IV. 23.
GOÈSSCHE
COUR A N T.
v*,; 184,1.
Urn
w 1111 1 11 a
AFDAMMING VAN HET SLOE.
Nimmer hadden wij kunnen vermoeden om met
de woorden van den heer D. Dronkers dit ons schrij
ven te beginnen dat die heer zoodanige uitlegging
zoude geven aan het artikel van den 13 Maart in de
Goesschc Courant voorkomendeals Z. Ed. zulks ge»
lieft te doen onder dagteckening 21 Maan in de Mid'
delburgsche Couranten ook wij hadden reeds beslo
ten-over de geprojecteerde zaak van 'tSlbe niet in
eenig dagblad te schrijvenzoo als wij in de over
tuiging declen dat geene der stellers van de vorige ar
tikelen te dezerzake in dit blad opgenomen meer op de-
zelve in eenig dasblad zouden terne gekomen zijn ware
het niet dat wij ons cfoor de Middelburgsche Courant
gedrongen zagenhet volgende aan het onpartijdig pu
bliek en aan een br. D. te bemerken
Dat de beer Dronkers geheel ten onregte de te.
gensrand aan Z. E. schrijven meent te vinden in een
tweetal personendie zich zonden trachten te verschui
len onder de vleugelen van de Redactie der Goessche
Courant - wij verklaren integendeel dar veel meer dan
twee stemmen zich tegen het plan verheffen en geene van
deze dat anonym behoeft, op hetwelk de neer I). schijnt
te smalen en niemand er aangedacht heeftom den
hooggcachten steller der herinnering tegen den heer
Dronkers intcncmin c-n uit deze verklaring bl ijk e
het dan dat de heer D. zich ten ecr.etnale in het getal
zijner zoogenaamde tegenstarders vergist -en gevöl-
gelijk Z. E. ontijdige en scherpe beoordeeling derzel-
ve minstens zeer gewaagd is- daarenboven leidt
het bedoelde art. ces heer en D. tot de Overtuiging dat
Z. E. zijne zoogen. tegenstanders op een verkeerd
terrein wil verplaatsen door de bestrijding der zaak
met die van personen te verwisseleneene verwisse
ling waarbij het lezend publiek reen bet minste belang
heeft en de afdamming van 't Sloe nimmer in 'tlicht
kan gesteld worden cn ook om deze reden ope
nen en besluiten wij met het tegenwoordige artikel ons
geschrijf.
Den heer D. wenscben wij geluk met het vertrouwen
hetwelk Z. E. in zijne zaak stelt; immers js Z. E.
van corded dat de Schrijver der herinnering reeds
doer Z. E. zal zijn geiust gesteld en dat ie meer,
zegt de hr. D. omdat die Schrijver tot de kundigste
zijner Stadgenooten behoort- om minkuntligen be
kreunt hij zich dan niet meermaardat ver
trouwen van den hr. D. kon nog wel eens faien im
mers de geachte Schrijver der herinnering heeft
zich nog niet alzóó verklaard - en inmiddels schijnt
de mede als kundig bekend staande Schrijver J. Ab
Utrecht DresseLhüis ook niet zoo zeer het gevoe
len van den heer D. te zijn toegedaan en buiten de jour
nalistiek zijne gevoelens in eenen even bij de Geb.
Jib r ah am s uitgegeven Brief aan zijnen Vriend voor
het publick te willen openleggen en 'tis aan deze
wijze van behandelen dat wij reeds de voorkeur gaven
en 't gezegde in de Goessche Courant beaamdendat
de eigenlijke behandeling eener zoo gewigtige^ als de
(onderwerpelijke' zaak niet tot de journalistiek be
hoort. Van daar, (en in dat gevoelen is het gewis dat de
Goessche Courant zich van cene bepaalde wederlegging
van den heer D. onthield) dat wij in dezelve daartoe het
strijdperk afsluiten maar allerzonderlingst en strijdig
ook met onze m'reninp is heten nergens lazen wij net al-
zcó in de Goessche Courant „dat men dezerzijds liet
„belang der afdamming erkend - - noch ook dat die af-
damn ing bij velen eene zoodanige vreugde zoudejver-
oorzaken" dit eerste is uit het artikel van den schrijver
in dc Goessche Courant van 13 dezer geheel ten cn regie
«n de Matste periode geheel oneigentlijk opgenomen.
Hier is men gansch niet overreed van 't belang der af
damming hier, om regt duidelijk te zijn, is men
tegen dié afdamming en draagt reeds rouwe in 't harte
tegen over de vreugde vin de heer Dronkers en zijne
medestanders. Als de tijd daar zal zijn dat wederkee-
rige belangen gehoordde belcnde Polder - Stads en
Plaatselijke Besturen geraadpleegd zullen worden zal
hiervan houden wij ons geredelijk overtuigd het
wel blijken dathet Plan van den heer D. meerman twee
Even onjuist is de lezing van denhr. D. als of de
Goessche Courant met den hr. D. het volkenmet den
invloed op deze cfe heeren ingenieurs van den Waterstaat
zoude bedoeld hebben de meeninghoe duidelijk ook
in. de Goessche Coürant uitgedrukt, gelieve dhr. D.
alzoo te lezen dat het Volkde menigte, hier geenen
invloed op de beslissing behoort te hebbendaarom
staat er in den oorspronkelijken tekst deze en niet
dezen; en als men zegt dat de menigte, het volk,
de groote hoop, op zoodanige beslissing geen invloed
moet hebben dan is het wel duidelijk dat men daar
entegen van meening is, dat de behandelingen beslis
sing als bij uitsluiting aan kundigen in den Lande
behoort overgelaten te worden, en zoo zullen wij het
nimmer wraken dat er door belanghebbende, kundige
mannen geheel belangeloos deze gewigtigc zaak van
hare lichtende zoowel als van hare schaduwzijde met
juistheid word? voorgestelden bestreder als waaruit
de waarheid met veel grond voor een goed einde tc
verwachten is.
Eindelijk de heer D. voelt zich gekrenkt omdat de
schrijver van 't meergemeld artikel van Z. Ed. gewaagt
als iemand die bijzonder bij 't plan geïnteresseerd is dit
is immers eene door den heer D. erkende waarheid?
maar nergens staat er te lezen of is het vermoeden te
billijken voor eene door den lieer D. zeer ten onregte
in woorden uitgedrukte meening alware het ook
ten koste van "net algemeen en tot nadeel van ande
ren" waarom toch dergelijke gezochte meeningén hier
bij gebragt? dit is immers buiten de zaak geredeneerd
en zoo is het duidelijk dat ook door eene opgewekte
hartstogt de behandeling der zaken met die van
personen wórdt verwisseld en waarom wij almede de
zakelijke behandeling van soortgelijke belangrijke als
de onderwerpelljke materie min geschikt voor de Jour
nalistiek achtten en ze steeds daarvan zullen trachten
afteleiden.
Naar het oordeel van den hr. D. heeft Z. E. het Alg.
belang der Afdamming van 'tSloe voldoende en ge
moedelijk betoogd ook wij hadden wel het laatste
doch niet het eerste in Z. Ed. stuk "opgemerkt, en
cene naau wgezette herlezing heeft ons nög tot gècn andere
mcening kunnen brengenwij meenèri daarin alleen te
erkennen eene opsomming van eenlge algemeene za
ken als zoovele bijdragen tot het algemeen belang
maar 't is onzes erachtens geheel iets anders het
algemeen belang te specificerenals daartoe, ofschoon
dan ook indedaad in gemoedeijken stijl ernige alge
meene punten in algemeene omtrekken aanfestippen
zoo van iemand, gaat van ons de ernstige bede uit voor
't Godsdienstig en maatschappelijk wel van Nederland en
van de Zeeuwen. De bron, welke die welvaart moet
laven is dan 't voorwerp onzer gemeenschappelijke
begeerte, maar de Ware te vinden - daarvan 'the-
wijs te leveren in oorsprong ontwikkeling en gevolgen
ziet daar wat wij gerust iets anders noemen dan die
in algemeene trekken gemoedelijk aantewijzen doch
genoeg ook zoodanige uiteenzetting wenscheo wij in
«en dagblad nier,.
En nu ten slotte, omdat wij ons van de persoon
lijke loijauteit van den heer D, Dronkers overa
tuigd meenen te mogen houden houden wij ons ook.
daarvan gaarne overreed, dat Z. Ed; van r.u voortaan
met;welwillendheid zal aanhooren of lezen zoo wel;
alles wat vóór al» tegen Z. Ed. ontwerp zal gezegdt
als geschreven worden en dat Z. Ed. er in berusten
zal, wanneer in het wel begrepen belang van 'talge
meen of van de meerderheid van Zeeland en de Zeeu
wen aan Z. Ed. ontwerp geen gevolg mogt gegeven
worden, zoo als wij daartoe als nog van meening zijn-,
in 't algemeen belang den hartelijksten wenscb te mo
gen uiten.
Goes 25 Maart 1843.
.NIEUWSTIJDINGEN.
JVattfcvwfc.
Parijs den 20 Maart Het nieuwe zangspel Char
les VI voldoetvolgens- de laatste berigten bij uitne
mendheid. Volgens de liberale dagbladen heeft de mi
nister Duchdtel kunnen verkrijgeudat de opvoering
van dat stuk is verboden gewordentot dat de daarin
voorkomende zinsnedenwelke mogelijk het Engelschc
bewind zouden mishagen, door andere minder hevige
uitdrukkingen zouden zijn vervangen gewordenet»
heeft de vervaardiger van hetzelvede bekerde dichter
Casimir Deldvignezich genoodzaakt gezien ajm de
vorderingen des ministers toetegeven.
Op de Fransche kusten langs het kanaal heeft
men in de afgeloopenc week eenige ligte schokken
van aardbeving bespeurd. Het vuur van een tiée
vuurtorens van de kust is zelfs door de schudding
uitgedoofd.
Bij gelegenheid van de beraadslagingen in de kamet
der pairs over de wet tot het toestaan der geheime;
fondsen, waarvan de aanneming gisteren door ons
vermeld werd, is ook de in bezitneming van Otaheite
door den admiraal Dupetit-Thouars ter sp-ake gekomen.
De graaf Belet de la Lozère heeft deswege van deni
minister van Buitenlandsche Zaker. inlichtingen ge
vraagd. Wij hebbenzeide hijdoor den Monpteur
vernomen dat de Koningin en de opperhoofden van
Otaheite gewaagd hebben, om zich onder de bescher
ming van Frankrijk te stellen, en dat hun verzoek,
aan onze regering kenbaar gemaakt, toegestaan en be
krachtigd is. Het is mij niet bekend, welke omstat*.
digheden van hunnen kant tot dien stip aanleiding
hebben gegeten; hoe ver de bedoelde bescherming
zich zal uitstrekken, en welk regt van bemoeijen'i»
met de inwendige aangelegenheden des lands daaruit
zal kunnen voortvloeijen. Op dit oogenb'lik wekt
slechts één punt mijne bezorgdheid op: het schijnt
dat in dat land de verspreiding van het Christendon*
en van beschaving reeds heugelijke vorderingen gemaakt
'heeft. Ik hoop dat de regering, door de be"elet»
welke zij geven zal en door de keus der daar heen te
zenden mannenal wat in haar vermogen is zal doei»
om den voortgang op dien weg te bevorderen. Ware
dit het geval niet, dan zou men reden hebben on*
met bekommering te denken aan het voorbeeld vat»
zoo,menige Indiaansche bevolking, dié door de Euro
peanen verdelgd of bedorven is geworden. En ofschoon
ik te dezen aanzien een groot vertrouwen in de regel
ring stelzal het mij toch uitermate verblijden vat»
haar zelve de verzekering te ontvanger.dat zij de
t noodige maatregelen zal nemen, om alle kwade gevoV.
'1 gen te voorkomen van den invloeddien het haar
gegeven zal wezen uit te oefenen."
1 De minister van Buitenlandsche Zaken, G ui zot
j dieeven als de heer Belet de la Lozèretot het
1 Protestantschc kerkgenootschap behoort, heeft daarop
te kennen gegeven, dat hij omtrent eene zoo kort ge
leden voorgevallen gebeurtenis nog geene inlichtingen
kon geven t maar dat hij zich verheugde d« bezorgd
heid Aran den heer Belet tc kunnen wegnemen. Me»
De uitgave dezer Courant ge»emedt Maaudags namiddags en Don
derdags avonds. De lYijsper Kwartaal is f 1,75 franco per Post/1 90.
Gewone Advertentien worden i 20 ets. de regel geplaatst Gebefte
ie-, Hnweiijlts <?»i Doodberigten van 1 <5 reeels a/1.20
anonyme tegenstanders heeft en de vreugde' over Z. E.
ontwerp niet algemeen is. Nog client bemerkt dat de
redenering van den heer D. zeer onjuist is ten aanzien
der bezwaren wijten den heer Schraver: het is toch
geene juiste lezing dat deze zouden uit den weg
geruimd zijn om dat die van den Schrijver (in de
Goessche Courant van 13 Maart) niet dezelfde zijn
als die van den heer Schraver neen de schrijver in de
Goessche Courant bedoelt andere bezwaren dan die van
wijlen den heer Schraver en opdat men duidelijk de
onderscheiding van zijne en die van den heer S. zoude
opmerken voegde hij rr bij j, maar aangevoerd door eenen
nog levenden wiens'bedenkingen ook bij wijlen den heer
van Diggelen bekend en niet in 't openbaar weder
sproken zijn." Deze eenvoudige lezing bevestigt im
mers het bestaan en van de bezwaren van den heerS. en
van die van eenen nog levenden.— om duidelijk te zijn
zij gezegd: dat er boven en behalve de bezwaren wij
len den heer S. nog andere zijn aangevoerd en niet wc-
derlegd.