ALLERLEI. Goes, den 24 Februarij 1845, Te Goes, bij F. Kleeuwens Zoon. iköluvcn en Gtbministvatien* föekenbm&kmg. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Stad GOESbrengen ter kennis van de belangheb» bende Ingezetenen deZer Stad. Dat Hun Edel Groot Achtbare Hecren Gedepu teerde Staten dezer Provincie, bij besluit van den L Februarij 1845, No. 9, Provinciaal Blad No. 25) hebben goedgevonden te bepalen: dat, voor het ver volg, in alle bestekken, wegens Aanbestedingen van zoodanige Provinciale Werken in dit gewest, als daar* voor vatbaar zullen worden geacht, een artikel zal wor den opgenomen, houdendedat de Aannemer, aan het Werk geenen Arbeider of Werkman, zal mogen bezi gendie niet is voorzien, of van een Certificaat van het Gemeente-Bestuur zijner woonplaatsbehelzende, dat hij is Nederlander door geboorte, naturalisatie of wetduiding, of van een attest L.L. van voldoening aan de Nationale Militie hier te lande, en zulks op eene korting van 3 op de aannemir.gspenningen, voor eiken dag, (een gedeelte van dien, voor het geheel genomen), dat de aannemer gebruik maakt j van eene'n Arbeider of Werkman die zoodanig certificaat of attest niet kan vertoonen welke korting bij de eerst te doene uitbetaling met den Aannemer zal worden verrekend. Zullende het echter aan den Hoofd-Ingenieur van den •Waterstaat vrijstaan, pen bepaald getal vreemde Ar beiders op het werk toe te laten ingeval bij hem de overtuiging bestaatdat de aard van het werk of de tijdelijke voltooijing daarvan, zulks, in het belang der Provincie, wenschelijk doet zijn. Dat door Heeren Gedeputeerde Staten van Vries land, voor zooveel die Provincie betrefteen gelijk soortige maatregel voor derzelver gewest, is verordend. Dat zoodanig Ingezeten welke aan Provii cia'e Wer ken, zoo-in dit gewestals in de Provincie Vries- j.and, wenscben deel te nemen, hunne' aanvragen, tot liet bekomen van de verejschte Cettificaren ter Siatls-Griffi'e, zullen kunneiuioen terwijl het voor hen, die zich voor den arbeid aan openbare ondernemingen öuiten deze Provincie begeven niet onraadzaam kan worden geacht, om zich steeds van het voreir aan gehaalde getuigschrift voorzien te houden. En zal aan deze, op de gewone wijze, publiciteit worden gegeven. Aldus gedaan en gearresteerd ten Stau'huize van Goes, den 22 Februarij 1845. Burgemeester en Wethouders voornoemd J. C. van der MEER MOHR, Ter ordonnantie van dezelven De Stads-Sec re taris L. de FC UW, Jz. NATIONALE MILITIE. a a rac ft tutting. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der stad GOES en r-essorte van dien brengen bij deze ter kennisse van allen die het aaugaar, darde Militie- Raad, krachtens art. 126 der Wet op de Nationale Militie, van 8 Januarij 1817, Staatsblad No. i) over dezen jare hare 2de Zitting tot onderzoek der Lotelingen van den loopenden jarevolgens art. 37 der Wet van 27 April 1820, (Staatsblad No. 11) welke vermeenen mogten regt op vrijstelling te heb ben zal houden te Middelburghoofdplaats dezer Provincie op Maandag den 17 Maart aanstaande, des morgens ten tien uren in de Abtdij aldaar. Wordende een iegelijk bij deze indachtig gemaakt 'aan de bepalingen vervat in art. 127 der Wet op de Nationale Militehoudende: „Al wie zonder „wettige verhindering, op den dag, wanneer hij „daartoe is opgeroepen, voor den Militie Raad niet „verschijnt, zal des wegens verbeuren eene boete van zes guldenen zal tot het aanvoeren zijner redenen van verschooning niei worden geadmitteerddan op vertoon van eene kwitantie van de betaaide boete. „De redenen ongegrond bevonden zijnde, of zich tot dat, einde aangemeld lubbende en er in het ge heel geene kunnende alleguerenzal hij nader ver „vallen in eene boete van zes tot twintig gulden." Van deze verpfigting zijn echter uitgeslotenzoo danige Lotelingen, welke geenerhande reden tot vrij stelling hebben, daar dezulken voorden Militie-Raad niet behoeven te,verschijnenen finaal voor de dienst gedesigneerd zullen zijn. Terwijl bij deze aile Ouders, Voogden, Curators of Gemagtigden worden herinnerddat zij reclames hebbendevoor hunne absente Zonen of Pupillen zich zullen moeten sisreren ten dageure en plaatse voormeld.' Zullende de Commissie voor de werkzaam heden der Nationale Militie tot de afgifte der benoo- digde Attestenvaceren ten Sfitdhuizealhier. Woens dag den 5 Maart eerstkomende des voormiddags te elf urenter opmaking van welken men vooraf ter Stads-Griffie de noodige opgaven gelieve te doen. En opdat niemand hiervan onkundig blij ve zal deze worden gepubliceerd en geaffigeerdmitsgaders ge plaatst in dezer Srads-Courant. Gedaan ten Stadhuize van Goes, den 22 Februarij 1845 Burgemeester en Wethouders voornoemd J. C. van der INKEER MOHR Ter ordonnantie van dezelven, De Stads-Secretaris L. DE FOUW, Jz. Het volk dat denkt, schrijft en recenseert water in, om, bij en achter het kabinet geschiedt, begint zich zeiven te emanciperen, zoo zegt men, maar men spreekt een logen, want r.iet het volk verrigt dit werk, maar sommigen die zich onder liet algemeen woord het volkverbergen, even 7.00 als men zegt„de schouw burg speelt weder dat wil zeggen zij die in den schouwburg optreden, als spelers. Het is voor eenen koning ongemeen moeijelijk om waardig te regerenreecis wegens dezen regel il tic faut pas trop gotiverncr. Is het dan geen reuzenwerk om een vrij en constitutioneel-gezind volk te beheerschen, zonder dat bet gevoelt beheersclu re worden? Is dar geen uitnemend ruiter, die een ban deloos steigerend ros zóó weet te tcugelendat het zelve met het gebit in den bek toch zijne vrijheid nog erkent? In het dan te verwonderendat menig geoe fend pikeur in de groote manége der staatkunde een zandruiter wordt Een onzer heerschendé vorsten heeft zich eene betrek kelijke onsterfelijkheid verworven door de Walhalla te bouwen, steenen muren en steen en beelden. Welligt zijn er anderen die hun land en volk tot een ley end Walhalla willen wormen .en daar dus zeiven eene eerste plaats onder de levenden niet onder de dooden, bekleeden maar dit laatste werk vereischt meer archi tectonische kunde dan liet eerste. Staatkunde heeft iets gemeens met de kookkunde ieder wil er iets van weten er< spreekt gaarne over goed regeren en lekker eten maar velen zouden als zij deü staat of pot moesten klaar maken, alles laten aanbran den, en een bewijs opleveren, dat het nier allen koks zijn die lange messen dragen. Tijdspiegel In eenen vrijen staat moet de waarheid, de weren schap in elk vakvrij hare stem kunnen doen hooren; de verantwoordelijke desknniige ambtenaren, zullen er des te beier hunne betrekkingen door waarnemen. De publiciteit der meeningen stort de olie in de lamp der verlichting. (Tijdgenoot.) Die Regering is sterk en wint in zedelijke kracht, als zij het kwaad, dat men haar te laste legt logensfraft en als zij hare gebreken, welke zij ook uit opmerking- van anderen leert kennenherstelt. Regten en voorregten leggen ook verpligtingen op. Indien men uit dat oogpunt het kies- en stemregt be schouwt dan zal men bij eene meerdere uitbreiding daarvan eenig gevreesd kwaad kunnen voorkomen zoo als onverschilligheiden men zal partijzucht zelfs eenigzins onschadelijk nraken. Als men verpligt is yan zijn regt pligtmarig gebruik te makenzal men er naaiiwgezetter'in zijn. Het regt zou men moeren ver liezen door pligtverzuim of ongeoorloofde practijken ten deze. Bij de jongste ijsbezettingen onzer rivieren zijn proe ven genomen, om bestaande massa's ijs door kruid op te ruimen. Officieel is nog geen' verslagwegens de uitkomsten dezer proeven, bekend en men heeft tot heden zich moeten vergenoegen met de onvolledige berigten, welke deswege in eenige dagbladen zijn geplaatst. Nieuw zijn echter zulke proeven niet, en reeds in de vorige eeuw zijn die met gelijk doel ter sprake gebragr. Het blijkt, namelijk, uit de gedrukte resolution van hun ed. groot mogender., heeren Staten van Holland en West-Friesland, dat in het jaar 1771 zekere De German, onderluitenant van 's Lands artil lerie, aan genoemde heeren Staten rekest gepresenteerd heeft, waarbij hij te kennen geeft, eenige middelen, doorkruid en waterkogels, enz. te hebben uitgevoi d 'ii, om iisdammen in de rivieren binnen weinig tijds w g te ruimen. Christiaan Bruinings is daarover gehuurd, en heeft, sub dato 24 September 1771, daarop zijne consideratie gegeven en gezegd Dat „diegene, die zulks ujtgevonden mogl hebben, zeker de aanmerkelijkste dienst aan den Lande zon hebben „bewezen, doch dat, zoo zeker het ook was, het „even zeker twijfelachtig was, het gevaar van ijsdam- men anders voor te komendan door verbetering „der rivieren en dijken," Bruinings heeft in dat advijs eenige details gegeven, waardoor hij aantoont, dat de opruiming van ijsdaromen door kruid niet wel doenlijk is, immers dat de zaak niet in vergelijking staat tot het middel. „Dan (zegt hij) dewijl de „suppliant, niettegcnsraai.de deze en soortgelijke aan- merkingen, welke ik mondeling aan hem voorgesteld „heb, van gedachten is, dat echter zijne bovengemelde „middelen eenen goeden nirslag zouden kunnen heb- „ben, en de som voor de proef, op 600 begroot, „niet aanmerkelijk is, zoo adviseer ik, om deze f600 „toe te staan al ware het maar om in allen gevalle „te toonen, dat men in eene zaak van zoo veel 3:111- belang als deze, niets hoegenaamd onbeproefd heeft „willen laten. De proeven zu'len echter niet slechts „op bevrozen water, maar op wezenlijke ijsdammtn „behooren te worden genomen." Daarop is gevolgd eene resolutie van hun ed. groot mogendenheeren Staten .van Ho'land en West-Friesland, den 17 Octo. ber 1771, waai bij aan O. N. Degerman, onder luitenant der artillerie (gedurende 24 jaren in diynst van den Lande)wordt toegestaan 600en ge committeerde raden worden geautoriseerd, om, wan neer in eene der rivieren een ijsdarn kwam ander opzfgr var. een' deskundige, door gecommitteerde raden te benoemen, eene proeve van zijne voorgestelde middelen ie nemen. Welk resultaat de proeven van Degerman hebben opgeleverd, schijnt nier b rekend te zijn. Men moet echter onderstellen, dat die mis lukt zijn; wam eenige jaren later zijn uitgekomen dg rivierkundige waarnemingen van Martini van Bar- nevjeldt, Amsterdam, bij M. Mageras 1773, waarin men op pagina 50 bet volgende aantreft„Om „deze gevaarlijke ijsdammen uit den weg te ruimen, „is nooit yretmdcr concept aan de hand gegeven, dan „om dezelve te mineren en met kruid te verbrijzelen.'" welk gevoelen insgeliiks wordt voorgestaan in de aan merkingen van cornklis Redelijkheid, op de zoo even genoemde rivierkundige waarnemingen uitgege ven te 's Gravenhagebij H. Bakhuysen, 1773. Die schrijver oppert daarenboven de vraagof de dijken, door den slag van het kruid, niet gevaar zou den loopen van te verschrikkente scheuren of van derZelver plaats gebonst te worden, en of daaruit niet de allerdroevigste gevolgen van dijkbreuken zouden te wachten zijn. -*,ww»»I I 1 .1 ■- - Heden beviel van eene welgeschapene DOCHTERM. D. de LEEUW, geliefde Echtgenoot van V. Goes G. P. A. de ROCHEFORT, 23 Februarij 1845. Apotheker. De COMMISSIË tot de SPIJSUITDEE- LINGwederom eene gift van 35,00 ontvang 11 hebbendebeeft daarvan heden eene bedeeling van TURF gedaan, en betuigt voor dit liefdeblijk, bij deze den dank der bedeelden. H. C. PILAAR, Lid Secret PUBLIEKE VERKOOPING, ten over- staan van den Notajis L. DE FOUWJz.re Geer, ten verzoeke van den Eerzamen JAN TRIMPE, op zi'me Hofstede in Abbekinderen ouder liloetiugc op Donderdag 6 Maart 1845's morgens 9 ure van eenen V1TM NTE DEN BOEREN- IJNSPANi als: 11 PAARDEN, 16 MELK- KOEÏJEN, 6 RUNDERS, 1 LakenveJdsche STIER, a KALVERS, i Vet en 5 Magere VARKENS, HOENDERS, GANZEN, KAAPSCHE EENDEN, KARNHONDEN, WAGENS, PLOEGEN, EEG- DEN, SLEPERS, MOLBORD, ROLBLOK en verder BOLTWGEREEDSCHAP; 25 Voeren WEI- en KLAVERHOOI, voorts eene groote partij KANT- HOOT. MUTSAARDT en 'tgeen verder tot eene BOEREN INSPAN hehoordt. ~*T~UIT de HAND te PACHTEN, om tegen April aanstaande te aanvaarden, eene Kapitale er, bijzonder aangenaam gelegene hofstede met ruim 71 Bunders WEI- en ZAAILANDEN, in den Maagspoldernabij het Dorp Krabbendijkr te beviatfin bij de Penningmeester J. DE FOUW Wz.op de Kleine Kaai te GoesBrieven franco.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1845 | | pagina 2