1 1844. GOESSCHE COURANT. -#;*'.y;^ W-a '-i C-' <f:.4.*:^r,/:. - - {V:','1" M0 ■«p» itgave dezer Courant geschiedt Maandags namiddags en Oon- avonds. De Prijs per Kwartaal is 1,75 franco per Post/1,9», -> - -t"' t - -t- -- Gewone Advertentien worden a 20 ets. de regel geplaatstG#ba<H-> te-Huwelijks en Doodberigten van 1 6 regels it- tamili •irgcr «EU WSTfi JDiNGEN. ïnilpdiW. jn, den 23 tyccember. Gisteren avond ten p heeft de hofp^ecijger j)r< Ehrenbergom- tr verscheiden yfndere booge geestelijken in rdigheid van Htft.den Koning en de Koningin, i Prinses F redelik der Nederlanden en Hoogst» i.dochteren/ verdere leden der Koninklijke den hofstoet!C11 voornaamste militaire en e autoriteiten^ ^jj |,et stoffelijk overschot van y d :n Graaf V#n Nassau eene plegtige redevoe ring nitgt ïpro^SÜs I ^Ift^urige plegtigheid, die ons hier vereenigd eft (zoo ving de redenaar aan), is evenzeer bere. ,nd om hartverheffende herinneringen en ernstige be- rachringen in ons te verwekken als om ons binnenste met smartelijk gevoel te bewegen," Daarop somde hij veelvuldige banden opdoor welke de Overledene et hei regerend Koninklijk Huis van Pruissen ver- onden wasen vervolgde toen De Koningin zijne emalin; zijne moeder, de Erfsiadhoudster, en zijne zuster, de Hertogin, hebben, in de droevige jaren toen wijonder lijden en zorgen gebuktden aanblik van ons dierbaar Koningspaar en der Koninklijke Kin aeren derven moestendoor hare tegenwoordigheid ons vertroost, door hare minzaamheid ons opgebeurd, door hate vroomheid en weldadigheid ons gesticht en ''ervrulijkt. In die jaren was het ons ook vergund hem- iven een tijd lang in ons midden re zienen ons in zijnen opgeruimden cn innemenden aanblik te verheu- gen. Zijne Zonen hebben onder öns gewoond, heb ben in ditzelfde huis een deel hunner kindschheid en PMigelingschap doorleefden wij mogten meer dan r lie schoone hoop voor de toekomst zien bloeijen. et was eindelijk over hem beschikt, dat hij onder 1 •ns zijne aardsche loopbaan eindigen zou. Wij treuren met ons Koningshuis; met de Kinderen en Kleinkin deren des zaligen Koningsmet de Gravinzijne pbedrukte gemalinmet zijn Volk hetwelk hem r-ëerbiedigd en lief gehad h-eftzoo als goede vaders V hunne goede kinderen gccerd en bemind worden." Na de doorluchtige voorzaten des Vorsten eervol it. daeht te hebbeninzonderheid als edelmoedige be- chermers van het kostbaarst goed en heiligst regt Ier menschen, om den Schepper van hemel en aarde eigen overtuiging en eigen geweten te dienen, redenaar voortDit alles heeftwel is waar ontslapene slechts achter en onder zich en is dtai* van gcene beduidenis waar het er alleen op aan komt welke waarde de mensch in zichzelven heeft maar nogtans is het geoorloofd het zelveaan zijne lijkkist, tot onze geestverheffing, ons te vertegen woordigen. De Zóón des vijfden Willcms is voor zijn Volk ruim vijf en twintig jaren lang, een wijs, regtvaardig, mild en vaderlijk Koning geweest. Hij heeft her geluk de smart van dat Volk onafgebroken in zijn hart gedragenen zich op het ijverigst bemoeid omdoor rijgevjge en grootsche verordeningen, welke de ver- '.iende erkentenis niet gemist hebben, en die, na zijn verscheiden, in nog rijkere mate verwerven zullen, idcr hen licht des geestes te verbreiden edele krach- IB pogingen op te wekken en aan te vurenge en te verhelpen, lijden re verminderen, lasten te igten, de middelen tot welvaart te vermeerderen. ,e' tijd van zware moeLielijkheden en hard leed brak hemen zijn Volk aan. In dien tijd zag men hem, ijl hijmet strenge zelfbeheerschingelke harts- opwclling ver van zich afweerde, met rijp en altijd heldere bezonnenheid de ömstan- behoeften en maatregelen wikken en wegtn hem een wetkijver cene vastberadenheid rdigheid van houding, eene regt vaardigheid rust, standvastigheid, onverschrokkenheid, c ertfouwend toe verzigt- op tlenj die de lot gevallen van menschen en volken regelt, aan den dag leggendie hem de achtingja de bewondering zijner I tijdgenooten verwierven, en die hem bij de nakome lingschap eeuen onsterfelijkenroem verzekeren. Zijn Volk stond hem, als den getrouwsten en dappersten, wodw en dapper bij bereid tor iedere opoffering, vol vaar dig tot iedere inspanning, in ontberen en dulden niet te vermoeijen. De Koningde heldhaftige Prinsen en het geheele Volk waren als één manen in alle? ééne gedachte, één gevoel en één wil." Het vervolg der rede, waar zij eene meer bepaald godsdienstige wending neemt, bevat, nadat het plot seling afsterven des Graven vermeld isde volgende merkwaardige zinsnedeWie hem toen zag zou ge dacht hebben dat hij alleen was. Een was nogtans met hemwiens bijzijn het beste isvoor Imogen en ge- ringenvoor beschaafden en verwaarloosdenvoor rijken en armen van geesidie niemand vleit, niemand verschoont, maar het met ieder _wèl. meent, en zich aan ieder die Hem toelaat hulp bewijst; Hij was bij hem.in wien alleen het heil van den mensch ligt, die alleen zijn toevoorzigt is in leven en in sterven, S die den dood met al zijne verschrikkingen heeft over- wonnen, en eeuwig leven in zaligheid en heerlijkheid te weeg heeft gebragr. Men vond namelijk, toen de Koning ontslapen was, op de tafel aan welke bij even 1 te voren had gelezen, het welbekende boek (Th. ct j Kempis') Over de Navolging van Christusopge- j slagen bij het hoofdstuk dat ten opschrift draagt i Van de betrachting des doods. Zalig zijn de dooden die in den Hecré sterven, zij rusten van hunnen arbeid, 1 en hunne vyerkeirvolgen hen." Met een plegtig gebed, ook voor het Nederland- sche Volk en Koninklijk Huis, werd deze indruk wekkende redevoering besloten. Parijs den 25 December. De naijver tusschendfi Fransciie en Engelsche Natie heeft geen gering aan deel aan een oorlog die thansdoch gelukkig slechts op het schaakbord gevoerd wordt. De schaakclubs van Londen en Parijs hebben namelijk den onlangs gehou- den strijd niet opgegeven in welken eea engelsch kamp* vechterdc heer Stauntonde zege heeft uchaald. In het aanstaande voorjaar zal die strijd hervat wor len en een voornaam fransch schaakspeler, de heer Des chapelles die sedert verschelde jaren niet meer speel de zich op verzoek zijner vriendendaarin mengen. Men zegt dat hij er eene som van tienduizend francs on Ier verwedden wil dat hij het van den heer Stauti- ton zal winnen, en dat verscheiden andere lief hebbers alhier insgelijks voor aanzienlijke sommen zijne zijde willen houden. De laatste partijdoor welke de ne derlaag van den parijsQhen speler de heer St. Am and beslist is, heeft, zegt men, niet minder dan veertien uren met slechts geringe verpoozinggeduurd. Uit R,ome schrijft men, dat het afsterven der beroemde zangeres mevrouw Catalaniin den aanvang dezer maand, na kortstondige ziekte, op haar landgoed bij Sinagaglia heeft plaats gehad. Zij was in 178410 Sinagaglia geboren cn had dus den leeftijd van negen en vijftig jaren bereikt. Voorde eerstemaal trad zij in haar zestiende jaar teVenetie openlijk op en rustte sedert het jaar 1831. Haar echtgenoot, de heer de Valabrèguedie in 1828 overleed, liet haar drie kin deren achter. Het nagelaten vermogen van mevrouw Cataiani wordt op ruim acht millioen l'ranes begroot, Jlijebcrlaubcu. 's Gravenhage den 28 december. Bij Koninklijk besluit van den 26 dezer is jonkhr. mr. T. K. ridder van der Heijm van Duyvendijkemet den eersten Januarij aanstaandebenoemd tot lid van den Raad van State. Rotterdam den 27 December. De minister van Staat, lid van de Tweede Kamer, graaf van den Bosch heeft zeer, onlangs in het licht gezonden een Vervolg van hei. Onderzoek tiaar de Beginselen t waaraan cn bezuinigingen en hoogere belastingenaan de Tweede Kamer der Staten-Gcneraal voor 1844 en 1845 Voor gedragen behooren getoetst te wordenenz. Onder al het gewigtigein dir geschrift vervatverdientdezer dagen misschien inzonderheid de aandacht welligr niet het minst wat de schrijver zegt wegens het algemeen wantrouwendat ten aanzien der Regering schijnt te bestaanen haar in veie harer handelingen belemmert. Dat wantrouwen (dus leest men bi. 44) is veelal het gevolg van het ongelukkig oogpuhtwaaruit men de handelingen va» het vorig Gouvernement heeft doen beschouwen. Vele deels ongegronde, deels zeerover- dreven beschuldigingen zijn tegen hetzelve ingebragt, gelfik daar zijn die eener onredelijke voiharding in het schikken der zaken met Belgie, geldverspillingen ge* heime uitgaven en wat niet al?1* De schrijver wil niet beweren dat de vorige Regering geene misslagen zou hebben begaan* Zelfs het beste Gouvernement begaat dieomdat het uit feilbare men schen is zamengestelden het veel gemakkelijker is de zaken nadan vóór hare uitkomst te beoordeelen. Maar, dus vervolgt hij iets verder: „die den goe den naam Van iemand, dikwerf de vrucht van een geheel vvèl besteed leven, krenkt, zonder daartoe be voegd of geregtigd te zijnverraadt eene groote mate zoo al niet van laaghartigheid, dan toch van ligtzin- nigheid. Daarom zal men het ook in mij niet misbil- lijken, dat ik datgene ophelder en toelicht, ten aan zien der handelingen van het vorig Bestuur, wat mii meer bijzonder bekend isen dwalingen weêrspreek die ik aantoonen kan ongegrond te zijn." En hierop volgen dan nu deze a'leropmerkeHfkste zinsneden, ten aanzien der volharding in het schikken der zaken met Belgie. Reeds Dij eene vroegere gelegenheid namelijk in het geheim commité bij de beraadslaging over het trac- taat niet Belgie geslotenheb ik mij beroepen op alle Ministers des Konings, in dat commité-generaal te genwoordig, en gevraagd of iemand hunner in de retro- acta, door hunne voorgangers hun nagelaten, een eeitig bewijs had aangetroffen, dat ooit een Minister van het vorig Bestuur het voormalig geëerbiedigd Hoofd van den Staat had aangeradeneene eindschlkkjng met Belgie te verwerpenof te vertragen en of het Z. Exc. den Minister van Buitenlandsche Zaken en de Ministersdie het jongste tractaat met Belgie had den gesloten niet uit de retro-acta van het departe ment van buitenlandsche zaken was gebleken dat de Voormalige Minister van gemeld departementde heer Verstolk van Soelenbij iedere gelegenheid, op eene Spoedige beëindiging dier geschillen iiad aangedrongen, en de onderhandelingen deSwege met die energie en bekwaamheid bestierd, dezen kundigen staatsman zoo eigenen waaruit ik dan ookreeds destijdsmet regt vermeende te kunnen afleidendat ik in deze zaak noch mij zeivennoch mijne voormalige ambtgenoorea had te verdedigen, eii derhalve met onparlijdigheid het gebeurde zelve kon en mogt beoordeelen. Ik bragt bij die gelegenheid verder ter kennis mijner, medeleden, dat reeds in 1834 een tractaat te Weenen was geslo ten geweest, en door den lieer Verstolk van Soelen benevens de overige onderhandelaars dcfinitivelijk ge- teckendwaarbij het Nederlandsch Gouvernement alle de van hetzelve verlangde offers gebragt had; onder de voorwaarde alleen, dat ook aan Nederland zouden worden gewaarborgdalle de regren en voordeelen bij dat tractaat aan hetzelve toegekenden zulks, om voor te komen dat niet andermaal de toetreding van het Nederlandsch Gouvernement en de aangeboden concessien zouden worden misbruiktom hetzelve tot nieuwe opofferingen te verpligten, gelijk zulks, bij het aannemen der eerst door de Conferentie van Lon den voor onherroepelijk verklaarde schikkingen, het geval was geweest. Eene voorzorg, waarvan de latere uitkomst maar al te zeer de noodzakelijkheid heeft doen zien. Ik heb bij die gelegenheid Hun Ed. Mogenden almede dc redenen doen kennenwaarom de Mogend*

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1844 | | pagina 1