vervullenals een particulier. De Heer Albarda
misleidt zich zeiven dan ook |op eene zonderlinge
wijze, wanneer hij, aan den eenen kant erkennende,
dat de Staat, even als elk individu, zijne Crediteu-
ren moet voldoen, echter meent, dat een eerlijk indi
vidu in het geval kan komen, hetgeen hij voor den
Staat aanprijst. Het beginsel van eerlijkheid, zoo»
wel als van burgerlijk regt, isdat al de goederen
tegenwoordige zoowel als toekomende van den Debi
teur, aansprakelijk zijn voor zijne verbintenissen.
Wanneer een Staat aleens niet langer kan voldoen aan
zijne verpligtingendan blijven toch altijd de bedon»
gene renten eene schuld die blijft oploopen totdat
hij in staat isdezelve te betalen, en te allen tijde is
de Staat geacht te kwader trouw te handelenwelke
die schuld niet erkende. Wanneer iémand zijne schuld-
eischers niet kan betalendan voor een gedeelteen
deze Debiteur later goederen verwierf, zoude hij in
derdaad geen eerlijk man zijn, indien hij de later ver
worvene, goederen voor zich behield, en de nietbeta-
ling zijner Crediteuren aanwendde, om zich een ge
makkelijk leven te verschaffen. Een vrijwillig ge
sloten accoord moge den Debiteur regtens van
die betaling ontheffenzonder accoord behooren al
zijne goederen aan zijne schuld eischers. Al de bur-
gers van den Staat zijn Leden van het groote Staats-
huishouden; zoolang zij nog bezittingen hebben, zijn
zij verpligtom de schulden van den Staatdie ook
hunne schulden zijnte voldoenen zoo er aleens
tijden mogten komen, dat men volkomen buiten staat
geraakte de renten geheel te betalendan geldt nog
het regtsbeginselof eene vrijwillige reductieof ka
pitalisatie van de rentendie men niet heeft kunnen
betalengelijk in Rusland Oostenrijk en elders het
geval is geweest. Eene gedwongene vermindering van
rentennis altijd eene daad van geweldeene daad van
schreeuwend onregt, dat alleen door een geweldenaar
kan volvoerd worden
In de omstandigheden, waarin wij ons bevinden,
te besluiten onze verpligtingen jegens onze schuldeischers
niet na te komenware een geheel onverschoonoare
daad, die ons te regr aan de verachting onzer nabu
ren zoude prijs stelkn. In plaats, dat eene willekeu
rige vermindering van renten heil aan den Staat zoude
aanbrengenzoude heteene smet op onzen naam
Werpen en de eerste schrede tot onzen endergang zijn.
De gedwongene renu nn Juctie die de Heer Albarda
Voorstelt, mag en kan in geene overweging komen.
Welke achting wij ook aan de bedoelingen van den
Heer Albarda toedragen, dè middelen, die hij ter
redding uit de financiële ongelegenheden aanprijst
leiden, naar ons oordeelniet tot heil, maar tot ver
derf des Vaderlands. 'Tijdgenoot
Het klinkt schoon de herstelling van onze financien
öfhankelijk te maken van eene Grondwetsherziening;
bij bedaarde overweging, is het duidelijk, dat eenè
Grondwetsherziening die naauweliiks |eenige| tonnen
bezuiniging kan aanbrengenons niet zoude kunnen
redden uit onze financiële aangelegenheden. Er bestaat
verband tusschen het regelen onzer financien en het
herzien dei Grondwetin zooverredat net laatste
het eerste kan consolideren. Eene de financiële rege
ling voorafgaande Grondwetsherziening zoude die her
ziening-gebrekkig maken, en, door vertraging der re
geling onzer financienmeerdere tonnen doen verlie
zendan de Grondwetsherziening ons zeude kunnen
vergoeden. Men ovérwege het toch weltijden van
omwenteling mogen eene spoedige herziening der Staa ts
'regeling mogelijk maken, doordat bii elke-omwente
ling eene bepaalde partij en een bepaald stelsel zege-
Vieren brj tijden van rustwanneer elks individueel
gevoelen vrij blijften in aanmerking moet komen
kan de herziening eener Staatsregeling niet zoo spoe
dig geschieden. In ecnig opzigt zijn tijden van om
wenteling veel meer geschikt, om spoedig eene stel
selmatige constitutie te doen ontwerpendan tijden
.van kalmte. Hetgeen in tijden van omwenteling,door
ontwikkeling van energie eener bovendrijvende partij,
mogelijk is is onmogelijk in tijdenwaarin de voor
standers der beterogeenste gevoelens het regt en de vrij
heid hebben, om die gevoelens voor te spreken. Kal
me en rustige tijden hebben dat voornit, dat men
ieders regten wikken en wegen kan en dat nien de
verschillende partijen hoortmaar spoedige beslisstng
laten zij niet toe. Men moge het betreuren, dat men
in tijden van rust en kalmte veelal gebrek aan energie,
traagheid en onverschilligheid aantreft; het is moeije-
lijk te veranderenwat gedeeltelijk in den aard der
zaak ligt; en zoude het bij deze gesteldheid van za
ken geene dwaasheid zijndoor eene Grondwetsher
ziening met) al hare beraadslagingenmet hare lange
redevoeringen en omslagtige vormende regeling on
zer financiën te vertiagen? Wanneer bij eene Gronde
wetsherziening millioenen waren te besparenware
het anders; nu slechts f 500,000 k f 600,000 daar
mede te bezuinigen zouden wezenmoet zij op de
financiële Wetten volgen niet dezelve voorafgaan.
De Gedeputeerde Staten van Zeeland hebben ver
klaard dar de Uitoefening' der Heerlijke Regren, bij
bet voordragen van administratieve, ambtenaren ge
heel strijdig is met de beginselen eener constitutionele
Monarchie. Zij erkennen echter, dar Art. 15a der
Grondwet kan geacht worden de eigenaren van Heer
lijke Regten op het oog te hebben doch ontkennen
dat*die eigenarentijdens bet emaneren der Grondwet,
gen wettig verkregen regt hebben* Zij beweeren
dat staatkundige Regten nimmer als verkregene regten
kunnen beschouwd wordenten zij bij "de Staats- of
Grondwet gewaarborgden datzoo neendie reg
ten waren zij bij vroeger Reglementen of wetten toe
gekend bij latere aan de eigenaren der Heerlijkheden
in het algemeen belang kunnen worden ontnomen, en
dat zelfs, naar strikt regt, deswege geene schadeloos
stelling zou verschuldigd zijn. (Als eepe bijzonder
heid voegen wij er bij, dat alle ambachtsbeerenter
staten vergadering tegenwoordighier mede instemden,
doch dat de rentmeesters van absenten dlfficulteerden.
VOOR LANDBOUWERS.
Wij lezen in de Drentsche Courant de volgende,
voor onze landbouwers belangrijke inlichtingwegens
dè verbastering der aardappelenwaarover sedert
eenige jaren vrij algemeen geklaagd wordten waar
door niet alleen de soort, maar ook de hoeveelheid
zelve jaarlijks aanzienlijk vermindert. Aan twee oor
zaken, die echter zeer naauw met elkander in ver
band staan, behoort men voornamelijk de ontaarding
van dit onschatbaar voortbrengselte regt de Koning
cer planten genoemd, toe te schrijven: 1) het zorge
loos' bewarengedurende den winterder zaad- of
plantaardappelendie tegen February of Maartnaar
mate de plaats, Waar dezelve liggen, min of meer
warm is, niet kracht uitschieten. De bouwman ver
beeldt zich reedS veel zorg aangewend te hebben
wanneer hij eenige dagen vóór den zettijd dezelve te
Voorschijn brengtlaat opluchtenen er soms ao
duim lange, scheuten afplukt. Deze nu reeds ver
zwakte aardappelen brengen, weliswaar, nog vruch
ten voortmaar men begrijpt ligtehjkdit dezelve
nu reeds aldus uitgeputniet dan verbasterde en 011-
volkomerte vruchten kunnen voortbrenger.waarvan
men in het najaar weder zaadgoed wintom gedu
rende de winter en in het voorjaar op dezelfde wijze
verwaarloosd te worden', (aDeze schadelijke uitbot
ting oorzaak zijnde'van term aanzienlijke vermindering,
zoekt de baatzuchtige landman de verlorene hoedanig-
heden der zct-aardappelen door eene verbetering der
grondsoort tè vergoeden: niette vreden met hiertoe
kloek of zwaar land te gebruiken, zet bij het nog
bovendien met mest zoodanig aandat bijna door
deze middelen de natuurlijke hoeveelheid weder be
reikt te hebben, niet dan vette en onsmakelijke aard-
aardappelen voorbrengt.
Opdat nu deze verbastering niet verder gaen om
zoo mogelijk de aardappelenteelt in hoeveelheid en
hoedanigheden te verbeteren zou men bet volgende
behooren aan tc wenden: Daar zich hier en daar,
vooral bij zorgvuldige tuinlieden, nog wel kleine hoe
veelheid onverbasterde aardappelen bevindenzoekt
men zich in het najaar, na alvorens dezelve geproefd
te hebben, eenige goede rijpe, middelmatige fiets
grooter dan de gewone zetdrielingen) aan te schaffen;
mm doe deze droog binnen, en zette dezelve als "ge
wone aardappelen in tonnen of houten kisten in een
droogen kelder, ten einde ze voor den vorst te be- j
waren. Op het laatst van Januari]of zoodra wan-
neer er geen gevaar van bevriezen meer is neme j
men de aardappelen uit den kelder en legge dezelve j
dan uit ofrf ze- te luchten en van de aanklevende aar- 1
de te zuiveren waarna men ze zorgvuldig weder in
de tonnen, maar ditmaal tusschen laagjes zemelen of i
droog zand doet, zoó dat zij onderling elkander niet
aanraken. Daar, op dezè wijze, de zêt-aardappelen i
noch met de lucht, noch met eenige groeiverwekken- j
de deelen.in aanraking komen, volgt, dat men de-
zelve in Maart of April goed droog, zuiver en zon- 1
der scheuten vindt en zij alzoo, al hare groeikracht
nog in zich hebbende, in staat zijn, om betere en
meer volledige vruchten voort te brengen. j
MOLDAVISCHE VERDRAAGZAAMHEID
In den loop van den zomer is te Jassiin Mol-
davie"een Israëlitisch meisje van 4.5 jaren vermist, i
én na een lang vruchteloos onderzoenheeft men I
eindelijk bevondendat dit kind vatt de straat (hei
melijk opgei igtin een klooster verborgen en door
den Doop in de Oostersche Kerk opgenomen was.
Vermits het kind op het verzoek der moeder aan deze
niet teruggegeven en hetzelve een onderdaan van Pruis-
sen washééft de Pruissische consul-generaalde heer
Ncigcbauer zich de zaak aangetrokken, en van het
Mokiavische bewind de uitlevering van het kind ge
vorderd, doch op zijne herhaalde nota's steeds eeti
weigerend antwoord bekomen. In haar laatste antwoord
aan den consul-generaalgedagteekend den 3 'October
verklaart de Moldavische regering dat de doop van het
kind wederregtelijk is geschieden dat de geestelijke
welke denzelven toegediend heeftdaarvoor gestraft
zal worden maar dat het kind niet teruggegeven kan
worden; omdat het te voorzien is dat hetzelve dan we
der het Joodsche geloof zouN aannemen en dat dit tot
nadeel van de in bet land heerschende godsdienst zou
strekkendat dit ook aanleiding zou geven tot misnoe
gen onder de bevolking, te meer, omdat de Israëliten
reeds zeer.in aantal toenemen en voor de bevolking
schadelijk worden; dat voor het overige het kind,
wanneer het eenmaal tot jaren van onderscheid zal zijn
gekomen, vrij zal wezen in deszelfs keus van gods
dienst. Naar men meldt baart deze zaak onder de tal
rijke Israëliten in Moldavië geene geringe spanning en
hoopt men dat het Pruissische kabinet zich dezelve
verder zal aantrekken.
PARTSCHE INDUSTRIE.
1
I Met opzigt tot de noodwendigste levensmiddelen ei!
waartegen alle maatregelen van het geneeskundig toe-
verzigt vruchteloos zijnveroorlooven zich de Parijs-
sche ihdustrk-lcn de schandelijkste bedriegerijen enz.
Boomolie maakt men uit varkens-reuzel; koek bikt
men met zwavelgezuurd koper om denzelven witter te
makenher graan vermengt men met zandde zeme-
ien met zaagzelde Chinesche thee verwt men met
chromaatgeel en lood, het zout vermengt men métjo-
diuroroom maakt men van meel en loodwit, papier
maakt men uit gipslakensdie op den tweeden dag
naast de naden afbrekenvestenstoffenals tonder
1' met een woord, het is tot in het oneindige gestegen,
en men moet in Parijswel goed te huis zijnom
niet dagelijks 24 maal gefopt te worden.
DE KARDINAAL DE RICHELIEU
waszoo als bekend iseen der grootste Staatsman
nen die er ooit leefden zoo dat Peter de Groote
toen hij dood was, zeide„voortreffelijke man! in-
1 dien gij nog leefdèt dan wilde ik u wel de helft van
mijn Rijk geven, mits gij mij leerdet de andere helft
goed te regeren?" Intusschen was de Kardinaal toch
ook een mensch zoo als wij allen zijn. Eens bragt
de Graaf van Grammont hem een bezoek en vond
Zijne eminentie in een onderbroekmet een loopje op-
springende tegen den muur, en naauwkeurig opmer
kende hoe hoog hij telkens was gesprongen. Inderdaad
eene zonderlinge uitspanning voor een Kardinaal der
Kerk en eerste Minister van eenen magtigën Koning.
Intusschen Ziine Eminentie sprong en de Graaf, als
een gevat Hoveling, wierp dadelijk ook den rok uit,
zeggendeik. wed dat ik zoo hoog kan springen als
Uwe Eminentie!" en zij sprongen om het hoogst,
1 waarbij dé Kardinaal natuurlijk overwinnaar bleef, en
f vervolgens zijne erkentenis toondedoor aan den Graaf
1 den Maarschalksstaf te bezorgen.
i
Trekking der Eerste Klasse.
prijzen van f IOOO en daarboven
Eerste Lijst. N.° 22411, 11692, 20169, 7843'»
ieder een prijs van f 1000.
Tweede Lijsr. N.° 23366een prijs van 10OO.
Derde Lijst. N.° 18528, een prijs van 2500.
N.° 9641 1032a ieder een prijs van 1000.
Vierde Lijst. N.° 16565, een prijs van ƒ1000.
QtbmcvfctUiem
Heden beviel voorspoedig van eene welge
schapene DOCHTERANNA ELISABETH FRE-
DRIKS, geliefde Echtgenoote van
W. van den THOORN,
Goes Hul- c? Verloskundige.
den 9 November 1843.
Eenige Kennisgeving.
Te Goes bij F. Kleeuwens Zoon.
'Tijdgenoot
ïvouiufilm'ic liebsvlawbstthe