N\ 22.
g If Maart.
GOESSCHE
COURANT*
1845»
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag
en Donderdags.avonds. De Prijs per Kwar'"'
is f d,75; Franco per Post f J .90.
NU OF NOOÏT.
Indien er immer aandrang bestaat tot milddadigheid
en mcdedoogendan is het thans. H'et welgesteld
hart verheugt zich altijd', wanneer het wel kan doen
doch wordt daarvan wel eens teruggehou len door de
vrees van onnuttig en ondoelmatig re zullen geven
door de vrees van bedrogen door voorgewenden nood,
onzedelijkheid te zullen bevorderen. Die vrees ver
valt in deze oogenblikken. Er is waarlijk nood en
behoefte. Een iegelijk, die geven kan, en thans niet
geeft, mist gevoel en is in de daad een ongelukkig
wezen, beklaaglijker misschien nog dan de arme, die
niets heeft en gebrek lijdtwant hij is ondankbaar
jegens den grooter Gever, die toch ook daarom den
een' boven den ander' met tijdelijke goederen zégent,
opdat hij, die heeft, zou geven aan dien, die niet
heeft. Zwaar zal den onbarmhartigen de verantwoor
ding vallen als hem zal gevraagd worden Wat
hebt gij gedaantoen gij de armen Verkleumd en
hongerig hebt g>.Zien?" Hij moge zich nu gerust
stellen met de gedachtedat er in 't algemeen veel
ja genoeg wórdt gedaan ter leeniging der armoede, uit
die gerustheid zal hij eens verschrikkelijk worden wak
ker geschud, als hij niet, zooveel hij kon, het
zijne tor voorziening in den nood heeft toegebragt.
Thans beproeft God de menschende rijken vooral.
Als zijn adem den schoot der aarde sluiten hij zijne
koude uitzend, dan wil hij dat de harten geopend zijn,
opdat de koesterende liefde verwarme dan wordt er
als van den hemel gesproken tot den rijkentoon
door uwe liefde jegens de armendat de Heer u ge
zegend heeftdat de Heer de armen niet vergeet.
Dat gevoelen velen o mogten het allen doen! ge denk e
men slechts: Vier maanden lang was er reeds geen
werk, de schaarsche voorraad, die bij.de medegedeelde
hulp voor gebrek bewaarde, is verteerd; nog is er
geen werk, de koude is strenger, dan te midden van
den winter zelfsde brandstoffen zijn duur vooral
voor den armen, de armkassen zijn niet bij magie
om in den onvoorzienen nood te voorzien dfe hoop
van den arme, om eerlang in te iialen wat hij te kort
kwam, wordt met den dag minder: hij kanhij mag
niet meer te borg, te leen vragen hij mott zich wen
den tot de bafmhartigenten zij deze hem zoeken en
vertroosten uit zich zeiven. Dat is thans pligt, en
liet is een aangename pligt, welke een groot loon met
zich voert. Thans lijden er gebrekdie anders geen
onderstand behoeven. Door hen gedurende ééne maand
te helpen, helpt men hen misschien voor het geheele
jaar, en voorkomt hunne armoede. Dit is van be
lang voor de maatschappij.
Eindelijk bedenke een ieder, die zich op allerlei
vviize tegen den invloed van liet barre jaargetij kan
dekken, zoodat hij er geen hinder van gevoelt, dat
dit eerst dan een waar genot geeftals men ook voor
anderen zorgt. Wie zal zelfs, als hij zijn gevoel raad
pleegt, niet gaarne tets willen missen, om het anderen
die van 'alles gebrek hfrbben te geven? Die het nu niet
doet, dien vaart welligt nog eenmaal eene koude hui
vering door de leden welke bij geen war mep haard
noch onder het dons wordt gestild. Dat dan niemands
gemoed koud zij, als de benedenlucht, dien wij thans
inademen maar dat ieders gemoed ontgloeije door de
de liefde die van boven wordt ingestort, en die, zich
mededeehnde en weder uit'stortende, koestert en ver
warmt.
Wij meenen hierop niet ontijdig te herinneren aan
het winteravondliedje van onzen Tollens.
Zeer nuttig zou het ook onder anderen zijn.
als met) de Commissie ter Oec. Spijs uitdeeling in
staat steldeom ééne maand langer-hare bedeelingen
te doen Dit zou zonder groot bezwaar te vinden
zij'', ah slechte een iederdie inschreefnog een
vierde van die som er bijvoegde en aan die Commissie
tot dat einde zond.
dags
vlaai j
WINTERAVOND-LIEDJE.
Het Oosten blaasthet wintert fel
Is builen vinnig koud
God dank! wij hebben turf en hout f
Wij zitten warm en wel.
Hl Zijn de hoornen wit ah dons
De gr aglet) hard als lood
Wat wijfjelief! wat deert het ons
Wij hebben warmen wijn en pons
Wij hebben dek en brood.
En nooden we eens een Vriend te gast
Wij Zetten vlcesch en xisch
En somtijds wildbraad op den disch
Met wat daarnevens past.
En ah er een van f huts verjaart
Hoe jong de kleine zij
Wij bakken hem ter eereen taart
Of eten wafels aan dei) haard
En drinken slemp er bij.
Dat kan die arme stumper t niet
Die langs de stralen schooit
En of het vriest en óf het dooit
Verbleekt van honger ziet
Verjaarzijn kindverjaar'' zijn Vrouw
Geen gast betreedt, zijn kluis
Hij lijdt altijd gebrek en kou
Hij stookt 'geen vuurtjes in Zijn schouw
Hij krijgt geen tulband f huis.
Wat moeten wij niet beter zijn
Bedeeld met zoo veel goed
Den winterhaard in vollen gloed
Den beker vol van wijn
Wij zijn uit andere klei gekneed
Uit beter leem dan hij
En God, die alle dingen weet.
Gaf ons met regt een jraaijcr kleed
En hun een ruwe pij
Ik beter zijn.,..? vermetel lied
Is 't waarheid, wat gij slaakt?
Ik wemchipdat. gij waarheid spraakt
Ik vrees dat doet gij niet
Wie weet of onder slecht gewaad
Genaaid uit stuk en brok
Geen minverdorven harte slaat
Met meerder goed en minder kwaad
Dati pnder dezen rok l
Zou Vmogelijk wezen? Goede Godl
Zoo 't mooglijk wezen mogt
Waarom dan hem zoo bang bezocht
En mij dat blijder lot
Ik zit en mijmerpeins en gis
En dring het raadsel in
Maar wat mij vreemd en duister it
Ook mijn bezit tn Zijn gemis
Heeft mij te diep een zin
Doch dat voor V minsthoe blind ik Zij
Begrijp ik er toch van.
Dat ik den arme geven kan
Wat hij niet kan aan mij
Datvan wat God ons ruimer schonk
IJem hulp behoort in nood
Van onzen haard een enkle vonk
Een enkle drop van onzen dronk
Eet) kruimel van ons brood.
En daarom dan den pligt Voldaan
Dien U hart zoo luid gebiedt
Verdiepen we ons in raadsels niet
Dat droogt geen enklen traan
Het Oosten blaasthet wintert wreed
't Is buiten bitter koud,
Den stumpertdie geen uitkomst weet
Behoort een vlokje van ons khtd
Een spaander van ons hout.
Ik dank U bron van alle goed
Voor wat Uw gunst mij schonk
tk dank u voor de lief devonk
Mij tintlende in Vgemoed;
Maar driewerf dank a/goede God
Voor elke er varenis
Dat uw bexel ons reinst genot
Ons Zoetst genoegen uw gebod
Dat weldoet) zalig is.
JVIEU WSTI4DINGEN.
Siiitscfitanb.
Frankfort, den 9 Klaart. Volgens berigt uit
Wiesöaden heeft zich ook aldaar den 8stcn dezer eene
Duitscb-KathoÜjke gemeente, met verwerping van het
gezag van den Paus gevestigd. Hetzelfde wordt ttic
Worms in Rhijn Hessen gemeld, alwaar ruim honderd
huisgezinnen zich aan die gemeente hebben aangesWmi.
De nieuwe Roomsche kerk neemt in Duitschiarid
en ook in Saksen steeds toe. Eene deputatie van de
Roomsche geestelijkheid van Dresden en Leipzig,
hebbende den bisschop aan het hoofd, heeft zich bij
den koning van Saksen ter audiëntie begeven om de
tusschenkomst van Z. M. te verzoekenen de ves
tiging der nieuwe Roomsche kerk te verbieden. De
koning, ofschoon de R. Katholieke godsdienst belij
dende heeft dit verzoek van de hand gewezenen
gezegd Ik ben te meer verwonderddat gij mij
dusdanige vraag durft doen, daar gij weet, dat van
mijne onderdanen Protestanten zijn daarenboven ko
ning van een Constitutionele!! Staat zijnde heb ik
als zoodanig, gezworen en beloofd de vrije uitoefening
van alle godsdiensten te zullen toelaten. Ik zal de
nieuwe Roomsche kerk niet tegenwerken, als willende
niemand beletten, de godsdienst uit te oefenen, welke
hij beschouwt als alleen zijn heil te kunnen bewerken."
De koning van Prulssen heeft mede verklaard da
zaak haren vrijen loop te laten.
iTcberimibetn
s' Gravenhagk, den 13 Maart, De stemmingen
hebben plaats gehad tot het maken der, nominatie ret
vervulling van de vacature in den Hoogen Raad, ont
staan door het overlijden van den heer president Mr.
A. W. Philipse. De heer S. de Wind had verzocht
niet in aanmerking re worden genomen.
Bij de eerste stemming waaraan 50 leden deel na
men verkreeg de lieer Mr. J. P. Noiret de Bruin,
advocaat bi: den Hoogen Raad der Nederlanden, 34
stemmen; Mr. J. A. Philipsevice-president van
het Provinciaal Geregtshof in Zuid-Holland, 12;
Mr. A. P. van DcinscPresident van de Arrondis-
sements-Regtbank te Middelburg, a stemmen; en
Mr. D. graaf van Hogendorp en Ml". G. van IJsselsteijn,
Raacisheen-n in de Provinciale Geregtshoven van Zuid*
Holland en Zeeland ieder ééne stem. - De heer
Noiret de Bruin is alz,oo als eerste Candidaat op de
aan Zijne Majesteit aan te bieden nominatie geplaatst.
De uitslag der volgende stemmingen is geweest
dat als tweede candidaat op de nominatie is geplaatst
Mr. J. A. Philipse en als derde candidaat Mr. A.
P. van Dcinsc.
Rotterdam, den 12 Maart. De Rots. Stads-
Courant deelt in haar blad van den 1 x dezer, op stelligeu
toon het berigt mede, dat her schip de Vrouw Johanna,
Kapitein van dtr Meijdcn, te Marseille is aangekomen,
11a te Barcelona volle schadevergoeding te hebben ont -
vangen.
t