IV. 33. aanclag den 24 April. GOESSCHE COURANT, JSIEU WSTIJDINGEN* iSuitocftlattb. Jf witiltggif. „Eene telegraphische depêche 11 it Parijs van den 11 dezer maand schrijft aan den prefect der marine voor cm de gehuwde mariniers en matrozen, ciie tot de ma ritime conscriptie behoorenonverschillig of zij aldan niet kinderen hebben, voor zco verre zij zich aan boord van het smaldeel der Middellandsche zee bevindenof in de divisie van Toulon aan land zijn, aftedanken. Dezelfde maatregel zal ten aanzien der schepen worden uitgevoerd, die later uit zee hier binnenkomen. Door dezen maatregel zal het bedoelde smaldeel niet meer dan 550 manschappen verliezen. De meesten dier zeelie den hadden verzocht om naar hunne haardsteden te mogen terngkeeren. Het in commissie stellen der sche nen van de vloot schijnt veeleer geschorst te zijn r clan verhaast te worden. De groote uitgaven die het de partement van marine heeft moeten doen ter zake van het in bezit nemen der Marquesas eilanden van de rampen van Guadeloupe en van de stoomvaarthebben ongetwijfeld aan den minister de verpligting opgelegd, om" eenige bezuinigings*maatregelen te nemen." De Parijsche jConstitutioneldie in eenen zeer anti- Engelschen geest geschreven wordt, behelst over dezen zelfden maatregel het volgende berigt uit Toulon van tien 13 April: „De minister van marine heeft aan het bestuur van bet zeewezen alhier het bevel gezonden om or.middelijk al de manschappen aftedanken, die tot de schepen der vloot behooren en gehuwd zijn of tot steun aan huisgezinnen verstrekken. De ontwapening heeft op eene groote schaal plaats. Binnen weinige dagen zullen wij geene vloot meer in de Middelland sche zee bezitten. Vier linieschepen de Mortebcllo van 120 stukken, de Beren le van 100, de Trident en de Génércux zijn ontwapend of worden in het haven dok hersteld, waar zij voor eenen onbepaalden tijd schij nen te verblijven. De F rit dl and van 120 stukken moet weldra naar Biest vertrekken van la ville de Mar- salie en van andere schepen wordt het meerendeel der manschappen weggezonden. De terugkeer van twee Engelsche linieschepen van voor Malta naar Engeland schijnt het sein voor de ontbinding van ons smaldeel geweest te zijn. Het valt in het oog dat de kabinet ten van Londen cn Parijs zich met eikanderen over het verminderen hunner zeemagt in de Middellandsche zee verstaan hebben. Ongelukkig is de ontwapening aan de zijde van Frankrijk ernstig gemeend, terwijl Groot- Urittannie in het wezen der zaak onophoudelijk zijne wapeningen vermeerdert." Een onzer tijdschriften vermeldt, dat het Fran- sche ministerie thans niet vreerad is van het denkbeeld om eenen ambassadeur naar Peking te zenden. EeU der oppositie-bladen merkt daarop aandat men be hoorde te beginnen met ten aanzien van China het noodzakelijke te doen, én dus in plaats van de kostbare en gevaarlijke weelde van een gezantschapconsulaire agenten moest aanwijzendie daar de behoeften van den handel bestuurden en voorlichting gaven omtrent de uitwegen voor de voortbrengselen der Fransche nij verheid die in China zouden te vinden zijn." Men schrijft uit Lissabon „Sedert lang had men besloten alhier etn gedenkteeken te stichten voor Don Pedrode veranderingen van Ministerie en om wentelingen hadden de uitvoering tot dus verre verhin derd. Bij de tegenwoordigemeer langdurige staatkun-- dige rust, is de zaak opnieuw op het tapijt gekomen en er werd eene oproeping gedaan aan de kunstenaars om teekeningen inteleveren die vervolgens ook, meer dan 20 in getalin de zaal van het raadhuis openlijk werden ten toon 'gesteldten einde alle buitenlandsche kunstenaars uittesluiten. De meer verstandige lieden erkenden echter de zwakheid der Portugese-he kunste naren en zoo gebeurde het dat Cinati en Rambois de eene een Italiaande andere een Franschman den prijs wegdroegen. De Koningin koos het plan van deze gemeenschappelijk hier arbeidende kunstenaren van welk plan het voornaamste gedeelte een Trajanus- zuil voorstelt"en beide Majesteiten teekenden in voor 5000 daaldersde Keizerin-weduwe voor eene gelijke som. Nogtans is het ontwerp op eene zoo groote schaal en bij gevolg ook zoo kostbaar, dat men aan de uit voering die door inschrijvingen door het gansche land bestreden zal wordenwel mag twijfelen naardien het volk er over het algemeen niet veel van houdtdes- zelfs geld tot bepaalde einden aftegeven en de geest drift voor Don Pedro zoo tamelijk verdwenen is. De fraaije plaats Rocio is voor de plaatsing van het ge denkteeken bestemd. Het Engelsche schip 1* Entreprisemet koop goederen naar Canton bestemdis in het afgeloopen jaar op de rivier van Canton door Chinesche zeeroo. vers geplunderd. Daar al de manschap vermoord was meende men in Engelanddat ook de heer Crawen Wilsonzoon van den directeur van de stoompaket- bootmaatschappij te Corkom het leven was gebragt. Men heeft echter dezer dagen aldaar een brief van hem ontvangen gedagteekendMacao 15- Janu ar ij 1843, waarin hij het volgende verslag van die gebeurtenis mededeeltOm middernacht van den 6 Januari; lag ik mij gekleed in de hangmat; kapitein Sharp deed even zoo; hij lag tegen mij over. Om 3 ure des morgens werd ik door het geschreeuw van een klein chineesch meisje, gewekt. In het rondziende, zag ik den kapitein vermoord in zijn bed liggen men had hem de keel afgesneden, Op dit verschrikkelijk ge- zigt, wierp ik mij uit mijn hangmat greep een sabel en snelde naar de trap. Op de Ratste trede gekomen bragt een roover mij twee houwen toe. Ik weerde den eersten af en de tweede wondde mij aan den wang. Ziende dat al het scheepsvolk was omgebragt en mijn tegenstand nutteloos werdtrad ik in de hut terug en Verborg mij in de bakkerij. Ik bleef hier met den supgrearga den volgenden dag en nacht zonder eenig voedsel dan een oranjeappelwelken ik bij toeval vond. De roovers, die het schip plunderden-, liepen ons dikwijls voorbij zonder ons te merken. Doch een chinees, die met eene lantaarn alles nazocht, ontdekte ons, sloeg ons met een ijzren stang en liet ons voor dood liggen. Toen de roovers alles uitgeplunderd had den staken zij het vaartuig in brand. Wij werden zulks ontwaaruit den dampdie ons bijna deed stikken. Hoe gewond wij ook warenkropen wij uic onze schuilhoek naar boven alwaar wij het chineesche meisje vonden, hetwelk zich ook had weten te ver bergen, Wij bemerkten, dat eene ledige boot nevens het schip lag. Met veel moeite geraakten wij er in; sneden het touw los en drevenin den stikdonkeren nacht, op de zee rond, Zonder riemen, zonder eenig voedsel, en beiden zwaar gewond. Het meisje bad reen letsel bekomen. De supercargo bleef bewuste loos op den grond liggen. Bij het opgaan van de zon, zagen wij in de verte eenige eilandenwerwaarts wij henendreven. Aldaar aangekomenvonden wij chi nesche visschersdie medelijden met ons hadden en ons voedsel gaven. De supercargo was aan zijne wonde overleden. Wij bleven hier vier dagen en wer den goed verzorgd. Ik bood een cbineschen visscher go piasters (150 gulden), als hij ons naar Macao wilde brer.gen en hieraan voldeed hij gaarne. Wij kwamen aldaar behouden aan. Naderhand vernam ikdat acht der roovers zijn gevat, naar, Macao gevoerd en ter dood gebragt. JJlUtswIaisbsw» 's'Gravenhage den 18 April. Berigten uit Java maken melding van bet door den Gouverneur- Generaal genomen besluit, om de aanplantingen van kopftjin de dorpen der Javanen, of, zoo als men het daèr noemtde p agger koppijte doen vervangen door geregelde kleine tuinenvatbaar om behoorlijk te kunnen worden gadegeslagen. Het doorkomen der Westmousson (regentijd) had zich gekenmerkt door zeer hevige windvlagenen vooral door het in tropische landen zeldzaam verschijn sel van hagelbuijcn. Óp den 9 October waren te Bui tenzorg hagelsteenen gevallen ter grootte van klein® duiven eijeren. De rust op Banka was geheel hersteldechter niet zon der dat bloedige tooneelen hadden plaats gevonden. Het is niet duidelijk of de rustverstoring, waarvans melding is gemaakt in onze Nommers 23 en 67 van dit jaarde aanvang was van diewelke tot de streng© maatregelen van den Resident heeft aanleiding gegeven dan welof er twee opschuddingen hebben plaats gehad. Dit is ïntusschen zeker, dat nu Igatst de oorspronke lijke Chinezen (Singkës) in openbare vijandschap wa ren geraakt met de op het eiland geborenen (Parakans} en dat van laatstgemeiden eenigen zijn vermoord ge» worden. Door de tusschenkomst der militaire magt zijn de oproerigen beteugeld gewordenen daarbij zijn verscheidene onrustmakers door het vuur der troepen gesneuveld. Eenige belhamels zijn op last van den Resident ter dood gebragtzonder voorafgaande ver oordeeling van den Regter. Deze ambtenaar is te dier zake door eenen anderen vervangen en tot verantwoor ding geroepen worden. Door het sch ip Roijal Sar onkapitein Cr a uw gord was op den 8 October 1842, ten zuiden van Lucïparay- op 3030' ,49" breedte het wrak gevonden van een barkschip door epuipaadje verlatenen 'in een© diepte van 6% vadem water gezonken. Op den 25- daaraanvolvolgendewas Zijner Majesteit Schooner E'gmond derwaarts vertrokkenom het een en ander naauwkeurig op te nemen, en om vervolgens naar Munton op het eiland Banka te stevenen, ten eind© zoo mogelijk omtrent schip en schepelingen iets naders te vernemen. (Staats Courant.) Men leest in de Gazette van VlaanderenMm De uitgave dezer Courant geschiedt Maandags namiddags en Don derdags avonds. De Prijs per Kwartaal is f 1,75 franco per Postf 1 go. Gewone Advertentien worden a 20 ets. de regel geplaatst Geboot', te-. Huwelijks en Doodberigteri ran i - 6 repels a/'i,2o Frankfort, den- 20 April. Te Danzig hebben den 11 dezer oproerige bewegingen onder een deel der werklieden voornamelijk de korendragers plaats gehad welke de krachtdadige tusschenkotrst der gewapende raagt gevorderd hebben. Misnoegd zijndeomdat eelti ge handelaren hunne granen registreeks uit de vaartui gen waarmede dezelve uit het binnenland waren aange voerd, in de zeeschepen lieten oveiladen, zonder de zelve eerst in pakhuizen te laten opslaan zijn de ge noemde werklieden zamengeschoold en hébben zij met geweld het overladen in de zeeschepen verhinderden de tusschen beide komende politie-beambten met stee- nen geworpen. Nadat dien tengevolge eenige bei-ha mels in verzekerde bewaring waren gebragtzijn de rustverstoorders den volgenden morgen ^dêb 12) in grooten getale te hoop geloopen cn hebben zij van den directeur van politie de onmiddelijke vrijlating der ge arresteerden gevorderd. Terwijl alle vermaningen om zich rustig te houden en uiteen te gaan, vruchteloos bleven, is een-eskadron huzaren aangerukt om de op roerlingen uiteen te drijven. Dit is zonder ongelukken volbragt, maar de werklieden zijn vervolgens na zich rner kneppels gewapend te hebbenweder naar het politic-gebouw opgerukt en met de inmiddels in de wapenen geroepene bezetting handgemeen geraakt. Als Toen is de orde niet zonder bloedvergieten hersteld een der oproerlingen is doodgeschotenen ettelijke andere zijn onder den voet geraakt en gewond. Een groot aartal schuldigen zijn in verzekerde bewaring gesteld. Uit de omstreken hebben eenige hoopen werklieden getracht 41 de stad binnen te dringen, doch dit is hun belet. - Parijs den 20 April. Een der dagbladen van Tou lon van den 14 April behelst het volgende Utrecht, den 18 April. De Referent meldt he? volgende Het gerucht looptdat van Gouvernement» wege aan het Provinciaal en Stedelijk Bestuur te Utrecht de aanvrage'is gedaan, of men genegen zoude zijn de Utrcchtsche Hoogeschool uit de kas van de stad erf provincie te bekostigen." Indien wij wél onderrigt zijn, is dit gerucht in zoo verre ongegronddat slechts de subsidien voor onze Hoogeschooldie gelijk vroeger leeds gemeld isslechts voor een half jaar zijn toege staan teo laste der stad en provincie zouden komen. (Ned. AvondblA

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1843 | | pagina 1