ALLERLEI.
Hoe Jongelieden uit de arbeidende
klasse ten val komen.
OPENBARE VERKOOPING.
OPENBARE VERKOOPING.
Art. 5. De volgende visch-soovten zullen bij her
Vangen niet mogen worden behoudenbewaardver*
voerd of verkocht, beneden de navolgende maav of
gevvigt."
Voor de Karperen Snoek 25 Ned. duimen. Voor
de Baars, BraassernVoornen en Bliek 16 Nedi dui
men. Hiervan is uitgezonderd Pootviscb of kleine visch
tot aas, mits daartoe hebbende consent door de Hee-
ren Houtvesters gratis af te geven."
Art. 6. Geene gemeen liggende slooten ,- tochten,
vlieten of watergangenzullen voor tien 1 Junii van
elk jaar mogen worden schoongemaakt of geveegd
ten zij. zulks voor de afwatering, door de daarbij be
trokkene Dijks-of Polder-Besturen, als onmisbaar wordt
geoordeeld."
Art. 7. „Voor zoo ver de bovenstaande bepalin
gen niet vallen onder de strafbepalingen vastgesteld-
bij de wet van den 11 Julij 18549 zullen de overtre^
ders, krachtens het besluit des Konings van den 5 Julij
'1823, worden gestraft overeenkomstig art, 1 der wet
van den 6 Maart 1818, Staatsblad No. 11.)
En zal ten einde niemand hiervan onwetendheid voor
wende, deze worden afgekondigd en aangeplaktwaar
zulks gewoon is te geschieden, mitsgaders in iietPro
vinciaal Blad geplaatst.
Mideelburg, den 1 Maart 1845.
De Staatsraad Gouverneur voornoemd,
VAN VPvEDENBUllCH.
fhiMKalie»
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
stad GOES voldoende aan het besluit van Hun
Kd. Groot Achtb. Heeren Gedeputeerde Staten dezer
Provincie van den 15 Julij 1844 No. 1 Provin
ciaal Blad No. 87
i lerinneren bij dezeonder referteaan derzelver
Pubiicaiien van 17 Maart 1838 en xx Juni) 1.84a,
de Ingezetenen dezer Stad en Gemeenteaan de be
paling der wet van den 1 Maart 181.5, Staatsblad
No. ai), betrekkelijk de Stilering be
hoofdzakelijk inhoudende;
Dat op' die dagen geene beroeps-bezigheden mo-
sen verrigt worden welke de Godsdiensr zouden
„kunnen storen; en geene openbare arbeid zal mo*
gen plaats hebbendan ingeval van noodzakelijk-
heid met schriftelijke toestemming der Plaatselijke Re-
w'ing.
„Dut,, met uitzondering van geringe eetwaren,,
„geene koopwaren hoegenaamd op markten, straten
„of openbare plaatsen, zullen mogen worden uitge
stald of verkocht, en dat Kooplieden en Winkeliers
„hunne Waren niet zullen mogen uitstallen, noch
met opche deuren verkoopen.
Dat gedurende den tijd voor de Openbare Gods-
cliensr bestemd de deuren der Herbergen en andere
„plaatsen, alwaar drank verkocht wordt, binnen den
Insloten kting der gebouwen liggendezullen gvslo-
ten zijn, en dat gedurende dien tijd géenerhande
spelen mogen plaats hebben.
Dat geene openbare vermakelijkheden op die da-
gen zullen gedoogd wordenblijvende lier evenwel
„aan de Plaatselijke Besturen vrijgelaten, hieromtrent
ene uitzondering toe te staan mits niet dan na het
volkomen eindigen van alle Godsdienst-oefeningen.
„E11 dal de overtredingen tegen deze bepalingen.,
„zuilen gestraft worden, met eene geldboete van niet
hooger dan ƒ25,00, of ingeval van onvermogen,
„met eene gevangenis van niet langer dan drie. dagen
te verdubbelen ingeval van herhaalde overtreding en
daar en boven verbeurd verklaring der te koop ge-
legde of uitgestalde goederenen het sluiten voor eene
maand van Herbergen of andere publieke plaatsen."
Burgemeester en Wethouders, vertrouwen: dat
deze herinnering voldoende zal zijn om den daa- des
Heeren en de erkende Feestdagen, binnen deze Stad,
op eene ailezins Godsdienstige wijze te doen .vieren
dóch'hebben niet te min, den Commissaris van Po-
licie dezer stad, gelast, om op de uitvoering der vo
renstaande verordeningen te letten en te doen letten
tegen de overtreders Proces-Verbaal op te maken, en
in het algemeen zorg te dragendat alle hinderlijke
bewegingen en gerucht, vooral in de nabijheid der
Gebouwen rot de Openbare Eeredienst bestemd wor
den voorgekomen of belet.
En opdat deze algemeen bekend wordezal dezelve
worden gepubliceerd-, geaffigeerd en geinsereerd in
dezer Stads-Couranr.
Gedaan ten Stadhuize van Goesden 8 Maart 1845.
Burgemeester er Wethouders voornoemd
J, C. van der MEER MOHR,
Ter ordonnantie van dezelven
De Stads-Secreiaris
L- de FOUW, Ja.
Na de verovering van Algiers is door de Franschen
een kanon van ontzagverwekkende wijdtehet consuls
kanon genoemd van cfaar naar Brest gevoerdwaar
het thans op een voetstuk gezet te zien is. Hetzelve
was in 154a door een Veiieuaan gegoten. De geschie
denis van hetzelve is de navolgende. Bij het tweede
bombardement van Algiers door du Quesne in 1683
woonde aldaar een Frar.schman, le Vacher welke
consul en afgezant was, die zich op raad van du
Quesne niet had willen inschepen. De Algerijnen,
woedend over de verwoestingen door de Franschen
aangerjgt, beschuldigden le Vacher, dat hij zijne
landgenooien door teekenen had te kennen -gegeven
hoe zij moesten schietenen hadden hem daarop in
één hunner groote kanonnen geladen en dat toen af
geschoten. Zij hadden hemvolgens het getuigenis
van een Malthezer slaaf, die later ontvlugtte, het le
ven aangeboden indien hij Mahomedaan had willen
worden, doch de man had geantwoord, dat hij als
een Christen sterven wilde. Volgens andere verha
len zou her kanonwaarin hij gestoken wasvan
één zijn gesprongenen hetgeen thans te Brest is
daarvan slechts het tegenstuk zijn.
De heer Joannidf.s een rijk Grieksch koopman
te Londen, heeft aan de universiteit te Athene eene
som van 60,000 dr. geschonkenom te strekken tot
een fonds waaruit aan onbemiddelde studenten, voor
'een bedrag van 50.000 d». onderstand zal worden ver
leend terwijl de overige 10.000 dr. ten behoeve van
de bibliotheek zullen worden verleend.
Dit moge de een of' andere rijke Nederlander ook
pens doendaar ons Gouvernement de beurzen heeft
afgeschaft. Was nu hiervoor nog maar het kapitaal
dat, weleer een rijke Zeemv voor eene Akademic in
deze provincie bestemde disponibel? Dat zou zeker
alzoo doelmatig besteed worden.
In de aanteekeningengehouden gedurende zijn ver-
blijf in de W. Indiendoor G. yan Lennep Coster
wordt hier en daar aangewezen dat onze handelaars
vele eilanden onbezocht laten zelfs die, welke wel
eer geheel in Nederlandsche handen waren terwijl
vreemden die nog met voordeel aandoen. De recen
sent van dit werk, in de Gids No. 3,, maakt hierbij
de volgende opmerking. Onze voorvaders lieten g ene
havenswaar handel te drijven viel onbezocht en
gewoonlijk wisten zij zich door hunne stoutheidbe
kwaamheid en naauwgezetheid de voorkeur boven alle
anderen te verwerven. Waarom zouden wij-ons dan
nu door de meeste andere handeldrijvende volken Ja-
ten voorbijstreven Is het niet veel schooner en voor
de toekomst meer beloovenddoor moed en volhar
ding nieuwe gelegenheden voor handel op te sporen
dan zich te bepalen tot het speculeren op staatspapie
ren en het verhuren van schepen aan de Nederl.
handelmaatschappij, die zelve hare operatien bijna ge
heel beperkt tot het agentschap, ter overbrenging van
koloniale waren voor de regering?
Wij haalden onlangs als een treffend gezegde aan
de schoonste aalmoezen zijn die van den cencn arme
aan den anderen. Velen zullen wenschen dat die niet
schaarsch zijn maar wat zal men zeggen als men be
vindt, dar cfe eene arme den anderen besteelten van
zijne ongelegenheid en ziekte gebruik maakt, 011: het
hem toekomende zich toe te eigenen,
Eene- vertelling uit SUË'S juif errant.
Mijne geschiedenis is niet lang," zoo spreekt Rose
Pom pi n „Mijn vader en mijne moeder zijn landlie
den maar zoo armdat zij van -hunne vijf kinderen,
mij op mijn achtste jaar vërpligt wèxen weg te zenden
bij mijne moet, wélke hier te Parijs woonde. Degos.de
vrouw nam mij op uit barmhartigheid, en dit was wel goed
van haar, want zii verdiende niet veel. Op mijn twaalfde
jaar zond zij mij naar eene der fabrijken van de voor
stad St. Antoine.Met is niet om iets kwaads te zeg
gen van de meesters dier fabrijken, maar het is hen
vrij onverschilligdar de kinderen van beiderlei kunne
zich ondereen met jonge meisjes en knapen van 18 tor
ao jaren bevinden. Men heeft daargelijk overal
slechten onder. Zij ontzien zich noch in woorden noch
in handelingen en welk een voorbeeld is dat niet voor
kinderen, die meer zien en hooren, dan het wel schijnt,.,.
Men gewent zich onder het opgroeijenom dagelijks
dingen te hooren en te ziendie daarna niet meer doen
bloozen....
Op mijn vijftiende jaar zag ik er reeds heel aardig
uir. Op een zekeren dag moest ik mijn beklag over
iets doen bij den eersten bediende der fabrijk. Ik ging
hem zoeken op zijne kamer; hij zeide mij, dar hij
mij regt zou laten wedervaren, ja zelfs mij zou voort
helpenals ik naar hem hooren wilde en hij begon
met mij te willen omhelzen.... ïk weerde hem af...»
en toen zeide hijgij zult geen werk meer hebben;
ik zend u van de fabrijk weg."
„Ik kwam in tranen bij mijne tante, welke mij aan
spoorde om elders werk te krijgen.... maar dit was
onmogelijkde fabrijken waren bezet. Een ongeluk
komt nooit alleen mijne tante werd ziek, er was geen
enkele stuiver in huis; ik verzamelde al mijnen moed
en keerde tot <le fabriek weerom den bediende te
smeeken mij terug te nemen. [Tij zeide tnii„gij hebt
het in uwe band. Als gij mij niet afgeslagen had, zou
ik u later immers getrouwd "hebben...." Wat zal ik
zeggen...." De ellende was dd;r ik had geen werk
mijne tante was ziek; de bediende zeide mij, dat hij
mij trouwen zoude.... Ik heb gedaan gelijk zoovele
anderen....
Hij'heeft mij bedrogen.... Toen, 11.1 korten tijd,
schreide ik mij geheel tor tranen.... Ik werd krank....
en eindelijk men troost zich over 'alles, en ik heb troost
gezocht bij een ander.... tot liet eind der wevddsche
zaken voor tnii daar zal zijn.
DRUKFEIL.
In ons vorig No.kolom 5regel 24* van onderen
staat: daartegenlees daarhenen.
Gtbvcxtcniisit*
OPENBARE VERKOOPING.
Op Zatuvdag den 15 Maart 1845, c'es middags
precies, zal JACOB JJNSSE BEENHAKKER
Eigenaar te lllotiingeals eerst ingeschreven Schuld-
eischer van ABRAHAM LAURENTIUS van Dit
WOUWER, in het Logement de Korenbeursbin
nen de Stad Goespubliek en aan de meestbiedende
presente)en te verkoopen:
Een Hecht, Sterk en Welbetimmerd WOON
HUIS en ERF, zijnde eene ZADELMA
KERS- en TOUWSLAGERS-AFFAIRE, staand-
en gelegen in de Voorstad te GoesNo. 118,
Kadastraal Sectie C. No. 21 en deel van No. 489.
Ken W A GE N MAKERS-WIN K I
met REÜKEN daar annexdeel uitmakende
vJn C. No. 489.
Deze Perceelen zullen ook te zamen worden opgeveild.
NB. De Verkooper is genegen om een gedeelte
der Koopsom als Eerste Hijpotheek op het
te veilene gevestigd te laten.
Tnformatien zijn te bekomen ten Kantore van den
Notaris A. SMALLEGANGE, re Goes.
Op Zaturdag den 15 Maart 1845, des middags
precies, zullen de Kinderen en Erfgenamen van P1E-
TERNELLA LONKE laatst weduwe van Leen»
dert Buijtendijk, in het Logemenr de Korenbeurs
te Goes, publitk en aan de meestbiedende presente
ren te verkoopenEen WOONHUIS 'en
E RYE, staande en gelegen in Sint Jacobstraac
re GoesWijk B. No. 127, Kadastraal Sectie D.
No. 30.
Informatien zijn re bekomen bij den Notaris
A. SMALLEGANGEte Goes.
Op Dingsdag den 18 Maart 1845, des avond te 7
uren zal de Heer J. DE JONGE Cz. in het
Logement de Oude Zoutkeetbinnen de Stad Goes
publiek en aan de meestbiedende presenteren te ver
koopen: N
Een zeer ter nering staand Hecht, Sterk en Wei-
betimmerd WOONHUIS, PAKHUIS
en ERVE, staande en gelegen in de 's Heer»
Hendrikskinderen-straat binnen deze Stad, Wijk D.
Numeris 96 en 145, Kadastraal Sectie D. Numero
641waarin de KRUIDENIERS-AFFAIRE gedu-
durende een aantal Jaren met het beste succes is
uitgeoefend.
Informatien zijn ten Kantore van den Notaris
A. SMALLEGANGE te Goeste bekomen.
Te Goes bij F. Kleruwens Zoon.