IV. 87..
Maandag den 30 October.
GOESSCHE
COURjfgp.
V
NIEUWSTIJDINGEN»
Staitecftlfttib.
Wiesbaden, den 16 October. De hertog van
Men schrijft uit Munchen, dat verscheidene
kringen besloten hebben alle Grieken uit hun midden
te weren. Deze kleingeestige wraak der Beijeren te
gen een volkhetwelk naar hunne meeniug hunne
landgenooten met ondankbaarheid behandeld heeftis
een afdoend dewijs op welk een laag standpunt de
publieke geest zich in Munchen nog bevindt. De om
standigheden zijn overigens geheel verschillend. In Athe
ne verbant men de vreemdelingendewijl deze hooge
ambten bekleedenals vaaaslieden de kroon omringen
«a eenen nadeeligen invloed op de regering uitoefe
nen. In Murchen geeft men zijnen wrevel dat de
Grieken niet langer onder de voogdij der Beijeren wil
len staan, lucht, door deze te krenken en uit het ge
zellig verkeer te bannen.
Een Frankfortsch datrb^d geeft het volgende schrij
ven uit Weenen van 20 October
„Konifig Lodewijk van Beiieren, heeft, gelijk te
wachten was, ter zake van de Grieksche aangelegen
heden vertoogen aan de beschermende mogendheden ge
daan na daarover zijne magtige Dubsche bondgenoo-
ten te hebben geraadpleegd. Uit welk oogpunt men
deze aangelegenheid ook beschouwen mogezoo zullen
toch alle weldenkende voorstanders van het monaichaal
beginsel toestemmendat aan hetzelve door de jongste
gebeurtenissen in Griekenland een gevoeliger slag is
toegebragt, dan bij eenige andere omwenteling in de
latere tijden. Men behoeft dus juist geen lofredenaaf
van reactionnaire maatregelen te zijn om te wenschen
dat voor allesde beleediging weder worde goedge
maakt, die de majesteit in den persoon vau den jongen
Griekschen monarch ondergaan heeft, en dat dezelve
in het volle genot der souvereine magt hersteld worde.
Naar men uit eene goede bron verneemt, heeft dan ook
de zending van den Beijerschen opperhofmaarschalk
vorst von O et tin gen Wallerïteinnaar Londen en Pa- j
riis ten doel, aan die HOven vertoogen inden evenge-
melden zin te overhandigen en van dezelve, onder be-
roep op het door hen gemeenschappelijk met Rusland j
aanvaarde en door geheel Europa erkende beschermheer j
schap, hunne tussehkomstin te roepen, ten einde in 1
Griekenland eene met het monarchaal beginsel strooken-
de orde van zaken hersteld worde. Bij die vertoogen j
moet tevens naar men verneemt de verklaringfgevoegd j
zijn, dat, zuo men om eenigerhande redeij^ich niet j
in het geval mogt bevinden, om aan dat verlangen te
voldoen, Koning Ottoop raad Van zijnen Koninklij-
Vader, besloten had, zijne kroon neder te leggen, en
dat men voor dat geval van de beschermende mogend
heden verwacht dat zij terstond de noodige maatre
gelen zullen nementen einde de Koning bij de uit
voering van dat voornemen geenerlei moclijkheden ont
moete."
Het volgende is een bewijs van de opgewonden
heid der Qrieken tegen ai wat Beijersch heetde prin-
c s van Oldenburg zuster var. de Koningin van Gr te-
kenland die zich naar Patras had begeventen einde
zich naar Duitschland in te schepen, is in genoemde
stad het voorwerp geweest van vijandige uitvallen van
de ziide der bevolking, zoo dat 24 genoodzaakt is ge
weest om zich onder de bescherming van den Britschen
consul te stellen. Oogemblikkelijk is van het gebeurde
berigt naar Athene gezondenen hebben zich twee
Britsche oorlogschepen uit den Pyracus naar Patras be
geven ten einde de persoon van genoemde prinses te
doen eerbiedigen.
i JTf awkrwR.
Parijs den 24 October. Bij een juwelier in het
Palais-Roijal ziet men een diadeem, oorhangers, bra
celetten, een ceinture en colliervervaardigd van 1500
diamanten van het eerste water,,en waarbij er zijn ter
grootte van een hazelnoot. Het zijn diamanten van
de prinses de Toinvillewelke op 1,<00,000 fr. wor
den geschat. -
Men verneemtdat de ongelukkige dezer dagen van
zijne gewezene echtgenoote en kind schriftelijk afscheid
genomen en zijnen zoon den Bijbel nagelaten heelt,
1 van welken hij zoo laat in dit leven had gebruik ge
maakt. (Mij moet erkend hebben dal zoo hij vroe
1 ger dit had gedaanhij welligt nimmer tot zijnen oom
zou gekomen zijn-)
veer is geweest datgenewat de groote Vondel ons
i verzekert, als hij zegt: De liefde tot zijn land
is ieder aangeboren
Deventer,, den 25 OctoberDe besmettelijke
longziekte is onder het melkvee op deze stads weide
tot her einde toe blijven voortwoeden, zoodat ei', toe
en met heden'als gestorven bekend zijn 172 beesten.
In den loop der vorige week heeft men zich genood
zaakt geziende nog overige gezonde beesten de wei
de te doen verlaten en hen naar de stallen te brengen;
er zijn echter gepaste maatregelen genomendat ai
deze beesten, die op den hals met het stads wapen
zijn gebrand, op afzonderlijke stallen zijn geplaatst
cn aldaaronder toezigt der politieverblijvenzon
der te mogen worden getransporteerd. In den loop
der tegenwoordige wéék zijn ook een paar beesten op
de andere weide, waar het zoogenaamde groote vee
loopt, door de longziekte aangetast geworden. Vele
vorderingen echter schijnt de besmetting niet gemaakt
te. hebbendaar een groot aautal dier beesten reeds
zijn J geslacht en alle gezond bevonden. Ten einde
evenwel alle misbruiken voor te komen, heeft men
laatstgenoemde beesten kenbaar gemaakt, aoor dezelve
op de regte achterschoft te branden met het teeken A,
en heeft men verboden, dat dezelve op de te houden
beestenmarkten toegelaten zouden worden. Doop al
deze maatregelen, die nergens beter dan te Deventer
bekend zijnis het gevaar voor besmetting in deze
stad zeker niet grooter dan elders en kunnen de bees
tenmarkten met volkomene gerustheid bezocht worden.
Overigens is de schade, welke de ingezetenen bij de
veeziekte lijden, zeer groot, en bevinden zich onder
de ongelukkige eigenaren een aantal liedendiezon
der de hulp van menschlievende natuurgenootentot
den bedelstaf gebragt zijn.
JScstursti ctt CïbmtïU0iv«tiew.
BURGEMEESTER^ en ^WETHOUDERS der.
stad GOES, en ressorte van dien, doen 'te wenui:
Dat de Heeren NICOLAAS JAN FRANCOIS
VERSCHOOR en PHILIP VÈRVENNE ,'door
het Stedelijk Kieskollegie in plaats van de Edel Achtb.
Heeren Jan Hendrik Verschoorvan Nisse en Ja
cobus de Jonghbeide overleden dit jaar benoemd
zijn tot Leden van den Raad dezer Stad.
Dat die Heeren hunne benoeming aanvaard hebben
en door den fungerenden Burgemeester, op heden in
eene algemeene Vergadering van den Raad zijn beëe-
digd cn geinstalleerd. Mitsdien gelastende om de
Heeren N. J. F. Verschoor en P. Vcrvenncals
zoodanig te erkennen.
En zal deze worden geaffigeerden geplaatst in dezer
Stads Courant.
Gedaan ten Stadhuize van Goesden 28 October
1843.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
J. KAKEBEEKE
Ter ordonnantie van dezelven
De Siads Secretaris
L. DE FOUW, Jz.
e 51 c i ti g n tn
In de Overijsselsche Couranr leest men een verslag
over droogmakerijen en bedijkingenwaaruit wij het
volgende overnemen, als niets minder voorstellende dan
het indijken der Zuiderzee.
De bedijkingen van nieren, die niet door vervce.
ning ontstaanmaar door de natuur als het ware ge
vormd zijnzijn veel voordeeliger dan droogmakerijen*
Door het eigenlijke Noord Holland liep vroeger van lu
zuidoosten naar het noordwesten eene lange keten van
zoodanige nieren die waarschijnlijk voor onze jaarte!
ling-een groot gedeelte van het rijnwater ontvingen en
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandags namiddags en Don
derdags avonds De Prijs per Kwartaal is f f,75 franco per Post/i ,90,
Gewone Adverteniien"
te-, Huweiijks en Doodberigten van -6 regels a-/"i,2o»
-¥•
- hm— 1 .i
Nassaudie dikwijls van Biebirch naar Bingen over*
Vaartis gisteren voor acht dagen gelukkig aan een
groot gevaar ontkomen. Bij eenen zeer hevigen storm
voer hij op zijn klem jagl van Rudesheim naar Bin
gen over, terwijl hij zelf het roer bestuurde. De
schippers var. Rudesheim welke den gevaarlijken wind
kernen, die uit her Wisperdal waait, zagen met be
zorgdheid het scheepje van land stekenbestegen hun
ne booten en volgden.op eenigen afstand den bemin
den vorst. Wat zij voorzien hadden gebeurde in
het midden des Rijns sloeg het scheepje omde her
tog klemde zich evenwel aan het boord en hield zich
zoolang boven water tot dat de Rudersheimer schip
pers bij hem kwamen. Gelukkigerwijze had de groot
vorstin Elisabeth uit haar hotel Victoria te Bingen nier
gezien wat tegenover haar op de golven der rivier
gebeurde.
's Gravenhage den 25 October. Heden heeft
alhier eene treurigegelukkig zeldzame strafoefening
plaats gehadhet was de uitvoering van de straffe
des doods waartoe J. C. van items, bij airest van
het prov. hof van Zuid-Holland, van 23 Junij jl.
ter zake van vergiftiging, was veroordeeld. Alvorens
naar de staafplaats geleid te wordenis er in den ker-
ker, in tegenwoordigheid van eene commissie uit het
prov. hof en van eenige bijzondere personendoor 1
den weleerw. heer ds. Timmers Verhoeven eene tref-
fende en aandoenlijke toespraak gehouden, welke met
een gebed aan het Opperwezen werd besloten waar-
bij genade en ontferming afgesmeekt werd voor den j
diepgevallen nleuschden berouwvollen zondaar, die
innig en levendig gevoelde de grootte van de door j
hem begane misdaad, doch die, redurer.de maanden, j
zoo wel aan zijnen ami tgenoot, den weleerw. h:erHtty*
decoper als aan hem hartgrondig berouw betoond en
in het christendom zijne hoop en troost gezocht had.
Na afloop van deze godsdienstige en zoo roerende
plegtigheid, begaven de procureur-generaal bij het
prov. hof, twee raadsheeren en de griffier van het
zelve zich naar de voor hen bestemde plaatsnabij de
strafoefening. Vervolgens werd de veroordeelde, bij
gestaan en vergezeld door de weleerw. heeren ds.
Huydecoper en Timmers Verhoevendoor deri deur
waarder Reyndersen door eene bedekking geregts-
dreoaren grenadiers en dragonders naar de strafplaats
gevoerd. Daar nam hij van hen, die hem gedurende
zoo vele maanden-zoo liefderijk hadden bijgestaan, af-
scheid. Tot het laatste oogenblik heeft hij den he
mel gebeden zijne ziel in genade te ontvangen. Gods-
dienstige kalmte en ernstig berouw legde hij tot het
i uiterste aan den dag.
j In het Dagblad van V Gravenhage leest men
Betreurden wijnu achttien maanden geleden
het alstoen plaats gehad hebbende vertrek naar bui
ten 's lands van onzen zeer verdienstelijken en ook als
Staatsman alom hooggeachten landgenootden hoog
edel gestrengen heer Mr. J. van ys Gravenweert
thans mogen wij ons verheugenmet de voor zijne
talrijke vrienden gewis zeer aangename tijding, dat
die edele heer in zijn Vaderland is teruggekomen
om, gedurende den aanstaanden winter, in ons mid
den te blijven vertoeven. Zoo zien wij onze, in dit
Blad, van den 2 Mei des vorigen jaars, geuite wen-
seiiennu reeds ten deele vervulden moge zulks
ook al met staatkundige aangelegenheden in eenig ver
band staan., wij durven desniettemin voor stellig ze
ker houden, dat, van Zijn Hoogedel Gestrengens te
rugkomst en voorgenomen verblijf de voornaamste drijf