f tanden is het leven van den Admiraal Keppell in t licht verschenenbeschreven door eenen geeste lijke. In hetzelve is eene bekendheid ^met scheepster menmet het zeewezen en de krijgskunst optemerken welke verwondering zou wekkenals men niet wist dat de schrijver, een naastbestaande van den Admifaa), weieer ook zelf zeeman geweest was. Van dezen Admiraal wordt de anecdote verhaald, welke men wel eens aan onzen Huig de Groot toegekend heeft. Hij zou nameliik nog als baardeloos jongeling als am bassadeur hij den Dey van Algiers gebruikt zijn (van onzen de Groot luidt het bij den koning van Frank rijkj waarover deze verstoord was gewordenen waar op de Admiraal hem zou hebben toegevoegd dat zijne zenderszoo zij geweten hadden dar hij op eenen baard stond wel eenen bok zouden kunnen afgevaar digd hebben." REGT VAN SUCCESSIE IN DE REGTE LIJN. Ingezonden ALLERLEI. MIDDENPRIJZEX, j Te Goes, bij F. Kdeeuwens Zoon. En opdat niemand hiervan eenige onwetendheid zoude kunnen voorwendenzal ceze worden gepubli ceerd geaffigeerd eh geinsereerd in dezer Stads-Courant.. Aldus gedaan ten Stadhuize van Goes, den 10 De cember 1842. Burgemeester en Wethouders dei Stad Goes J. H. VERSCHOOR, van Nisse Ter ordonn. van Hun Ed. Aclitb. y De Stads-Secretaris L. de FOUW, Jz. Onder dit opschrift trekt het Handelsblad (19 De cember 1842 no. 3466) te velde tegen een voorstel hetwelk hetzelve beweert, dat in den Raad van State zou Zijn afgekeurdom het regt van successie toe te passen op de erfopvolging in de regte lijn. Daargelatenwat er van zoodanig voorstel moge zijnstaat het inmiddels vrijdaaraan te twijfelen alzoo men her er voor houdtdat de geheimhouding aan de leden van den Raad van State is opgelegd; maar het lust ons echter, als ambtenaar van het regt van successieen sedert vele jarèn met de werking van die belasting bekend geraakt, daarover gelezen en nagedacht hebbendeeenige aanmerkingen te maken op de redeneringen van het Handelsbladhetwelk, naar gewoontevoor hendie er iets van gezien of over gelezen hebbenop het stuk van belastingen zelden, zoo ooit, iets dragelijks oplevert. Het Handelsblad zegt, dat eene staathuishoudkun dige beschouwing tegen een successieregt in de regte lijn het gewigtig bezwaar oplevert dat het is eenej be lasting op kapitaal, niet op inkomsten. In de eerste plaats valt het in het oog dat het op zijn mirst eene ongerijmde stelling is, om te beweren dat dc belasting op het batig saldo van een boedel in de regte lijn vervallen zou zijn eene belasting op kapitaalen die op het batig saldo van een boedel in de colateralle lijn varvallenmet zou zijn eene zoo danige belasting op kapitaal. Dat is zelfs zoo ongerijmddat mer. niet mag ver onderstellendat het Hanaelsblad 2ulken onzin ge meend zou hebben. Is het nu maar eene vergissing, eene verwarring van begripdan heeft het Handelsblad geschermd te gen iets anders dan hetgeen hetzelve op den voorgrond steltnamelijk tegen het geheele regt op successien in regte lijn collaterale lijn er. aan vreemden vervallen. Hetzelve heeft dus niets gezegdtegen de belasting op de regte lijnals zoodanigen op zich zelve be schouwd. Maar de stelling is nog daarenbovenzoowel voor het een als voor het anderongerijmd. De heffing van belastingen is facto onmogelijkan ders dan op een overschot der inkomsten van alle in gezetenen. Zoodra de belasting het kapitaal der Natie aanrandt, wordt dezelve in 'tkort oninvorderbaar en zou natuurlijk van zelve ophouden. Niemand kon blijven leven in een land waar de inwoners hun kapi- taal verbruikten. Alle belastingen worden genomen uit die inkomsten, welke van zelve overschieten bij de rijkenwelke bij den geringen middenstandvoor zooverre deze uit overvloed niets kan overhoudendoor besparing op genot worden vergaderd (bij enkelen door opoffering van meer arbeid, of ontzegging van genot, al ware het op den tabak of op geestrijke dranken.) Moesten die belastingen niet worden opgebragt, dan zou het bedrag daarvan zooveel besparing of aan- legging van kapitaal te weeg brengen. in zoo verre tasten alle belastingenzoo wel als alle vrijwillige uitgaven tot weelde of niet onmisbaar genothet kapitaal of de kapitalen der natie aan na melijk door besparingen, hoe dan ook, met meer of minder moeite, gedaan, in de schatkist te doen vloei- jen, in plaats van te dienen om een kapitaal je "begin nen of te vergrooten maar niet eene enkele doet dit op eene minder gevoelige, minder drukkende wijze, dan het regt van successie. Voor den minderen stand is het gemis van kapitaal het gevoeligste en nadeelig- stc. De vruchten van zulk een klein kapitaal zijn naar evenredigheid, de grootste, het gemis daarvan doet dikwerf een geheel bestaan te niet gaan van daar dat belastingen op consumtie van mindere standen zoo noodlottig werken. Het succcssie-regt daarentegen draagt alleen op toe vallige voordeelenwaaraan men nog niet gewoon is waaraan nog geen bedrijf of bestaan, voor den ver krijger, is verbonden. Voor geringe verkrijging is het regt gering, en naauwelijks gevoelig, voor groo- tere is het geheel onverschillig. Het is de eenige be lasting waarvan eens vooral bewijsbaar isdat hij die betalen moethet geld daartoe heeften toch van betere conditie wordt dan hij was te voren. Er wordt genomen van hen die bezitten of verkrijgen zonder er iets voor te doen. Verlangt het Handelsblad dat men liever neme van hen die niet hebbenof van het zuur verkregen arbeidsloon? Het is waar, er zijn weinig geabonneerden onder die ongelukkigen. Gijsbert Karei van Hogendorp zegt van deze be lasting Lettres sur la prospérité publiqueII. p, 44 en 45.) II semble que le contribuable n'cst ja mais mieux en état de payer un impót que lorsqVil fait V acquisition d' une prospérité quelconque en verder On vous demande quatrepour cent qui font tout au plus les interets d'une année. Ots vous demande dix pour cent qui font les intéréts des deux ans et demi. Vous voila done privé des intéréts de votre nouvelle pro- priété pour un anpour deux ans pour deux ans et demi. Cestune privation il est vraimais file n'empêche pas l'emploi des capitaux pour alimenter l'industrie. Dit is alles waaren geldt zoo goed voor een zoon die-een ton erft van zijn vader, als voor een ander die een ton erft van neef of vriend. Dit zij genoeg tegen den algemeenen ongegronden aanval op het regt van successie welke het Handels- blad quasi alleen tegen die belasting in de regte lijn wil laten doorsluipen. Van d« onnatuurlijke geheel onverwachte erf-opvol- ging in de opgaande liniewanneer ouders en groot ouders van kinderen of klein-kinderen erven en die reeds in 1599, in Holland belast was, tot 1805 met 5 pCt.wordt niet gewaagden het is dus onnoo- dig te spreken van dit gedeelte van de belasting van erf-opvolging in de regtelijn. Ter zake der belasting van afstammelingendie van ouders of grootouders erven gelieft htt Handelsblad te zeggen dat dit is eene voortzetting van het éigendomsregtwaar- door de zoon niet zoo zeer van den vader erft, dan wel het vrije bestuur bekomt over datgene, wat hem reeds van zijne geboorte afgeacht werd toe te behooren." Ware dat juist, dan zou het eene schandelijke spo liatie geweest zijn, bij de burgerlijke wet, een be schikbaar gedeelte der nalatenschap van den vader, te bepalen en hem te vergunnen de helft, of des noods aan zijn buurman of zijn koetsier weg te schen ken van liet goed wat zijnen zoon reeds van zijne geboorte af geacht werd toe te behooren. De Nederlandsche wetgever ware dan een spoliateur, maar nog grooter spoliateurs waven dan onze voovou- dersdie het beschikbare gedeelte op of de legi- timevoor al de kinderenal waren zij 'nog zoo tal rijk op der nalatenschap bepaald hadden. Ondertusschenis er aan die stelling niets waar. Overal hebben beschaafde volken het regt van erfop volging als ter regeling van den burgerlijken wetge ver staande, naar best weren geregeld, en nergens het eigendom der ouders mei fidci commissen of eigendom van de kinderen verwardzoo als het Handelsblad verkiest te doen. Volgens dat blad zou de belasting van het regt van succcsssien op kinderen vervallende, onzedelijk zijn, omdat zij gefiaudeerd zou worden. Men zou het Handelsblad dankbaar moeten zijn indien hetzelve eene belasting wilde uitdenkendie niemand zou traehten te ontduiken tot zoo lang zal 1 men zich met anderen moeten behelpenmaar het laat zich niet aanzien, dat de Nederlandsche huisvaders voor laatst vaarwel aan hunne kinderen voor laatst voorbeeldvoor les en vermaningeen eerloos bedrog en het mandaat van meineed zullen nalatenen hoe onbekend ook met de bedoelingen der Regeringdurft men vaststellendat het regt minder zal bedragen dan het minste thans betaalde regtdattusschen broeders en zusters4 pCt belooptzoo dat het zelfs niet de moeite waard zal wezen, om een schurk te worden,* en meineed te begaan, om zijn benard vaderland te bestelen. Wij laten zulke erge meening over onze landgenooten voor rekening van het Handelsblad. Een Hoofdambtenaar der Registratie. {Nederlandsch Nieuwsblad ook in ukramontaansehen zin, eene geestelijke voor wacht, die niet uit het oog mag worden verloren. Wij zullen ons verheugen als het zich als een echt Nederiandsch gewest kenmerkten ultramontanismus is natuurlijk niet Nederlandse!]. De Utrechtsche Hoogleeraar L. C. Visscher be wijst in zijne toelichtingen tot het Chronologisch over-• zigt der Nederlandsche Vorstenin dit jaar in de stad zijner woning uitgegeven, dat Noord-Braband noch in historisch ennoch in politischen zin den voor rang verdientdie aan dat gewest bij de Grondwet van 1815 is toegekend. Hij zegt er van blad'z. 14: Die rangschikking schijnt wel zonder eenig nadenken ontworpen" en wij beamen het gaarne. Noord-Bra band dat, als R. Catholyke Provinciebovep andere, thans gaarne ook den boventoon zou willen aanslaan als zoodanig verdientén historisch, énpolitisch, én in andere opzigten tot hiertoe slechts eene plaats in dc achterhoede. Als giensgewest alleen kan het tót dc voorposten gerekend worden. Het vormt evenwel, Volgens eene naauwkeurige berekening zijn er in de laatste jaren in Engeland door elkander ruim n,ooo menscnen 'sjaars door eenen geweldigen dood omgeko men. Men schrijft dit vooral toe aan de stoom-machines inde fabrieken, op schepen wegen en^enaanandeie oorzakendie meest allen met de toenemende Nij verheid in verband staan. VAN DE VOLGENDE ARTIKELEN TE GOES. Van den 1 tot den 15 December 1842.] Met inbegrip der Landelijke en Plaatselijke belastingen. Tarwe/ 8,11. Rogge/6,29. Vroege Gerst ƒ4.98. Late Gerst f 4,31Boekweit f 0,00. Haver 3 ,00. Witte Boonen f 0,00. Witte Erwten 0,00. Groene Erwten 7,50. Graauwe Erwten 0,00. Tarwe Meel 10,11. Rogge Meel/ 7,94. allen per Mudde. Boter/1,00 cs. Noord-IiollandscheKaas 50cs. Stolksche Kaas 40 cs. Lèidsche Kaas 30 'cs. Witte Brood 305 cs. Tarwe Brood t85 cs. Rogge Brood 15 es. Osse VleescTi 60 cs. Koei Vleesch 60 cs. Kalfs Vleesch 50 cs. Schapen Vleesch 35 cs. Lams Vleesch 35 Versch Varken Vleesch 65cs. Gerookt Varken Vleesch 75 cs. allen per Ned. Pond. Vroege Aardappelen f 0,00. Late Aardappelen 2,00 de Mudde. Jenever 65,00 j per Vat. IJpen Hout ƒ7,50. Esschen Hout 7,50' per Wisse. Groote Takkebossen 11,50. Kleine Tak- kebossen f 7,00. de Honderd. Steen Kolen f 2,50. de 100 Ponden. Turf 70 cs. de dubb. Mudde. Kool Olie/43,00. Lijn Olie 36,00. het Vat. Kool Zaad ƒ11,-91. Lijn Zaad 0,00. de Mudde. Kaarsen 65 cs. ,et Ned. Pond. Goes, den 20 December 1842. Heden verloste zeer voorspoedig van eene DOCH TER C. G. M. COURLOISgelieffle Huisvrouw van J. P. de WIJS. Eenige en Algemeene Kennisgeving. VERKOOPING VAN BOOMEN. Op Woensdag den 4 Januarij 1843des voormid dags ten half tien uren Openbare Verkooping in de Gemeente van Colijnsplaatin de Herberg van P. Rie- mersten overstaan van den aldaar residerenden Notaris L. van der MOER, van 400 ESSE en OLME BOOMEN, zeer geschikt voor Werkhoutstaande op de Hofstede bewoond door J. Rijksin de gemelde Gemeente van Colijnsplaat welke Boomen in Per- ceelen van 20 a 30 stuksóf meer bf minder naar gelangzullen worden geveild. Op Donderdag den 29 December 1842, om tien uren des voormiddagsin't Oostambacht van Kap- pelleaan het einde van de Lerkedreef, in een Bosch van den Wel Edelen Heere J. KAKEBEEKE, Dijk graaf der Breede Watering Bewesten Tersekewo nende te Goesten overstaan van den Notaris L. L ANK HORST aldaar residerendeOpenbare Verkooping van ongeveer 150stuks Zware, Zachte en Harde OLME en "ESSE opgaande BOOMEN, benevens eene partij TRONKEN, en ELSE en ESSE «TROKKEN. Alles bij partijtjes tot een ieders giricf.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1842 | | pagina 2