Donderdag - 81
iV. 61.
1845.
GOESSCHE
C O R A W T
(De uitgave dezer Courant geschiedt Maandags
en Donderdags avonds. De Prijs per A war laai j
is f .ij5; Franco per Post f J,90. J
jplm
IjggÉlL
f Gewone
f geplaatst
van J
MEI! WSTI.Ï DIN G E N
IR ust anti.'
Petersburg', den 17 Julij. In de, op den 12 de
zer gehoudene, jaarlijkrche zitting van den raad der rijks-
crcdiet-inrigtingen legde de minister van financien aan
denzelven de rekeningen dezer inrigtingen over het
jaar iè'44, over., De toestand der rijksschulden tot het
jaar 1845 was
Buitenlandsche 69.665,000 guld. Nederl.
Binnenlandsche41,709,580 voeb.
Permanente schulden 227,996,840
De Nieuw-Russische provinciën lijtien zeer, aan
de gevolgen eener sedert 6 weken aanhoudende droogte.
Grooie zwermen sprinkhanen hebben aldaar de velden
en wijngaarden verwoest. In Kertsch bereikte de hitte,
den 17'Jiinij, eene hoogte van 25 tot 29° R., in de
schaduw 90° F.alle gewassen verdorden. Het pud
liooi klom in prijs tot 20 kopecken zilveriets onge
hoords voor deze plaats in het midden van den zomer.
Gelijke klagten hoort men uit de Oostzee-provincien.
Bij den uitgéputten voorraad van granenwordt her
gebrek aan dezelve steeds voelbaarderwaarbij nog ten
gevolge van bet groot verlies van vee, in den afgeioo
pen winter, bet gebrek aan vleesch komt. Beide on
ontbeerlijke levensbehoeften zijn aizóo zeer in prijs ge
stegen. De hoop, om dit jaar, door,een' rijkelijken oogst,
het misgewas van het vorig saisoen vergoed te zien
is zeer gering daar ook in deze provinciën eene aan
houdende dorheid geheerscht heeft. Onder de verwoes
tende veeziektendie in den afgeloopen winter in vele
gouvernementen des rijks woedden, was die het hevigsie,
welke in het gouvernement Wir psk werd waargenomer.
Bij het slagten van aan deze ziekte lijtjende dieren vond
men in hunne levers eene soort van wormen die duim
lang en f duim breed waren, niet zeiden gepaard mét,
duidelijke sporen van door dezelve aangerigte venvoes
tingen in bet aangetaste orgaan. Deze ziekte vvas het
gevolg, van eenen natiën zomer en eenen mislukten oogst.
Met goed gevolg werd daartégen zoete kwik kamfer,
honig en meeltot een vast deeg gemengd, aangewend.
Het zieke dier bekwam daarvan des morgens en des
avonds een stuk ter groote vau eene noot.
(Stojsfcttrgfe-
Weenen, deti 14 Julij. Een bofwaggon bestemd
voor den plegtigen openings-rid van den spoorweg van
hier naar Praag, trekt als een meesterstuk ieders aan
dacht. Het midden van dit rijtuig vormt een verras
send fraafj salon met een groen zijden behangsel en
gouden draperiën, voorzien van spiegels met vergulde,
lijsten benevens prachtige luchters. De zoldering
van wit gros grain, is insgelijks rijk met goudstof ge»
dvapeerd. De-vensters zijn van het schoonste kristalglas,
cie gordijnen van zware, groene zijden stof, met gouden
franjes, enz. versierd. De meubelen van dit prachtig
salon, verscheidene divans en eene rijke troonzetel
zijn insgelijks roet groene zijde overtrokken en op het
rijkst met goud versierd. Aan dit middensalon gren
zen twee zeer nette prachtvolle kabinetten eene
antichambre en een kabinet voor het naaste gevolg.
Kostbare tapijten bedekken den bodem en zelfs de
trappen zijn var. zeldzame pracht en sieilijkheid.
Btvitecvlftnb.
Lucern, den 21 JulijEene buitengewone Staats.
Ziitung met ,cen' rou wrand van den 20 dezerdes
avonds brengt de tijding dat de h'eer Joseph Leu
yon Ebers'olde voornaamste bewerker van de inroe
ping der Jezuïten in den nacht van den 19 op den ao
dezer maand, kwart ovér twaalf ure, in zijn bed slapen
de, door een pistoolschot verraderlijk is vermoord.
Eene bekendmaking van wege de policie dér stad Lu-
et m looit voor degenen, die over den persoon des daders
bepaalde aanwijzingen leveren kan eene belooning uit
van 2C00 Zw. franken, en san hem, die den moor
denaar zelve ontdekt en overleven s belooft de regering
van het kanton Lucerneene premie van 6000 Zw.
franken.
Het vermoedendat deze schandelijke moord van den
meest, genchren en invloedrijks ten man van het kanton
Lucern een zoogenoemde politische is, schijnt, beiaas.!
niet zonder grond te-zijn.
Ditltefïilftttb.
Frankfort, den 27 julij. Uit Breslan verneemt
men, dat verscheidene leden van den hoogen B.-Ka
thol ijken adel in Silezië, voornemens zouden zijntot
de Duitsch-Katholijke kerk over te gaan. Ouder mees-
anderen noemde men hérrogin van Saga 11 en de graven
Mover den en Schafgotsch.
jfVftttfcrgfc.
Parijs, den 26 Julij,In Frankrijk wordt over
het algemeen zeer sterk, en stérker dan elders, de in
Algerie betoonde wreedheid betreurd; maar dit m enu
niet weg, dat het begint te verdrieten, de Engelsche
bladen eiken dag weder op nieuw daarvan te/.ini op
balen, even of Engelsche krijgslieden zich nimmer
eenige wreedheid hadden te verwijten gehad. De Na
tional heeft hierop het bewijzen van het tegendeel op
zich genomen, en gééft te dien einde eenige uittrek -
seis uit eene correspondentie, die, tijdens de onaf iianke
lijkheids-ooriog van Noord Amerikagevonden is .ge
weest in de bagaadje van den Engelschen generaal en
chef Burgoygne, toen deze zich, na het gevecht van
Saratoga^ met zijn leger gevangen had moeten geven.
Tot het wèl verstaan van" dit stuk, moer men weten,
dat de Engelschen zich hulptroepen hadden gekocht
tot in de hutten der wilden, en om 'den ijver van
deze aan te sporen, premiën voor haarbosschen en sche
dels van Amerikanen hadden uitgeloofd, hetgeen aan
leiding gaf' tot eenen drukken har/del in menschelijke
koppen, tussch-en de Indiaansche opperhoofden en de
Engelsche generaals. Het bedoelde stuk nu, is een
brief van zekeren Kapitein Crawford.aan den Kolonel
Haldimondgouverneur van Canada, ter begeleiding
van eene lading van acht balen met menschelijke
schedels', en luidt ats volgt
Overeenkomstig hen verzoek der Wilden opper
hoofden van Senneka, .doe ik Uwe Excellentie hier
nevens, onder de hoede Gods en het geleide van Ja
mes Bloydgeworden, acht balen hoofdschedels of toe
bereide, gedroogde haarbosschen, gevat ïn geschilderde
en met al de zegepraals-teekenen der Indianen versierde,
hoepels.
lk twijfel geenszins of Uwe Excellentie zal liet
gepast oordcelen, eenige verdere aanmoediging aan
die brave lieden te doen toekomen.
De geschenken, die mij voor hen overgezonden
zul/en worden, zullen door mij, met mijne gewone
zorgvuldigheidgetrouw en met oordeel worden uit
gedeeld.
Zie hier de factuur en de beschrijving van den
inhoud der acht balen, van welke de Indianen u ver
zoeken, in hunnen naam hulde aan Z. M. te willen doen.
(get.), Jaaies Crawfurd."
No. 1. Drie en veertig haarbosschen van soldaten
van het congres, in onderscheiden 'schermutselingen
gedood; zij zijn gespannen- op zwarte hoepels, het
voorste van de huid is rood geschilderd, meteen klein
zwart vlekje in het midden, om aan te duiden, dat
zij roet kogels gedood zijn geworden.
No. 2. Twee en zestig haarbosschen van Pach
ters, die in hunne hoeven gedood zijn geworden. De
hoepels zijn roodde huid is bruin 'en uier een
bijltje er op geschilderd; rondom deze loopt een
zwarte kring, tot teeken dat zij in den nacht zijn
overvallen geworden en vertoont zich in het midden
daarvan een bijltje, hetwelk te kennen geeft, dat zij
met zoodanig wapen zijn afgemaakt.
No. 3. Acht en negentig haarbosschen vati pach
ters, in hunne hoeven gedood. Hetzelfde teeken van
iuin beroep. De groote witte kring en de zon, geven
re kennen, dat zij op klaren dag zijn aangevallen ge
worden. Her kléine 100de voetje is net teeken, dat
zij zich hebben te weer gesteld en bezweken zijn,
voor hun k ven en dat van hunne gezihnen strijdende,
No. 4. Zeven, en negentig hoofdschedels vau
pachters. De groene hoepels geven te kennen, dat
zij in het veld gedood zijn geworden: De zon dienc
wederom rot het opgeven vanher utjr van het gevecht.
No. 5. Honderd en twee haarbosschen van pach
ters. Dezelfde teekenen, naar gelang der omstandig
heden. Slechts 'achttien zijn mtt een klein geel vlam
metje gemerkt, om aan te duiden, dat zij levend ver
brand zijn gewordennadat men hun de nagels had
uitgerukt en hm andere folteringen had doen lijden
No, 9. Tuchtig haarbossch.n van vrouwen. Pe
lange, op de Iudiaa'nsche' wijze gevlochten- haren, ge
ven te kennen, dat zij aan zoo vele moeders heb beu
behoord. De hoepel bias uw; de huid is geel vaa
grond, met kleins roods spatjes besprengd, om op
eene zegevierende wijze de tranen te verbeelden, die
door de bloedverwanten zijn gestort. Van zeventien
schedels zijn de haren grijs.
No 7. Honderd driven negentig haarbosschen van
jongelingen van verschillenden ouderdom. Kleine
groene hoepeltjes, witachtige grond op de huid, met
roo.de tranen in het midden. Bijlen, messenen knodsen
zijn de teekens der werktuigen, met welke zij gedood,
zijn geworden.
No. 8. Twee honderd en elf haarbosschen van
meisjes van verschillenden leeftijd. Kleine, gele hoe
peltjes, de huidwitte grond, tranen, bijlen, knodsen
en scapels.
No. 9. Vermenging van alle soorten, ten getale
van honderd twee en twintig, met eene berkenbasten
doos, bevattende de schedels van negen en twintig
kinderijd van onderscheiden groote. Kleine, witter
hoepeltjes; huid vau dezelfde kleur; geen tranen, maai*
slechts een klein zwart roesje in het midden, om aan
te duiden dat zij als nog ongeborenen bemagligd zijn."
In eene petitie, *aan den Koning der Franschen
gerigr, maakt zekere Lequem op het gevaar der over-
hjaste begravingen oplettend en zegt, dat er sedert
1833 ter zijner keunis'gekomen zijn zesenveertig ge
vallen van meer en minder te spoedige begravingen
van -schijndooden, wélke, slechts door het toeval belet'
zijn. De petitionaris vraagt ten slotte de oprigting
van.'wachthuizengelijk de in Duitschland reeds van
dien aard bestaande.
Parijs, den 27 Julij. In de gemeente van Pouil-
.lon in het departement dér Neder Pyreneënheeft
den /i9den een voorval plaats gehad, hetwelk de
deerlijksie verwonding van ettelijke personen ten ge.
völge heeft gehad en de dood van omstreeks een hon
derdtal kinderen berokkend Z"ou hebbenhadde eene
wonderdadige bewaring der Voorzienigheid zulks niet
verhoed.
De vrederegter van Pouillon houdt zijne teregtzit-
tingen op eene boven-verniépiiïgnu zit hij er op
gemelden dag met zijnen griffier, en meer dan honderd
trtenschen bevinden zicii in de zaal Eensklaps breekt
een der balken, op ive'ke de vloer rust, midden door,,
en de vloer stort voor her grootst gedeelte, met de
zich daarop bevindenden naar beneden. f De Vrede
regter en zijn griffier, als boven een 'anderen balie
gezétenzijn de eetiigen die op hunne plaatsen blij
ven.. Twee personen hebben de dijbeenenanderen
eenige ribben gebroken een dèrtigtal anderen bekomt
zwaardere of ligrere wonden. Maar onder het geregts-
locaal is de gemeente-school cn op het oogenblilc
van bét ongeluk bevinden zich 96 kinderen daar bijeen 5
het toeval wilde evenwel gelukkig, dat zij juist ver-
eenigd stonden rondom een schoolbord, geplaatst onder
den gaaf gebleven balk, waardoor allen behouden en
onverlet gebleven zijn, terwijl het meerendeel hunner
anders wettigt verpletterd ware geworden.
Mag men de Bazeler Courant gelooven, zoo
zon het thans uitgemaakt zijn, dat de moord van deu
I leer Lett re Lucern, geenzins het feit van eenige dwee-
pers n aar van een gewoon moordenaar geweest zou
ziró; nu leest'namelijk, in li t nummer dier Courant
van den 24ste!] dezer