N\ 50.
Maandag' den 24 Jnlij.
A-
GOESSCHE
COUEAN T.
DE MISSIVE VAN Z. EDEN MINISTER
VAN BINNENLANDSCHE ZAKENDE
SUBSIDIëN BETREFFENDE.
Het rescript van Z. Exc. den Minister van Binnen-
landsche Zaken, betrekking hebbende tot de steeds
toenemende aanvragen van Diaconiënof Kerkelijke
Armbesturen tot het erlangen van Subsidie uit de
stedelijke of plaatselijke kassen voorkomende 0. a.
in de Haarlerosche Courant van 24 Junij jl. geeft
aanleiding tot eene en andere bedenkingwelke wij
mrenenin bet beiang =van het Armwezen in het al
gemeen, en der Diaconiën in het bijzonder, niet ie
mogen terughouden.
De geest der Missive is voortgevloeid uit het be
ginsel van liefdadigheidals grondslag van het Arm
wezen in ons Land. Als zoodanig wijkt hij af van
het vroeger vastgehouden stelsel van wettelijke Lief
dadigheid welke wij niet anders kunnen dan veroor-
deelen wegens de veie nadeeiendaaraan verbonden.
Dit stelsel toch heeft gedurende 25 jaren twee hoogst-
gewlgtige nadeeien jte weeg gebragt. Vooreerstdat
de armen in het algemeen meer geneigd zijn geworden
om op den onderstand te bouwenten anderedat
de liefdegaven alom verminderd zijn. Een noodzake
lijk gevolg hiervan is geweestdeels meerdere uitga
ven der Diaconiëndeels meerdere aanvraag om sub
sidie. Wij hebben dan ook gewezen op de nadeelige
gevolgenen aangewezenwelke weg in oris oog be
hoorde te worden ingeslagen.
Sedert geruimen tijd hebben de Provinciale Staten
de verhoogjng der Subsidie aanvragen onder het oog
der hooge regering gebragt. De boven aangehaalde
missive moet daartegen het hulpmiddel aanbieden.
Zien wij, of het een hulpmiddel is, en zoo niet,
wat er aan ontbreekt.
De verhooging wordt toegeschreven aan den toeleg
der Diaconiën of Kerkelijke Armbesturen, om de fond
sen der burgerlijke gemeenten re bezwaren. Wjj wil
len niet ontkennen, dat hier of daar, inzonderheid bij
de Katholiekendie toeleg bestaat. Over het alge
meen is hij echter niet aanwezig, maar is de ver
hoogde aanvraag een noodwendig gevolg van het vér-
meerderende getal armen, het verminderen der Collec
ten en de "beslissingen van Gedeputeerde Staten in
Armkwestiën. Steeds worden de Diaconiën genood
zaakt te bedeelenen bij gebrek aan genoegzame
fondsen, gewezen op de verpligting tot het aanvra
gen van Subsidie. Dit is inzonderheid het geval ge
weest in Gelderland, bepaaldelijk ir, Arnhem en in
Zeeland. Is het wonderdat de Kerkelijke Armbestu
ren genoopt geworden zijnde rot bedeelingenwelke
j?ij anders in gemoede niet zouden gedaan hebben
aan de Besturen hebben toegeroepenWij zullen
w bedeelen, maar dan ook fondsen noodig hebben,
en die van de gemeenten eischen. Als liefdadige
vrije Kerkelijke instelling behouden wij het regt
van beoordeeling over den omvang der bedeeling;
als verpligt tot bedeeling, zijn wij niet in staat met
de geringe hulpmiddelendie ons ter dienste staan,
in elke behoefte te voorzien. Er blijft ons geene
keus over dan de aanvraag .aan de Gemeentekas tot
h°t beloop der behoefte. Wij kunnen en moeten
die beoordeelenen willen niet in den- last voorzien
van het geheele onderhoud, zonder genoegzame
bronnen ter bestrijding."
Als hulpmiddel wordt nu aangewezen een streng
toezigt en bcoordeeling over hetgeen noodig is. Wie
?.al dit beoordeelen? Er is niemand toe in staat dan
<e Arm verzorger doch hij kan en mag ziclj met re-
celen naar de beoordeeling van anderen. Het hulp
middel is in waarheid geen hulpmiddel te noemen.
Zal er verzorging zijn in den geest der Wet van
«8 November, 1818■dan heeft ieder behoeftige regt
De Diaconie in hare betrekking tot het Arm-
wezen, volgens de bestaande Wetgeving.
op den onderstandnaar mate zijner behoefte. Bij
de beperking der Subsidie, kan zü geent'rdaats heb
ben. Diep is die vefpligttihtilpbetoomng ingedrongen
in den geest der amen. Zelfs tot voor de .Staten Ge
neraal wordt dit regt gebragten het ontbreekt niet
aan voorbeelden dat eene weigering van booger hand
wordt vernietigd. Wat zal nu liet middel uitwerken
Het kan eene tweeledige, werking htboen.
Vooreersteene hevige botsing tusschen de armen
en de verzorgers, en tusschen deze en de Besturen;
geen Armbestuur zal zich langer laten bevelenwien
en hoeveel het bedeelen zal, maar ondanks de tegen,
kanting van het Bestuur, blijven aandringen op ge
noegzame fondsen. Bij aanhoudende weigering zich
zelf ontbinden, en de Diaconie opheffen of
Ten andere de bedeeling beperken beneden de be
hoeften dergenen die in billijkheid aanspraak maken.
Reeds nu bewandelt men dien wegnubij het be
staan eener sterk opgedrevene Subsidiehoeveel meer
waar de Subsidie sterk wordt ingekrompen en van el
ders geene bronnen vloeijen Wij willen laten gel
denwat gelden kan, maar wachten van de liefdegif
ten niet zoo veel, als de Regering wenscht. Wat na
verloop var. tijd kan plaats hebben durven wij niet
beoordeelen. Edoch bij de toenemende algemeene ver*
armingvooral van den liefdevollen burgerstandbij
het volslagen gebrek aan werk in steden en dorpen
durven wij de toekomst niet blijmoedig tegenzien.
Zeker is de liefdadigheid een karaktertrek der natie
zij is echter niet, wat zij vroeger was, zij hangt ook
af van liet maatschappelijk welvaren. Veel zal er noo«
dig zijn haar te verheffenen raadplegen wij de ge
schiedenis, zij leert ons, dat enkele liefdadigheid niet
vermogend is geweest, bij bet voorgeslacht in de al
gemeene behoefte te voorzien. Zal zij bet nu? Veel,
zeer veel zal de verbeterde Administratie kunnen
maar dan moet zij niet aan banden liggenen over
stelpt worden door staten jen begrootingen. Weinige
Armbesturen zijn, wat liet personeel aanbelangt, voor
administratie geschiktweinige bezitten genoegzame
zelfstandigheidde minste kunnen zich schikken naar
de tegenwoordige centralisatie en de meeste neigen tct
mystificatie. Een eenvoudig register van ontvang en
uitgaaf, met jaarlijksche aanwijzing van den staat der
kasis alles wat verlangd kan wordenen wat wel-
ligt genoegzaam is. Tevens vrije werking van ge
trouwe personen. Zal bet middel helpen dan mee-
nen wijdat het' hoog Bestuur deszelfs aandacht ves
tigen moet op meer dan éën punt, en van geene val-
sclie vooronderstellingen dient uit te gaan.
Valsche vooronderstellingen zijndat de Armen
als zoodanig, niet aan den Staat, maar aan de Kerk
genootschappen behooren. Wij herhalen, wat wij
vroeger gezegd hebben de Genootschappen zijn niet
verpligt tot alimentatie. Er bestaat slechts b'i pfit
eene inrigting van liefdadigheidontsproten uit den
aigemeenen geest der Christelijke liefde, uit vrijen wil,
metongedwongene werking. De Diakenen deelen naar
hun beste weten de liefdegiften uiten de gemeenten
erkennen geenen verpligten onderstand. Eene vroegere
betrekking dier vrijwillige instellingen gevoed door
den associatiegeest, aan een Land van koophandel ei
gen, tct het burgerlijk bestuur, is opgeheven door
de scheiding van Kerk en Staar. Die scheiding is
echter riiet volledig toegepast op het beheer der ar-
men, In de eerste plaats moeten de Diaconiën terug-
gebragt worden tot hare primitieve strekking, en zoo
de vooronderstelling opgegevenwelke wij zoo even
voorhielden. Diaconiën maken geen deel.uit van het
Armwezen. Zij onderschragen dat even als de bij
zondcre weldadigheid, en de Staat is daarvoor aan
dezelve verpligt.
Eene tweede valsche vooronderstelling is deze: dat
het toeleg zijn zoudezoo veel mogelijkde fondsen
der burgerlijke gemeente te be2waren; liet is veelmeer
het noodwendig gevolg van den drang, waarmede de
verpligting tot alimentatie dezelve bezwaart. Wjj heb
ben geschiedkundig aangewezendat de verpligte ali
mentatie en in den geest der behoefjigen Jag. Zoolan g
men haar blijft handhaven, en als beginsel erkennen*
zullen en moeten de Diaconiën hare aanvragen vermeer*
deren. Men heffe derhalve den verpligten of wette
lijk en onderstand op, en doe aan de behoefrigen op
merken, dat het de liefdadigheid is, die haar lot zich
aantrekt. Men geve liet te kennen aan de Diaconiën
bij de eerste artnkwestie de besteen wij weten ze
ker dat zij van haren kant van de bedeelingsstaten
zullen afschrappen al wie door onzedelijkheiddooc
kwade huishouding, door een slaaf der verkwisting,
van spel of drank te zijn, zich der liefdadigheid on
waardig betoonen. Men vermeerdere de algemeene
werkzaamheiden zorgedat geen gebrek aan werk;
de oorzaak zij der behoefte van mannen en vrouwen
die zich in de kracht des levens bevinden, en houde
dan vastdie niet werktmoet ook niet etendie
bedeltis schuldig aan overtreding der wet.
Wil men de Subsidie nogtans behouden, zij worde
gegeven overeenkomstig de gemoedelijke aanvrage eens
Kerkenraads die best beoordeelen kan tot welke soiu
de behoefte eischten dan keere de Regering daarbij
terug van het verderfelijk bepalen van een wettig do
micilie van onderstand. De mensch, die behoeftig is,
behoort evenmin tot deze of tot die gemeente: hij
behoort aan de maatschappij waar hij zich bevinde.
1 Die maatschappij verzorge hem. Is het uit kracht der
Wet, dan worde daartoe dienstig een algemeen, ge
heel het Rijk omvattendArmbestuurverzorgende
ren laste des geheels op de meest voldoende wijze;
opheffing van aile gemeentelijke Subsidie, om die te
vereenigen tot een eenig fondsbestemd ter bestrijding
van de noodwendige kosten. Daarbij late men elke
associatie, die zich ten doel stelt te verzorgen, vrij
in hare werkingwekke den geest der liefdadigheid op
bevordere het werk, waar men kan. Zal men zoo de
volmaaktheid niet bereikenhet Hoog Bestuur zal die
naderen.(V. L. in den Tijdgenoot.')
NIEUWSTIJDINGEN.
jpirattfevwft
Parijs, den-iS Julij. In een Frankfurtsch dag
blad leest men het volgende
Sedert eenige dagen hoort men gewag maken van
een gerucht, volgens hetwelk de treurigetnes'aiid van
Spanje aanleiding zou hebben gegeven tot 'iet plan
om een Europeesch congres te houden, waarop men
de zaken van dat rampzalige land zou trachten te re
gelen. Naar hetgeen men hier verneemt, schijnt dat
gerucht geenszins van grond ontbloot te zijn; en wij
meenen zelfs aan hetgeen bijzondere berigten uit Pa»
rijs dienaangaande melden, eenig geloof temogen hech
ten. Volgens dezelve zou het denkbeeld van zooda
nig congres van het kabinet der Tuiltrien, of liever
van Koning Lodtwijk Philipsuitgegaan en allereerst
in eene vertrouwelijke nota aan een groote noordsche
mogendheid medegedeeld zijn. Bij deze, ofschoon
tot dusverre tusschen haar en Frankrijk eenige verwij
dering bestondzou het voorstel bijval gevonden heb
ben en dienvolgens besloten zijnom tot de verwe
zenlijking daarvan over te gaan. Tot dat einde zout
de vroegere vertegenwoordiger dier noordsche mogend
heid- naar Parijs terugkeerenmaar vooraf in Bohcme
eene zamenkomst met den Vorst von Mctternich hou
den. Men voegt er bijdat in de bedoelde nota alle
mogelijke waarborgen worden aangeboden, tot weg
neming van alle vermoedens, als of dynastieke belan
gen het voorgestelde denkbeeld hadden ingegeven, en
dat men zelfs, voor het daarbij als waarschijnlijk op
gegeven geval eener gewapende tusschenkomst, had
aangebodenom even als tijdens de laatste gebeurte
nissen in Syrië, daarbij ook de medewerking van an-
dére mogendheden toe te laten."
Er waren ter beurze zeer ongunstige berig:en uit
Madrid in omloop. Men verhaalde namelijk, dat de
Regering berigten zou bebben bekomen, waaiuit he
zou blijkendat het bewind van den Regent g< ëindigf
was; en dat Espartero de tusschenkomst tbr Eng;-d
%che en Fransche gezanten zou hebben ingeroepen -
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandags namiddags en Don
derdags avonds De Trijs per Kwartaal is1,75 franco per Post/" 1,90,
Gewone Advertenlien worden a 20 ets. de regel geplaatst Geboor
e-. Huwelijks en Doodberigten van 1 6 rei-els a/"i,2o
£Leti werkje in 1842 te Middelburg door tien Sein ijver
uitgegeven. Wij deelden in onze Courant er een en
ai. tier uit mede.)