N#. 91. Maandag den II November. 1844. GOESSCH E C O 17 IV A N T. Diaconie - Belan gen Staathuishoudkundige beschouwin gen over Frankrijk. NIEUWSTIJDINGEN. Berlijn, den 31 October. Het geding tegen Tschech is voor den senaat van appèl zooverre gevor. derd dat reeds nu de uitspraak ter tweede instantie is geveld. Het vonnis veroordeelt den beklaagde tot onthoofding met de bijl, hetwelk eene verzachting van straf is. Munchen, den 29 October. Het 3de eeuwfeest van de invoering der aardappelen in Europa, door Tt anus Drakeis dezer dagen op de Heuterscharuge, met een gastmaal gevierd gewordenwaarvan al de geregten uit deze aardvrucht waren toebereid. Het borstbeeld van Drakedoor Schwanthaler geboetseerd, prijkte met kransen van eikenloof omringd, in het midden der zaal, en werd-door den meester tot her denking van dezen feestdag, aan de Heuterscharuge tèn geschenke vereerd. De talrijke deelnemers aan dit feest, bleven tot laat in den nacht vrolijk tezamen. Parijs den 5 November. De Gazette des Tri* bunaux vermeldde dezer dagen een voorbeeld van on kreukbare eerlijkheid te midden van diepe armoede. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandags namiddags en Don derdags avonds. De Prijs per Kwartaal is/1,75; franco per Post/ 1,90. Gewone Axivertemien women a 20 cis.de regel geplaatst ussboor- te-Huwelijks-en Doodlferi?ten van f 6 regels a 1,20. De Synode der Nederl. Hervormde Kerk heeft overeenkomstig hare bevoegdheidzich in hare jongste vergadering op nieuw en bijzonder bezig gehouden met de belangen der Diaconiën, en alzoo, ter handha ving van derzelver héilzame instelling en werking, zoo wel als ter wegneming van geschillen tusschen bur- t gerlijke en berkeliike besturengerezen bij gebrek aan juiste onderscheiding tusschen armen-wezen en alge- meenen onderstand ter eener en Diaconiën ter anderer zijde, waardoor ongelijksoortige zaken, te lang als gelijksoortig beschouwd en met eikanderen verward waren, een nieuw reglement op de zaak der Diaconie gearresteerd en aan de goedkeuring en sanctie des Konings onderworpen. De geheel kerkelijke beginselen van dit reglement zijn de navolgende: i°. Diaconiën zijn inrigtingen van bestuur over kerkelijke 'fondsentoebehoorende aan bijzondere ker kei ijk e gemeenten en bestemd voor derzelver armen. De bestuurders van die fondsen zijn als zoodanig on afhankelijk van den staatofschoon de algemeene re glementen omtrent het beheer van gezegde fondsen, aan de Kóninklijke sanctie onderworpen zijn. '2® Bij de zorg voor de armen, gaan de Diaconiën te Tade met de middelen, die zij'hebben, en besteden dézelve naar de kennisdie zij dragen niet alleen van de uitwendige omstandigheden,, maar ook van het gods dienstig en zedelijk ieven der behoeftigen. 3°. Het beheer der Diaconiën is toevertrouwd aan Diakenenbehoudens hunne betrekking tor den ker kenraad en onder toezigt van het klassikaal bestuur, 4°. De Sijnodale bepalingen omtrent de Diaconiën, moeten op de geheele Nederl. Herv. Kerk toepasselijk zijn. De S ij node beeft aan- Z. M. tevens verzochtbij goedkeuring hiervan, zoodanige maatregelen te nemen, welke Z. M. meesr gepast zal oordeelenom de on verhinderde werking van dat reglement te verzekeren. De genoemde beginselen zijn toch in strijd met vele bestaande verordeningen welke evenwel, gelijk door de commissie ad hoc is opgemerkt, buiten je kerk om, zonder ruggespraak met haar genomen zijnen de wet van 28 November 1818 hebben toegepast op de Dia coniën waardoor alzoo beschikt is over privaat fond sen der gemeenten, en dus over goederen en eigen dommen der kerk. Zoo vervalt b. v. het beginsel van veetiig domicilie en van verpligten onderstand, het be deden van onzedelijke personen het vragen van en verantwoordelijk zijn voor subsidien aan burgerlijke be sturen. Daarom moeten, als liet reglement goedgekeurd wordt, 't geen wel algemeen wenschelijk often minste billijk z; l geacht worden al geeft dit in 't eerst eenig bezwaar aan burgerlijke pn algemeene armbesturen, die besluiten worden opgeheven. Zoo zal de ware kerkelijke vrijheid zich ontwikkelen. Zoo worden de belangen en regten der kerk behartigd, en geenszins uit het oog verlo ren, wat plaatselijk voordeel kan vorderen en wat men aan den staat en deszelfs geëerbiedigd hoofd verschuldigd is. Dit is inliet reglement zelve, rn 'toog gehouden en in het adres aan den Koning duidelijk uitgedrukt: en wij rrïógen alzoo vertrouwendaar naar grondwettige be ginselen en ook volgens Min. Rescript (i Julij 184a), de onafhankelijkheid der kerk van den staat erkend is, dat de koninklijke goedkeuring volgen zal. waarna de Christelijke liefde op nieuw in al hare kracht zich vertoonen moge. (Uit een Fransch dagblad. Vervolg van ons vorig nummer Beschermende jegten begunstigen de Fransche nijver heid maar wij hebben reeds opgemerktdat deze regten deszelfs toestand slechter maken, en de vreemde marktenniet tegenstaande de nuttelooze premie van uitvoernagenoeg voor haar sluitendat de regten der Douanen in het voordeel van de scheepvaart, de vreemde grondstoffen verduren dat de regten ten voor- deele van den akkerbouwde prijs van de in- en uit- landsche grondstoffen verhoogen. Deze regten bren gen alzoo, de Fransche nijverheid niet alleen,,bijna geheel, tot de nationale markten terug, maar zij ver minderen het gewigt derzelve, door de gedwongene prijsverhooging. Wie weet niet, dat de lage prijzen, de consumptie van alle voortbrengselen aanzienlijk vermeerdert, en vooral van die waren, welke'voor de geringere klasse bestemd zijn En moet men dan nog de berekeningen wederleggendie men zelfs op voorname plaatsen, over de uitkomsten, van een oogen- schijnlijk geringe verhooging van regten op de groni- stoffen of de kosten van fabrikatie der verschillende artikelen van consumptie, maakt? Dat men het ieder manufacturier of koopman afvrage, welke vermeerdering van debouchés eene daling van eenige centimes op den prijs van eenig voortbrengsel geeft en men zal zich overtuigen, om niet ligtvaardig maatregelen te,nemen, die de voortbrenging moeijelijkër en duurder maken. Men beschermt eindelijk den landbouw door regten op de voortbrengselen der grond van vreemde landen; doch deze beschermingvereenigd met die.welke men voorgeeft aan de andere takken van inlandschen arbeid te verleenen, werkt zelfs nadeelig op den ak kerbouw. Immers heeft de landbouw wezenlijke behoef ten aan gereedschappen, aan vee en aan handwerk? Het geheele verbodsrelsel strekt alzoo, om alle nood wendigheden des levens duurder te makenals prijzen der gereedschappen voeding van dierenwerk van den mensch. Maar, zegt men, de beschermende regten verhoogen den prijs der levensmiddelen en de landbouw geniet daarvan? Dit is eene begoocheling. Drie elementen werken te zamen tot dé voortbrenging van den grond: het werk van menschen en dieren, de dienst van het ontg-innings-kapitaal en de waarde van den grond. De voortbrengselen moeten deze drie agenten van voortbrenging beloonen. Zoo moet men van de waarde der voortbrengselen al dadelijk her loon voor de bewerking en de intrest van het ontginnings-kapitaal aftrekken kan dat niet, dan is de beschouwing onmoge lijk of onbestaanbaar. Wij hebben gezegd, dat het beschermend regt, de belooning dezer twèe agenten duurder maakten bij gevolg het overschotdat de inkomsten van het grondbezit zijn, verminderen. Hoe aanzienlijk dit overschot is, hoe meer deze inkomsten zullen zijn. Maar wat is het gevolg van deze verhoo ging Dat de grond in plaats van 23 4percent er 5 of 6 zal geven Zeker neen. De landrente zal steeds evenredig zijn, aan de opbrengsten van andere kapitalenvan verschillenden aardzoo lang aan het grondbezit voordeelen van zekerheidalsmede van achting of ook van bijzondere gevoelens verbonden zijn, zal hetzelvetot plaatsing van kapitalen boven andere zaken gezocht worden waardoor deszelfs inkomsten, in evenredigheid van het kapitaal minder zullen zijn. Daarom zal iedere vermeerdering van prijs der grond voor* brengselen geen vermeerdering van inkomen maar eene vermeerdering van grondswaartfe geven. De ver meerdering kan voor den dadelijken grondeigenaar voor deelig zijnals hij zijne gronden realiseertvoor den kooper derzelve is het nietsvoor den akkerbouw en voor de menschheid is het een nadeel, een kwaad. Het is nadeel voor den akkerbouw, omdat hetzelve de voorwaarden van voortbrenging verduurt, het ver duurt deszelfs voornaamst werkend vermogen. Het noodzaakt om voor de grondbewerking meerder kapitaal te gebruikendat veel nuttiger als vermeerdering van het bewérkings-kapitaal besteed kon worden. Door den prijs der voortbrengselen te verhoogen, vermeerdert de consumptie en maakt vreemde mededinging meer te vrezen, omdat voor de eigen voortbrengselen, de vreemde markten zijn gesloten en dus alle uitvoer onmogelijk iseindelijk wordt door de prijsverhoogingde ver- koop der produkten, op de nationale markten gedrukt. Het is eet? kwaad voor het algemeen. Al hetgeen, dat bijdraagt, om door gekunstelde middelen, de waarde der krachten van voortbrenging, van welken aard ook, te verhoogenmaakt de voortbrengselen noodwendig duurder. De Fransche nijverheid is in veel artikelen aan die harer mededingers achterlijk, omdat hare werkplaatsen en gereedschappen, (werktuigen) enorme kapitalen verslinden. De koopvaardijschepen zijn in verval, omdat de Fransche schepen fe veel geld kosten. De zeehandel neemt niet die uitbreiding, waarvoor zij vatbaar is, omdat de Fransche havens gebrek hebben aan instellingen, die de bezorging der koopwaren spoe dig en min kostbaar maken. In eene andere orde van zaken beklaagt men zich to regt, over de verbazende hooge salarissen der Notarissen der procureursder makelaars enz.omdat het denkbeeldige kapitaal, dat deze verhoogde prijzen heeft voortgebragt, de diensten dezer agenten duurder en kostbaarder maakt maar indien het verkeerd is, dat de actenprocedures en makelaarsloonen, om die reden, hooger betaald moeten worden, zoo zijn zulks toch lasten, die op de klassen van de bezitters drukkenen het zal dus tastbaar een veel gvooter kwaad zijndat de prijzen van den grond verhoogenwaaruit duurder broodkleeding enz. ontstaat, en waardoor dus het bestaan der lagere volksklasse bemoeijelijkt wordt. Vervolg hierna Uuiiscftirtttb. Mensen Ernstde beroemde Noorweegscbe hardlooper die volgens onderscheidene dagbladen op eene reis, ten behoeve der opsporing van de Nijl» bronnen jl. jaar in Egypte zou zijn gestorvenen bij de Nijl-watervallen is begraven, is niet dood maar springlevend. Volgens de Aaehener Ztg. is hij onlangs in Oosrindiën aangekomen, en heeft hij den weg van Konstantinopel naar Calcutta en weder te rug, in vijftig dagen te voet afgelegd. Zijne geheele reis pakkaadje bestaat uit eene landkaarteen kompas en eene bijj. JFVatifcrwïu Een bediende van het bankiershuis van den heer Delessert had een verzegeld paket met 37,000 franken, waarde aan toonderverlorenen had hetzelvein weerwil van alle navorschingenniet weder op het spoor kunnen komen. Na verloop van eenige dagen verschijnt er aan het kantoor een man wiens geheele uiterlijk de blijken droeg van zijne volslagene armoede en van het gebrekhetwelk hij leed. Deze man bragt het paket ongeopend terug, verzoekende, dat men zoude nazien of het te regt was zoo als men hem verzekerd haddat het waarschijnlijk wezen zou. De heer Delessert zijne verwondering betuigende dat hij de zegels ongeschonden had gelatenwas het antwoord van den mandat hij, die een zegel ver-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1844 | | pagina 1