N% 100. GOESSCHE COURANT, Donderdag den 15 December NIEUWSTIJDINGEN. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandags namiddags en Don derdags avonds. De Prijs per Kwartaal is f 1,75 franco per Post/i 90. Gewone Advertentie» worden a 20 ets deregel geplaatst te-, Huwelijks- en Doodberigten van 1—6 reeels a 1,2# Aan- den Schrijver van het artikel in de Vlissingsche Courantover de be- paling van art. 4 vierden Titel ontwerp Wetboek van St/afregtvoor» komende in het No. 132 van Vrijdag den /[den November 1842met in achtneming van het antwoord in de C-atholyke Nederl. Stemmen van 19 November 1842, No. 47. Vervolg en Slot van ons vorig Nummer Overslaande wat van Buitenlar.dsch en vrije gemeen schap door den Schrijver is te berde gebragt, als ge heel'en al ristende op de stelling, dat vrijheid van Godsdienst-begTippen ook vrijheid van handeling naar buiten bevat, en dat het geloofsbegrip van universele Kerk door de Roomschgezindenook in staatkundigen zin. het buiten de grenzen van den Staat zijnde po- j litiek inheemsch maaktvestigt zich onze aandacht op IJEDs. stelling dat, met de inrigting der meeste Staten van de christenheid zoodanige vrije gemeenschap niet langer overeenstemmend iser dus om die over- j eenstemming mogelijk te,makenof die staatsinrigtin- j gen zouden moeten worden gewijzigdof de Heilige Stoel en de belijders der Catholieke Godsdienst in zulke Staten levende, zich aan een meer beperkt be. j grip van die vrije gemeenschap behooren te onderwer penwij willen bet gezegde van den Schrijver op dit punt toetsen en aanwijzenhoezeer ZEd. in strijd is met de handelingen van den Heiligen Stoel zeiven j en van de Staten het onmogelijke verwacht. De Schi ijver stelt de Catholijke Kerk-inrigting als een goddelijk werk voor en trekt daaruit het resultaat dat dezelve geene verandering of wijziging kan onder gaan. Dat het kenmerk van goddelijk niet gelijktijdig i dat van onveranderlijkheid in zich sluit moge de Jood- sche kerk-inrigting staven aan welke de Christelijke opvolgdeofschoon die kerk-inrigting eene goddelijke was; Zien wij verder cp de kerk-inrigting der zoo genaamde C a th olijke dat is universele Kerk wij vinden eer groot verschil tusschen die kerk-inrigting :n de eerste eeuwen en de tegenwoordige. In de eer ste eeuwen gcene kloosters of monniken-orden. Voor j .Alexander den III de benoeming van eenen Paus -j bij de gezamenlijke geestelijkheidden adelde bur- 1 gers en bet volk van Rome. Onder hem, alleen aan j de kardinalenmet uitsluiting van de overigen, Vóór hm het regt van canonisering bij de kardinalen. Vóór j Cregorius den VII geen verpügt ceelibaat; terwijl vde voorregtcndie voorheen berust hadden bij de Kerkvergaderingen, Bisschoppen en Kerken door hem aan den" Heiligen Stoel gebragt werden. Deze bregt immers ook bet regt van investituur van de Vorsten over aan den Heihgen Stoel. Vóór het 4e conciiie van Dateraar. geen Transsubstantiatieals leerstuk der Kerk. paus Gelastius I was er zelfs tegen. En wat niet al meer, wilden wij betCatholijk Kerkgebied doorwandelen? ofschoon wij niet twijfelen aan het Catholicismus van dm Schrijverzouden wij meenen dat hij hier te j geringe gedachten heeft van de bevoegdheid van den Heiligen Vader ter verandering of wijziging van de kerk-inrigting. Indien ZEd. nadere kennis had geno- men van de verschillende concordatenter regeling van de betrekking der onderscheidene Statenten op- zigtehunner Roomsche onderdanen, met den Heiligen Vader, hij zou dit zeker niet beweerd hebben. De kerk-inrigting is genoegzaam overal gewijzigd naar de inrigting der onderscheidene linden. Hij vergelijke b. v. den inhoud van het Concordaat door Leo den X met Frans den I koning van Frankrijk, ter vervan ging der piagmatique sanctie gesloten, met den eisch, om alom Bisschoppen te mogen aanstellen en de Bis dommen te regelen thans aan de orde. Of werd daarin niet dit regta^ eene Koninklijke-bevoegdheid toege stemd Of wil ZEd. ceri voorbeeld uit den tegenwoor dig en tijd? Welaan! Hij vergelijke den inhoud van het Beijersch Concordaat met dat van den Franschen Keizer in 1801 gesloten, en hij zal een breed onder- scheid vinden in de kerk-inrigting, bij de eene en de j andere bepaald. Terwijl d^r de Kerk zich boven den Staat heeft geplaatstwas zij bij Napoleon bijna als iene onmondige dochter. Misschien meent ZEd» dat dit bewijs bier niet geldtdewijl hier het wereldlijke gebied het geestelijk door geweld dwong; dan deze bedenking wordt ligt opgelostals wij in aanmerking geven, dat het Fransche Concordaat in 1827 op Ne derland werd toepasselijk gemaakt met kleine wijziging. Dat dit uit belang van den Heiligen Stoei voor de Noord-Nederlandsche Catholicken is geschiedwillen wij niet betwijfelenmaar de bepalingen daarin voor komende vergeleken met die aan andere plaatsen strekt niet te min ten bewijsdat de Catholijke kerk- inrigting raar de behoeften der Staten veranderd en gewijzigd worden kan. Het maakt trouwens een deel van de oppmnagt van den Heiligen Vader uit, en werd zeker in 1827 op Nederland door Zijne Heilig heid vrijwillig cn gunstig toegepast. Wanneer de schrijver verlangt dat de staatsinrigtin- gen in zijn Ed. geest (bl. 379) ontwikkelde meening veranderd wordendan verlangt hij het onmogelijke. Zij Zouden hunne eigene rust en veiligheid in revaar stellen. Inzonderheid echter Protestantsclie Staten. Of zal er in de bullen enz. niets voorkomendat de Protestanten in hunne regtcn aanrandt? Waar vroe ger door de hoofden der kerk inrigting bullen geëma neerd zijn als de boven aangehaalde, daar blijft steeds de mogelijkheid over dat soortgelijke worsen uitgevaar digd. Of heeft de Heilige Stoel ooit verklaard, dat zij door misbruik van magt ontstaan zijn, zal hij nu ver klaren dat de beweering van Gregortu3 den VIII en anderen onregtmatig was en .de Heilige Stoel geene magt van zulken aard bezit. Dat hij de vrees voor het denkbeeld om die tijden te doen weder keeren, veel min bet streven te veronderstelleneene ijdele herschenschim noemt, is geen genoegzame waarborg. Zij gaat van eenen leek, of, zoo de Schrijver een geestelijke istoch niet van de hoogste magt uit. Waren de tijden zeiven niet ten waarborgwij zou denbij den ijver van het Catholicisme, het meer dan hersenschimmig noemen. De Schrijver meent verdér (bl. 380) dat de open bare Tiist en veiligheid en de zedelijkheid der burgeren geene beperking der godsdienst-vrijheid (iv. ZEd. geest ook met opzigt van de werking naar buitenj vordert of noodzakelijk maakt. Even zoo stellig ZEd. dit on'tkentwordt het door ons beweerdzoo wel ten opzigte van Protestanten als Catholijken. Het bewijs ligt voorhanden in de zamenwoning van beide gezind ten in denzelfden Staat, aan de hand der geschiedenis. Hoor en wij nu het expedientgelijk dit wordt op gegeven bl. 380. Het is voor zoo verre deze regten tnogten zijn beleedigd." (Zie Calh. Stemmen.') Wie zal het voor zoo verre bepalen. De geeste lijkheid? Dan het is eene staatsmisdaadDe rege ring maar het is ecu geestelijkediezonder geste- culariseerd te zijnbeweerd wordt niet aan het regts- gebied van den staat te zijn onderworpen. De mis daad kan daarenboven overeenkomstig zijn met het ge loofsbegrip hoewel het den staat laedeert. Uw Ed. schreef dus regt met te zeggen „men vreest het gevaar van den geestelijken invloed, ook op zaken van wereldlijk belang en op den geest en de stemming dienaangaande der staatsburgers, aan dien invloed onderworpen." Dit wordt voor eene hersenschim verklaard. En nu het bewijs, uit redenering van het ongerijmde der bedoeling om thans de wereldom Nederland aan het gebied van den kerkdijken staat te hechten. Ja ook wij achten dit thans ongerijmd, zonder de moge lijkheid daarvan voor het vervolg te ontkennen om dat het onder omstandigheden als wij vroeger hebben opgegevenwel in het hoofd van eenen Heiligen Va der kan opkomen. Maar zijn er buiten dit ééne ge. val dan geene andere? Ligt de Keulsche questie dan niet meer in bet geheugen. Had er hier geene han deling plaats, waaibij Clemens Augustus Droste tot Visghering, handelde overeenkomstig het Ca tholijke geloofsbegripmaar evenzeer tegen zijnen piigt als Pruissisch onderdaan En wat gebeurde Hii werd achtervolgd. Toen klaagde de Heilige .Stoel 1 over geloofsvervolging, nam den kerkvoogd in be- scherming en deed wat de staten van Nederland in het begin der 18de eeuw omtrent P. Coddb gezegd worden te hebben gedaan. Zal het its Nederland min der zijn Zal het niet invloeijen op de rusthe_. welvaren en de veiligheid van den Nederlandschei/t staat UEd. onze hoogachting betuigende, eindigen wij 1 niet den wensch van ZE. toetepassen op den Protes tant kon men toch eenmaalvan de zijde der Catlio- ïijken, zich op het standpunt van de Protestanten plaatsenkon men in hun gevoel deelendan zou. men begrijpen waarom zij waarborgen noodig ach ten opdat het erfgoed hunner vaderenhetwelk hun uit overtuiging dierbaar isniet eenmaal voor hunn? kinderen verloren ga! V V' L' DE WENSCH DER CATHOLIJKE STEMMEN In de Cathohjke Stemmen No. 49 bladz. 385 leest menDat zij bij iedere gelegenheid den wensch zullen uitendat de kostbare comedie eencr constitu tionele regering niet langer worde voortgespeeldmaar dat in Nederland een veranderde regeringsvorm een zuiver Monarchaal Bestuur ingevoerd wor de waarbij de welwillende Koninklijke handen niet kunnen worden belethet goede tot stand te brengen wat het regtschapen hart van den Monarch hem voor» schrijft Deze woorden verklaren ons de bedoeling van de Ultramontaansche factie in Nederlandmaar vinden gëwisselijk hooge afkeuring bij alle weldenkende bur- gers van iedere geloofsbelijdenis. Een schrijver in de Vllssingsche Courant betuigde het met smartgevoel te hebben gelezen. Dezelven maakten op ons gelijken indruk. Wij zagen er uit, waartoe partijzucht brengen kan namelijk tot ver loochening van vaderlandschen zin voor vrijheid. Zij die voor zich uitsluitend vrijheid willenzou den daartoe iri Despotismedoor hen geleid[hulpmiddel willen zoeken. Waartoe toch wil men zich van een Constitutioneel bestuur ontslaan en dat voor een Mo narchaal verwisselen Om van het laatste te vorderen wat het eerste niet geven kan of magof de Grondwet zou woiden verkracht, de regten des volks zouden worden geschonden, en alzoo het algemeene welzijn worden opgeofferd. Bij hetgeen nu de Cathol. Stem men wenschen moet de Grondwet vallen en het overige zou er het gevolg van zijn. Wie moet dus den wensch der Cathol. klemmen, welke noch Nederlandsch noch Katnoliek is niet wraken? 'Wie moet niet erkennen dat dezelve bij al de vleijerijden Koning toegezwaaid voor den edeldenkenden Vorst vernederend is daar hij den plegtigen eed op de Grondwet, door hem gezwo ren op aandrang eener factie en zeker tegen den wil der groote meerderheid zijner onderdanen zou moeten verzakenopdat hij zoo als in de Vlissingsche Cou rant gezegd wordt, „de lieveling maar tevens dé slaafsche oogendienaar van de Ultramontaansche factie in Nederland moge worden." De oogen van velen die doot den schijn der Ul tramontaansche liberaliteit verblind werden zullen nu wel open gaan. Dit matigt ons smartgevoel over den gevaarlijken wensch der Catholijke Stemmendie dan ook de Constitutionele drukpers bedreigen met langer gemeene zaak met haar te maken. DuiUcMrttiÏL Koblf.ntz den 6 December. Boven en behalve de aanzienlijke sommenwelke door den Staat aan de uitgebreide waterwerken der Moezel cn Saar werden ten koste gelegdzijn volgens geloofwaardige berigten thans oók. 400,000 daalders tot bcvaarbaarmaking van de Lahu aangewezenen zal alles worden aangewend om dezen belangrijken bijtak van den Rijn geheel te verbeteren. Voor zoo veelPruissen betreft, zal.deze maatregel niet slechts voor den Kreits Wetzlarmaar ook voor Koblentz de stapelplaats der scheepvaart op de Lahn, van duurzaam nut zijn. r— Uit Keizerswaard wordt gemeld, dat cent va*

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1842 | | pagina 1