N*. 99.
Maandag den IS December
GOESSCHE
COURANT.
NIEUWSTIJDINGEN.
Wee men den 4 December. Weder is een verdiens
telijk man als het offer van een in onze dagen bijna on
begrijpelijk vooroordeel gevallen. Heden morgen schoot
zich Klemens graaf van en tot Ugarteoverste ven het
2e regiment Ulanenkamerheer van den aartshertog
Lodewijkin zijnhóteldood. De overledene, uiteen
overoud geslacht gesproten was 43 jaren ouden ver
loofd met de bekoorlijke en rijke dochter van den ban
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandags namiddags en Don
derdags avonds. De Prijs per Kwartaal is /f,75 franco pef Post/1,90
:v
one Advertentien worden 4 2ö
en Doodhérigten van 16
Aan den Schrijver van het artikel in
de Vlissingsche Courant, over de be
maling van art. 4, vierden Titel
ontwerp Wetboek van Stt afregtvoor
komende in het No. 132 van Vrijdag
den e^den November 1842, met in
achtneming van het antwoord in de
Catholyke Nederl. Stemmen van 19
November 1842, No. 47.
'Vervolg van ons vorig nummer.')
UEd. had gezegdeene wet duswaarbij aan
Godsdienstige gezindheden beperkingen worden opge
legd wanneer dit uit het oogpunt van het algemeene
staatsbelang geschiedten wanneer de vrijheid van
geloofsbegrippen niet wordt aangerand, kan en mag
niet als ongrondwettig beschouwd wordenen is dit
ook niet. De wetgever .bevindt zich daar in zijn grond
wettig regt."
Dit dit gestelde meent de schrijver van het art.
dat onwraakbaar blijktdat als onze grondwet in het
begin der 16de eenw grondwet van het Spaar,sché rijk
ware geweest, de wetten tegen de invoering van nieu
we godsdiensten (7) zeer grondwettig zouden geweest
zijn, wanneer zulks, zoo als werkelijk het geval was,
uit het oogpunt van het algemeene staatsbelang ge
schiedde dat de regter daar op zijn terrein zou zijn
geweest. Wij willen hier eenige oogenblikken poo-
zenen doen opmerkendal UEds. gesproken had
van beperkingen opleggenen de wetten toen ter tijd
uitgevaardigd niet beperktenmaar gegeven werden om
iiittcrocijcnuitteroeijen door middel van de inquisi
tie uitteroeijen niet alleen bij hen die bekendmaar
ook bij hen che verdacht werden der nieuwe belijdenis
te zijn toegedaan. Die beperkingen moesten geschie-
den uit het oogpunt van het algemeene staatsbelang I
dat is: in betrekking tot de rust en de veiligheid van
den Staat. liet thans diep gezonkene, door den
worstelstrijd met de zeven Provinciën zoo diep gezon-
ltene Spanje getuige, hoezeer die wetten noödig waren
voor het algemeene staatsbelang. Indien UEds". tegen- 1
schrijver met bedaarden zin de gesteldheid der Euro- j
pesche Staten in het begin der XVI eeuw had gcraad- I
pleegdindien ZE. de betrekking van Spat je tot de
Nederlanden had op het oog gehouden, dan zou ZEd* j
bcdachi hebben dat de Nederlanden geen deel var
liet Spaansche Rijk uitmaakten maar alleen Karel
den V en later Philips den II als Hertogen Gra
ven en Hteren huldigden; zoodat eene grondwet van
het Spaansche Rijk hier van geene toepassing zou
zijn geweest. Indien ZEd. verder de snelle en spoe
dig algemeene aanneming der nieuwe religie had be- j
dacht, dan zou ZEd. evchzeer hebben op het oog j
gehoudendat de rust en veiligheid van den Staat
wel door die wetten konden worden geschokt en ver
woest, maar nier bewaard. Of heeft ZEd. nimmei
gelezen met welken weerzin het eerste slagtoffer der
inquisitie Jan de Rakker (Pistorius) te 'j Tl age
ïcr dood werd gebragt ei> een somber vreesselijlt zwij
gen de regtrrs vtrtsaagdehoe duizenden en nogmaals
duizenden afvallig waren gewerden en de godsdienstige
omwenteling alom eenparig stand greep?
Wanneer de Schrijver dadelijk op de woorden uit
het oogpunt van het algemeene staatsbelang geschied
de volgen laatdat de Regter daar op zijn terrein
was en de woorden en wanneer de vrijheid van
geloofsbegrippen niet wordt aangerand; kan en
mag niet als ongrondwettig beschouwd wordenen 1
is dit ook niet;" laat weg vallen, gelooven v\ij,
dat (jit niet opzettelijk is geschiedt. Zij beperkten
editer te zeer.UWEds. schrijven, dan dat zij mogten
worden uitgelaten.
Komen wij thans tot de scherpe gevolgtrekking.
ln dat geval echter zou de opstand der Nederlan-
d u om de uitwendige vijheid der nieuwe godsdien-
s nin het algemeen belang van den Staat (weder
de elfde ommissie) en het overschrijden van alle bc-
pekiiigen, door den Wetgever noodig gekeurd, on
wettig eti hoogst misdadig geweest zijn. Wil' rfien
dit niet toegeven, wil men blijven bewerendat de
opstand dei Nederlanden om niet alleen vrijheid van
consciëntie, of van geloofsbegiidpenmaar ook vol
komene godsdienstvrijheiddat isde vrijheid om
volgens aangenomene geloofsbegrippen te handelen,,
met de wapens te veroveren, c'enc wettigeeene hei
lige zaak was dan kan ook een dusdanige zin als de
Vlissingsche Courant hier aan de artikelen der Grond- j
wet geeftmet grond niet aan dezelve gegeven wor- j
den."
Bij deze redenering weten wij waarlijk niet welk
punt eerst te behandelen. Eerst dachten wijzou de j
Ed. Schrijver waarlijk op eene fijne wijze die daad/aak
als onwettig willen ten toon stellen? Maar daarvoor
achten wij hem te rond. Wat dan? Indien wij den
zin wel gevat hebben want het begin loopt niet
rond en er schijnt eene misstelling of verkeerde punc-
1 tuatie plaats te hebben dan kunnen wij niet anders
I zeggen dan dat de steller zich dien opstand uit een
geheeldoor de geschiedenis gewraakt oogpunt voor-
stelt en dus aan UEds. stelling eene gebeurtenis in
haar wezen en karakter toetstwelke voor die toetsing
niet vatbaar isdewijl de omstandighedenwaaronder
zij plaats had, hemelsbreed verschillen van liet door
UEds. gestelde.
1. Reeds de betrekking tot den Wetgever verschilt.
Het volk van Nederland tegen over Karel en Phi-
lips deszelfs Heereridoor eeden verbonden aan de
privilegiënhandvesten van vrije burgersdoor eeden
verbonden om die regten te handhaven, welke hunne
grondwet waren geen vreemd krijgsvolkgeene
inquisitie, geen tiendepenningJ en een voljc, door
eene grondwet beveiligd tegen de aanslagen 'van den
staat ten opzigte der gewetensvrijheidmaar in de
vrije uitoefening beperkt uit net oogpunt van het alge
meene staatsbelangzonder aanranding der vrijheid
van deszelfs geloofsbegrippendeze beiden laten zich
niet aan dezelfde stelling toetsen, waar zij in opstand
komen. Karel en Philips vertrapten de regten
die zij gezworen hadden te zullen eerbiedigen. Ka
rel en Philips beperkten de vrije uitoefening der
nieuwe religie niet, ten einde de veiligheid en rust
van den staat te handhaven en tc bevorderenzij ver
trapten de nieuwe belijdenissleepten vrije burgers 1
voor Spaansche beulen en dwongen floor uitgezochte
pijniging tot verloochening van hetgeenvolgens den j
edelen schrijver zelvcil, den mensch het dierbaarst is, j
111 spijt van de rust der maatschappij zelve. Zij ver-
trapten die door aanranding der vrijheid van deszelfs
geloofsbegrippen. Daardoor Wekten zij Roomschen
en Onroomschen beide tot opstand. Karel en Phi
lips vaardigden als opperheeren tegen het regt der
Poorters en landzaten bevelen, plakkaten uit, waar-
toe zij geen regt hadden dit regt lag bij defetaten des
lands en toonden dus dat Nederland, in -bun oog,
eene massa slaven was,.met welke zij konden bande-
len naar welgevallen. Wij worden hier door gebragt
At D -1 1
(j) ZEd-. gebruikt hier het woord Godsdiensten
zek r in den zin van het gezegdewaarop hij repli
ceert en m<ent godsd enstige gezindheden.
„V.V.V1. IJH-I
tot een tweede verschildc oorzaak van den opstand.
Deze was tweeledigdeels politiek deels godsdienstig.
Hij sproot dus niet voort uit de beperking eener gods- ,j
dienstige gezindheid uit het oogpunt van het algemeene i
staatsbelang en wanneer de vrijheid van geloofsbegrip-
pen niet wordt aangerand, gélijk ZE. stelt, maar uit
eene gemengde bronwaarbij wij zelfs niet durven
beslissen, of de politiek dan wei de godsdienst causa
primaria was. De staatkundige regten werden vertre
den evenzeer de godsdienstrëgten van eiken mensch
de vrijheid der geloofsbegrippen werd aangerand. Of
heeft ZE. nimmer in de geschiedenis gelezenhoe de
herroeping van de zoogenaamde dwaalbegrippen eene
eerste voorwaarde was vai gratie? Niet dus, gelijk-
ZE. het doet voorkomenom de uitwendige vrijheid
der nieuwe godsdiensten in het overtreden «er wetten j
(welke wetten noch door de bevoegde autoriteit, noch 1
uit het oogpunt van het algemede staatsbelang, noch j
overeenkomstig de grondwet, gegeven waren), niet
om de volkomene godsdienstvrijheid, dat is, de vrij
heid om volgens aangenomene geloofsbegrippen te han
delen alleengrepen de Nederlanders naar ce wa»
penenmaar om geen slaven van hunne vorsten te
te worden in het staatkundige ea hun regt yan cons*
Zoo zien wij een derde verschil. Met korte woor
den wijzen wij het aanhet is het voorgestelde doel.
Nier om zich boven de wet te stellenboven den
wetgever, zelfs niet uitsluitend om openlijk naar aan
genomene geloofsbegrippen te handelen maar om
de wet te doen eerbiedigenden handhaver en -uit
voerder der wetten terug te dringen binnen het gezag
hem door die wetten voorgeschreven; hunne waarde
als redelijke wezens te handhaven en eindelijk de vrij
heid om volgens aangenomene geloofsbegrippen te han
delen ziedaar de bedoeling waarmede de opstand be
gon zich uitbreiddezich staande hieldvolbragt
werd. En wij Nederlandsche protestantenen ook
gijNederlandsche Catholijken zullen dien opstand
dankbaar zegenen.
Wij besluiten dit punt met de opmerkingdar d*
onwraakbare gevolgtrekking van den schrijver lust op
eene valsche voorstelling der daadzaak. (8) Y\£ij doen
dit evenzeer ren opzigte van het slot (bl. 378.) of
men zou moeten beweerendat eene godsdienstge-
zindheiddie meendedoor de grondwet in hare hei
ligste regten te ziin gekrenkt, hetzelfde regt zou heb
ben om hare regten te doen geldenals de Onrooip-
scbe Nederlanders in de 16de eeuw hadden. Ook
hier toch treft men eene verkeerde voorstelling aan,
'Wij willen niet onderzoeken in hoever eene bloóte
meening hier regt zou schenkenwant wie zal het
gegvonde of ongegronde beoordeelen? maar doen «pr--
merkenhoe het mogelijk zijdat eene godsdienst-
gezindheid door de Grondwet in hare heiligste regten
kan zijn gekrenkt.
De Grondwet is eene overeenkomst tusschen de Na
tie en de Regeringbevattende de hoofdbeginselen der
Regering. Tot de onderscheidene bepalingen treden
beide toe en zoodra de partijen dit gedaan hebben zijn
die bepalingen de regtenwelke wederzijds moeten
worden op het oog gehouden. N11 kan wel de Re
gering door willekeur, door buiten de grondwet te.
gaan eene godsdienstgezindheidf in hare heiligste reg
ten krenken, maar niet de Grondwet. Alleen de vet
zou dit kunnen doen, indien zij op eene oiigrondwet-'
tige wijze werd tot stand gebragt. En dan moge in
onze dagen, zoo zeer als in elk ander tijdperk, dus-'
danige stelling gevaarlijk zijn,'wij gelooven, dat me
nigeen dit regt niet zal wederspreken- Bij de woor
den ,(iils de Onroomsche Nederlanders in de XVI eeuvy
hadden;" behoorde tot volledigheid ook van de Room»
sche Nederlanders te zijn gesproken.
Vervolg en Slat- hierna,")
f8) Het gehecle punt van redenering des schrij
vers rust op eene casus positie, Ifij stelt eene om
standigheid en bouwt daarop een oordeel,Is nu die
omstandigheid anders dan heeft het oordeel geene»
grond. Hij had eerst het aanwezen der casus positi9
moeten bewijzenom de conclusie geldig te maken.
■üsrrrrr"m. - -Ui •-v
ühiitscftlanfr.
cl* de regel geplaa 1st Gehaat-
regels a/i,2a
cientie vrijheid te bewarendus een wettig regt en
eene heilige zaak te handhaven. En toen nu Karel en
Philips hunne regten hadden verbeurd door dwinge
landij toen dc Nederlanders daardoor iure schoon niet
facto vrij >varentoen gaven zij zich zeivenmet de
staatkundige uitgebreidere godsdienstige voorregten
zij bepaalden de vrije uitoefening der nieuwe religie
tevens met die der oude. Dat deden Roomschen en
Onroomschen gelijk heiden hadden gestreden tegen
de overheerscbers. Jammer dat de woeste beeldstor
merij dien schoonen en [broederlijken band verbroken
heeft.