N\ 22.
den 14 Maart.
GOESSCHE
COURANT.
'"i 1 II I I II HM - I 1 1 I
Toen ik mijne stem aan de conversie-wet weigerde
waren de dringende behoeften der schatkist mij onvol,
lediger dan thans bekenddestijds deinsde ik tevens
vooi het denkbeeld terug, om den grooten schulden
last des Rijks, met zoo een aanzienlijk kapitaal te ver
zwaren en ik hoopte eindelijk, dat het denkbeeld, om
door eene we: op de inkomsten het evenwigt der finan-
ticn in zeker bepaald tijdsbestek te herstellen, verwe
zenlijk zou worden. Eene zoodanige wet, werd ons
met dat doel voorgestelddezelve ondervond veel te
genstandwerd ingetrokken. Nog verwachtte ik een
ander voorstel van wet op de inkomstenvan welker
uitwerkselen in een naburig rijk zulke heilzame finan-
ticle uitkomsten erlangd en weinige of geene or.hetlen
voor het Engclsclie volk werkdadig bekend waren.
De eerste proef schijnt de raadslieden der Kroon reeds
afgeschrikt te hebb ?n ep alzoo zag ik het denkbeeld om
de bezwaren der buitengewone belasting over meer dan
twee jaren tc verdeelen en daardoor ligter te maken
verlaten, maar tevens den eenigen mij raadzaam voor
komenden uitweg afgesloten.
Nu ik echter mijne zienswijze niet gevolgd zieheb
jk mij de vraag'voorgesteldzal ik daarom het in be
raadslaging zijnde wets ontwerp afkeuren en zoodoen
de onzekerheidwantrouwen onregelmatigheid en wel-
ligt een partieel staats-bankroet bestendigen en be
vorderen
Moet ik dit doenEdel Mogende Heerennu de
groote meerderheid in de afdeelingen der Kamer zich
voor een buitengewonen grooten finantielen maatregel
als reddingsmiddel verklaard heeft
Bij mij toch huisvest de overtuiging niet dat voor
de voordragt eencr wet op de inkomstengelijk aan
die, welke in Engeland gunstig werkt, de meerderheid
der stemmen zal uitgebragt worden.
En wat dan? Als eene met schulden, oude en
nieuwe, overladene natie van dag tor dag onzeker voort
leven; ons nationaal crediet in de waagschaal stellen,
ei> de gelegenheid tot leeningen afsnijden, wanneer na'
tuur of oorlogsrampen ons dreigden
Zal men in Europa onze schuldbrieven dan nog zoo
gretig aannemen, als onze tekorten bekend zijnde geen
spoedig werkend middel' tot dekking derzelver wettig
Wpaald wordt?
Ik zwijg liefst fan de beillooze gevolgen ecner ver
traging in onze rentebetalingen en mag zelfs geen voed-
scTaan het denkbeeld eencr rentevermindering, zonder
medewerking of toestemming der rentheffers geven.
Oorlogsroem, die van volles-grootheid, gezag en
invloed in Europa, vroegere kenreekenen van ons na
tionaal bestaan mogen ons ontvallen zij» dat die
van goede trouw bij inboorling en vreemdeling ons
toch bijblijve!
Het heillooze van vroegere volharding en bovenma
tig vertrouwen gevoel ikik heb daartoe niet mede
gewerktmaar kan de gevolgen er niet van ripudiefen
ik moet middelen aannemenwelke de schuldeischers
van den Staat met regt inroepenik moet middelen tot
k:and' helpen brengenom eindelijk den geldelijken toe
stand des Rijks beter te vestigen en rationeel vertrou
wen daar te doen herlevenwaar wantrouwen met
kwistige hand gezaaid en hier en daar welig is opge
schoren. Zoo lang ik geene ongrondwettigheid in de
voorgestelde middelen overtuigend zie aangewezen
en na de redevoering van een spreker uit Zuid-Hol-
lanö "zal daaromtrent wel allen twijfel hebber>opgehou-
ctn ie bestaan - neem ik dezelve aanomdat zij
Jf fukkefl meéten tot heistcl van een aanzienlijk tekort
in VJRijks finantien, hetwelk even naauwkeurig als
overtuigend door eenigen van U Edel Mogendep is
aangetoondomdat het óogenblik dringt en ik voor
latere voorstellen eene onzekere uitkomst, overzulks
bestendiging van den wankelenden staat des lands
wachteen verdere achteruitgang van onze finantien
,moet verhoed worden.
Verwacht nogtaps niet van mij, Edel Mogende Hee
ren darik als lofredenaar der onderwerper]ijlce voordragt
optrede; ik acht het ontwerp in zijn geheel aanneme
lijk hoezeer ik daarom ai deszelfs bepalingen niet
goedkeur.
Het is de wet der noodzakelijkheidwelke ik zal
aannemen en Welke ik door achtingswaardige mannin
in deze vergadering met evepveel talent als overredings
kracht'heb hooren verdedigen.
Die wet der noodzakelijkheid heeft ook niet zoovele
af te keuren en afschrikbare a&tischouwingspunten als
ik heb hooren voordragen.
Wijst mij een beter middel aan bij afwezigheid
eenei belasting wet öp de jaarüjkschë inkomsten om
dengene in den algemeenjan last, te doen dragendie
geene blijkbare roerende of onroerende goederen bezit
en nogtans zeer groote jaarlijksehe inkomsten heeft,
en hoe velen worden er van de zoeianige niet gevón-ien?
Mogt de leen'uig niet volgeschreven wordenik erken
het Edel Mogende Heeren veel wijsheidveel be
leid, veel regeringskraclu zal de ten uitvoer legging der
heffing vorderen.
Maar dezelve is niet de eerstewelke in de laatste
vijftig jaren ih óns land haar beslag beeft gekregen.
En in welk tijdperk. Toen de natie in twee hoofd-
staatspartijen was verdeeld t toen ieder jaar de bronnen
van welvaart opdroogde* de vreemdeling zich eene
voogdij over de zich telkens opvolgende gouvernemen
ten verooj'lonffietoen handel nietig waseendragt
nergenswantrouwen overal gevonden werden.
Gewaagt men nu van vermindering van nationaal ver
mogen, denkt dan aan die herbaalde heffingen op in-
komsten en fortuinen in hét evengenoemde tijdperkof
liever overweegt eenshoe veel het nationaal vermo
gen, dat toCh grootendeels W hisc hulden ten laste van
het Rijk bestaat, zal verminderen, zoodra men .tiaar
móet aankondigen, dat de rente-betalingen verdaagd
worden.
Neen, hoe hard de belasting velen zal vallen, nog
zwaarder Zal de slag in deszelfs terugwerking op den
nederigcu stand der minvermogende burgers wezen
wantieer de interesten der staatsschuld ten deele be
taald worden.
Ik deel ook niet in het gevoelen van velen, dat .in
krimping van vertering irs zekere mate een kwaad ge
volg der leening of heffing zal wezen.
Het is maar al te waardat in alle standen verte
ringen jaarlijks toenemen dat de zuinigheid def vade
ren verguisd en de weelde vergroot Worden.
Beschouwt, Edel Mogende Heeren, de huisgezin
nen en slaat gade de uitspanningen der burgersder
ambtenaren der ambachtsliedenja van alle standen in
ons Vaderland; treedt in uwe gedachten en overleve
ringen eene halve eeuw terugen met de hand op het
hart zal ieder erkennen: ook m Nederland heeft een
verhoogd zingenot deszelfs zetel gevestigd en bij eenig
overleg en besparing zuilen-de-onderwerpelijke leening
en belasting geene zoo gevreesde merkbare inkrimping
in verteringen op handwerkslieden winkeliers, kunste
naars of landlieden nadeelig werkende, ten gevolge hebben
Ik hoorde ook van de onuitvoerbaarheid der wet ge-
wagen. Hoezou dan alle besef van pligtsberrach
ting bij ons volk zijn gewekenI
Als de wet ook in vorm wettig iszal men er zich
dan niet aan willen onderwerpen?
Ik veiban die vrees, en mogt hier of daar kwade raad
schadelijk werken, vertrouwen wij dan dat kracht aan
dc wet zal blijven, zonder welke geene vrijheid denk
baargeene Regering mogelijk isen in onze gewo
ne maatschappelijke betrekkingen teruggekeerd zuilen
wij door oiis voorbeeld die kracht aan de WCt cn door
raad e« dóór daad mogelijk matafe Y
Ik behoor ook onder diegene»die zich ernstig if-
vroegenkan deze groote finantiele maatregel geen uit
stel lijden
Maar al hetgeen mij medegedeeld is overtuigt tnlf
van her tegenovergestelde; en daarom vooral wil ik
tot geen uitstel medewerkenomdat in zoo wel als
buiten het Rijk alle uitstel van bepaling onzer schuld
en aanwijzing der middelen barer bestrijding eene zeec
nadeeligezedelijke en stoffelijke strekking zoude hebben.
Nog hebben wij in de gevaarlijkste oogenblikken
tijdens den zoo betreuronswaardigen afval van Belgie,
bij inboorling en vreemdeling geld kunnen leenen, etl
nog zien wij onze schuldbrieven op in- en buitenland
se lie beurzenals volle waarde; hebbende verhandeld
nog is onze goede trouw de grondslag van ons bestaan
als patieen verzekert ons de belangstelling van het
grootste deel der volken in dit werelddeel,,
Eenmaal nogtans ons met Noord-Amerika gelijkstel
lende, dalen wij al dieper en dieper in de schatting
der vreemde natiën, en bij den eersten politieleen schok
in Europa is gewis alle ontzag cn belangstelling vooe
ons volksbestaan verloren.
Ziebtoe, Edel Mogende Heeren, opdat onze over
helling tot ontheffing van het Nederlandsche volk nieC
tot gevolgen leide, welke, nu welligt als denkbeeldig
verworpennaderhand gegrond bevonden en derzelvec.
Verwerping te laat betreurd zoude worden.
Lang, zeer lang, Edel Mogende Heeren, draald»
ik met mijn besluit te nemen.
Twee hoofdredenen veroorzaakten deze draling. De
voornaamste van beiden is deze: wij ontvingen geene
toezegging cener grondwetsherziening.
De Regering is in haar regt. Zij is niet verpligp
dezelve bij deze gelegenheid te geven. Maar of zij
staatkundig door hare weigering gehandeld heeftbe
twijfel ik.
Ook de wetwelke de Regering voorstelt vorder®
zedelijke kracht bij hare uitvoering. Deze ware ge
volgd indien de ministers de toezegging der vrij al
gemeen gewehscht wordende herziening hadden gedaan»
Öp de ministers rust dan ook de verantwoordelijkheid
indien daardoor schade aan het vaderland wordt toe-
gebragt.
Iets anders is het om alleen ter zake dier weige
ring de voordragt te verwerpendeze verantwoorde
lijkheid durfde ik niet op mij nemen.
Hoe ook de loop der gebeurtenissen zijn moge, een®
herziening der grondwet is aanstaande. De raadslieden
der Kroon zullen door de omstandigheden, door de
morele en intellectuele toestanden der natie er toe. ge»
dwongen' worden.
Mijne tweede reden van twijfeling was dezevóoc
godshuizen, voor behoeftige corporatien en soortgelijke
vrees ik bovenal verlies van inkomsten. De armoede
dreigt, vermeerdert, put de gemeente-kassen uit êit
stelt iederen dag de liefdadigheid op sterke proe
ven ondertusschen zal de wet ook die instellingen
treffen.
De redenen tegen dit mijn gevoelen in den loop dec
beraadslagingen aangevoeld, hebben mij geenszins an
ders over deze zaak doen denkenja in gewone om
standigheden zoude ik daarom alleen de wet verwerpen.
Nu vertrouw ik niet alleenmaar verwacht ik on
voorwaardelijk van de Regering, dat zij haar belofte
zal gestand doen en eene voordragt van wet zal aan
bieden, ten einde, wanneer de fondsen van zoodanige
gestichten door de heffing verminderd wordendaarvan
teruggave te doen.
Van Uwer Ede] Mogendens gerekt geduld mag ik
niet langer aandacht vergen.
Het gewigt van het oogenblik erkent ieder; wellig-
worden de gevolgen eener afstemming minder zwaar'
-w.igrig geoordeeld en het is juist de vrees voordeze»
welke voor dt wet zullen doen stemmen.
I De uitgave dezer Courant geschiedt Maandags namiddags en Don
derdags avonds De Prijs per Kwartaal is f f,75 franco per Post1^0.
Gewone Advertentie» worden a 20 ets. deregel geplaatst. Geboot*
te-, Huwelijks en Doodherigten van j— 6 regels a ƒ1,20*
D* Heer DE BACKER.heeft hij de beraadsla
ging over dt wet op de buitengewone belas
ting en daaraan verbondene leening enz.de
volgende redevoering gehouden.
Daarom brenge ik gaarne mijne eigene denkbeelden
ten offer van de vervuiling van Neer lands geldelijke
vcrpligtingen. De tijd dringt het verledene is 11» nic-
tnands magt.