UII18TIIIIL
OPROEPING CREDITEUREN
PUBLIEKE VERKOOPING
Te Schöneberg en Potsdam bestaat eene leerschool
voor den tuinbouw en eene lands Taooirschool. De
voortbrengselen van laatstgenoemde school worden ook
in den handel gebragr.
ïri den Mansfelder- Seek reis was men onlangs be
zig eene Landhuishoudkundige Boerenvereeniging op
te rigten; den 8 Mei 11. had reeds de eerste bijeen
komst plaats. Men verwacht ook daarvan veel goeds.
In Frankrijk bestaan thans 823 landhuishoudkun
dige vereenigingen20 model-boerderijen 9 leerstoelen
voor de landhuishoudkunde en 4 landhuishoudkundige
instituten.
Den 1 Mei 11. is te Eohenhtim geopend de nieuwe
tuin-bouw-schoolwelke ter gedachtenis aan de 25ja-
rige regering van den Koning van Wurtembergal»
daar opgerigt is. Het doel dezer school isjonge
lieden op te leiden tot praktische tuinbouwersdie
boomkweekerij grondig verstaan en alles, wat verder
tot dit onderwerp betrekking heeft. De hoofddirectie
des landhuishoudkundigen genootschaps maakt het pro
gramma bekend in de bijlage 110. 5 van het Wochen
blatt für Land' und Haüswirthschaft enz. 1844.
Voor de Rijnprovinciën zal thans eene landhuishoud
kundige- en houtvesters school te Bonn of te Kleef
opgerigt worden.
In de laatste dagen zijn er minder gunstige berigten
omtrent de ontworpene nederzetting, aan de oevers van
•de Saramacca, in omloop gekomen. Zij hebben velen
bedroefdwant mogt dit ontwerp in duigen spatten
dan v.erdvvenen de zoetste verwachtingen, en het laatste
uitzigt van vele honderde faroiliën onder onze landge-
rooten dan lag een groot doel des levens van wakkere
mannen in duigenwier geest van onderneming, Ne-
derlandsch roemruchtigst tijdperk m het geheugen her
roept; en eindelijk, wat zou er in dat geval van Suriname
zelf worden Men gevoelt dit in het moederland
maar nog te sterker in de volkplanting zelve. Wij zijn
echter door officiële bescheiden en rapporten, door brie
ven van bijzondere personen en mondelingscbe mede-
deelingen van den heer van den Brandhoff zeiven,
in staat gesteldden waren toestand van zaken te
leeren kennen, en zullen dien onbewimpeld mededee-
len wij zullen daarbij ook begane fouten te vermelden
hebbenomdat het der onderneming, die ook in goe
dpn dunk van het algemeen, eenen kraebtigen steun moet
vindenzoude schaden om die te verzwijgen. Wij
hopen onze lezers aan te toonendat zich tot beden
toe nog gcenerlei verschijnselen opgedaan hebben waar
uit men nu reedsmet eenigen redelijken grondtot
de mislukking der kolonisatiedie nog geen aanvang
genomen heeft, zoude kunnen besluiten, maar dat,
ook zonder blinde vooringenomenheid met deze onder
neming daarentegen vele omstandigheden een gunstig
denkbeeld om 1 rent liet welslagen daarvan, doen ontstaan.
Wij zullen te dien einde beginnenmet een kort ver
slag van bet wedervaren van den Predikant Betting en
de drie landbouwers welke hem vergezelden, te géven.
Zoodra kapitein Klint ter reede van Paramaribo
was aangekomen en zich het gerucht in de stad ver
spreidde dat zich de eerste kolonisten aan boord be
vonden stroomde liet grootste gedeelte der bevolking
uit, om hen bij de ontscheping te zien. Negers,
creolenmulattenkonden zich volstrekt geen denk
beeld maken wat toch wel boeren warenmen wist
alleendat zij boter en kaas maaktenen vertelde
overigens allerlei gedrogtelijke zaken ten hunnen op-
zigte. De aandiarg dier gemengde bevolking bij de
cnucheping was dan ook zoo sterkde hoera'sdie
aij aanhieven, waren zoo wild luidruchtig, dat deland-
houwers aanvankelijk bevreesd werdenom aan land
ie gaan. Na liet boord verlaten te hebbenwerden
zij in een huis gebragt, in welk een huis dan ook,
waar vele zwarte meisjes waren, en hun wijn geschon
ken werd. Inmiddels nam Betting zijnen intrek in
het hotel van den -Gouverneurdie hem daartoe had
uitgenoodigdgewis een trek van loffelijke heuschneid
jn dezen hoogen ambtenaar; maar waarom de drie boe-
Ten ook niet bij zich genomen? Hiertoe zoude toch
wel ruimte en gelegenheid in zijn hotel te vinden zijn
geweest; en het zoude de eer of het fatsoen van eenen
Gouverneur-Generaal van West Indië niet in het minst
gekrenkt hebben, om onder zijn dak, drie regtschapen
landbouwers te huisvesten. Maar neen l Deze lieden
werden gezonden naar den grond Bonifaceeen klein
uur gaans van de stad. Plet woonhuis aldaar is slecht,
vochtig en ongezonddrinkbaar water is noch aldaar
noch in den omtrek verkrijgbaar, terwijl in die plaats
de laudnegers wonen zonder eenig opzigt. Ongeschik
ter plaats had men bezwaarli k kunnen vinden. Natuur
lijk moesten de landbouwers in de eerste dagen veel
naar de stad .gaan, tot het lossen hunner goederen, ter
wijl de thermometer 90° teckende. Hier bij ons
schreef de Vries, in den landgrond, genaamd Bu'uen-
de-Stad is een dagelijks geloop en bezoek van molotre
(n ülatre) én blanke meiden en vrohWen kale jonkers
en al dat gesnor, zoodat men de justitie moest ver»
zoeken om bescherming; er zijn nu dienders voor onze
deur. Het zijn hier alle heeren en juffersuitgezon
derd de slavende menschen benne hier alle zoo lui
en trotsch, 'tis niet om te schrijven. Zij zul'en liever
van honger craperen, als werken. Zij zien er alle
zoo miserabel uit; er is veel volk en geen volkbet
meest meidennog meer als in Amsterdam. Men hoort
en ziet niet anders als vloeken en zwijnderij. Hier is
alle avonden lof en gebed voor de rozenkrans dan moet
ik in den duistere, nog een half uur langs het bosch
zwervenalzoo op eenen tijdwaarop bet onge
zond geacht wordt, zich buiten 's huis te begeven.
Maar ook des nachts werden zij onophoudelijk in hunne
rust gestoord, door het woeste joelen en getier der los
bandige negers en waren bovendien aan taliooze insec
ten prijs gegeven. Is het nu wel te verwonderendat
deze menschenhoe sterk van gestel overigens ook
onder zulke omstandighedenals gebruik van slecht
drinkwater afmattende togten naar de stad stoornis
van den slaap kwelling der insecten kiemen van zie
kelijkheid opdeden, die zich daarna openbaarden? De
Gouverneur droeg overigens behoorlijk zorg, dat er
vleesch en brood en ander gezond voedsel aan de land
lieden verstrekt werd. Wij moeten hier tevens ver
melden dat juist in dien tijdvolgens het schrijven
van Betting zelvcnbijna de geheele bevolking van
Suriname aan koortsen leed. Maar Betting deed ook
ltwaiijk met zich van zijne kolonisten te laten schei
den en zijn gemak en genoegen in de stad te nemen;
op het landgoed Boniface had hij althans kunnen voor
komen, dat de landbouwers niet al te onvoorzigtig
zich in den maneschijn waagdenwat men onc/er de
keerkringen zorgvuldig vermijden moetof dat zij zich
aan overdadig gebruik van vruchten overgaven. Ik
drink veel wijn schrijft de Vries wij gaan alle dagen
op visite bij de groorsten der stad, en worden zeer
deftig onthaaltben ik een oogenblik t' huisdan zijn
wij nooit zonder aanloop. Wij zijn hier reeds aange
naam ik hoor anders niet dan mijnheer de Vries
voor en achter, en hoe vaart mijnheer de Vries;
gij kunt denken, hoe vreemd ik haar dan salueer,..."
en deze nieuwbakken heeren waren bestemd om wel
dra bet werk van slaven te verrigten 1 Door in alles
hun lot te deelen zoude Betting in hooger mate
hun vertrouwen verkregen hebben. Maar nog een ander
kwaad ontstond uit het verblijf aldaar voor deze men
schen alles wat zij hoorden en zagen boezemde hen
van lieverlede een walg voor de zeden van het nieuwe
land in dat zij in dit op2igt met den omtrek van
Amerongen begonnen te vergelijken.
Wel mag dat verblijf op den grond Boniface in vele
opzigten eene noodlottigheid genaamd wordenen dit
duurde drie maanden.
Op Boniface was reeds aan de Vries het aanbod
gedaanom blank-officier op eene plantaadje voor eene
bezoldiging van 300 té wordenzoo iets deed al
spoedig de gedachten in zijn binnenste opkomendat
er in Suriname nog wel gelegenheid bestond om ge
makkelijker aan de kost te komendan daar als een
slaaf den grond te bearbeiden, wat hem natuurlijk af-
keeriger van toekomstige bestemming maakte. Dat wer
kelijk zulke gedachten bij hem oprezen bewijst zijn
volgend schrijven: „Hier "komt niets te kort als arbei
ders en vlijt, dan is hier een goed land te maken, een
land van overvloed, melk en honig. Ik geloof niet,
dat gij mij ooit weêr in Europa zien zult, want lukt
het niet met de volkplantingdan ga ik. mij presente
ren bij den Gouverneur en kies een domicilie als bur
ger in de staddan krijg ik land zoo veel ik hebben
wilen waar ik wilen slaven er bij." Let opslaven
er bij; geen wonder, hij had in tuinen te Paramaribo
gewerkt, met slaven onder zijn bevel. „Ik heb, leest
men in dienzelfden brief, bij den beer v. E. in zijn
tuin gesnoeid, ik kreeg drie negers bii mij, die mij naai
de oogen zagenwat mijnheer de Vries ordineerde,
dan vlogen zij om het uit te voerenik kan hier ƒ2,90
per dag verdienen bij- de Heeren in de tuinenals ik
tijd hadzoude ik het doen. Zij houden veel van mij',
ik kan haar (de negers) met mijne oogen regeren; met
zachtheid en vriendschap als de andere haar iets zeg
gen is het altoos brutaal., maar dan willen zij niet
zeg ik haar, dan vliegen zij, daar moet ik dan om
lagchen tegen de anderen." En op eene andere plaats
Ik kan er heel goed bij uitzondering mede omgaan ik
wil ook niet dulden dat zij vloekendit leeren zij van
de matrozenzij luisteren zeer goed naar verbieden
maar zij weten het nietik heb medelijden met haar."
Wij zullen ook dafirna Betting op her bezit van sla
ven zien aandringen. Ziedaar den invloed van het
toeven op Paramaribo Vervolg hietnaf)
dbuct* kul ictn
De ondergeteekende is voornemens bij inschrijving
onderhandsten zijnen huizeaan te besteden liet
Bouwen van het afgebrande gedeelte der, hem en zijne
mede eigenaren behoorende, MEESTOOF
Holland, te Wilhelminadorpwaarvan het bestek
ter lezing ligt in de Herberg aldaarbewoond door
G. Hector.
Gegadigden gelieven hunne Inscbrijvings-Biljettén
franco en verzegeld in te zendenvoor of op Maan
dag den 19'ien dezer, des middags ten twaalf ure,
op welken dag des morgens ren tien ureaanwijzing
in loco zal geschieden terwijl de teekening inmiddels
ter visie ligt bij den ondergeteekendenbij wien ook
nadere informatie» te bekomen zijn.
Wrlhelminadorp7 Augustus 1844.
I. G. J. VAN den BOSCH.
De COMMISSIONAIRS in EFFECTEN,
tt. Hcttkrgcm bc Jfouw Misseeuw,
belasten zich met de overneming van RECEPISSEN
der 3 pGt. Leening, om te Converteren in Certifi
caten.
Die iets te vorderen hebben van of ver
schuldigd zijn aan den Boedel van wijlen Schipper
JO IIANNE S KOL E te 's Heer Arendskerke
worden verzocht daarvan voor 1 September 1844,
schrifteliik opgave te doen, ten Kantore van den
Notaris DE FOUVV, te Goes.
De geverifiëerde schuldeischers van den insolventen
boedel M. SPRUIT te Ellewoutsdijkworden
opgeroepen tegen Zaturdag den 17 Augustus 1844,
des morgens ten negen uren op bet Stadhuis van
Goestot het aanbooren van REKENING en VER
ANTWOORDING, welke de curator, ten over.
staan van den Edel Achtbaren Heer Regter Com
missaris, zal afleggen.
De curator in dien insolventen boedel.
J. L. H. LIEBERT. Adv.
Wordt geadverteerd, dat de geannonceerde
REKENING en VERANTWOORDING, van de,
onder het voorregt van boedel beschrijving aanvaarde
nalatenschao van wijlen den Heer GREGORIUS
GODEFRIDUS VAN DE VENinleven
Goud- en Zilver Kashouder te Goesop den 17
Augustus 1844, GEEN voortgang zal hebben.
Op Donderdag den 15 Augustus 1844, des Voor
middags om tien urenzal men in bet Dorp V Gra
venpolder ten huize van Mejufvrouw CHATELAIN
aldaar gewoond hebbende door het Ministerie van
Notaris LANKHORST residerende te Goes, presen
teren te Verkoopeneen partij MEUBELEN, be
staande uit een Zindelijken en Grootendeels Nieuvtfen
Inboedel.
Kunnende gemelde Goederen des Woensdags tevo
ren door een ieder worden bezigtigd.
WEI-HOOI te KOOP,op deMo.
len de Koren Bloem.
Eene Gehuwde Vrouw, van middelbare
jaren, biedt zich aan als BAKER. Te bevra
gen bij de Uitgevers dezer Courant.
t, J. VAN DEN BRILzal gedurende
de Kermis staan op de plaats van voorleden Jaar,
met een groot assortiment Heeren-, Dames-, en Kin
der- SCHOENEN en LAARSTESwaar onder
CHEVRONS en BRODEQUINS naar de laatste
smaak, alles tot gezette prijzen; recommandeert zich,
onder belofte van eene prompte bediening, in het gun
stig aandenken.
JONGSTE BERIGTEN OMTRENT DE KOLONI
SATIE IN NEDERLAND,SCH GV1JANA.
Goes, 12 Augustus 1844.
Te Goes bij F, Kleeuwens Zoon.