N°. 38. G0SSSC1E COURANT. Maandag 12 i&m. Dp uitgave dezer Courant geschiedt Maandags\ en Donderdags avonds. De Prijs per Kwartaal I is f .ij5; Franco per Post f d,90. J (Gewone Jdvertenti'èn worden d SO ets. de regel\ geplaatst. Geboorte-, Huwelijks- en Doodberigien I van d6 regels a f d,20, behalve het Zegelregl. 'NIEUWSTIJDINGEN» Damiate den 21 April. Alhier heeft een ont zettend voorval plaats gehad, hetwelk slechts in de tij den der gruwzaamste Christenvervolgingen zijns gelij ke heefr. Een nieuw bewijs van den voortgang der beschaving alhier! en men gelooveniet, datalleen hier die haat tegen de Christenen heerscht, in het gansche land wordt de bevolking slechts door vrees voor straf terug gehouden, Op aanklagten der Christen-consuls te Alexandre heeft de Onderkoning Achmct paclia herwaarts gezonden en inmiddels den gouverneur tot vijf jaren gevangenis op de vesting Aboukir en 5,000 piasters boete ten voordeele van de bloedverwanten van het slagtoffer veroordeeld. De Torksche bevol hingen dweepzieker dan elders in Egypte en vier- of vijfmaal zoo sterk als de Christenenergeren zich aan de wel/aart van de voornaamsten en wreken dit op de geringen: tallooze mishandelingen en kwellin gen zijn aan de. orde van den dag. Het gevaldat nu plaats heeft, was het volgende: Een oude, arme Kont arbeidde in eene rijstpellerij, en geraakte in twist met een' ezeldrijver, die zich daarop naar den gouverneur begeeft en den Kopt over bespotting van de Godsdienst en den Profeer aanklaagt. Deze laat hem voor eene zoogenaamde regtbank brep-. gendie den ezeldrijvermet eene getuige bij hem verhoorten den Kopt voorloopig 50.0 stokslagen laat geven. Daarop wordt de arme grijsaard in den kerker geworpen. Gisteren, op den geboorfedag van den profeet, werd er in geheimen raad besloten, den on gelukkige nog 1000 stokslagen te geven, verkeerd óp een' buffel te binden met twee ter zijden vast gebonden honden, en zoo door de stad te voeren. Na her ontvangen der stokslagen op rug en voetzolen, bond men den ontvleeschden op het diermet een houten kruis op den rug en een opschrift op de borst, met zijn vonnis en bedreigingen tegen de Christenen, en zoo gi'iig de optogtonder het woedend geschreeuw van her steeds aangroeijend schuim der bevolking door het Christen kwartier en al de hoofdstraten der stad. Wat de ongelukkige gedurende dien optogtdie zes uren duurde, re lijden had, laat zich niet beschrijven. De woeste menigte wedijverde, om hem den smade- ijksten hoon aan te doen. Schoon men hem een'doek om den hals had gebonden, die ter wederzijdenjdoor twee man werd vastgehoudenstortte hij toch vijf malen als een lijk er af. Op de haven besmeerde een scheeps- arbeider zijnen rug met kokend pik en de menigte juichte. De huizen van de consuls, waar de trein voorbijkwam, werden met steenen geworpen, een winkel onder Engelsche bescherming zwaar beroofd en meer dan twintig personen meer of min tuishan deid. Men moet zich verwonderen, dat de Regerin gen, die de slavernij, én te regttekeer gaan, zich niet meer ernstig het lot der Christenen onder Maho- inedaansch gebied aantrekken. (StagglAitb. Londen, den a Met. Eergisteren heeft te Yar mouth een verschrikkelijk ongeluk plaats gehad. Op de aankondiging dat een der leden van een in de stad aanwezig paardrijders-gezelschap, in eene door vier ganzen getrokken waschtobbe, over de North zou va ven is een groot deel der bevolking naar de oevers van die rivier te zamen gestroomd en hebben eenige honderden menscben zich op de kettingbrug geplaatst, om de vertooning te zien. Toen de kunstenaar dc brug naderdeis deze laatste gebroken en gekanteld en zijn omstreeks 5 of 600 personen in de rivier ge stort. Den volgenden morgen waren meer dan 100 gedeeltelijk zeer misvormde lijken gevondenen wer den nog vele lieden vermist. JfV&ufnT>ï?. Parijs den 5 Mei. Nadat in de zitting der Kamer van zaturdag nog verscheidene Gedeputeerden na den lieer JJcrryerhei woord hadden gevoerd, nopens het door deb heer Thiers geopperde vraagstuk, betreffende de geestelijke congregatiënheeft de Ka- roer besloten om te dien aanzien overtegaan tot de orde van den dag, en wel met de verklaring waaraan ac heer Thiers te voren, zijn zegel had gehecht„dat zij ten dezen vertrouwt op de regering en aan dezel ve de zorg voor de rigtige uitvoering der wetten van het Koningrijk overlaat." De Kamer was nagenoeg voltallig, en slechts een twintigtal Gedeputeerden lieefc tegen deze veiklaring gestemd. Teregt wordt allezins belangrijk aangemerkten de ministeriële organen stemmen met de meeste liberale dagbladen daarin overeen dat men hetzelve kan aan merken als gelijk staande met een besluit, waarbij de Kamer de in vorige tijden vastgestelde verordeningen tegen ongeoorloofde vereenigingen en congregatiën als wettig erkent; iets, hetwelk onder anderen door den heer Berryer zoo krachtig is bestreden. Het ministeriële ochtendblad merkt bij deze gelegen heid aandat zeldzaam een kabinet een grooter blijk van vertrouwen van de zijde eener volksvertegenwoor diging heeft genoten dan het thans bestaande (fan- sehe ministerie, onder de leiding van den- heer Gut zot. Anderen kunnen zich echter niet ontveinzen datzoo de orde der Jesuiten in de daad eenen na* deeligen invloed uitoefenthet weinig kan afdoen dat deze orde niet wettig in Frankrijk zsl kunnen ge vestigd blijvenzoolang de leden zich ongemoeid in het naburig Bel'gie kunnen vereenigen, en van daar hunne betrekkingen hier te lande onderhouden bedenkingendie zeker bij de genen welke de Bel gische omwenteling zoo krachtig hebben ondersteund, destijds niet zijn opgekomen. iDUWrltmbett. Amsterdam den 5 Mei. Bij. de heeren Boek handelaren J. H. en G. van Het er enalhier, ziet thans het licht, een van wege het Bestuur en ten voordeele der Vereeniging tot Ziekenverpleging ie Amsterdamuitgegeven werkje, getiteld: Over In stellingen tot Verpleging van Zieken met een ver slag van de oprigting der Vereeniging tot Zieken verpleging ie Amsterdam en van hare werkzaamhe den gedurende het jaar 1844. Met ware belangstelling'hebben wij dit werkje ge lezen, en wij vertrouwen dat zulks algemeen het ge val zal zijn. Zoo als de titel zulks aangeeft, begint het werkje met een aigemeen overzigt van soortgelijke, elders in Europa bestaande inrigtingen. Hiervan een uittreksel te willen geven, zou ons buiten de grenzen van het ons toegestane bestek voeren wij bepalen ons alzoo tot het overnemen van de hoofdtrekken de nieuwe Amstevdamsche vereeniging zelve betreffende, en her geven in onze uittreksels de eigen woorden der zaraen- Stellers van het werkje. Ook ons Vaderlanddat sedert lang te regr roem mag dragen op een aantal inrigtigen van Christelijk weldadige» aard, bleef niet achter. Te Amsterdam vereenigden zich in het najaar van 1843 op uitnoo- diging van den Heer Dr. J. P. Ileijeen niet toe treding tot een door hem voorloopig ontworpen plan, de Heeren J. F. BromsR. CrommelinC. P. van Eeghen, Or. 11. W. van KossemJJr. G. E. Voor helm Schneevoogt en Prof. C. B. Tilanus met het doel, om met hem ook hier tot stand te brengen, wat men elders, onder Protestantenmet goed gevolg had beproefd. 's Gravenhage den 7 Mei. Uit het algemeen verslag der centrale afdeelingnopens het wets-ont- werpi betrekkelijk het Fonds van den Landbou w, waar over de beraadslagingen aanstaanden Vrijdag zullen worden gehouden, ontleenen wij het volgende: De Koning heeft, bij boodschap van den 11 Jan uary jl.aan deze Kamer ingezonden een ontwerp van wet betrekkelijk her fonds van den landbouw. Dit ontwerp had de strekking, om de belasting op de runderen, paarden en schapen, welke ten behoeve van het fonds van den landbouw werd ingesteld, bij de wet van den 30 Mei 1840 Staatsblad no. 16J» alsnog over 1S45 en 1846 te doen voortduren, en om tevens het bezwaar op re heffen, ontstaat! door de wei gering van de Algemeene Rekenkamer, om de reke ning en verantwoording var. het gemelde fonds over 1842 op re nemen, ten gevolge van hare meening, dat, naar aanleiding van art. 11 der wet. van 30 Mei 1840, op de comptabiliteit van dit fonds toegepast moet wor den de bepaling van art. 32 der wet van 5 October 1841. Bij het voorloopig onderzoek van dit wets-ont* werp zijn in de afdeelingen verschillende aanmerkin gen in het midden gebragt, waarvan de voornaamste waren dat men zich verwonderde, dat men het tre- heele tijdvak,-waarover het heffen der belasting bij de wet van 30 Mei 1840 was toegestaan, lieefc laten ver- loope,n, zonder doelmatige en afdoende maatregelen ten aanzien van dit zoo belangrijke onderwerp voor te dragen, zoodat men thans zelfs nog slechts eene voorioopige voorziening voorstelt, en dat ook de wei gering van de Rekenkamer geene aanleiding gegeven heeft tor eene meer spoedige voordragt der noodige bepalingendat, ofschoon de gevoelens der leden over de strekking der maatregelen, welke betrekkelijk dit fonds voor het vervolg behoorden genomen te woi> den, niet volkomen eenstemmig waren, de meerder heid zich met het voorstel der Regering, zoo als het zelve was liggende, niet konde verecnigen, maar spoe dig meer afdoende bepalingen verlangde daargesteld te zien, zoodat dan ook die meerderheid niét wel voor een langer tijdvak dan het löopende jaar in de besten diging van het fonds en de heffing der belasting ten behoeve van hetzelve zou kunnen toestemmen; en dat men ten aanzien van het verjedene niet inzag, waarom niet, even als omtrent andere fondsen geschied is, als nog bij.de wet begrootingen wierden vastgesteld en de meeriferhiid'der leden wenschte dal die weg gevolgd en daardoor het haar gegrond voorkomende bezwaar van de Algemeene Rekenkamer opgeheven wierd. Men vroeg voorts verschillende inlichtingen, bepaaldelijk oolc omtrent de ontvangsten en uitgaven over 18421S45, en de wensch werd geuit, dat het opmaken en uitvaar digen van eer. algemeen doelmatig reglement Van poli tie, vooral ook met betrekkipg tot veeziekte, zoo vee! mogeliilc most bespoedigd worden. De Regering heefr, bij missive van den Minister van Binneiflandsche zaken van 18 April 1845, aan de Kamer ingezonden verschillende staten, ter voldoening aan de gevraagde inlichtingen; de beantwoording vaii de gemaakte aanmerkingen op het vvets-ontwerp; eene bijvoeging aan dat ontwerp, ter zake van het uitbre ken der Podoliscbe veepest in eenige streken van Duitsch- land, en van de vrees, dat deze ziekte zieb ook tot Nederland zoude kunnen uitbreiden; en eindelijk, tet inzage, een afschrift van het door haar ontworpen re glement van politie, omtrent de behandeling en den ver voer v,m ziek en verdacht vee. Deze beantwoording heeft intusschen op de 37 leden, welke aan het nader onderzoek in de Afdeelin gen deel genomen hebben, geen voor her wets-ontwerp gunstigen indruk gemaakt. Slechts enkele leden ver klaarden zich gezind om in de voordragt te berusten. De meeste leden hebben integendeel in die beantwoor ding in het algemeen, geene bevredigende oplossing ge vonden van de door hen gemaakte bèdenkingen. Door den Koning beslist geworden zijndedat in Suriname eene proeve van kolonisatie zou worden ondernomen, op de wijze, als m ons nommer 25 van het jaar 1843, door de insertie van het daartoe be trekkelijk besluit, vermeid geworden is, hebben de daarop gevolgde onderzoekingen den oever der rivier Saramacca aangewezen, als het meest geschikte oord, om de kolonisten ie vestigen. Aldaar is tot dat einde eene voldoende uitgestrektheid gronds, behoorendc tut

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1845 | | pagina 1