N°. 58. Donderdag den 18 Jul ij. 1844k GOESSCHE C O'R A N T. Londen den 8 Julij. Onder de hoogere standen is hier een bal gegevenwaarvan de opbrengst als bijdrage dienen moer, tot het oprigten te Edinburg van een gedenkteeken voor sir Walter ScottOnder anderenwerd op hetzelve eene groote quadrille uit gevoerd, waarin 48 personen uit de werken van den grooten dichter voorkwamen. Tusschen de 1200 en 1300 aanzienlijken, waaronder vele vreemde ministers, ook de heer Dcdclwaren aanwezig en de opbrengst Iieeft ruim duizend ponden 12,000) bedragen. Parijs den 14 Julij. Het verslagdat de heer Parijs den 15 Julij, Een standbeeld van den herrog 'van Orleansdie voor 2 jaren op eene zoo noodlottige wijze aan het land is ontrukt, zal op la Place du Carrousel worden opgerigt. Brussel, demo. Julij. De ontvangst van de eerste voorstelling van mej. Kachel te Brussel, in de rol vair Phedraheeft 7000 fis. bedragen. De schouwburg was eivol; de kunstenares werd buitengewoon toege juicht. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandags namiddags en Don derdags avonds. De Prijs per Kwartaal isƒ1,755 franco der Post/ j,Qo. Gewone Advertentien worden a 20 ets, de regel geplaatst. Gebooi- te-. Huwelijks- en Doodhemden van 6 regels a 1,20. K 1KB VTSTÏJDINGEN. lEtttjcliulb. Thiersnamens zijne commissiein de zitting van de kamer der afgevaardigden van den 13 dezer heeft voor - gelezenis door de groote meerderheid dier vergade ring levendig toegejuicht en baart groot opzien. Over het algemeen acht men het in eenen gematigden geesr opgesteld, ofschoon het de strekking heeft, om het toezigt van den Staat opliet onderwijs, door tusschen- komst der universiteit nog meer te versterken en krach tiger waarborgen van de onderwijzers te vergen, dan de kamer der pairs bij bare vaststelling dezer wet ge. daan heeft. Naar het zeggen van den heer Thiers heeft er in den boezem der commissie verschil van gevoelen omtrent ondergeschikte punten geheersebt, en heeft een barer ledende heer de Carnévooral ook bedenkingen doen gelden, die met zijne godsdiens tige overtuiging zamenhingen maar is men het om trent de hoofdzaak volkomen eens geweest. Gedu rende onze beraadslagingen," leest men in dit stuk, „zijn alle bedenkingen van ernstigen aard te berde ge. bragr; maar is te gelijker tijd geenerlei partijzuchtig gevoelen, geenerlei overdtevene én daardoor den ech ten staatsman onwaardige denkwijze ontwikkeld. Alzoo heeft niemand onzer de onbeperkte vrijheid van onder wijs, de vrijheidzoo als die in Belgic bestaat voorgestaan deze is zelfs door niemand dergenen met wie wij over dit onderwerp hebben beraadslaagd, verlangd geworden. Dc commissie is eenstemmig ge weest om te verklaren, dat, als de bevoegdheid om re onderwijzen tot een regt wordt verhevende maat schappij krachtige waarborgen noodig heeft. Het regt van den Staathetzij tot het bestuur van het openbaar onderwijs hetzij tot het toezigt over bijzonder onder wijs is niet betwist geworden. Wij zijn evenzeer eenstemmig gebleven in het erkennen der nietigheid van zekere klagten en der valschheid van zekere beschul digingen die de strekking hebben om wantrouwen in bet openbaar gezagvoor zoo veel dit de leiding van de nationale opvoeding uitoefent, in te boezemen; niemand heeft de werking van dit gezag willen doen ophouden, of aan verdenkingen daarentegen gehoor gegeven. Alleen omtrent de male van vrijheidover den aard en de uitgestrektheid der waarborgen zijn wij het oneens gewordenofschoon ook de deswege op- geworpene vraagstukken nagenoeg eenstemmig zijn be. slist." Bij de behandeling deffvraag, hoe de bij het charter toegezegde vrijheid van onderwijs te verstaan islaat het verslag zich onder anderen aldus uit Men spreekt dagelijks van de vrijheid van handel. Wij eerbiedigen echter te zeer het gewigtig onderwerp thans aan uwe beraadslagingen onderworpen dan dat wij ons zouden kunnen voorstellen dat men in dien zin van de vrijheid van ondevwijs zou kunnen spre ken. In eenen Staat kan ieder zich aan een bijzon- deren tak van nijverheid wijdennaar willekeur zijne begaafdheden aan het bewerken van metalen kleding stoffen of van den grond bestedéndit is een nuttig, eerbiedwaardig gebruik maken van 's menschen be gaafdheid, en daarbij behoort men van eene grenzen- looze vrijheid omringd te zijn. Maar niet ieder kan met hetzelfde regt de bevoegdheid verlangen om de jeugd'op te voeden en te onderwijzen. He jeugd is geen voorwerp van handelaan de speculation .cfer onderwijzers overgeleverd. Zij i-^een geheiligd voor werp slechts in handen te stellen van zoodanige man nenwier hoedanigheid en aanspraken de wijsheid des wetgevers vooraf heeft geregeld. Even zoo is het doen van regterlijke uitspraken geen tak van nij verheid, maar eene openbare betrekking. Zelfs de betrekking van advocaat, ofschoon zij iets van den vrijen arbeid heeftwordt niet zonder onderscheid aan iedereen toegestaan. Deze behoort door vooraf gaande studiëndoor een langdurig verschijnen voor de balie der regtbanken bewezen te hebbenwaardig te zijnom in naam der wetten voor de bewaarders der wetten te spreken. De huisvader heeft het regt om-zijn kind in overeenkomst met zijne vaderlijke zorgvuldigheid te doen opvoedenen de Staat heeft' het regt, om die opvoeding in overeenkomst met de staatsregeling des lands te doen plaats hebben. Het zou even goddeloos zijn om de geheiligde regten van het vaderschap op de kinderen, als om die van het vaderland op zijne burgers te ontkennen. De waar heid ligt hier in het erkennen van het tweederlei ge zag in het overeenbrengen van beider weldadige wer king. Zoo heeft de vader ongetwijfeld het regtom aan zijn minderjarig kind te bevelen van zich aan eenen bepaalden arbeid te wijden en zelfs om de vruchten van dien arbeid te omvangen. Eu desniettemin komt, wanneer de vader het kind ontzenuwt, doorhem in be paald? fabrijken te laten arbeiden, wanneer hij dat kind op die wijze naai' ziel en ligchaam laat verbasteren de Staat tusschen beide en verklaart, dat het kind slechts eene zekere mate van arbeidgedurende een beperkt tijdsverloop zal verrigten. Vergunt mij een ander voorbeeld aan te halen. Ongetwijfeld is niets eerbied waardiger dan eene godvruchtige vermaking, voor ge stichten van weldadigheid bestemd. Indien een rijke erflater eene school stichtteom daarop de kinderen te ontvangen van allen zonder onderscheid, die op slagvelden voor Frankrijk gesneuveld zijnzoudt gij met toejuiching zulk eene vei making bekrachtigen en de oprigting van zulk een gesticht goedkeuren. Maar veronderstelt, gelijk dit werkelijk gebeurd is, dat men een opvoedingsgesticht wilde vestigen waarin bij uit sluiting de zonen der .mannen die in den burgeroor log gesneuveld zijn zouden worden opgenomen, clan zoudt gij daarin niet toestemmen. Werkelijk hebben de regtbanken hunne toestemming aan zoo iets ge weigerd want, ofschoon ook de vaders ditr kinderen- als dappere soldaten gesneuveld zijn was desniette min de burgeroorlog eene rampen gij wilt niet ten eeuwigen dage den geest doen - heerschen die zulke rampzalige verdeeldheden deed ontstaan. „Een land, waar vrijheid van onderwijs heerscht, is zoodanig eenwaar de wet gelegenheid heeft ver» schaft tot het volgen van onderscheidene stelsels van opvoedingtusschen welke de vaderlijke zorgvuldigheid kiezen kan, naar mate van smaak en denkwijze; maar waar toch elk dier s.relsels bezield moet zijn van den geest van 'talgemeen, van de staatsregeling des lands, overeenkomstig moet wezen met het genie der natie geschikt om deze haren rang in de schatting der be schaafde wereld te doen behouden. Waar geene vrij heid van onderwijs heerscht, wil de Staat, met een onverbiddelijke!! wil gewapend, de jeugd in denzelfden vorm werpen, lnar, als een stuk geldsmet zijne beeldtenis stempelen. Zoo was het bij sommige oude volken: maar zoo iets voegt noch aan den nieüweren tijd noch aan Frankrijk. Het is misschien hier niet ongepastom aan degenen die het regt van den Staat ontkennen, en zich op het gezag der Fransche om wenteling beroepen om eene grenzelooze vrijheid van onderwijs voor te staan te herinnerenhoe onze eerste wetgevende vergaderingen die vrijheid begrepen. Het onderwijs is vrij, had de nationale conventie gezegd: maar zie hierop welke voorwaarden. De onderwijzers moesten allen door het volk gekozen worden hetwelk toen den Staat uitmaakte. De voormalige priesters en voormalige edelen (uitdrukkingen van de wetten van dien tijd) waren van het geven van onderwijs uitge sloten. Men moest alvorens gekozen te kunnen wor deneen getuigschrift van burgerzin bezitten. De kens der leerboeken werd door een besluit der convent!" b - paald. De staatsregeling van het,lilde jaar endever. klaring van de regten van den menscb waren de grond slagen van bet onderwijs, /kis zedelijk pnderrigt moest men iedere decade de groote wapenfeiten onzer legers verhalen. Het onderwijs werd voor niet gegeven maai de ouders werden onder zware straffen? verpligtom "hunne kinderen naar die scholen der natie, tenminste driejaren achtereen, te zenden. God beware ons, dat wij immer 11 zoo iets als voorbeeld zouden stellen Men moet dat voorbeeld noch navolgen noch brand merken. Het was waanzin maar de waanzin der va derlandsliefde. Wij moeten getrouw blijven aan het geen de geest van onzen tijd en van ons vaderland vor dert. Hij vordert zekere verscheidenheid in opvoe dingstelsels die aan alle vaders veroorlooft de neiging van hun hart, de inzigten hunner eerzucht, de be zwaren van hun geweten te volgenmaar toch geen hunner toelaat, om slechte burgers, burgers van eenen anderen tijdvan een ander landvan eene andere staatsregeling op te kweken burgers, opgevoed in het geloof, dat de Fransche omwenteling eene langdurige misdaad Napoleoneen door zijnen val gestrafte over weldiger, Frankrijk zijn met hem regtmatig gestrafte medepligtige is geweest; burgersdieals zij rot het lang verledenè opklimmen, van gevoelen zijn, dat de herroeping van het edict van Nantes een maatregel is geweest, die de goedkeuringvan groote geesten ver diende." In overeenkomst met deze beginselen is de wet, welke het hier geldt, door de commissie .gewijzigd. De uitsluiting der Jezuiten en van andere "onwettige geestelijke vereenïgingen van het openbaar onderwijs wordt daarbij, als iets dat van zelf spreekt, gehand haafd. De commissie srelt voorts onder anderen voor om de kleine seminarien onder bet onmiddelijk toezigt der bisschoppen te laten maar de bevelschriften van 1828 die de strekking hadden, om daarop uitsluitend tot den geestelijken stand bestemde jongelieden toe te laten in volle kracht te herstellen. Zoo zouden bijv. die jongelieden reeds met hun veertiende jaar het gees telijk gewaad moeten dragen. Aan het slot van het zeer breedvoerig verslag van den heer Thiers vindt men eene soort van aanmaning aan de geestelijkheid volgens welke deze door hare aanmatigingen omtrent het onderwijs de zaak der godsdienst benadeeltwel ker zegepraal alle weigezinden wenscben. Volgens eene statistiek van deze stad, zouden, op eene bevolking van omstreeks een millioetj, jaarlijks bij de 350,000 zielen in het hospitaal sterven. Vol gens de telling van 1843, was het getal inwoners, ten laste van de gestichten van weldadigheid, meer dan 100,000behalve r.og 80,000 ingeschrevenen in de bureaux van liefdadigheid. Belgic. Men leest in VAnti de TOrdre: De Koning Groot-Hertog zal aanstaanden Dingsdag te Luxemburg aankomen. Mijnheer de gouverneur -Smits zal, zoo men zegt, Z. M. namens den "Koning dei- Belgen gaan begroeten. Men meldt ons tevens uit Luxemburg, dar in die stad het gerucht in omloop is, dat de Koning der Nederlanden Woensdag of Don derdag zich naar Parijs zal begeven, vanwaar hij den 20 Julij zal terug keeren om eenigen tijd in net groot hertogdom verblijf re houden, alwaar hij het paleis van Walferdange zal bewonen. Ecu onzer dagbladen deelt als tijding uit 's Gra»

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1844 | | pagina 1