgd worden voor het behoud van
de evenredige klassering en begrooting der ge
bouwen en in geen geval mogen afgeweken
worden van de beginselen deswege bij de daar-
stelling van liet Kadaster gevolgd. In het bij
zonder zullen de Ambtenaren letten op den meer
deren aftrek voor de fabrieken trafieken en pak
huizen wegens verval en kosten van onderhoud
en herstel toegestaanvoorts ook daaropof
deze panden niet het woonhuis al dan niet één
gebouw uitmaken, alsmede op het bestaande
verschiltusschen eene fabriek of trafiek en
eene eenvoudige werkplaats; en in een woord,
op alles wat ter zake in aanmerking behoort te
komen.
f. In geen geval zal eene voorloopige klassering of
begrooting behoeven plaats te hebben zullende
het ten aanzien der gebouwen welke vallen in
de termen van vrijdom van grondlasten of van
verhooging van den aanslag in dezelve, voldoende
zijn dat dadelijk alleen worde opgenomen de
aard der plaats gehad hebbende verandering
volgens de onderscheidingen in de wetten voor
komendeen derhalve bewezen in welke dei-
tijdvakken van vrijdom, het gebouw moet ge
acht worden te vallenmitsgaders het jaar van
het ophouden des vrijdoms.
De nadere opneming eQ begrooting derzelve,
moet geschieden in het jaarvoorafgaande aan
dat waarin de toegekende vrijdom verstrijkt.
g. Ingeval bij veranderde bestemming der gebouwen
grond gevende tot een klassement of veranderd
klassement, tevens aan- of bijbouw plaatsheeft,
waarvoor een driejarige vrijdom moet worden
genoten, zal dadelijk alleen de veranderde be
stemming, met de veranderingen en verbeterin
gen ten gevolge daarvan aan het gebouw aan
gebragtin aanmerking komenen de bij- of
aanbouw later worden opgenomen in voege als
aan het slot var. lid gezegd.
h. Het genot des bedoelden vrijdoms aan de belang
hebbende wordt toegestaan zonder dat door
hen tot verkrijging daarvaneere voorafgaande
verklaringvolgens het voorschrift vervat in de
Circulaire van 3 Januarij 1834 N°. VI, opge
nomen in ons besluit van den 1 September
1834, (Provinciaal Blad N°. 64) ingezonden,
of aangifte deswege gedaan worde.
De belanghebbende eigenaren zullen zoo spoe
dig doenlijk worden verwittigd zoo van den
termijn des vrijdoms aan hen toegekendals van
de klassering der gebouwenen zulks bij een
voudige toezending aan hen van eene kennis
geving in voege als door een voor 's Rijks reke
ning te drukken model wordt aangewezen, en
zal daardoor komen te vervallen de nederiegging
der stukken, bij het Plaatselijk Bestuur, gelijk
die vroeger was voorgeschreven.
Ingeval van bezwaren van de zijde der be-
J lang'nebbenden tegen de klasseringzal worden
gehandeld op den voet en de wijzevermeld
in de Circulaire van den 6 Mei 1834, N°. 97
(lid E en F van art. 1 van evengenoemd be
sluit.) ten aanzien der ongebouwde eigendommen.
'i. Van de plaats gehad hebbende veranderingen en
verleende vrijdommen, biervoren vermeld, zul
len in de daartoe betrekkelijke registers bij de
bewaringen van het kadaster in de Gemeenten
voorhanden, de vereisclite aanteckeningen ge
schieden.
k. De bepalingen in lid a en b dezer omschreven,
en voor zooveel betreft de kennisgeving aan de
belanghebbenden in lid h bedoeld, zijn mede
van toepassing op de ongebouwde eigendommen.
Brengen, overeenkomstig daaibij ontvangene aan
schrijving de vorenstaande beschikkingen ter kennis
van de grondeigenaren binnen deze Stad en Gemeen
te; met uitnoodiging om liet Stedelijk Bestuur door
opgaven ter Stads Griffie bekend te maken met de
voorgevallene veran leringen in de gebouwde en onge
bouwde eigendommen, welke eene opneming ter plaat
se vereischen ten einde daarvan gebruik te kunnen
maken bij de opgave welke daarvan jaarlijks vóór of
uiterlijk op den 1 Maart, aan den Controleur van het
Kadaster in deze Provincie moet worden ingezonden.
En opdat niemand onwetendheid voorwende zal de
ze worden gepubliceerd, geaffigeerd en geïnsereerd in
dezer Stads-Couranr.
Gedaan ten Stad huize van Goes, den 7 Februarij 1846".
Burgemeester er. Wethouders voornoemd,
J. C. van der MEER MOHR
Ter ordonnantie van dezelven
De StadsSerretaris,
L. .DE F O UW, Jz.
A LLERLEL
De jaarboeken van den oorlog in den Kaukastts
zijn vol vail heldhaftige bedrijvenjammer maar; dat
zoo weinige daarvan ter algemeene kennis geraken,
en nog oneindig meer jammer, dat zooveel menscheu
bloed sinds jaren zoo vruchteloos wordt verspild
De volgende heldendaad is medegedeeld geworden,
door een militair, die zelf in dien krijg gediend heeftt
Op de geweldige rotsgebergten van den Kaukasus„
dus begint zijn verhaallag een donkere december
nachtuit de kloven stegen digte nevels naar boven.
In het "Aul (dorp) Tschirach en de vesting van den
zelfden naam, gelegen in her Chanaf Kurach en onder
Russische schutheerschappij staande, sliepen reeds al
de inwoners. De plaats werd door een baraillon van
het Aschperonische grenadier regement verdedigd
slechts nu en dan herhaalde de echo den aanroep der
wachten op de kleine vesting, en het paardengetrap
pel der Kozakken, die de'rondde deden. Plotseling
vielen in den omtrek snaphaanschoten en als een or
kaan stormden de wilde Lesghiers van het gebergte
naar beneden, om het dorp te overrompelen. Een
bloedig gevecht begon. Tachtig grenadiers werden in
hunne kazerne, nog slapend overvallen, en grooten-
deels afgemaakthet overschot ontsnapte naar de ves
ting. Een der officiers de vaandrig Tscherbinin,
hoorde in zijn kwartier het woedende krijgsgeschreeuw
der Lesghiersen het gejammer der vrouwen en kin
deren, die door hen omhals gebragt werden. Hij springt
op van zijne legerstede en ijlt onverschrokken op
straar. Hier verzamelt hij door zijn roepen omstreeks
vijftig grenadiers, dring: met hen in het digst der vij
anden, en ziende, dat hij van de vesting "afgesneden
was, slaat hij zich, met de sabel in de vuist, door
hen heen tot aan eene hooge steenen minaret, waar