Donderdag den Junij?
GOESSCHE
COUR A N T.
Edel Mogende Heeren:
iV. &t».
..KWOOT
fk tb
lie uitgave dezer Courant géiuhiedt Maandags namiddags en Don
derdags avonds De f'r'qsper Kwartaal is '1,75 franco per Dost/1 go.
Gewone Adyertentien worden a 20 ets de regel geplaatst Gehoor
1
le" ",iWe'^(S en Doodberigteu \an 1 6 repels a/.i,2o
CRISIS DEP DUITS THE1
PJIIL 0 SOPHIE.
Onder dezen titel komt een belangwekkend betoog
voor in de Revue des Deux MondesDecemb. 1842,
van A Lebre dus eindigende:
De greote strijddie in Duitschland gevoerd
wordt is verre van beslist te zijn. De gedachte
poogt den nnodlottigen cirkelwelke de redenering
("logica") om haar getrokken heeftte overschrijden.
Zif slaagt hierin nietzij blijft in het betooverend
woudzonder uitweg te kunnen vinden. De school
van Hegel, het is waar, valt uit een, de uitersten
vijandiger dan ooit, worden gedurig afvallig. Watke
het sieraad der linkerzijde door zijn edel karakter en
zijn verheven talent, schijnt te weifelen. Men zegt,
dat hij op het punt is van tot de Godgeleerdheid toe-,
te treden otn eindelijk eene positieve waarheid te vin
den. Maar geen der stelselsdie aan Hegel zijn
overgesteld, heeft den bijval des publieks verworven,
en schijnt gecne duurzaamheid te zullen hebben. Al
die verschillende wijsgeeren zoo hooghartig in hunne
beweringen, zoo zwak in hunne gevolgtrekkingen,
onvermogend om iets te grondvestenzijn alleen be
kwaam iii het vernielen van elkander. Er rest van al
dien arbeid des verstands nietsdan eene onverzade-
lijke kritiekwelke niets spaart. Deze nieuwe zond
vloed rijst, zwe'tbreidt zich uit en bedreigt reeds
niet zijnen bitteren vloed de hooge. schuilplaatsen
waarop men meende veilig te zijn.
Eene gelijke crisis is over de gansclie w-jrerd zigt-
baar. Overal is er bij de volken van Europa een
gelijke schudding der geloofspunten een gelijke zie
lenangst, eene gelijke wanorde der geesten. Een l wij-
iel welks ma'gt men ijdellijk zich zou willen ont
veinzen, belegert ons. Die twijfel is doorgedrongen
tot in de Tempelenhij fluistert de neêrgeknielde me
nigte in 'toor, hij ontstelt den Priester voor het al
taar. In het heiligdom des gewetens zelfswekt hij
ons open stelt ons liet nuttige in de piaats van het
regtvaardige voor, het vel-zijn in plaars van den
pligt. De verderfelijke gast volgt ons tot aan de iiuis-
sehike tafel en dakr redeneert hij tegen familie en eb
gei dom. Alles wordt in twijfel'geroepenalles wordt
onzeker, alles gelijkt bedreigd. Het grijze Oosten
zelfs is door dit kwaad aangestoken het staat verbaasd
niet meer te kunnen geloovenhet wantrouwt zijne
Goden, die het niet meer tegen ons kunnen hescher»
tnen. Voor het eerst werpt het Scepticismus zijne
schaduwen over het gansche gelaat der aarde, en in
die donkerheid, maken zich smart, vrees en verveling
van ons meester. Door geene redenering zuilen die
steilte onzektrheden worden weggenomen. Het is hier
geen spel of twistvraag tener school, maar het is eerie
wretde en diep gewortelde radeloosheid. Groote ge
beurtenissen hebben ze doen ontstaan, groote gebeur
tenissen alleen zullen ze kunnen doen eindigen."
(Wij gelooven ookaat groote gebeurtenissen zul
len moetèn leidenom een einde te maken aau tempo-
riser en en beginselloosheidMaar hoe? Dit is ver
borgen in die toekomstwelke door den srooten wereld
je geerder bestuurd wordt. Wat echter ter wegneming
van den twijfelen ter daarstclling van iets positiefs van
iets bevredigends, het middel zal zijn, is ons niet twij
felachtig. Dit is het Christendomhet in geest en
strekking begrepenen dan te behartigen Evangelie.
Rteds te midden van den magteloozen kamp des twij
fels steekt het zegevierend het hoofd omhoog.)
K IE U WSTIJDÏNGEN.
Jfratiïtt'ijfc.
Parits den 16 Junij. Terwijl de minister van
'fin an tien aan de kamer .'herinnerde, dar hj zijne nog
te ïtaliserene leening van 3°° milltoen ten minste
gedeeltelijktot stand zak moeten balgen, vernam
men dat hét Üostenrijlcsche' gouvernement den 7 de
zer maand eene leening van 40 millioen gulden (circa
50 millioen Ned. guldens) melde huizen Rothschild
Eskeles en Sina tot den koers van 107 pet. gesloten
had, en treil kan met regt gelooven, dat een gedeelte
van deze leening zich op onze beurs zal zoeken te
nestelen. Men verzekert eindelijk ookdat bij de
beraadslagingen in de kamer omtrent de begrooting
van het departement van oorlog, de Maarschalk Soult
zich gereed maakt, de door de commissie voorgesla
gene reductiën en bezuinigingen van de hand te wij
zen hetwelk alzoo eene verklaring zou zijndat hij
den toestand voor zeer netelig houdtert nierdoor zou
hij bijna erkennen, dat men eene interventie in Spanje
als niet onmogelijk beschonwt.
pARifsden.17 Junij. Een speculant' alhier, houdt
zich thans bezig met te trachten een genootschap te
organiseeren, van een gemeenschappelijk kapitaal van
25 millioen frankentot het tusschen de Champs-
Elysées en de straat van de Voorstad St. Hotioré
opristen van eenen wintertuinvan de grootte van
dien van het Palais-Royal. Die tuinvan zeldzame
bloemen en planten voorzien zou geheel overdekt en
gestookt worden. Rondom zou dezelve opgeluisterd
worden door winkels koffijhuizenrestauratiëndans
en concertzalen boekerijen, eenen schouwburg en
badihri'gtir.gen. De toegang voor de enkele wandeling
zou op een frank per persoon worden gesteld.
De opstand is den 11 te Valencia, den ta en
13 te Barcelona, den 15 te Tarragona met goed ge
volg uitgebarsten. In de beide .eerste *r-den hebben
zich de troepen bij het volk gevoegd. De geneiaals
ValcïèsVillalongaLlegar en de vrouw van den
generaal Zurbano hebben zich ingescheept aan boord
van de Engelsche brik le Savagedie de haven ver
laten heeft om dezelve naar Port-Vendres te brengen
alwaar het vaartuig reeds aangekomen is Zurbano
heeft Katalonië verlaten en zichaan hoofd van 14
bataljonsnaar Sarragossa gerigt." (Men ziet dat
deze opstand aan de Pransche grenzen is. De sterke
vestingen Lerida en Fortosa staan nog aan de zijde
van Espartcromaar nok in Malaga en Grenada is
de opstand uitgebroken.) i
Bergt éJ
Brussel, den 19 Junij. Men hoort thans van
onderscheidene buitensporigheden welke door de me
nigte. tijdens de verkiezingen, zouden zijn gepleegd.
Te Luik en te Doornik zijnonder anderende niet
weder ingekozene leden der Kamer openbaar uitgejouwd
geworden. Het ontbreekt weder in de liberale dag
bladen niet aan aantijgingen van ongeoorloofde praktij
ken waaraan de geestelijkheid zich zou hebben schul
dig gemaakt, om bij de verkiezingen op de inenigr
te werken en den liberalen alle kans tot benoeming at
te snijden. Vooral wordt daarmede de geestelijkheid
in Oostvlaanderen beticht.
Jücbftrfatibcti»
's Geavenhage den 19 Junij. Zijne Excellen
tie de Minister van Finantien sprak in de Zitting
van heden
Bij het aanvaarden der hooge er. gewigtige betrek
king, die ik thans op het pitr.t sta te verlatenheb,
ik eenen eed gezworen; eenen eed, overeenstemmende
met mijne gevoelens en wenschenden eed van ge
trouwheid aan de grondwet. Ik heb dien eed altijd
opgevat en nageleefdniet in eenen beperktenmaar
iu eenen ruimen zin.. Eerbied voor de grondwet leg
denaar mijne wijze van zien, mij ook de vevpiigrhg
opom in in de uitspraken van de beide Kamers der
Staten Generaal niet alleen lijdelijk te berusten, maar
die tc eerbiedigen ook. dan wanneer, die uitspraken
strijdig -varen met mijne overtuiging. Daarom zullen
U Edei Mogen den thans geen woord van verwijt uit
mijnen mond hoorenzal ik mij jjgeen beroep op de
Oiitötaiid giicüai veroorloven die voorbij r.'p nu het
stelsel, het eenige stelsel, dat, naar mijne meening,
tot grondig herstel van 'sRijks finantien kon leiden,
het door de Regering voorgedragen stelsel de .goed
keuring van U Edel Mogenden niet heeft mogen ver
werven. Geenerlei geraaktheid heb ik gevoeld, om
dat eene voordragtdie ik sedert jaren getracht had
voor tc bereiden, verworpen is geworden. Maar mij-
lie overtuiging beeft niet gewankeld. Van het oogen-
blik dier verwerping af, heb ik bedaard en opzettelijk
overwogen, of er geene mogelijkheid bestond, 0111 dat
voorstel zoodanig te wijzigen, dat ik hetzelye alsnog
tot stand kon brengen. Ik zou gaarne dien weg heb
ben bewandeld. Ik zou' mij gelukkig geacht hebben,
zoo doende te bei eiken, waf ik tot het doel van mijn
leven had gesteldhet regelen van den finantielen toe
stand waaraan ik gearbeid heb op het gevaar af eene'c
vroegtijdige grijsheid, met opoffering van mijne rust,
van elk uur van den dag en somstijds ook van een
deel van den nacht. Maar ik ben in het vinden van
zoodanig een ander middel niet geslaagden alzoo is
mij wel niets anders overgebleven dan het besluitom
het geëerbiedigd Hoofd van den Staat te verzoeken de
leiding van het beheer van Finantien aan andere handen
dan de mijne toe te vertrouwen.
Terwijl ik mij met deze overwegingen bezighield,
rustte nog eene andere zorg op mijne schouders die
namelijk, om 'sLands crcdiet gedurende den onver-
in ij Jelijken tusschentijd zoo veel mogelijk staande te
houden. Het onmiddelijk verlaten mijner stelling zou
het doel hebben tegengewerkt.' Ik moest ook zórgen,
dat de schatkist in sta*: cftef van aan -hare vctp'igrin--
gen te voldoen; want, ontveinzen wij het ons niet,
Edel Mogende Heeren! bij het bestaan van den ou
den achterstand en van het tekort over 1841 en 1842,
zoude 1 de in die schatkist aanwezige gelden niet ge
noegzaam zijnom hét benoodigde voor de aanstaande
rentebetaling ten volle te dekken. Er rust op ons rene
dure verpligting, om in die behoefte te voorzien.
Daartoe strekt dan ook het thans behandelde'wets-otit-
werp, en ofschoon bij de openbare beraadslgin 1 van
heden daartegen geene bepaalde bedenkingenin in het
midden gebragtmag ik dat stilzwijgen niet ais een
bewijs van algemeette goedkeuring aannemen rn leggen
alzoo de pligtenverbonden aan het amb' dat ik
nog bckleedemij de taak op, om dat wets .ontwerp
kortelijk te verdedigen.
Voorts zeide Zijne Excellentie In den loop van
mijn bestuur, dat met het nieuw daargesteld beginsel
der ministeriele verantwoordelijkheid aanving, is eene
instructie ter verzekering van de controle van de Alge-
meene Rekenkamer ingevoerd.
Ik heb getracht het verlcenen van pensioenen naar
vaste regelen bij de wetre bepalendoch het mt-
eenloopcnde der meeningen in deze Kamer heeft belet,
die aangelegenheid voor alsnog tor een bepaald einde
te brengen. Inmiddels worden de bestaande pensioe
nen herziennaar de grondslagendaartoe voorge
dragen door eene staats-commissieuit leden van de
Staten-Gèneraai zamengesteld.
Ik heb getracht den druk der belastingen eeniger-
mate van de mingegoeden op de meervermogenden in
den lande over tc brengen maar ook dit is mij slechts
ten deele mogen gelukken.
Overdreven fiscaliteit bij de heffing der belastingen
werd te keer gegaanen altijdvoor zoo verre de
wet dit toelietbillijkheid beoogd.
Een geheel ni'euvv stelsel van regten op den in»;,
uit en doorvoer is door mij voorbereid.
Ik heb den vervroegden overgang van de uitgestelde
in werkelijke schuld verkregenen daardoor het no
minaal kapitaal der staatsschuld met ongeveer Soo mil
lioen gul-lei: verminderden een kwaad, dat nog twee
eeuwen lang moest voortduren en alle grondige ver
ben-ring onzer finantien in den weg stond, uitgeroeid:
De geschi lea over onze zoo hoogst ingewikkeld-
en belangrijke aangelegenheden met Belgiewerden
tegen zoo veler verwachting aan, mede tot afdoening
ge'ongt.
Ik had gehoopt en vertrouwd in die afdoening teven
A