men van het gerammel der tl-tuigen op zulk een en straatweg niet zoude kunnen slapen anderen weder, de zaak uit een tegenovergesteld oogpunt beschouwende, dat niemand eenig gebruik van den straatweg zoude maken uithoofde der zware tollen dat alzoo alle ge noegens der passage van denzelven weggenomen zou den worden; dat ten andere, door het kappen van het hout voor derzelver aanleg, de buitenplaatsen hun ne agrémenten gvootendeels zouden verliezen, De boe ren bragten tegen tie straatwegen in, dat zij nu voor taan niet meer mer paarden zonder hoefijzers naar de markt zouden kunnen gaan, dat al hunne groenten en eijeren door het hotsen op zoodanig eenen straatweg zouden bedervenenz.enz. Ai deze ongerijmde, redenen, hoe bespottelijk deze ook mogen zijnstaan nogthans opgeteekend in de resolutien van de staren van Holland en West-Friesland van de voorn), jaren, en itoe ongelooflijk dit ons thans ook schijnen moge, waren deze echter oorzaak, dat de concessie niet werd verkend, en deze straatweg eerst in den jare 1804. ten tijde der Bataafsche republiekdoor den raad pensionaris schimmelpennincic werd tot stand ge- bragt. Hoe vele bezwaren werden er in latere tijden niet geopperd tegen het daarstelien van het Noord- Holl. Kanaal; hield men het niet voor eene volstrekte onmogelijkheid, om in zulke möei#ssige gronden een kanaal te graven ter diepte van 7 a 8 ellen onder den béganên grónd; beweerdeniet een ieder, dat deze losse gronden telkens zouden toeschieten en het alzoo onmogelijk, zoude zijn dit kanaal ooit op die diepte te kunnen krijgen of houdenen zien wij thans niet öe zeeschepen, zonder eenige bezwaren, zich tusschen de weilanden, met grazend vee bezet, bewegen? Hoe vele bedenkingen werden er niet tegen het daarstelien van het voor den handel zoo nuttige Entrepót gemaakt, en eindelijk hoe vele tallooze bezwaren wer den er niet geopperd tegen de invoering der Spoor wegen hier te landeheeft men niet eeti£ volharding van zeven jaren lang aan den dag moeren leggenom het zoo verre te kunnen brengen, dat voor den eer sten spoorweg van ons vaderlanddie van Amsterdam op Haarlem enz., de schop in den grond gestoken koude worden; oneindig waren de bezwaren die tegen de spoorwegen - werden geopperd; men hield het voor mie voislagene onmogelijkheid .dat immer in een moe rasgelijk dat tusschen Amsterdam en Haarlem een spoorweg konde aangelegd wordendat men in ons Vaderland (alwaar men zoo vele middelen van gemeen schap vooral te water had) geene spoorwegen noodig had; dat de watercomnfunicatien de natuurlijke van het land warensommigen beweerden zelfs dat men snel zulk eene ongeloofelijke snelheid reizende geenen adem zoude kunnen halen, enzh'enz.dit alles was or zaak, dat de adviezen van alle geraadpleegde autho- 1 iceirea daar tegen waren, zoowel de meeste stedelijke besturen als provinciale staten, en zelfs de ministeriele adviezen van binnen- en buitenfandsche zaken, (onder welke laatste, het departement van nijverheid ressor teerde) en had men het verkeren der-conccssie van dezelve alleen te danken, aan den schrandere n Falck. en van Tets van'Goud r ia an benevens aan den hoofd ingenieur van den waterstaat, H. B. Goudrïaan die de eenige mannen warendie zich boven het algemeen vooroordeel wisten te verheffen'en daar vóór adviseerdenen het zij ons vergund te mogen vragen: wie is erdie thans nog het nut van dit goedkoops cn snelle middel van vervoer betwijfelt ziet men thans niet integendeel alle kamers van koophandel, provin ciale en stedelijke besturen zich beijveren, dit verbeterde gemeenschapsmiddel te kunnen verkrijgen 1 Doch zoo gaat het hier met alle verbeteringen en nieuwigheden, waartegen men in den aanvang bezwaren van allerlei aard oppert, doch die naderhand ongegrond bevonden worden. (Zoo leest men in het Handelsbladen de opmer king is juist; doch men mag hierbij wei opmerken, dat de eigendommelijke geest van ons volk, die met nieuwigheden niet snel wegvliegt, hieraan dcd heeft; dat dit dus in alles zoo kwaad niet is; terwijl echter het waarlijk goede, eenmaal aangenomen met volhar ding wordt voorgestaan. Daarom zegeviert hier te lande vooral eindelijk de goede zaak. Dit zij ook van toe passing op grondwetsherziening op handelsverkeer en handelsstelsel, op verbeteringen in deh landbouw enz.) Opvolging van hetgeen de oppositie eischt, voert van de eene concessie tot de andere; maar hetgeen oe kracht der oppositie vermag te breken, is door daden re toonen, dat de beschuldigingen van onwil, der Regering te laste gelegd, "ongegrond zijn, en dit lean de Regering bij ons. Kwaadwillig heeft men onwil aangewezen, waar geneigdheid tot verbetering te bespeuren was. De rustige ingezetenen handen bijna algemeen eene Grondwetsherziening in eenen gematigden geest voor hoogstwenschelijk; zij blijven vertrouwen, dat de Re- gering er toe zal overgaan; wordt hun vertrouwen ver vuld, de kracht der Appositie, die zoo stout beweerde, dat de Regering voor elke nuttige verbetering onwil lig was, zal er door gebroken worden. Tijdgenoot De discussier! omtrent de begrooting moeten aan elk j die de redevoeringen met aandacht leest, de overtui ging geven, dat de Regering in het financiële, in de laatste jaren, veel heeft verbeterd; dat de wil bestaat om nog meer te verbeteren, maar dat het toch drin gend noodig blijft, met kracht op verbeteringen aan te dringen. Men heeft veel gesproken over de tot democratie leidende beginselen van de negen Voorstellers van de Grondwetsherziening. De redevoering van den Heer Th irbeCke, 6ij de algemeens beraadslaging over de begrooting, stelt in een helder daglicht, dat bij een hoogstbelangrijk punt de Hoogleeraar Thoreecke de monarchale beginselen handhaaft tegenover de utt der Volkssouveveiniteit. Terwijl de Graaf van Recht e- ren, vroeger Gouverneur van Overijssel onder Wil lem I, en thans heftig opposant, geheel "ongedachtig aan den veranderden toestand van zaken, den middel- eeuwschen regel, door de Belgen bij ons voorgestaan, ■point de redressement des griefs-point de subsides in toepassing wil brengen, betoogt de Leidsc'ne Hoog leeraar met kracht van redenen het onjuiste van dien regel, het ongeoorloofde, om dien in toepassing te brengen, en bevestigt door zijn spreken de gegrond heid der bepalingen der Dnifsche constitutief), dat men bij de verwerping der begrooting, ge-ene redenen bui ten de begrooting mag laten geldeii. Onze verwachting, dat men binnen korten tijd de Grondwet zal herzien, steunt niet alleen op 'de we! meenende belangstelling des Konings in het heil des Vaderlands, maar ook daarop, dat de waarheid eene kracht is. Onze stellige overtuiging van de noodza kelijkheid der Grondwetsherziening, doet -ons niet wan hopen aan de erkenning dier noodzakelijkheid, (Tijdgenoot.} In Carlisle, in het graafschap Cumberland en in Appenzell, worden armen, ziekelijker), oudenen kin deren in massa aan de minst vorderende gemeenten bij afslag toegewezen. Iets gelijksoortigs geschiedt op vele andere plaatsen, en het blijkt, dat bij de char it legale de openbare ondersteuning, het gevoel even zoo zeer met voeten wordt getredenals de menschenwaarde. In 1830 werden te Londen vijftig vaders van huis gezinnen, uit hetzelfde kerspel, voor het geregt gedag vaard omdat zij hunne armschatting niet geheel had den voldaan. Eenigen bewezendat zij hunne huis raad ja zelfs -de bedden van hunne kinderen verpand hadden, om de schatting maar voor een deel te kun nen voldoen zij werden desniettemin in de gevangenis geworpenomdat zij het overige niet betalen konden. In het kanton Bern gaat het even zoo en hij die om de armschatting door de overheid wordt vervolgd borgt en verpandt tot hij zelf den bedelstaf moet aan grijpen. Indien al de arbeid gedurende zoo veel duizende jaren aan de ontginning van goud- en zilvermijnen be steedtot voortbrenging van wezenlijke waarde ware benuttigd zoo als tot de ontginning van den aarbodem, waarvan de korst nog slechts voor een gering gedeelte door den kouter of door de spade wordt omgewend ofschoon veie millioenen menschel) gebrek op have op pervlakte lijden, of wel tot verbetering van de gemeen schap waardoor de verst verwijderde volkeren reeds voor eeuwen hunne waren en te gelijk hunne denk beelden hadden kunnen verwezenlijken, dan durft de verbeelding zich aan geene gissingen wagen in welken veranderden toestand wij onzen aardbol, maar ook tevens onze burgerlijke maatschappij zouden bezitten. Tijdschrift voor Staathuishoudkunde.') (Dan kon men over 'talgemeen rijk zijn, zonder overvloed van geld.) De heer van Dam van Isselt heeft aan den Minister voor de Zaken der Kath. Eeredienst gevraagd, of er in Noord-Braband onderwijzers zónder wettelijk vergelijkend examen worden aangesteld Waarop Z. Exc. geantwoord hetft, dat dit wel niet rot zijn de parlement behoorde maar dat hem joch zoo iets niet oékoöd wasover welk laatste de heer van Dam zich verheugde. Over de scholen in Noord-Braband zou echter meer te vragen zijn geweestwaarop wij ons zouden verheugenindien er even geruststellend ant woord op gegeven zou mogen worden. De Heer Luzag zeide in de zitting der Staten-Ge- neraalgehouden den 7 Mei jl. bij gelegenheid der discussien over de voordragt van wet, bet-reflbude de geneeskunde dat de bepalingen daarin, nopens de bad meesters, aangenomen wordende, wel aan de helpt der natie de tanden zouden kosten l "Wij prijzen den wijzen maatregel van het Gouver nement om de aankomende leeraars der ondersC'heidë'nè Gezindten, vrijstelling te doen genieten van de ver- pügtingder nationale militie. Maar dat dis vrijstelling zich ook uitstrekt rot zoo vele jongelingen die zich aan het kloosterleven toewijden neen dit keuren wij niet goed; want een kloosterling is indeXIXde eeuw een nutteloos wezen in de maatschappijzijn afgezon derd leven brengt geen heil aanen zijn leven in be* spiegeling binnen sombere kloostermuren doorbrengende, doet hij, door zijne vrijstelling van de militaire dienst, eenen al te'harden last met dubbele .zwaarte op een* ander' drukken, die in zijne pkiats het contingent moet aanvullen, en die meer dan hij onmisbaar is, om het zuur te verdienen brood voor zijne ouders te winnen* welke dikwijls met het optrekken van hunnen zoon in de bitterste armoede gedompeld worden. (Ev. Kerkbode Itotttuftlufcc $ï*.'b$rf«ubscStc Coievo. PRIJZEN VAN IOOO EN DAARBOVEN. Trekking der EersteKlasse iste Lijst. No. 10856, eene Premie van 5000. No. 834, een Prijs van f 1250. No. 1893. 949, 302a, 13709 en 18041, ieder een Prijs van f 1000. 2de Lijst. No. 9535een Prijs van 20,000. No. 1781een Prijs van f 1000. 3de Lijst. No. 2934, een Prijs van 1250. No. 20471 en 17732ieder een Prijs van f 1000. 4de Lijst. Geene. 5de Lijst. Geene. 6de Lijst. No. 9932, 7721 cn 12230, ieder een van 1000. 21 tiet'teutten» Heden verloste zeer voorspoedig van eene welgeschapene DOCHTERCHARLOTTA AUGUSTA HEME RIJK TAK, geliefde Echtgenoote van Amsterdam ABRAHAM SALMJacz. 23 Junij 1845. Eenige Kennisgeving. Op Maandag den i^den JulLj 1845, des voormiddags ten 9 urenzullen de Erfgenamen van wijlen den Wel Edel Geboren Heer en Vrouwe" YERüCUOOll "FAS'-WISSE,'in de Gemeente van Wolphaartsdijkop de Hofstede aldaar in den Nieuw Sabbingepolderten overstaan van den Notaris E. 1\ LENSHOEKresiderende te Wolphaartsdijkpit- bliek presenteren te Verkoopen een extra sc'noonen BOEREN INSPAN, ais10 paar den. 5 veulens, ia baatgevende melk koeien 2 vare koeijen 8 runders 3 kalvers, 2 spring stieren6 var kens 7 biggen, 2 kaarnhonden hoenders, ganzen, eenden en kal koenen; voorts: 4 boerenwagens, 1 huifwagen, 5 ploegen, 3 waalsche ploegen, MER DEK ploeg en, 9 ijzeren- en a HOUTEN eggen, 1 rolblok. 1 mol- bord, 1 dr1ewielskar2 slepers, x zaaqdorschzeil, graanzakken, 1 WIND- en 1 peemolen, 2 snijbakken, 7 zeepten, en verder bouw-, melk- en paarden gerei, benevens een partij huis raad, enz. De DIJKS-DIRECTIE van de Wa- tering Qoster-Zwakec. a. en Mid* a.n brengt bij deze ter kennis, dat de del-Zwake c besteding, geannonceerd op Donderdag den 2 Julij 1845 is UITGESTELD tot nadere kennis- geving. Te Goes, -bij F. Kleeuwens Zoon,

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1845 | | pagina 2